Peeter Clockluijders

IDnr.2721, ° voor 1560, + tussen 28 april 1605 en 13 juli 1628
DoopselPeeter Clockluijders werd gedoopt voor 1560 te Lummen? [België].1 
EigendomPeeter Clockluijders verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 maart 1588. De akte luidt als volgt: 'Peeter Clockluijders verkoopt aan Aerdt Fredricx: 1. een bempt gelegen aan de Lazarie leprozenhuis). Palende O. Peeter Neffven; W.Thomas Maes; ter 3de zijde de beek en ter 4de Ffrans Neffven; 2. een plak land in de Knoepshoeff, hovende in de hof van de Heijlicheijt en in het register aldaar te vinden. Samen voor 450 gulden Brabants min de lasten die door partijen gekend zijn. Voor eventuele meer lasten verborgt de verkoper zijn hoffstadt met opstaande stal. Goedtspennink: 10 stuivers. Lycop: 25 gulden.1' 
LeningDe leningsovereenkomst van Aerdt Fredrix met Jan Moens, geacteerd te Lummen [België] op 12 juni 1603, verwijst naar Peeter Clockluijders als betrokken partij.2 
LeningMathijs Hoefmans leende aan Peeter Clockluijders de som van Peeter Clocluijers leent van Mathijs Hoeffmans voor de Loonse bank, 150 gulden à 10 Rinsgulden jaarlijks. Pand: huis en moeshof in het Dorp gelegen, palende met 2 zijden de straat, Oriaen Minbiers ter derder en Margriet Ausems (?), eertijds Jan Van Schaijffen ter vierder zijde. Clocluijers stelt nog pand onder de Loonse bank.
P.S. Op 13 juli 1628 heeft Aerdt Fredricx de erfgenamen van Petrus Clockluijers deze rente gekweten. Te noteren dat Jan Vasters hieraan 50 Rinsgulden heeft bijgelegd van zijn eigen kapitaal. Dat moeten de anderen hem goed doen. volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 maart 1605.3 
AflossingAerdt Fredrix ontving van Peeter Clockluijders de terugbetaling van een lening aan 14 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 april 1605. De akte luidt als volgt: 'Peeter Clocluijers legt de 14 stuivers, die hij jaarlijks schuldig was aan het klooster van Leeuw, af aan Aerdt Frericx [zie aflossing op 20.01.1605].4' 
OverlijdenHij overleed tussen 28 april 1605 en 13 juli 1628 te Lummen [België]. De tekst vermeldt: '...de erfgenamen van Petrus Clockluijers... [zie aflossing op 13.07.1628 aan Aerdt Fredrix, IDnr_340]4' 
AflossingDe leningsovereenkomst van Arnoldus Frericx met Petrus Clockluijers en Jan Vasters, geacteerd te Lummen [België] op 13 juli 1628, vermeldt eveneens Peeter Clockluijders; 150 Rinsgulden.5 

Familie

Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.384.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.57.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.71.
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.71v.
  5. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, 1593 - 1628, p.71.

Aerdt Clockluijers

IDnr.2707, ° voor 1550, + na 20 januari 1605
DoopselAerdt Clockluijers werd gedoopt voor 1550.1 
EigendomDe eigendomstransactie van Anna Van Mewen met Aerdt Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 31 mei 1582, verwijst naar Aerdt Clockluijers als betrokken partij; De achtergelatenen van Hans Van Mewen, nl.: Anna Van mewen, nagelaten dochter van Hans Van Mewen en Heylwich Ouwercx (vrouw van Hans Van Mewen), met mombers Aerdt Clocluyers en Jan Moens, hebben met voorgaande roepen en uitgang der brandende kaars, nae alder gewoente, een brouwketel verkocht aan Aert Ffrericx. Het geld daarvan, 56 gulden, is belegd bij Vaes en Peter Lambrechts à 4 ½ gl. 'sjaars. 
EigendomDe eigendomstransactie van Jacob Carthoers en Cornielis Cornielis met Aerdt Fredrix, geacteerd te Lummen [België] in oktober 1587, verwijst naar Aerdt Clockluijers als betrokken partij; Condities en voorwaarden waaronder de H. Geestmeesters van Lumpmen een huis met hof en aanhang zullen verkopen, gelegen te Westerhoven. Het is de Armen van Lumpmen met testament vermaakt door wijlen Elizabeth Kempeners. Palende met 2 zijden Aert Frericx en de straat.
Wie het goed bij het uitgaan van de kaars verblijft moet alle onkosten van hogen, van het bannen en branden der kaars, kerkeroepen, lycoop en goetspennink en alle hof- en heerlijke rechten betalen. Wie de palmslag krijgt mag terstond zoveel hogen zetten als het hem belieft. Van hetgeen de koop boven de lasten uitdoet, moet de koper de H. Geestmeesters, terstond na de gicht of bij de volgende genachte, goede rente geven en borg stellen of kontant betalen.
Aert Frericx biedt hiervoor, boven alle lasten: 50 gulden Brabants eens en 30 hogen van 1 gulden Brabants, half voor de hoger en half voor de verkopers. Goetspennink: 1 gulden. Hij krijgt de palmslag. Aert Clocluyers zet 10 hogen. Mattens Tielens zet 10 hogen. Aert Frericx zet nog 1 hoge. Het goed is hem verbleven.
Dan verpandt Aert Frericx het gekochte goed en een bijgelegen erf dat hij van Aerdt Ingelen gekocht heeft, ten behoeve van de H. Geest te Lummen voor 4 gulden Brabants jaarlijks. Af te leggen ten pennink 16, te weten met 64 gulden Brabants. De H. Geestmeesters zijn in de naam der Armen in die rente gegicht.
P.S. Op 24 mei 1596 hebben Jacob Carthoers en Cornielis Cornielis als armenmeesters en in presentie van de pastoor, Aerdt Ffredricx en zijn panden gekweten. Het geld is met nog ander geld van Andries Deckers, samen 150 gulden Brabants, belegd op panden van Aerdt Clockluijders, anno 1594, de 15 mei.2 
EigendomDe eigendomstransactie van Stas Van Hees met Aerdt Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 22 oktober 1593, verwijst naar Aerdt Clockluijers als betrokken partij; Stas Van hees laat publiek verkopen: 1. Een hoffstadt, palende O. Aerdt Clockluijders; Z. de straat; W. de erfgenamen Fransch Schepers; N. de erfgenamen Jan Van Muwen. 2. Lande den Saevelhoff, palende W. Aerdt Vreven; O. Jan Lijnen cum suis en ter derder zijde de straat. 3. Een bloeck genaamd den Crieckel, palende O. Peeter Clockluijders; Z. de erfgenamen Thomas Maes; N. Frans Neffven. 4. Een bloeckxken op het Liemelaer, palende W. de erfgenamen Thomas Maes, met 2 zijden Jan Kennepmeckers. 5. Een heijhoef in de Thienwinckel heijde, palende O. die ghemeijn heijde en ter andere zijden de erfgenamen van Jan Van muwen.
Aerdt Fredricx ontvangt de palmslag voor 300 gulden Brabants. Lasten die mogen korten aan de kooppenningen: 5 ½ gulden 'sjaars en nog 1 gulden 'sjaars. Ieder hoge bedraagt 2 ½ gulden; één ten profijte van de hoger; één ten profijte van de verkoper; 10 stuivers voor de vrouw van de verkoper voor haren wijn of kermis. Goedtspennink: 10 stuivers per 100 gulden. Schrijfgeld voor de klerk voor het schrijven van de condities: 10 stuivers per perceel. De verkoper is niet verplicht hofrechten te betalen, zoals van publicaties in de kerk of enige wijn van het branden der kaars. Nog voorwaarde: wie de eerste hoger na de palmslag zal afgehoogd hebben, zal op de (helle=) staande voet zoveel moeten betalen als deze ingewonnen hooffstadt zal kosten aan de rentmeester; dit purgement kort aan de hoofdsom. Gedaan ten huize van Aerdt Clockluijders. Getuigen: Renier Fabius, pastoor alhier; Henrick Van Hinsberghe, Jan Dries en ick Aerdt Clockluijders. Aerdt Fredricx addeert 25 hogen. Dezelfde nog 1 hoge. Dezelfde nog 10 gulden. Valentijn Schepers zet nog 10 hogen. Dezelfde nog 1 hoge. Valentijn Schepers nog 10 hogen. Goedtspennink: 30 stuivers Brabants. Aerdt Fredricx addeert nog 2 hogen. De koop verblijft hem na uitgang der kaars.3 
LeningAerdt Fredrix leende aan Aerdt Clockluijers de som van 150 gulden aan 7% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 mei 1594. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Clockluijders leent van de H. Geestmeesters van Lummen 150 gulden Brabants à 7%. Pand: al zijn goed binnen de Vrijheid, te weten: 1. zijn hoffstadt met de aanhang. Palende W. Reijner Lambrechs; N. Peeter Tummermans en met 2 zijden de straat. 2. Een beemd op de Thienwinckel wech, palende de heer van Lummen, de straat, Dionijs Vande briel en het gemeijn broeck. Goedtspennink: 2 stuivers 3 oord. Aerdt Fredricx is als H. Geestmeester ter gichte gekomen. P.S. Op 24 mei 1596 kwijten Cornelis Cornelis en Jacob Cortoers als armenmeesters, in presentie van de pastoor, Aerdt Clocluijers en zijn panden van voornoemde rente. Het geld werd herbelegd aan panden van Jan Bruesselmans, zoals te zien is, buiten in de Loonse bank in december 1595.4' 
AflossingPeeter Aerdts ontving van Aerdt Clockluijers de terugbetaling van een lening aan 2,5 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 januari 1605. De akte luidt als volgt: 'Peeter Aerdts, krachtens procuratie hem gegeven vanwege het klooster en godhuis van Bethaniën te Leeuw [nvdr. Zoutleeuw], kwijt Aerdt Frericx 2 ½ gulden jaarlijks, die het klooster trok op diens panden en die van Aerdt Clocluijers. In de akte van volmacht wordt Peeter Aerdts, secretaris der Vrijheid van Lummen genoemd. Volmacht gegeven op 7 januari 1605. W.g. S. Magdalena Peeters. Gezegeld met het convents zegel gedrukt op een hostie.
P.S. Op 28 april 1605 heeft Peeter Clocluijers, zijn part, 14 stuivers jaarlijks, afgelegd.5'
 
OverlijdenHij overleed na 20 januari 1605.5 

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.368.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.382.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.6.
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.9.
  5. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.70v.

Aerdt Clockluijers

IDnr.4891, ° voor 1600, + voor 9 juli 1648
VaderPeeter Clockluijders ° voor 1560, + tussen 28 april 1605 en 13 juli 1628
DoopselAerdt Clockluijers werd gedoopt voor 1600 te Lummen? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Anna Leijten voor 1625 te Lummen? [België].1 
OverlijdenHij overleed voor 9 juli 1648 te Lummen? [België].1 
EigendomDe eigendomstransactie van Anna Clockluijers, samen met Maria Clockluijers en Catarina Clockluijers, met Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle, geacteerd te Lummen [België] op 9 juli 1648, vermeldt eveneens Aerdt Clockluijers; De kinderen van Aerdt Clockluyders ghichten de kinderen van Marie Picken.
Anna Clockluyders vervangende Maria en Catarina Clockluyders, beiden present met de interventie van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans, dragen goederen op. Eerst had hun vader Aerdt Clockluyders zijn tochtrecht (vruchtgebruik) aan zijn kinderen afgestaan. Ze dragen op tot behoef van de erfgenamen van Marie Picken, die daarvoor ter gichte komen. Pontpenningen mits twee derde delen Loons zijn 8 gulden 2 stuivers.
Condities. Omdat Marie Picken zaliger, moeder van Bertholomeus en Christiaen van Herle, en schoonmoeder van Matteus Postelmans man en momber van Marie, Aerdt Frerix in de naam van zijn kinderen verwekt bij wijlen Marie Van Herle en Eustachius Timmermans man en momber van Christina Van Herle bij purgement gedaan tegen Jan Prels als crediteur hypotecair bepaalde goederen had verkregen die in Groenlaren gelegen zijn en die in de wandeling ‘het Baens Bloexken’ genoemd worden, die in eigendom waren van Anna, Marie en Catharina Clockluyders die verwekt zijn uit de schoot van Anna Leyten en Aerdt Clockluyders, en waarvan het vruchtgebruik toebehoorde aan de vader Aerdt Clockluyders, hebben ze Prels handvulling gedaan van de verlopen van zijn rente waarvoor de evictie gebeurd was. Omdat aan de kinderen van Aerdt Clockluyders als tochtenaar na zijn dood pleno jure dominij zouden vervallen een stuk land genaamd ‘den Linden Morttel’, een ander onder het Bercken Bosken op ‘den voetpat’ gelegen onder het Lindekens Velt, verder nog een perceel gelegen in den Linden Morttel hadden ze deze goederen gesteld in de handen van Marie Picken om zo verdere lasten te vermijden, zowel voor de Loonse als voor de Brabantse justitie in Lummen. Opdat de kinderen deze goederen later toch in handen zouden kunnen krijgen, zouden ze alle verlopen ‘arriragien’ moeten betalen aan Jan Prels ‘deur haere moedere verschoten’, de kosten van evictie en andere hofrechten zoals gichtgeld. Ze hebben met raad en instemming van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans besloten om deze goederen publiek te verkopen met ontsteken en branden van de kaars. Op volgende condities: de kinderen zullen al hun rechten verkopen op deze goederen, met hogen van 2 gulden te verdelen tussen hoger en verkopers. De koper moet aan de erfgenamen van Marie Picken voor het mesten, dryven en bezaaien van de landen voor het ploegrecht de helft van de opbrengst van de vruchten geven, met alle ‘voor verloopen arrivagien der renten die sij daerop sijn hebbende’ en bovendien alle rechtsonkosten, zowel van purgement door Prels als andere. De koopsom moet op datum van gichte betaald worden, 9 juli 1648, of ervoor rente bekennen tegen den penninck twintick (5%) en bovendien godsgeld 1 halve reael, lijcoop naer landtcoop en alle andere hoffrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel 8 schellingen. Anders: boete (op pene van reele executie als wesende eene schult met vollen recht verryckt).
Op 9 juli 1648 kregen de erfgenamen van Marie Picken de handslag voor 150 gulden boven drinkgeld en vacatien voor hun mombers 8 cruys pattacons. Verder nog 7 gulden aan Jan Lynen die ze hem schuldig zijn van ‘gepromereerden loon’ en 3 gulden door Aerdt Clockluijders aan rechten gegeven om een affgeboth ter verwerven zowel in het Loons als in het Brabants. Daarop hebben ze nog 25 hogen gesteld. Aerdt Gielis zette daarop nog 3 hogen, de erfgenamen voorschreven nog 10 hogen. Aerdt Gielis nog 3 hogen, de erfgenamen nog 10 hogen. Getuigen: Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel. Ondertekend: Henricus Swysen. Voor de overeenkomst met het origineel tekent secretaris Petrus Aerts.
Op 9 juli werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan Bertolomees Van Herle cum suis.1 

Familie

Anna Leijten ° voor 1600, + voor 9 jul 1648
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.139v.

Anna Clockluijers

IDnr.4893, ° voor 1625, + na 18 februari 1649
VaderAerdt Clockluijers1 ° voor 1600, + voor 9 juli 1648
MoederAnna Leijten1 ° voor 1600, + voor 9 juli 1648
DoopselAnna Clockluijers werd gedoopt voor 1625 te Lummen? [België].1 
EigendomAnna Clockluijers verkocht, samen met Maria Clockluijers en Catarina Clockluijers, een goed aan Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 juli 1648. Deze verwijst ook naar Petrus Clockluijers, Jacop Wagemans, Jan Prels, Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel, Henrick Swijsen en Peter Aerdts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Aerdt Clockluijers, Anna Leijten, Marie Picken en Maria Van Herle. De akte luidt als volgt: 'De kinderen van Aerdt Clockluyders ghichten de kinderen van Marie Picken.
Anna Clockluyders vervangende Maria en Catarina Clockluyders, beiden present met de interventie van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans, dragen goederen op. Eerst had hun vader Aerdt Clockluyders zijn tochtrecht (vruchtgebruik) aan zijn kinderen afgestaan. Ze dragen op tot behoef van de erfgenamen van Marie Picken, die daarvoor ter gichte komen. Pontpenningen mits twee derde delen Loons zijn 8 gulden 2 stuivers.
Condities. Omdat Marie Picken zaliger, moeder van Bertholomeus en Christiaen van Herle, en schoonmoeder van Matteus Postelmans man en momber van Marie, Aerdt Frerix in de naam van zijn kinderen verwekt bij wijlen Marie Van Herle en Eustachius Timmermans man en momber van Christina Van Herle bij purgement gedaan tegen Jan Prels als crediteur hypotecair bepaalde goederen had verkregen die in Groenlaren gelegen zijn en die in de wandeling ‘het Baens Bloexken’ genoemd worden, die in eigendom waren van Anna, Marie en Catharina Clockluyders die verwekt zijn uit de schoot van Anna Leyten en Aerdt Clockluyders, en waarvan het vruchtgebruik toebehoorde aan de vader Aerdt Clockluyders, hebben ze Prels handvulling gedaan van de verlopen van zijn rente waarvoor de evictie gebeurd was. Omdat aan de kinderen van Aerdt Clockluyders als tochtenaar na zijn dood pleno jure dominij zouden vervallen een stuk land genaamd ‘den Linden Morttel’, een ander onder het Bercken Bosken op ‘den voetpat’ gelegen onder het Lindekens Velt, verder nog een perceel gelegen in den Linden Morttel hadden ze deze goederen gesteld in de handen van Marie Picken om zo verdere lasten te vermijden, zowel voor de Loonse als voor de Brabantse justitie in Lummen. Opdat de kinderen deze goederen later toch in handen zouden kunnen krijgen, zouden ze alle verlopen ‘arriragien’ moeten betalen aan Jan Prels ‘deur haere moedere verschoten’, de kosten van evictie en andere hofrechten zoals gichtgeld. Ze hebben met raad en instemming van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans besloten om deze goederen publiek te verkopen met ontsteken en branden van de kaars. Op volgende condities: de kinderen zullen al hun rechten verkopen op deze goederen, met hogen van 2 gulden te verdelen tussen hoger en verkopers. De koper moet aan de erfgenamen van Marie Picken voor het mesten, dryven en bezaaien van de landen voor het ploegrecht de helft van de opbrengst van de vruchten geven, met alle ‘voor verloopen arrivagien der renten die sij daerop sijn hebbende’ en bovendien alle rechtsonkosten, zowel van purgement door Prels als andere. De koopsom moet op datum van gichte betaald worden, 9 juli 1648, of ervoor rente bekennen tegen den penninck twintick (5%) en bovendien godsgeld 1 halve reael, lijcoop naer landtcoop en alle andere hoffrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel 8 schellingen. Anders: boete (op pene van reele executie als wesende eene schult met vollen recht verryckt).
Op 9 juli 1648 kregen de erfgenamen van Marie Picken de handslag voor 150 gulden boven drinkgeld en vacatien voor hun mombers 8 cruys pattacons. Verder nog 7 gulden aan Jan Lynen die ze hem schuldig zijn van ‘gepromereerden loon’ en 3 gulden door Aerdt Clockluijders aan rechten gegeven om een affgeboth ter verwerven zowel in het Loons als in het Brabants. Daarop hebben ze nog 25 hogen gesteld. Aerdt Gielis zette daarop nog 3 hogen, de erfgenamen voorschreven nog 10 hogen. Aerdt Gielis nog 3 hogen, de erfgenamen nog 10 hogen. Getuigen: Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel. Ondertekend: Henricus Swysen. Voor de overeenkomst met het origineel tekent secretaris Petrus Aerts.
Op 9 juli werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan Bertolomees Van Herle cum suis.1'
 
LeningBarbara Claes leende, samen met Anna Clockluijers, aan Maria Clockluijers en Catarina Clockluijers de som van 200 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 februari 1649. Deze verwijst ook naar Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Maria Van Herle, Servatius Creijns en Tilmanus Van Herle. De akte luidt als volgt: 'Bartholomeews Van herle en Christiaen Van herle. Aerdt Fredrix i.n.v. zijn kinderen met Marie Van herle. Matheewis Postelmans als man van Marie Van herle. Steffen Timmermans als man van Christina Van herle. Transporteren aan de kinderen van Aerdt Clockluijers, nl. Anna, Maria en Catlijn Clockluijers, een rente van 6 gulden 'sjaars (kapitaal 120 gld) staande op panden van Barbara Claes; te weten haar deel in de hof op het Oostereijnde. Volgens de eerste gicht van 4 juli 1624 gichtte Servaes Creijns, Tielman Van herle 5 gulden jaarlijks. De Van herles transporteren die rente als betaling van 200 gulden Brabants, voor een erfkoop van Bartolomees Van herle tegen de kinderen van Arnold Clockluijers in april 1648 in het Loons.2' 
OverlijdenZij overleed na 18 februari 1649 te Lummen? [België].2 

bronvermelding(en)

  1. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.139v.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, 1649, p.182.

Arnoldus Clockluijers

IDnr.333, ° 28 februari 1618, + voor 3 januari 1665
VaderPetrus Clockluijers1 ° voor 1595, + tussen 7 augustus 1651 en 19 februari 1666
MoederCatharina Frederickx1 ° voor 1595, + voor 5 maart 1665
DoopselArnoldus Clockluijers werd gedoopt op 28 februari 1618 te Lummen [België] met als peter Joannes Leiten en als meter Christina Goessens.1 
OverlijdenHij overleed voor 3 januari 1665 te Lummen? [België]. De tekst vermeldt: 'Arnoldus wordt niet meer vernoemd in het testament van zijn moeder.2' 

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1618, doopsels, p.155.
  2. [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 146, 1655-1677, testamenten, folio 40v.

Catarina Clockluijers

IDnr.4895, ° voor 1625, + na 18 februari 1649
VaderAerdt Clockluijers1 ° voor 1600, + voor 9 juli 1648
MoederAnna Leijten1 ° voor 1600, + voor 9 juli 1648
DoopselCatarina Clockluijers werd gedoopt voor 1625 te Lummen? [België].1 
EigendomAnna Clockluijers verkocht, samen met Catarina Clockluijers, een goed aan Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 juli 1648. Deze verwijst ook naar Petrus Clockluijers, Jacop Wagemans, Jan Prels, Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel, Henrick Swijsen en Peter Aerdts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Aerdt Clockluijers, Anna Leijten, Marie Picken en Maria Van Herle. De akte luidt als volgt: 'De kinderen van Aerdt Clockluyders ghichten de kinderen van Marie Picken.
Anna Clockluyders vervangende Maria en Catarina Clockluyders, beiden present met de interventie van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans, dragen goederen op. Eerst had hun vader Aerdt Clockluyders zijn tochtrecht (vruchtgebruik) aan zijn kinderen afgestaan. Ze dragen op tot behoef van de erfgenamen van Marie Picken, die daarvoor ter gichte komen. Pontpenningen mits twee derde delen Loons zijn 8 gulden 2 stuivers.
Condities. Omdat Marie Picken zaliger, moeder van Bertholomeus en Christiaen van Herle, en schoonmoeder van Matteus Postelmans man en momber van Marie, Aerdt Frerix in de naam van zijn kinderen verwekt bij wijlen Marie Van Herle en Eustachius Timmermans man en momber van Christina Van Herle bij purgement gedaan tegen Jan Prels als crediteur hypotecair bepaalde goederen had verkregen die in Groenlaren gelegen zijn en die in de wandeling ‘het Baens Bloexken’ genoemd worden, die in eigendom waren van Anna, Marie en Catharina Clockluyders die verwekt zijn uit de schoot van Anna Leyten en Aerdt Clockluyders, en waarvan het vruchtgebruik toebehoorde aan de vader Aerdt Clockluyders, hebben ze Prels handvulling gedaan van de verlopen van zijn rente waarvoor de evictie gebeurd was. Omdat aan de kinderen van Aerdt Clockluyders als tochtenaar na zijn dood pleno jure dominij zouden vervallen een stuk land genaamd ‘den Linden Morttel’, een ander onder het Bercken Bosken op ‘den voetpat’ gelegen onder het Lindekens Velt, verder nog een perceel gelegen in den Linden Morttel hadden ze deze goederen gesteld in de handen van Marie Picken om zo verdere lasten te vermijden, zowel voor de Loonse als voor de Brabantse justitie in Lummen. Opdat de kinderen deze goederen later toch in handen zouden kunnen krijgen, zouden ze alle verlopen ‘arriragien’ moeten betalen aan Jan Prels ‘deur haere moedere verschoten’, de kosten van evictie en andere hofrechten zoals gichtgeld. Ze hebben met raad en instemming van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans besloten om deze goederen publiek te verkopen met ontsteken en branden van de kaars. Op volgende condities: de kinderen zullen al hun rechten verkopen op deze goederen, met hogen van 2 gulden te verdelen tussen hoger en verkopers. De koper moet aan de erfgenamen van Marie Picken voor het mesten, dryven en bezaaien van de landen voor het ploegrecht de helft van de opbrengst van de vruchten geven, met alle ‘voor verloopen arrivagien der renten die sij daerop sijn hebbende’ en bovendien alle rechtsonkosten, zowel van purgement door Prels als andere. De koopsom moet op datum van gichte betaald worden, 9 juli 1648, of ervoor rente bekennen tegen den penninck twintick (5%) en bovendien godsgeld 1 halve reael, lijcoop naer landtcoop en alle andere hoffrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel 8 schellingen. Anders: boete (op pene van reele executie als wesende eene schult met vollen recht verryckt).
Op 9 juli 1648 kregen de erfgenamen van Marie Picken de handslag voor 150 gulden boven drinkgeld en vacatien voor hun mombers 8 cruys pattacons. Verder nog 7 gulden aan Jan Lynen die ze hem schuldig zijn van ‘gepromereerden loon’ en 3 gulden door Aerdt Clockluijders aan rechten gegeven om een affgeboth ter verwerven zowel in het Loons als in het Brabants. Daarop hebben ze nog 25 hogen gesteld. Aerdt Gielis zette daarop nog 3 hogen, de erfgenamen voorschreven nog 10 hogen. Aerdt Gielis nog 3 hogen, de erfgenamen nog 10 hogen. Getuigen: Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel. Ondertekend: Henricus Swysen. Voor de overeenkomst met het origineel tekent secretaris Petrus Aerts.
Op 9 juli werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan Bertolomees Van Herle cum suis.1'
 
LeningBarbara Claes leende, samen met Anna Clockluijers, aan Catarina Clockluijers de som van 200 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 februari 1649. Deze verwijst ook naar Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Maria Van Herle, Servatius Creijns en Tilmanus Van Herle. De akte luidt als volgt: 'Bartholomeews Van herle en Christiaen Van herle. Aerdt Fredrix i.n.v. zijn kinderen met Marie Van herle. Matheewis Postelmans als man van Marie Van herle. Steffen Timmermans als man van Christina Van herle. Transporteren aan de kinderen van Aerdt Clockluijers, nl. Anna, Maria en Catlijn Clockluijers, een rente van 6 gulden 'sjaars (kapitaal 120 gld) staande op panden van Barbara Claes; te weten haar deel in de hof op het Oostereijnde. Volgens de eerste gicht van 4 juli 1624 gichtte Servaes Creijns, Tielman Van herle 5 gulden jaarlijks. De Van herles transporteren die rente als betaling van 200 gulden Brabants, voor een erfkoop van Bartolomees Van herle tegen de kinderen van Arnold Clockluijers in april 1648 in het Loons.2' 
OverlijdenZij overleed na 18 februari 1649 te Lummen? [België].2 

bronvermelding(en)

  1. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.139v.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, 1649, p.182.