Catharina Frederici

IDnr.1388, ° circa 1619, + 3 september 1660
VaderArnoldus Frericx ° circa 1588, + 26 augustus 1657
MoederAnna Hoefmans ° circa 1590, + 28 maart 1666
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselCatharina Frederici werd gedoopt circa 1619 te Lummen? [België]. 
HuwelijkZij huwde met Arnoldus Millen op 3 oktober 1651 te Hasselt [België].1
DoopselZij was meter bij het doopsel van Arnoldus Frederici op 7 juli 1657 te Hasselt [België]; Ida Coenen vervangt Catharina Frederici als meter.2
DoopselZij was meter bij het doopsel van Maria Liefsoons op 22 november 1658 te Lummen [België]; Maria vormt met Anna een tweeling. Zij wordt door de vroedvrouw Margaretha Robijns 'uit noodzaak' gedoopt vlak na de bevalling. Getuigen daarvan waren Joanna Iven, Anna Spuns en Joanna N. Achteraf wordt het doopsel in de kerk bevestigd door Adrianus Remen. Er wordt ook vermeld dat vader Arnoldus van Nieuwerkerken is.3 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Mechteldis Mattheij op 16 januari 1659 te Hasselt [België].4 
OverlijdenZij overleed op 3 september 1660 te Hasselt [België].5
ErfenisDe erfenis door Joannes Frederici en Mattheus Fredrix, samen met Georgius Frederici, Mathijs Mattheij, Anna Frederici, Maria Frederici, Arnoldus Busch, Renerus Millen, Anna Millen, Elisabeth Van Millen en Catharina Millen, geacteerd te Hasselt [België] op 20 juli 1666, vermeldt eveneens Catharina Frederici; Op 20 juli 1666 zijn voor mij Notaris en getuigen hieronder geschreven persoonlijk verschenen en gecompareerd Eerwaarde Heer en Meester Joannes Fredrix, Mathijs Fredrix, Joris Fredrix, Mathijs Matheuwis als man en momber van zijn vrouw Anna Fredrix, Aerdt Liefsoons als man en momber van zijn vrouw Maria Fredrix geassisteerd door Aerdt Bus, mede sprekende voor zijn andere zusters en broers, voorkinderen van de voornoemde Maria Fredrix, bij haar verwekt door Peeter Bus zaliger, en Aerdt Millen als vader en momber van zijn kinderen Renier, Anna, Lijsbeth en Catrien Millen, verwekt uit de schoot van Catlijn Fredrix. Samen kinderen en representanten van Aerdt Fredrix en Anna Hoefmans, beide zaliger. De goederen, cijnzen en renten die voornoemde ouders hebben achter gelaten, zijn na rijpe deliberatie en langdurig beraad in zes gelijke delen verdeeld, aangeduid met de letters A, B, C, D, E en F.
Na hierover gekaveld te hebben is het eerste deel, aangeduid met de letter A, gevallen aan Aerdt Liefsoons, zowel voor hem en zijn kinderen verwekt bij Maria Fredrix als voor de kinderen bij haar verwekt door Peeter Bus, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning waar Aerdt voornoemd woont Het bestaat uit twee ‘moeshoofkens', de dries of boomgaard, de ene gelegen te Groenlaren in Lummen, geschat op 800 gulden, de andere geschat op 400 gulden bl, de onderste Scijnenshof geschat op 600 gulden bl, de bovenste Scijnenshof, bovenop de lasten die erop staan, geschat op 900 gulden bl, het Wauterken geschat op 150 gulden bl, de Langenhof geschat op 250 gulden bl, het Passebosken geschat op 100 gulden bl, het Quaetbleuxken geschat op 100 gulden bl, het voorste Edbrouck geschat op 800 gulden bl, de Jonckhanensbampt geschat op 400 gulden bl, en het Peeterbrouxken geschat op 200 gulden bl. Vervolgens 27 gulden en vijf stuivers bl jaarlijkse rente en nog eens 25 gulden bl jaarlijks, beide staande op de gemeente Lummen. Verder 3 gulden bl jaarlijks op de panden van Jaspert Poelmans, ook van Lummen. (Nota: een totaal van 4700 gulden bl voor de onroerende goederen en 55 gulden en vijf stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het tweede deel aangeduid met de letter B is gevallen aan Aerdt Millen voor zijn voornoemde kinderen, bestaande uit de hierna volgende percelen van erven en renten, te weten de winning van Aerdt Corthauts met het land, moeshof en boomgaard, te Groenlaren in Lummen gelegen, geschat op 300 gulden bl, de Heusarens geschat op 400 gulden bl, de Vrauwkenshof geschat op 200 gulden bl, het Heijken tegenover de voornoemde winning gelegen geschat op 100 gulden bl, de Reu geschat op 1000 gulden bl boven de last van een vat koren jaarlijks, de Huijsmansschom geschat op 400 gulden bl, het achterste Edbroek geschat op 600 gulden bl, het meken geschat op 200 gulden bl en de Gielisbampt geschat op 300 gulden bl. Vervolgens 7 gulden bl jaarlijkse rente op de panden van Aerdt Aerts van Leuven, 8 gulden bl jaarlijks op de panden van Frans Rubens van Stevoort, op de panden van Jan Vos van Spalbeek 16 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Munters op de Kempense Heide drie vaten koren jaarlijks geschat op 4 gulden en 10 stuivers bl, op de panden van Jan Van der Linden van Schulen 7 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Tilborch 13 gulden en 14 stuivers bl jaarlijks en de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 gulden uit 50 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3500 gulden bl aan de onroerende goederen en 81 gulden en 4 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het derde deel aangeduid met de letter C is gevallen aan Mathijs Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning, moeshof en de hof erachter gelegen in het Oostereinde van de Vrijhijt Lummen, geschat boven de lasten op 1300 gulden bl, het Lindekensveld achter het dorp geschat op 150 gulden bl, de Eijkenstock geschat op 300 gulden bl, de Berch geschat boven de last van een half vat koren aan Mr. Peeter Fredrix op 200 gulden bl, de Hoeleijcke geschat op 100 gulden, het hofken achter Deckers, het Stenaershofken en de Huijgenbos samen geschat op 250 gulden bl, de hoeve op het Oostereinde geschat boven de lasten van één 'kop' jaarlijks op 10 gulden bl, het Edbrouck achter het bos geschat op 800 gulden bl, de beide ‘bempdekens’ geschat op 400 gulden bl boven de last van 3 gulden jaarlijks onder correctie aan de kerk van Lummen, en het voorste en achterste middelbroek geschat op 400 gulden bl. Vervolgens 12 gulden bl jaarlijks op de panden van Lambrecht Jans, op de panden van Jan Hauen van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Klockluijders van Lummen 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Marten Wauters van Leuven 3 gulden bl geld en munten en 8 gulden bl jaarlijks, makende tesamen 13 gulden bl, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 20 gulden uit 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Aerdt Klocklijers van Lummen 3 gulden jaarlijks, op de panden van Anthoon Lemmens van Molem 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Vaes Swaelen en Hendrick Remen van Geneiken 4 gulden bl jaarlijks en op de panden van Mr. Jacob Clerx van Lummen 6 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3910 gulden bl aan onroerende goederen en 65 gulden bl jaarlijks aan renten).
Het vierde deel aangeduid met de letter D is gevallen aan Joris Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de hofstad in het dorp van Lummen, schuur, stalleken en moeshof geschat boven de lasten op 600 gulden bl, de heide met het bos erbij en de Kerckenbempt geschat boven de lasten van 3,5 vaten koren en 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof van Diest, op 1000 gulden jaarlijks, den Ikert geschat op 150 gulden bl, de helft van de schom van Marie Lijnen geschat op 50 gulden, den Peijl in Gestel met het bos en de bomen geschat op 400 gulden bl, het nieuwe bleuck dat Marten Wauters huurt geschat op 300 gulden bl, het Lindekensveld in Laren geschat op 150 gulden bl, de Langenbampt geschat op 600 gulden bl, de andere bampt in Laren die Aerdt Corthauts huurt geschat op 500 gulden bl. Vervolgens 12 gulden jaarlijks op de panden van Jan Roelants van Stevoort, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 15 gulden zijnde de rest van 35 gulden jaarlijks, op de panden van Lucas Smans van Tiewinkel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Michiel Reijnders van Lummen 3 gulden 10 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Meuwis Scepers van Leuven 3 gulden 10 stuivers jaarlijks, op de panden van Willem Thonis van Gestel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Engelbrechts van Tuijlt 10 gulden bl jaarlijks, op de panden van Catlijn Timmermans van Linkhout 15 gulden 10 stuivers jaarlijks en op de panden van Heer Laurens van Meuwen van Schulen, nu Jan Hoens 2 gulden 10 stuivers jaarlijks. (Nota: een totaal van 3750 gulden bl voor de onroerende goederen en 72 gulden stuivers bl jaarlijks aan renten).
(In de marge staat de volgende nota). Joris Fredrix heeft van zijn moeder reeds 25 gulden jaarlijks genoten en hiermee is al rekening gehouden).
Het vijfde deel aangeduid met de letter E is gevallen aan Mathijs Mateuwis, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de Baltishoeve in Tuijlt geschat op 1200 gulden bl, het Bausenhofken in Kermt geschat op 100 gulden bl, het Mishooffken in Tuijlt geschat boven de lasten op 400 gulden bl, de bempt en het land ernaast in Busselken te Stevoort gelegen geschat boven de last van 16 stuivers jaarlijks op 1000 gulden bl; het Scossautbos in Mellaar geschat op 100 gulden bl, de bempt omtrent Heusden geschat op 200 gulden bl, de schom in Linkhout geschat op 150 gulden bl, het broek achter de molen te weten de bampt op de Demer in het Lummens broek, de wisselbampt tegen Peeter Aerts en de Rausen Penninck tesamen geschat op 300 gulden bl, de Goorkuijlen geschat op 50 gulden, het eikenbos achter Kuringen geschat boven de lasten van 37 stuivers jaarlijks en de drie bomen die daar uit gehouwen moeten worden op 300 gulden bl. Vervolgens op de panden eertijds van Claes Bijsmans nu Jan Vrerix en consorten 15 gulden bl jaarlijks, op de panden van Mathijs Joris van Lummen 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Greffers van Linkhout 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Slegers van Stokrooi 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Coex van Kermt 4 gulden bl, op de panden van Jan Peermans nu van Jan Engelen van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Govert Slaechs van Linkhout nu van Jan Spilborch van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 uit 50 gulden bl jaarlijks. (Nota: een totaal van 3800 gulden bl voor de onroerende goederen en 95 gulden 4 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het zesde deel aangeduid met de letter F is gevallen aan Eerwaarde Heer Jan Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten het huis en aanhang in Hasselt gelegen ‘daar de condividenten elders uitgestorven zijn’ geschat met de last van 17 gulden en 12 stuivers min één oort op 3000 gulden bl, de Jorisbleuck in Geneiken geschat op 400 gulden bl, het land in Geneiken dat Hendrick Van den Velde huurt geschat op 200 gulden bl, het land in Bolderberg met een rente van 8 gulden jaarlijks aan Peeter Pinxten geschat op 500 gulden. Vervolgens op de panden van Jaspert Mantels van Zonhoven 25 gulden 5 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Swinnen van Kermt 20 gulden 10 stuivers bl jaarlijks. Een stuk land buiten de Trichterpoort gelegen met de daarop staande vruchten geschat boven de last van 4,5 vaten koren op 200 gulden bl, op de panden van Tielman Van Heele van Lummen nu van Jan Fredrix 6 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Hasselt een vat koren jaarlijks geschat op 30 gulden en op de panden van Lucas Geerts van Leuven 1 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 4300 gulden bl voor de onroerende goederen en 82 gulden 15 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Zo gesteld en gekaveld heeft iedereen zijn deel gekregen met als getuigen de eerzame Lambrecht Kelleneers en Margriet Wijsenraets. Was getekend: Cor. Caproens.6

Familie

Arnoldus Millen ° 2 jul 1622, + 21 mrt 1687
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1651, huwelijken, p.12.
  2. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1657, doopsels, p.229.
  3. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, p.65.
  4. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 289, p.140 (p.259).
  5. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1660, overlijdens, p.372v.
  6. [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, dossier nr. 974.
  7. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1652, doopsels, p.108.
  8. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1654, doopsels, p.169.
  9. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1656, doopsels, p.205.
  10. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1658, doopsels, p.241.
  11. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1659, doopsels, p.286.

Catharina Frederici

IDnr.7896, ° 27 augustus 1668, + na 3 juni 1704
VaderPetrus Frederici1 ° circa 1619, + 20 december 1684
MoederCatharina Van Millen1 ° 26 december 1626, + 8 juli 1670
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselCatharina Frederici werd gedoopt op 27 augustus 1668 te Hasselt [België].1 
EigendomGaspar Frederici verkocht, samen met Catharina Frederici, een goed aan Arnoldus Swaelen volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 september 1691. Deze verwijst ook naar Michael Frederici en Gerardus Arnoldus Frederici als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Gaspar Fredrici, secretaris der stad Hasselt, mede voor zijn afwezige broeders, geassisteerd met zijn zuster Catharina Fredrici, begijntje in het begijnhof te Diest, verkoopt aan Aerdt Swalen: huis, stallingen, moeshof in de Vrijheid. Palende N. en W.die gemeijn plaetse; O. Peeter Iden; Z. Aerdt Bormans. Verkocht voor 850 gulden Brabants Luiks, die de verkoper in 'permissengeld' bekent ontvangen te hebben. De verkopers krijgen 4 pattacons uit de lijcoop. Godsgeld: 2 schellingen voor die capelle aan de Bueckeboom. De koper profiteert de helft van de huur van dit jaar 1691.2' 
BeroepZij was begijn te Diest [België] op 6 september 1691.3,2 
LeningCatharina Frederici leende aan Arnoldus Swaelen en Matteus Martens aan 2 schellingen intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 december 1700. Ze vermeldt verder ook Petrus Frederici.4 
ReliefNa het overlijden van Michael Frederici en Gerardus Arnoldus Frederici releveren Gaspar Frederici en Catharina Frederici op 3 juni 1704 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Medeschepen Lenaerd Hoelen in naam en als lasthebber van secretaris Gaspar Fredrici en diens zuster releveert het versterf dat hen is aangekomen van hun twee broers: 'den Langen Bempt' onder Scuelen.5' 
OverlijdenZij overleed na 3 juni 1704 te Diest? [België].5 

bronvermelding(en)

  1. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1668, doopsels, p.125, akte 9.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, 1691, p.135v.
  3. [S293] Willy Ceyssens, Bart De Keyser, Jos Jans, Myriam Lipkens, Tine Rock, Adriën Swartenbroekx (+), Jean-Jacques van Ormelingen, Jef Arras, Boek 'Oog in Oog' (Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, 2003).
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, 1700, p.195.
  5. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 88, 1704, p.370v.

Catharina Elisabetha Josepha Frederici

IDnr.13464, ° voor 1740, + na 18 mei 1790
DoopselCatharina Elisabetha Josepha Frederici werd gedoopt voor 1740 te Neerharen? [België].1 
HuwelijkZij huwde met Wilhelmus Aelbrechts voor 12 augustus 1759 te Mechelen-aan-de-Maas? [België].2 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Maria Catharina Francisca Keelhoff op 18 mei 1790 te Neerharen [België].3 
OverlijdenZij overleed na 18 mei 1790 te Neerharen? [België].4 

Familie

Wilhelmus Aelbrechts ° voor 1740, + 28 sep 1789
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Neerharen, 1759, doopsels.
  2. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, 1759, doopsels.
  3. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Neerharen, 1790, doopsels.
  4. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, 1790, doopsels.
  5. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, 1762, doopsels.
  6. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, 1765, doopsels.
  7. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, 1768, doopsels.

Claire Frederici

IDnr.8913, ° 29 maart 1832, + 17 mei 1857
VaderJean André Chrétien Pierre Frederici1 ° circa 1799, + 17 mei 1857
MoederMarie Agnes Henriette Couchaud1 ° voor 1810, + voor 17 mei 1857
GeboorteClaire Frederici werd geboren op 29 maart 1832 te Brussel [België].2 
BeroepZij was onderwijzeres voor 17 mei 1857.1 
OverlijdenZij overleed op 17 mei 1857 te Verviers [België] in de ouderdom van 25 jaar.1 

bronvermelding(en)

  1. [S189] Burgerlijke Stand Verviers, Rijksarchief Liège, 1857, overlijdens, akte 301.
  2. [S101] Burgerlijke Stand Brussel, Rijksarchief Brussel, 604556, geboorten 1832, akte 1007.

Elisabeth Frederici

IDnr.13932, ° 6 april 1821, + 9 november 1883
VaderJoannes Lambertus Josephus Frederici ° 18 april 1779, + na 20 oktober 1859
MoederMarie Cathérine Dechamps ° 1 januari 1795, + na 20 oktober 1859
GeboorteElisabeth Frederici werd geboren op 6 april 1821 te Verviers [België]. 
HuwelijkZij huwde met Henri Cornesse na 1840 te Verviers? [België].1 
OverlijdenZij overleed op 9 november 1883 te Seraing [België] in de ouderdom van 62 jaar.1 

bronvermelding(en)

  1. [S109] Opzoekingen door Elza Frederix.

Gaspar Frederici

IDnr.2786, ° 29 januari 1664, + 18 maart 1736
VaderPetrus Frederici ° circa 1619, + 20 december 1684
MoederCatharina Van Millen ° 26 december 1626, + 8 juli 1670
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselGaspar Frederici werd gedoopt op 29 januari 1664 te Hasselt [België] met als peter Gasparus Van Millen en Michaelis Van Hilst en als meter Catharina Houben en Maria Theunis. De akte vermeldt: 'Gasparus van Millen is peter in naam van Michaelis Van hilst. De meter is Catharina Houben in naam Matia Antonis.1'
ReliefNa het overlijden van Petrus Frederici en Catharina Van Millen releveren Gaspar Frederici op 28 februari 1687 te Hasselt [België] . De akte luidt als volgt: 'Op de laatste februari 1684 verschijnt voor ons schepenen van buiten-Hasselt Gaspar Frederici, die, voor hem en voor zijn consorten, verzocht heeft te releveren na de dood van zijn ouders, de heer advocaat Petrus Frederici en juffrouw Catharina Van Millen, beide zaliger een bampt gelegen op het wijerwater tegen de 'stege' van de wijer gelegen, palend aan Peter Millen Gerssens, de oude demer en de straat. Verzoek dat wij schepenen inwilligen.2'
EigendomGaspar Frederici verkocht, samen met Catharina Frederici, een goed aan Arnoldus Swaelen volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 september 1691. Deze verwijst ook naar Michael Frederici en Gerardus Arnoldus Frederici als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Gaspar Fredrici, secretaris der stad Hasselt, mede voor zijn afwezige broeders, geassisteerd met zijn zuster Catharina Fredrici, begijntje in het begijnhof te Diest, verkoopt aan Aerdt Swalen: huis, stallingen, moeshof in de Vrijheid. Palende N. en W.die gemeijn plaetse; O. Peeter Iden; Z. Aerdt Bormans. Verkocht voor 850 gulden Brabants Luiks, die de verkoper in 'permissengeld' bekent ontvangen te hebben. De verkopers krijgen 4 pattacons uit de lijcoop. Godsgeld: 2 schellingen voor die capelle aan de Bueckeboom. De koper profiteert de helft van de huur van dit jaar 1691.3' 
BeroepHij was secretaris van de stad Hasselt te Hasselt [België] tussen 6 september 1691 en 23 januari 1728.3,4 
HuwelijkHij huwde met Helena Catharina Jacobs op 7 november 1696 te Hasselt? [België].5 
AflossingGaspar Frederici ontving van Jan De Rauw de terugbetaling van een lening van 50 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 maart 1698. De akte luidt als volgt: 'Medeschepen Vincent Lijnen brengt ter registratie een gicht aan die geschied is voor hem en Simon Bervoets als gerechtsluiden, met de volgende inhoud. Op 22 februari 1617 heeft Marten Beerten 50 gulden à 6% geleend van Geert Frerix. Pand: huis en hof op het Vestereneijnde, palende Z. de straat; W. de erfgenamen Claes Vande bogaert en met 2 zijden Aerdts Frerix.
Beerten zal Frerix onderpand stellen voor de Loonse bank. Met een stuk broek in die Beijgeren, palende het Nieu beempten, Jan Moes, ter derder zijde de Bagijnen van Diest en de erfgenamen Mathees Tielens ter vierder.
P.S. Op 6 maart 1698 is deze rente gekweten door Jan de Rauw aan Caspar Frederici.6'
 
Gebeurtenis Op 10 september 1701 wordt Gaspar Frederici te Hasselt [België] lid van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse. Hij wordt geacteerd als 'secretaries oppidi Hasselensis' [nvdr. secretaris van de stad Hasselt].7 
ReliefNa het overlijden van Michael Frederici en Gerardus Arnoldus Frederici releveren Gaspar Frederici en Catharina Frederici op 3 juni 1704 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Medeschepen Lenaerd Hoelen in naam en als lasthebber van secretaris Gaspar Fredrici en diens zuster releveert het versterf dat hen is aangekomen van hun twee broers: 'den Langen Bempt' onder Scuelen.8' 
Gebeurtenis In 1707 is Gaspar Frederici te Hasselt [België] consilarius van het Broederschap van Virga Jesse.9 
EigendomGaspar Frederici verkocht een goed aan Henricus Vermijlen volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 september 1709. De akte luidt als volgt: 'Gaspar Fredrici bekent voor Guill. Neven, secretaris en schepen, verkocht te hebben aan Mr. Henric Vermijlen: een plek erve, die Musch, te Westerhoven aan de Swartbeke gelegen. Palende Z. de straat; W. die Swartbeke; N. Peeter Aerts; O. den Slegershoff. Voor 1220 gulden Brabants Luiks. Lijcoop: 24 gulden. Godsgeld: 5 stuivers. Belast met 1 halster koren 'sjaars aan de Anniversariën en 2 schellingen aan…(niet ingevuld).10' 
SchenkingGaspar Frederici schenkt volgens een akte gemaakt te Hasselt [België] in 1714. De akte luidt als volgt: 'vereert een grote schoetel door den heer Gaspar Frederici.11' 
Gebeurtenis In 1714 is Gaspar Frederici te Hasselt [België] deken van het Broederschap van Virga Jesse.12 
ReliefHij werd vermeld bij het relief van Gasparus Van Millen op 23 oktober 1728 te Diepenbeek [België]; Relief en bekentenis van de heer Fredrici na de dood van kanunnik Millen zr.
Op 23 januari 1728 is voor ons stadhelder en leenmannen van de Leenzaal van Diepenbeek 'gecompareert' de erentfesten heer Petrus Anthonius Fredrici, licentiaat en advokaat ‘beijder rechten’. Hij releveert, zowel in eigen naam als in naam van zijn vader Gaspar Fredrici, oud-secretaris van de stad Hasselt, een goed te Godsheide (Hasselt) gelegen, dit na de dood van de zeer eerwaarde heer Gaspar de Millen, hun respectievelijke grootoom en oom, tijdens zijn leven kanunnik van St. Dionijs te Luik, Met wiens verzoek we hebben ingestemd.4
AflossingGaspar Frederici en Petrus Antonius Frederici ontvingen van Paulus Vandermaesen de terugbetaling van een lening van 17 pattacons en half en 6 oorden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 mei 1735. De akte luidt als volgt: 'De heer secretaris Gaspar Fredrici, door zijn zoon de erentfesten heer Fredrici volgens stipulatie in handen van medeschepen Kenens, verklaart uit handen van Paulus Vandermaesen de som van 17 pattacons en half en 6 oorden ontvangen te hebben als kwijting van een kapitale rente van die som. Pand en persoon worden ontslagen van de last. Vandermaesen kwam ter gichte. 1 - 17 ½; 3 stuivers; totaal 2 - 0 ½.13' 
OverlijdenHij overleed op 18 maart 1736 te Hasselt [België] in de ouderdom van 72 jaar. De tekst vermeldt: 'Obiit dominus Gasparus Fredrici, exsecretarius oppidi Hasselensis. R.I.P. [nvdr. op 18.03.1736 overlijdt de heer Gasparus Fredrici, voormalig secretaris van de stad Hasselt: hij ruste in vrede].14,15'

Familie

Helena Catharina Jacobs ° voor 1675, + na 30 jul 1703
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1664, doopsels, p.35.
  2. [S81] Schepenbank Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 1988.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, 1691, p.135v.
  4. [S130] Leenhof Diepenbeek, Rijksarchief Hasselt, boek 12, p.272v.
  5. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 311, 1696, huwelijken.
  6. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.186.
  7. [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Ledenlijst (1600-1837) (fol.12v), p.25.
  8. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 88, 1704, p.370v.
  9. [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Lijst van dekens en consiliarii van de Broederschap (1591 – 1808) (fol.89r), p.193.
  10. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, 1709, p.244v.
  11. [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Inventaris der meubels van het capellen huijs gemaekt A° 1709 (fol.67r), p.130.
  12. [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Lijst van dekens en consiliarii van de Broederschap (1591 – 1808) (fol.89r), p.194.
  13. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90bis, 1735.
  14. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1736, overlijdens, p.112v.
  15. [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Ledenlijst volgens sterfdata (voor 1334-1850) (fol.58v), p.120.
  16. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 293, 1698, doopsels, p.2, akte 12.
  17. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 293, 1699, doopsels, p.14, akte 12.
  18. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 293, 1701, doopsels, p.47.
  19. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 293, 1703, doopsels, p.71.

Georgius Frederici

IDnr.1365, ° circa 1623, + 9 januari 1670
VaderArnoldus Frericx ° circa 1588, + 26 augustus 1657
MoederAnna Hoefmans ° circa 1590, + 28 maart 1666
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselGeorgius Frederici werd gedoopt circa 1623 te Lummen? [België]. 
DoopselHij wordt vermeld bij het doopsel van Joannes Fredrix op 19 mei 1648 te Kuringen [België]; De peter is Joannes Frederici, priester in het dekenaat van Hasselt. De meter is Aleydis, de vrouw van Georgius Fredrix.1
HuwelijkHij huwde met Gertrudis Jacobs voor 21 februari 1657 te Lummen? [België]. De akte vermeldt: '[nvdr. In de doopakte van haar petekind Elisabeth Fredrix wordt ze 'de vrouw van Georgius Fredrix' genoemd].2' 
NaamvariatieHij werd ook Joris Fredrix genoemd.3 
ErfenisJoannes Frederici en Mattheus Fredrix waren, samen met Georgius Frederici, op 20 juli 1666 te Hasselt [België] erfgenamen van Arnoldus Frericx en Anna Hoefmans. De akte verwijst ook naar Arnoldus Liefsoons en Arnoldus Millen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Petrus Bus en Catharina Frederici. De akte luidt als volgt: 'Op 20 juli 1666 zijn voor mij Notaris en getuigen hieronder geschreven persoonlijk verschenen en gecompareerd Eerwaarde Heer en Meester Joannes Fredrix, Mathijs Fredrix, Joris Fredrix, Mathijs Matheuwis als man en momber van zijn vrouw Anna Fredrix, Aerdt Liefsoons als man en momber van zijn vrouw Maria Fredrix geassisteerd door Aerdt Bus, mede sprekende voor zijn andere zusters en broers, voorkinderen van de voornoemde Maria Fredrix, bij haar verwekt door Peeter Bus zaliger, en Aerdt Millen als vader en momber van zijn kinderen Renier, Anna, Lijsbeth en Catrien Millen, verwekt uit de schoot van Catlijn Fredrix. Samen kinderen en representanten van Aerdt Fredrix en Anna Hoefmans, beide zaliger. De goederen, cijnzen en renten die voornoemde ouders hebben achter gelaten, zijn na rijpe deliberatie en langdurig beraad in zes gelijke delen verdeeld, aangeduid met de letters A, B, C, D, E en F.
Na hierover gekaveld te hebben is het eerste deel, aangeduid met de letter A, gevallen aan Aerdt Liefsoons, zowel voor hem en zijn kinderen verwekt bij Maria Fredrix als voor de kinderen bij haar verwekt door Peeter Bus, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning waar Aerdt voornoemd woont Het bestaat uit twee ‘moeshoofkens', de dries of boomgaard, de ene gelegen te Groenlaren in Lummen, geschat op 800 gulden, de andere geschat op 400 gulden bl, de onderste Scijnenshof geschat op 600 gulden bl, de bovenste Scijnenshof, bovenop de lasten die erop staan, geschat op 900 gulden bl, het Wauterken geschat op 150 gulden bl, de Langenhof geschat op 250 gulden bl, het Passebosken geschat op 100 gulden bl, het Quaetbleuxken geschat op 100 gulden bl, het voorste Edbrouck geschat op 800 gulden bl, de Jonckhanensbampt geschat op 400 gulden bl, en het Peeterbrouxken geschat op 200 gulden bl. Vervolgens 27 gulden en vijf stuivers bl jaarlijkse rente en nog eens 25 gulden bl jaarlijks, beide staande op de gemeente Lummen. Verder 3 gulden bl jaarlijks op de panden van Jaspert Poelmans, ook van Lummen. (Nota: een totaal van 4700 gulden bl voor de onroerende goederen en 55 gulden en vijf stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het tweede deel aangeduid met de letter B is gevallen aan Aerdt Millen voor zijn voornoemde kinderen, bestaande uit de hierna volgende percelen van erven en renten, te weten de winning van Aerdt Corthauts met het land, moeshof en boomgaard, te Groenlaren in Lummen gelegen, geschat op 300 gulden bl, de Heusarens geschat op 400 gulden bl, de Vrauwkenshof geschat op 200 gulden bl, het Heijken tegenover de voornoemde winning gelegen geschat op 100 gulden bl, de Reu geschat op 1000 gulden bl boven de last van een vat koren jaarlijks, de Huijsmansschom geschat op 400 gulden bl, het achterste Edbroek geschat op 600 gulden bl, het meken geschat op 200 gulden bl en de Gielisbampt geschat op 300 gulden bl. Vervolgens 7 gulden bl jaarlijkse rente op de panden van Aerdt Aerts van Leuven, 8 gulden bl jaarlijks op de panden van Frans Rubens van Stevoort, op de panden van Jan Vos van Spalbeek 16 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Munters op de Kempense Heide drie vaten koren jaarlijks geschat op 4 gulden en 10 stuivers bl, op de panden van Jan Van der Linden van Schulen 7 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Tilborch 13 gulden en 14 stuivers bl jaarlijks en de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 gulden uit 50 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3500 gulden bl aan de onroerende goederen en 81 gulden en 4 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het derde deel aangeduid met de letter C is gevallen aan Mathijs Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning, moeshof en de hof erachter gelegen in het Oostereinde van de Vrijhijt Lummen, geschat boven de lasten op 1300 gulden bl, het Lindekensveld achter het dorp geschat op 150 gulden bl, de Eijkenstock geschat op 300 gulden bl, de Berch geschat boven de last van een half vat koren aan Mr. Peeter Fredrix op 200 gulden bl, de Hoeleijcke geschat op 100 gulden, het hofken achter Deckers, het Stenaershofken en de Huijgenbos samen geschat op 250 gulden bl, de hoeve op het Oostereinde geschat boven de lasten van één 'kop' jaarlijks op 10 gulden bl, het Edbrouck achter het bos geschat op 800 gulden bl, de beide ‘bempdekens’ geschat op 400 gulden bl boven de last van 3 gulden jaarlijks onder correctie aan de kerk van Lummen, en het voorste en achterste middelbroek geschat op 400 gulden bl. Vervolgens 12 gulden bl jaarlijks op de panden van Lambrecht Jans, op de panden van Jan Hauen van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Klockluijders van Lummen 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Marten Wauters van Leuven 3 gulden bl geld en munten en 8 gulden bl jaarlijks, makende tesamen 13 gulden bl, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 20 gulden uit 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Aerdt Klocklijers van Lummen 3 gulden jaarlijks, op de panden van Anthoon Lemmens van Molem 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Vaes Swaelen en Hendrick Remen van Geneiken 4 gulden bl jaarlijks en op de panden van Mr. Jacob Clerx van Lummen 6 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3910 gulden bl aan onroerende goederen en 65 gulden bl jaarlijks aan renten).
Het vierde deel aangeduid met de letter D is gevallen aan Joris Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de hofstad in het dorp van Lummen, schuur, stalleken en moeshof geschat boven de lasten op 600 gulden bl, de heide met het bos erbij en de Kerckenbempt geschat boven de lasten van 3,5 vaten koren en 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof van Diest, op 1000 gulden jaarlijks, den Ikert geschat op 150 gulden bl, de helft van de schom van Marie Lijnen geschat op 50 gulden, den Peijl in Gestel met het bos en de bomen geschat op 400 gulden bl, het nieuwe bleuck dat Marten Wauters huurt geschat op 300 gulden bl, het Lindekensveld in Laren geschat op 150 gulden bl, de Langenbampt geschat op 600 gulden bl, de andere bampt in Laren die Aerdt Corthauts huurt geschat op 500 gulden bl. Vervolgens 12 gulden jaarlijks op de panden van Jan Roelants van Stevoort, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 15 gulden zijnde de rest van 35 gulden jaarlijks, op de panden van Lucas Smans van Tiewinkel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Michiel Reijnders van Lummen 3 gulden 10 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Meuwis Scepers van Leuven 3 gulden 10 stuivers jaarlijks, op de panden van Willem Thonis van Gestel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Engelbrechts van Tuijlt 10 gulden bl jaarlijks, op de panden van Catlijn Timmermans van Linkhout 15 gulden 10 stuivers jaarlijks en op de panden van Heer Laurens van Meuwen van Schulen, nu Jan Hoens 2 gulden 10 stuivers jaarlijks. (Nota: een totaal van 3750 gulden bl voor de onroerende goederen en 72 gulden stuivers bl jaarlijks aan renten).
(In de marge staat de volgende nota). Joris Fredrix heeft van zijn moeder reeds 25 gulden jaarlijks genoten en hiermee is al rekening gehouden).
Het vijfde deel aangeduid met de letter E is gevallen aan Mathijs Mateuwis, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de Baltishoeve in Tuijlt geschat op 1200 gulden bl, het Bausenhofken in Kermt geschat op 100 gulden bl, het Mishooffken in Tuijlt geschat boven de lasten op 400 gulden bl, de bempt en het land ernaast in Busselken te Stevoort gelegen geschat boven de last van 16 stuivers jaarlijks op 1000 gulden bl; het Scossautbos in Mellaar geschat op 100 gulden bl, de bempt omtrent Heusden geschat op 200 gulden bl, de schom in Linkhout geschat op 150 gulden bl, het broek achter de molen te weten de bampt op de Demer in het Lummens broek, de wisselbampt tegen Peeter Aerts en de Rausen Penninck tesamen geschat op 300 gulden bl, de Goorkuijlen geschat op 50 gulden, het eikenbos achter Kuringen geschat boven de lasten van 37 stuivers jaarlijks en de drie bomen die daar uit gehouwen moeten worden op 300 gulden bl. Vervolgens op de panden eertijds van Claes Bijsmans nu Jan Vrerix en consorten 15 gulden bl jaarlijks, op de panden van Mathijs Joris van Lummen 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Greffers van Linkhout 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Slegers van Stokrooi 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Coex van Kermt 4 gulden bl, op de panden van Jan Peermans nu van Jan Engelen van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Govert Slaechs van Linkhout nu van Jan Spilborch van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 uit 50 gulden bl jaarlijks. (Nota: een totaal van 3800 gulden bl voor de onroerende goederen en 95 gulden 4 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het zesde deel aangeduid met de letter F is gevallen aan Eerwaarde Heer Jan Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten het huis en aanhang in Hasselt gelegen ‘daar de condividenten elders uitgestorven zijn’ geschat met de last van 17 gulden en 12 stuivers min één oort op 3000 gulden bl, de Jorisbleuck in Geneiken geschat op 400 gulden bl, het land in Geneiken dat Hendrick Van den Velde huurt geschat op 200 gulden bl, het land in Bolderberg met een rente van 8 gulden jaarlijks aan Peeter Pinxten geschat op 500 gulden. Vervolgens op de panden van Jaspert Mantels van Zonhoven 25 gulden 5 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Swinnen van Kermt 20 gulden 10 stuivers bl jaarlijks. Een stuk land buiten de Trichterpoort gelegen met de daarop staande vruchten geschat boven de last van 4,5 vaten koren op 200 gulden bl, op de panden van Tielman Van Heele van Lummen nu van Jan Fredrix 6 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Hasselt een vat koren jaarlijks geschat op 30 gulden en op de panden van Lucas Geerts van Leuven 1 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 4300 gulden bl voor de onroerende goederen en 82 gulden 15 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Zo gesteld en gekaveld heeft iedereen zijn deel gekregen met als getuigen de eerzame Lambrecht Kelleneers en Margriet Wijsenraets. Was getekend: Cor. Caproens.4'
EigendomGeorgius Frederici verkocht een goed aan Jan Jans volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 mei 1669. De akte luidt als volgt: 'Na publieke toewijzing draagt Jooris Fredrici een hoffstadt met appendentien op aan mr. Jan Jans. Gegevens uit de voorwaarden: een hoffstadt zoals die betimmerd is met de achtergelegen hof, palende O. en N. de straat; W. Jan Spunx. Mogelijk belast met 15 stuivers aan de Armen te Lummen waarvoor de verkoper desgevallend een souverain à 24 gulden moet derven. Alle onkosten, de koop aangaande, vallen ten laste van de koper, goitspenninck 10 stuivers, schrijfgeld 1 pattacon. Eerste zitdag op 28 maart 1669. Mr. Jan Jans krijgt de palmslag voor 650 gulden. Getuigen: Petrus Cuijpers en Leonard Aerts. W.g. F. Aerts, secretaris. Jans stelt nog 60 hogen. Peeter Cuypers stelt nog 10 hogen. Getuigen: vicaris Velroux en Lenaert Aerts. Mr. Jan Jans stelt nog 28 hogen. Op 9 mei 1669 verklaart Jan Aerts deze proclamatiën driemaal in de kerk gedaan te hebben. Bij uitgaan van de kaars verbleef de koop aan mr. Jan Jans. Op 26 juni 1670 bekent E.H. Joannes Frederici, in naam van de weduwe Joris Fredrix, voldaan te zijn door mr. Antoon Vermijlen, gesurrogeerde van mr. Jan Jans.5' 
OverlijdenHij overleed op 9 januari 1670 te Hasselt [België]. De tekst vermeldt. '[Bij de publieke verkoop op 9 mei 1669 is Joris nog betrokken, maar bij de uiteindelijke betaling op 26 juni 1670 is hij al overleden, want er staat ...E.H. Joannes Frederici, in naam van de weduwe Joris Fredrix...]5,6'
ReliefNa het overlijden van Georgius Frederici en Gertrudis Jacobs releveren Arnoldus Mathijs en Ida Frederici op 20 september 1695 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Relief Jooris Frederici erfgenamen. Arnoldus Mathijs, momber uxoris N. [nvdr. Ida] Frederici, releveert voor hem in deze kwaliteit en voor zijn consorten het versterf na het overlijden van hun ouders zaliger, waar Geertruijt Jacobs hun moeder als tochtster onlangs uitgestorven is. Het gaat om een perceel erf, zowel land als bos achter het kasteel gelegen, palend de straat O., Henric Bervoets Z., hun eigen erf en de erfgenamen van mr. Roelants N.7' 

Familie

Gertrudis Jacobs ° voor 1635, + 13 aug 1695
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S413] Parochieregisters Kuringen, Rijksarchief Hasselt, 1648, doopsels, p.18.
  2. [S413] Parochieregisters Kuringen, Rijksarchief Hasselt, 1657, doopsels, p.42.
  3. [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, nr.974.
  4. [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, dossier nr. 974.
  5. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.188.
  6. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 318, 1670, overlijdens, p.421.
  7. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 88, p.119v.
  8. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1657, doopsels, p.229.
  9. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1659, doopsels, p.278 (p.266).
  10. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1661, doopsels, p.314 (p.301).
  11. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1663, doopsels, p.21, akte 9.
  12. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1665, doopsels, p.60, akte 9.
  13. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1668, doopsels, p.112, akte 9.