Elisa Kwaspen
IDnr.13377, ° voor 1935
Stamkaarten | afstammelingen van Joannes Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Joannes Fredrix [boxformaat] |
Geboorte | Elisa Kwaspen werd geboren voor 1935 te Kinrooi? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Henricus Joseph Jans, zoon van Joannes Alphonsus Jans en Catharina Antonia Putzeys, op 25 mei 1957 te Kinrooi [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S64] InMemoriam.be, http://www.inmemoriam.be/nl/2002-11-12/jef-jans
Glenn Kwaspen
IDnr.13254
Vader | Reggy Kwaspen1 |
Moeder | Monique Elen1 ° 7 april 1965 |
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
bronvermelding(en)
- [S64] InMemoriam.be, http://www.inmemoriam.be/nl/2012-03-29/suzanne-frederix/
Reggy Kwaspen
IDnr.13252
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
Partner | Reggy Kwaspen is de partner van Monique Elen.1 |
Familie | Monique Elen ° 7 apr 1965 |
Kinderen |
bronvermelding(en)
- [S64] InMemoriam.be, http://www.inmemoriam.be/nl/2012-03-29/suzanne-frederix/
Anna Maria Kün1
IDnr.12138, ° voor 1815, + na 1837
Geboorte | Anna Maria Kün werd geboren voor 1815 te Willich? [Deutschland].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Johann Sausen voor 1837 te Willich? [Deutschland].1 |
Overlijden | Zij overleed na 1837 te Willich? [Deutschland].1 |
Familie | Johann Sausen ° voor 1815, + na 1837 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 17, 1860, huwelijken.
Gertrudis La Croix
IDnr.8672, ° voor 1770, + na 3 januari 1791
Doopsel | Gertrudis La Croix werd gedoopt voor 1770 te Mechelen-aan-de-Maas? [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Anna Gertrudis Frederix op 3 januari 1791 te Mechelen-aan-de-Maas [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 3 januari 1791 te Mechelen-aan-de-Maas? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S175] Parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, Rijksarchief Hasselt, doopsels, 1791, p.234.
Anna La Haye
IDnr.14944, ° voor 1760, + na 9 december 1781
Doopsel | Anna La Haye werd gedoopt voor 1760 te Opoeteren? [België].1 |
Huwelijk | Zij was getuige bij het huwelijk van Hubertus Reulens en Maria Catharina Frederix op 7 november 1779 te Opoeteren [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Joannes Reulens op 9 december 1781 te Opglabbeek [België]; Meter Anna La Haye is geboren in Opoeteren, waar ook beide ouders in het huwelijk traden.2 |
Overlijden | Zij overleed na 9 december 1781 te Opoeteren? [België].2 |
Jacquemine La Pont
IDnr.7489, ° voor 1610, + na 31 maart 1651
Doopsel | Jacquemine La Pont werd gedoopt voor 1610 te Paal? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Lambrecht Hermans voor 31 maart 1651 te Beringen? [België].1 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Lambrecht Hermans met Peter Fredricx, geacteerd te Paal [België] op 31 maart 1651, vermeldt eveneens Jacquemine La Pont; Condities waarop Lambrecht Hermans met 'lauderinghe' van zijn 'huijsvrouwe' vanwege de 'erfdom', en Lenardt Coems voor de 'tochte' zekere percelen 'eerffven' te Paal gelegen, genaamd 'die Rijdtstucken', regenoten ten westen aan Peeter Moens, ten oosten aan de erfgenamen van Jacob Thonis, ten zuiden aan Jan Keunen. 'Item', noch een 'heijthoeve oft scomme', niet erg vruchtbaar land], genaamd 'den Molenpadt', regenoten ten westen aan Peeter Fredericx, ten oosten aan 'die Croucstraeten'. Ten 1ste. Wanneer de palmslag van 'dese eerffve' zal gegeven zijn, zal de koper daarop zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, telkens 2 gulden voor ieder hogen. Half tot profijt van de verkoper en hal tot profijt van de koper. Ten 2e zal deze koop in de kerk van Beringen behoorlijk geroepen worden, driemaal [telkens] om de 14 dagen, waarna dan de kaars zal ontstoken worden, ofwel op een datum naar believen van partijen. Ten 3e gedurende de proclamatie en het branden van de kaars zal iedereen zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, zoals hier boven [aangegeven]. Ten 4e. In het geval iemand hoogt, en de kaars op hem uitgaat, en hij de koop niet kan voldoen, zal men om anderen niet te kort te doen, de kaars opnieuw ontsteken. Als het goed later minder zal opbrengen, zal dit met 'parate executie' op de 'gebreeckelijcken' worden verhaald Ten 5e. Wie afgehoogd wordt zal zijn hogen moeten verhalen op de laatste hoger, die zal 'verobligeert' zijn hem dadelijk te betalen, inclusief de onkosten zoals 'coepgeldt', 'lijcoop', 'godtpenninck', schrijfgeld en 'andersints'. Ten 6e als er bij het uitgaan of branden van de kaars een misverstand zou zijn, zal dit beslecht worden voor de schepenen zonder verder beroep. Ten 7e waranderen de voorschreven verkopers dat de voorschreven percelen niet belast zijn behalve met de cijns, daaraan verbonden, en met de 'servituijten' van de weg, waartoe het goed verplicht is, en verder niets. Ten 8e zal Matthijs Huveneers de huur van de voorschreven percelen [mogen] blijven gebruiken tot de eerstkomende hoogmis, waarna de koper het zelf zal mogen innemen. Op datum van de gicht zal deze 200 gulden plus de onkosten betalen en de resterende 'cooppenninghen' tussen Sint-Andries [nvdr. 30 november] en Kerstmis eerstkomend. Volgens deze condities heeft op heden 15 februari 1651 Peeter Fredericx in zijn huis te Paal in presentie van mr. Waulther Van Hoeven en Jan Anthonij 195 gulden gezet, een souverain gouden munt] als drinkgeld, te verdelen tussen de twee verkopers, godtspenninck 2 schellingen voor de Sint-Janskapen te Paal, schrijfgeld een halve pattacon. En zo heeft Peeter Fredericx van de voorschreven verkopers de palmslag ontvangen. Tezelfdertijd heeft Peeter Fredericx in presentie van [getuigen] als hier boven zijn koop verbeterd met 10 hogen, die Phlips Jans heeft afgekocht met 2 hogen, die Peeter Fredericx weer afgekocht heeft met 3 hogen. Was ondertekend door 'testor' Phlips Jans, notaris. Op heden 31 maart 1651 zijn andermaal de proclamaties gedaan in de kerk van Beringen volgens condities en is de kaars over de percelen grond daarin vermeld wettelijk ontstoken en 'van s'heeren weeghen' gebannen. Bij het uitgaan is [het goed] aan Peeter Fredericxs verbleven. In de kwaliteit als voorschreven met 'lauderinghe' van Jacquemine La Pont, 'huijsvrouwe' van Lambrecht Hermans, releveren de twee verkopers in handen van medeschepenen Crounarts en Maes en dragen [het goed] op ten behoeve van Peter Fredericx, die daarin wordt gegicht. Ze verklaren met 'hender couppenninghen' tevreden te zijn, wetende dat Peeter de 200 gulden die hij op datum van de gicht schuldig is, binnen 14 dagen tot drie weken zal betalen, en de resterende som tussen Sint-Andries en Kerstmis. Als hij in gebreke blijft van betalen zal hij daarop een behoorlijke intrest betalen naargelang de periode 'den penninck twintich' [nvdr. aan 5%]. Naar believen van partijen zal hij voor een competente rechter daarvoor gicht en 'goedenisse' vergoeding] doen en is 'in hoeden gekeert'. Anno 1652 op 19 september heeft Frans Croonarts op last van Lambrecht Hermans Peter Fredericx gekweten van de voorschreven verkoop. Hij verklaart dat Lambrecht voorschreven in alles volledig is voldaan en betaald.1 |
Overlijden | Zij overleed na 31 maart 1651 te Paal? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1651, boek 40, p.298v.