Nicolaus Fredricx
IDnr.3337, ° 9 oktober 1683, + 4 juli 1733
Vader | Georgius Fredrix1 ° voor 1655, + na 9 oktober 1683 |
Moeder | Elisabeta Gijsen1 ° voor 1655, + na 9 oktober 1683 |
Doopsel | Nicolaus Fredricx werd gedoopt op 9 oktober 1683 te Beverlo [België] met als peter Gerardus Drijvers en als meter Barbara Tijs.1 |
Huwelijk | Hij huwde met Gertrudis Dullaerts voor 23 oktober 1701.2 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Joannes Van Singel en Elisabeta Frederix op 19 april 1720 te Beverlo [België].3 |
Overlijden | Hij overleed op 4 juli 1733 te Beverlo [België] in de ouderdom van 49 jaar.4 |
Familie | Gertrudis Dullaerts ° voor 1680, + na 23 okt 1701 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1683, doopsels, p.49.
- [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 54, 1701, doopsels, p.159.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1720, huwelijken, p.518.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1733, overlijdens, p.380.
Peter Fredricx1
IDnr.7423, ° voor 1595, + tussen 19 september 1652 en 26 april 1657
Vader | Matteeuwis Frerix ° voor 1560 |
Moeder | (vrouw van Matteeuwis Frerix) N. ° voor 1560, + na 1596 |
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
Naamvariatie | Peter Fredricx werd ook Peter Meesters genoemd. |
Doopsel | Hij werd gedoopt voor 1595 te Lummen? [België]. |
Huwelijk | Hij huwde met N. (eerste vrouw) N. voor 1621 te Paal? [België]. |
Lening | Marcelis Bosmans leende aan Peter Fredricx de som van 75 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 15 mei 1642. De akte luidt als volgt: 'Anno 1642 op 15 mei heeft Marcelis Bosmans de panden van Peter Fredricx gekweten van een rente aan 5 gulden jaarlijks op 100 gulden kapitaal. Hij verklaart het kapitaal met het verloop ontvangen te hebben en gelast het voorschreven kapitaal wederom 'ter selve nature' 'aan te leggen', 'salvo' 25 gulden die hij op 'hodie' heeft 'gemploieert' voor het kwijten van een rente aan Jenneken Huijbreghs.2' |
Eigendom | Geert Bosmans en Jan Bosmans verkopen een goed aan Peter Fredricx volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 25 augustus 1642. Deze verwijst ook naar Valentijn Valentijns, Wilbordt Bruijns, Corst Brouwers, Willem Persoons, Lambrecht Corsijns, Geert Zibrichs, Gilis Puts, Peter Bosmans en Jan Raijmakers als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Rombaudt Bosmans en Jan Heskens. De akte luidt als volgt: 'Conditie. Op heden 25 augustus 1642 zijn voor mij ondergetekende en de getuigen hierna volgend, verschenen de kinderen van Romboudt Bosmans, namelijk Geert en Jan Bosmans, zich sterk makende voor hun zusters en broers, die zullen verkopen met 'proclamatie' en het uitgaan van de kaars een stuk broek dicht bij de Gestelsche molen, gelegen bij de erfgenamen van Frans Thonis, de Maelbeeck ten oosten, en Hendrick Pelsers ten westen. Het stuk is belast met 300 gulden kapitaal aan Valentijn Valentijns, alias Schoens, met 100 gulden aan Wilbordt Bruijnen, 200 gulden aan Corst Brouwers, en aan de erfgenamen van Jan Heskens 150 guldens, 'summa' bedragen de lasten thans 750 gulden. De verkopers zullen het verloop of de intrest schoonmaken tot op datum van de gicht en voorts stellen ze zich borg voor een goede gicht, vermits er nog cijns van ongeveer 3 stuivers, min of meer, te betalen is. Ten eerste, degene die de palmslag zal genieten, zal gehouden zijn bovenop de koop hogen te stellen van telkens 2 gulden, half tot profijt van de verkoper, de andere helft aan de voorschreven koper of hoger. Item zal degene, aan wie het goed bij het uitgaan van de kaars zal verblijven, zich sterk maken om op datum van de gicht in alles te voldoen. Item als er iemand heeft gehoogd, die op de datum van de gicht [de som] niet kan voldoen, dan zal de kaars opnieuw worden ontstoken en zal het verschil in min samen met de gerezen kosten op de 'gebreckelijcken' worden verhaald, hetgeen dadelijk zal worden uitgevoerd. De voorschrevenen hebben de palmslag gegeven aan Peter Frericx, die er 760 gulden op gezet heeft, te weten de gulden aan 20 stuivers, waaraan de voornoemde kosten nog zullen korten. Verder nog 6 gulden voor de 'vereeringhe' voor de verkopers en nog eens 36 hogen, ieder hoging zoals voorgeschreven is. Godtspenning 11 stuivers lijcoop 3 gulden, schrijfgeld 16 stuivers. Aldus gedaan in presentie van Willem Persoons, Lambrecht Corsijns en Geert Zibrichs, die als getuigen zijn geroepen, en 'speccalijcken gebeden' [?]. Tezelfdertijd in presentie van Willem Persoons en Geert Zibrichs heeft Gielis Puts daarop nog twee hogen gezet. Item op datum voorschreven en in presentie van voornoemde getuigen heeft Item op datum voorschreven en in presentie van de voorgenoemde getuigen heeft Peter Frericx wederom gebeterd en daarop 2 hogen gezet. Was ondertekend N. Calen. Anno 1642 op 23 oktober is de kaars wettelijk ontstoken en gebannen. Bij het uitgaan van de kaars is de voorschreven verkoop verbeleven aan Peter Frericx als laatste hoger. Peter Bosmans en Jan Raijmakers hebben met een procuratie van en in naam van Geert en Jan Bosmans de behoorlijke opdracht gedaan ten behoeve van Peter Frericx, die daarin is gegicht en gegoed volgens het recht van onze [schepen]bank.3' |
Eigendom | Peter Fredricx verkocht een goed aan Jan Croonarts volgens een akte gemaakt te Paal [België] op 14 februari 1643. Deze verwijst ook naar Peter Moens en Cornelis Puts als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Op heden 14 februari 1643 'bekende' Peter Fredricx verkocht te hebben aan Jan Croonarts een zeker huis te Paal op de schans, tussen het huis van Hendrick Pelsers huis ten oosten, en dat van Peter Moens ten westen. Dat hij [Jan Croonarts] zal aanvaarden op half maart aankomende en waarvoor hij zal betalen op datum der gichten 170 gulden bb, te weten de gulden voor 20 stuivers gerekend en aan de 'verering' voor de vrouw van de verkoper 2 pattacons. Gedaan in presentie van Peter Moens en Cornelis Puts als getuigen, hiertoe geroepen en 'gebeden'. Was ondert[ekend] aldus N. Calenus. Anno 1643 den 16e april heeft Peter Fredricx volgens de voorschreven conditie opgedragen tot behoef van zijn koper het schanshuis in dezelfde conditie [als] voornoemd, 'kennende' zijn kooppenningen ontvangen te hebben, en zo is Jan Croonarts na [het] opgedragen ter gichte [ge]komen.' |
Aflossing | Andries Opheijde ontving van Peter Fredricx de terugbetaling van een lening van 150 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 14 februari 1643. De akte luidt als volgt: 'Anno 1643 op 16 april heeft Andries Op Heijde 'gequijteert' de panden van Peter Fredricx, namelijk het Vaesblock, van een rente van 150 gulden kapitaal aan 7 gulden 10 stuivers jaarlijks. Hij verklaart het kapitaal en de verlopen rente ontvangen te hebben.4' |
Lening | Peter Bosmans leende aan Peter Fredricx de som van 150 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 1 april 1643. Deze verwijst ook naar Catlijn Heskens als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Jan Heskens en Rombaudt Bosmans. De akte luidt als volgt: 'Anno 1643 op 1 april heeft Peter Bosmans in naam van zijn 'huisvrouw' Catlijn Heskens, alias Swalen, en haar kinderen de panden gekweten van Rummen Bosmans, nu Peter Frericx, van een rente van 7 gulden 10 stuivers jaarlijks op 150 gulden kapitaal. Hij verklaart het kapitaal en de verlopen rente ontvangen te hebben en gelast het kapitaal 'ter selve nature'opnieuw te beleggen.5' |
Huwelijk | Hij huwde met Elisabeth Quintens na 1645 te Paal? [België].1 |
Aflossing | Christina Van Scillebeek ontving van Peter Fredricx de terugbetaling van een lening van 75 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 20 oktober 1645. Deze verwijst ook naar Aert Obben als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Op 20 oktober 1645 kwijt Christina Van Scillebeek 'met overstaan van' haar zoon Aert Obben, zich sterk makende voor hem en voor zijn broers en zusters, Pieter Fredricx alias Meesters, van diens panden van een rente van 3 gulden 15 stuivers op 75 gulden kapitaal. Aert Obben verklaart het kapitaal met de verlopen rente volledig ontvangen te hebben.6' |
Aflossing | Valentijn Valentijns ontving van Peter Fredricx de terugbetaling van een lening van 100 gulden aan 5,75% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 20 oktober 1645. De akte luidt als volgt: 'Op 20 oktober 1645 kwijt Valentijn Valentijns wonende te Oostham, Peter Fredricx alias Meesters uit Paal, van diens panden van een rente van 5 gulden 15 stuivers op 100 gulden kapitaal, die gehypothekeerd stonden op een stuk broek, gelegen bij de Gestelse molen, komende van Chirstiaen Bussels. Hij verklaart het kapitaal met de verlopen rente volledig ontvangen te hebben.6' |
Eigendom | Lambrecht Hermans verkocht een goed aan Peter Fredricx volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 2 mei 1647. Deze verwijst ook naar Jan Keunen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Frans Croonaerts, Willem Briers en Willem Alaerts. De akte luidt als volgt: 'Op deze hierna volgende en alle andere gebruikelijke proclamatorische condities zal Lambrecht Hermans met hogen en het uitgaan van de brandende kaars twee aangrenzende bempden verkopen, gelegen te Paal, genaamd 'de Coije', samen ongeveer 4 dagmalen en palend ten oosten aan 'de Maelbeke', ten westen aan de 'gemeijn vroente' van Paal. De eerste conditie is dat de voorschreven 'erffve' zal worden 'geproclameerd' in de kerk van Beringen om de 14 dagen, tot driemaal toe, tot aan de 'kersbrandinghe'. Item zal eenieder op deze eigendom mogen 'verdieren' met zoveel hogen als het hem belieft. Iedere hoog zal 2 hulden bedragen, te verdelen voor de helft tot profijt van de verkoper, de andere helft tot profijt van de koper. Item, als iemand gehoogd heeft en de koper niet in alles kan voldoen, zal de eigendom opnieuw worden verkocht. Als er in zulk geval een minwaarden zal blijken, zal men dit op de 'gebreckelijcken' mogen verhalen met parate executie. Wanneer het meer zal zijn, zal dit tot profijt van de verkoper zijn. Item wordt deze eigendom 'gewarandeert' dat er 'sheeren cijns' op zal komen, die aan de koper welbekend is. Item zal de koper uit handen van de verkopen gehouden zijn om terstond de som van 400 gulden te tellen, en 3 gulden 'drincpenninck' voor de vrouw van de verkoper. De rest zal later worden betaald mits een behoorlijke intrest van 5 gulden rente op een kapitaal van 100 gulden [nvdr. een intrest van 5%]. Het hout staande op de voorschreven eigendom heeft den verkoper aan de verkoper geschonken. Item zal de koper de eigendom kunnen aanvaarden op datum van gicht en tot die tijd zal de verkoper alle verlopen lasten en cijnzen moeten betalen. Als iemand deze eigendom zal komen te 'onderstaen' zal die [persoon] de koper terstond diens 'gedebourseerde penninghen' moeten 'refunderen', met intrest 'naer tijts gelanckt' en [tevens] alle andere onkosten. Op heden 19 november 1646 heeft Jan Keunen voor de eigendom 885 gulden 'geloven' en een dubbele dukaat voor een 'kermisse' voor de vrouw van de verkoper. Lambrecht Hermans heeft zelf de palmslag gegeven. Lijcoop na lantcoop, godtspenninck 10 stuivers, schrijfgeld 2 gulden. Alzo gedaan in het woonhuis van ondergeschrevene in presentie van de getuigen Willem Alaerts en Willem Briers. Onmiddellijk daarna heeft Jan Keunen nog 50 hogen gesteld. Willem Alaerts heeft nog 2 hogen gesteld, die Jan Keunen afhoogt met nog 2 hogen. Was ondertekend Frans Croonaerts. Anno 1647 op 7 januari nadat dezelfde 'proclamaties' werden gedaan is volgens conditie de kaars met believen van partijen wettig ontstoken en 'hogheren weghen gebannen'. Bij het uitgaan van de kaars is de koop verbleven aan Jan Keunen als laatste hoger. Lambrecht Hermans heeft 'opdraghte gedaen tot behoeff sijns coopers' en verklaart zich volgend conditie voldoen te zijn. Na de opdracht is de voorschreven Jan Keunen ter gichte gekomen en is 'in hoeden gekeert'. Anno 1647 op 2 mei heeft Jan Keunen 'naerderschap' bekend betreffende deze voorschreven koop ten behoeve van Peter Fredricx. Hij verklaart [zowel] zijn 'onrborsde penninghen' als de 'interest naer tijts gelanck' over zijn betaalde som integraal te hebben ontvangen en zo is Peter voorschreven ter gichte gekomen. Anno 1648 op 16 juni heeft Peter Moons in naam van Lambrecht Hermans uit kracht van proclamatie voor Frans Croonaerts en dezelfde getuigen op datum van 4 juni Peter Fredricx 'gequijteert' van de voorgaande verkoop en volledig voldaan te zijn.7' |
Gebeurtenis | Op 15 september 1650 vindt de 'emancipatie' plaats door vader Peter Fredricx, van zijn zonen Cornelius Fredrix, Matthias Fredrix, Jacobus Fredrix en Joannes Fredrix te Beringen, [België] volgens de hierna volgende akte: 'Op 15 september 1650 heeft Peeter Fredricx zijn zonen geëmancipeerd en uit zijn vaderlijke 'tutelle' gedaan, namelijk Cornelis, Mattheuwis, Jacob en Jan Fredericx. Hij belooft ieder van hen vijf stuivers jaarlijks'.1 |
Eigendom | Lambrecht Hermans verkocht een goed aan Peter Fredricx volgens een akte gemaakt te Paal [België] op 31 maart 1651. Deze verwijst ook naar Lenardt Coems, Matthijs Huveneers, Phlips Jans, Frans Croonaerts en Jan Maes als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Peter Moens, Jan Keunen, Walther Van Hoeven, Joannes Antonus en Jacquemine La Pont. De akte luidt als volgt: 'Condities waarop Lambrecht Hermans met 'lauderinghe' van zijn 'huijsvrouwe' vanwege de 'erfdom', en Lenardt Coems voor de 'tochte' zekere percelen 'eerffven' te Paal gelegen, genaamd 'die Rijdtstucken', regenoten ten westen aan Peeter Moens, ten oosten aan de erfgenamen van Jacob Thonis, ten zuiden aan Jan Keunen. 'Item', noch een 'heijthoeve oft scomme', niet erg vruchtbaar land], genaamd 'den Molenpadt', regenoten ten westen aan Peeter Fredericx, ten oosten aan 'die Croucstraeten'. Ten 1ste. Wanneer de palmslag van 'dese eerffve' zal gegeven zijn, zal de koper daarop zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, telkens 2 gulden voor ieder hogen. Half tot profijt van de verkoper en hal tot profijt van de koper. Ten 2e zal deze koop in de kerk van Beringen behoorlijk geroepen worden, driemaal [telkens] om de 14 dagen, waarna dan de kaars zal ontstoken worden, ofwel op een datum naar believen van partijen. Ten 3e gedurende de proclamatie en het branden van de kaars zal iedereen zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, zoals hier boven [aangegeven]. Ten 4e. In het geval iemand hoogt, en de kaars op hem uitgaat, en hij de koop niet kan voldoen, zal men om anderen niet te kort te doen, de kaars opnieuw ontsteken. Als het goed later minder zal opbrengen, zal dit met 'parate executie' op de 'gebreeckelijcken' worden verhaald Ten 5e. Wie afgehoogd wordt zal zijn hogen moeten verhalen op de laatste hoger, die zal 'verobligeert' zijn hem dadelijk te betalen, inclusief de onkosten zoals 'coepgeldt', 'lijcoop', 'godtpenninck', schrijfgeld en 'andersints'. Ten 6e als er bij het uitgaan of branden van de kaars een misverstand zou zijn, zal dit beslecht worden voor de schepenen zonder verder beroep. Ten 7e waranderen de voorschreven verkopers dat de voorschreven percelen niet belast zijn behalve met de cijns, daaraan verbonden, en met de 'servituijten' van de weg, waartoe het goed verplicht is, en verder niets. Ten 8e zal Matthijs Huveneers de huur van de voorschreven percelen [mogen] blijven gebruiken tot de eerstkomende hoogmis, waarna de koper het zelf zal mogen innemen. Op datum van de gicht zal deze 200 gulden plus de onkosten betalen en de resterende 'cooppenninghen' tussen Sint-Andries [nvdr. 30 november] en Kerstmis eerstkomend. Volgens deze condities heeft op heden 15 februari 1651 Peeter Fredericx in zijn huis te Paal in presentie van mr. Waulther Van Hoeven en Jan Anthonij 195 gulden gezet, een souverain gouden munt] als drinkgeld, te verdelen tussen de twee verkopers, godtspenninck 2 schellingen voor de Sint-Janskapen te Paal, schrijfgeld een halve pattacon. En zo heeft Peeter Fredericx van de voorschreven verkopers de palmslag ontvangen. Tezelfdertijd heeft Peeter Fredericx in presentie van [getuigen] als hier boven zijn koop verbeterd met 10 hogen, die Phlips Jans heeft afgekocht met 2 hogen, die Peeter Fredericx weer afgekocht heeft met 3 hogen. Was ondertekend door 'testor' Phlips Jans, notaris. Op heden 31 maart 1651 zijn andermaal de proclamaties gedaan in de kerk van Beringen volgens condities en is de kaars over de percelen grond daarin vermeld wettelijk ontstoken en 'van s'heeren weeghen' gebannen. Bij het uitgaan is [het goed] aan Peeter Fredericxs verbleven. In de kwaliteit als voorschreven met 'lauderinghe' van Jacquemine La Pont, 'huijsvrouwe' van Lambrecht Hermans, releveren de twee verkopers in handen van medeschepenen Crounarts en Maes en dragen [het goed] op ten behoeve van Peter Fredericx, die daarin wordt gegicht. Ze verklaren met 'hender couppenninghen' tevreden te zijn, wetende dat Peeter de 200 gulden die hij op datum van de gicht schuldig is, binnen 14 dagen tot drie weken zal betalen, en de resterende som tussen Sint-Andries en Kerstmis. Als hij in gebreke blijft van betalen zal hij daarop een behoorlijke intrest betalen naargelang de periode 'den penninck twintich' [nvdr. aan 5%]. Naar believen van partijen zal hij voor een competente rechter daarvoor gicht en 'goedenisse' vergoeding] doen en is 'in hoeden gekeert'. Anno 1652 op 19 september heeft Frans Croonarts op last van Lambrecht Hermans Peter Fredericx gekweten van de voorschreven verkoop. Hij verklaart dat Lambrecht voorschreven in alles volledig is voldaan en betaald.8' |
Eigendom | Jan Van Cijen verkocht, samen met Peter Fredricx, een goed volgens een akte gemaakt te Paal? [België] op 22 maart 1652. Ze vermeldt verder ook Christiaen Servatius en Thomas Jans. De akte luidt als volgt: 'Anno 1652 op 22 maart heeft Jan Van Cijen met 'lauderinghe' van zijn vrouw - die hij belooft in te brengen - opgedragen tot behoef van Peeter Fredericxs de helft van een bos gelegen te Paal, waar Peeter Fredericxs voorschreven, mr. Christiaen Servatij en Thomas Jans de wederhelft hebben, en dat voor een som van 30 gulden, welke de verkoper verklaart ontvangen te hebben. Lijcoop na lantcoop, godtspenninck 2 stuivers [nvdr. 20 stuivers in een gulden]. Zo is Peeter voorschreven in de helft van het 'bosken' gegicht met recht en hebben partijen de uitkomst betaald. Anno voorschreven op 1 juli heeft de vrouw van Jan Van Ceijen gelaudeerd en is 'in hoeden gekeert'.9' |
Overlijden | Hij overleed tussen 19 september 1652 en 26 april 1657 te Paal? [België].8,10 |
Relief | Na het overlijden van Peter Fredricx en Elisabeth Quintens releveert op 24 maart 1661 te Beringen, [België] Petrus Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Anno 1661 op 24 maart heeft Peter Fredericx voor hem als voor zijn 'medegeringhen', gereleveerd het 'versterff' als hen is aangestorven na de dood van Elisabeth Quintens, hun stiefmoeder zaliger. Ze zijn daarvan ter gichte gekomen 'onbeleth een iders goedt', en is 'in hoeden gekeert'.11' |
Familie | N. (eerste vrouw) N. ° circa 1600, + na 1633 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1650, boek 40, p.264.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1642, boek 40, p.7v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1642, boek 40, p.16.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1643, boek 40, p.27.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1643, boek 40, p.31.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1645, boek 40, p.109.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1647, boek 40, p.128v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1651, boek 40, p.298v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1652, boek 40, p.329.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1657, boek 41, p.78.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1661, boek 41, p.160v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 85, 1660, p.294.
Petrus Fredricx
IDnr.1452, ° 6 juni 1658, + 5 september 1676
Vader | Joannes Fredrix ° voor 1635, + na 15 november 1678 |
Moeder | Catharina Laerackers1 ° voor 1635, + na 9 oktober 1682 |
Stamkaarten | afstammelingen van N1 Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van N1 Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Petrus Fredricx werd gedoopt op 6 juni 1658 te Beringen [België] met als peter Arnoldus Schraijen en als meter Lucia Bosmans.1 |
Overlijden | Hij overleed op 5 september 1676 te Beringen [België] in de ouderdom van 18 jaar. De tekst vermeldt: '(geen volledige zekerheid.)2' |
Petrus Fredricx
IDnr.1531, ° 24 april 1657
Vader | Cornelius Fredrix ° circa 1632, + 8 september 1672 |
Moeder | Lucia Meijen ° voor 1630, + na 24 april 1657 |
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
Doopsel | Petrus Fredricx werd gedoopt op 24 april 1657 te Beringen [België] met als peter Martinus Smeets en als meter Anna Gilis.1 |
bronvermelding(en)
- [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, 1657, doopsels, p.4@#$%.
Petrus Fredricx
IDnr.2142, ° 8 september 1653
Vader | Jacobus Fredrix ° circa 1634, + 30 september 1679 |
Moeder | Margareta Celien ° circa 1630, + na 8 september 1653 |
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
Doopsel | Petrus Fredricx werd gedoopt op 8 september 1653 te Meldert [België] met als peter Christianus S'Hertogen en als meter Anna Wellens. De akte vermeldt: 'Petrus is een onwettig kind.1' |
bronvermelding(en)
- [S10] Parochieregisters Meldert, Rijksarchief Hasselt, boek 603ter, 1653, doopsels, p.25, akte 235.
Petrus Fredricx
IDnr.3146, ° 26 februari 1673, + 9 december 1713
Vader | Martinus Fredricx1 ° 1 maart 1642, + 7 november 1702 |
Moeder | Elisabeth Pauls1 ° voor 1650, + 1 september 1683 |
Stamkaarten | afstammelingen van Henricus Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Henricus Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Petrus Fredricx werd gedoopt op 26 februari 1673 te Beverlo [België] met als peter Matheus Pauls en als meter Anna Barduyns.1 |
Huwelijk | Hij huwde met Anna Gielen voor 16 juli 1700 te Beverlo? [België].2 |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Anna Schepkens op 29 januari 1712 te Beverlo [België].3 |
Overlijden | Hij overleed op 9 december 1713 te Beverlo [België] in de ouderdom van 40 jaar.4 |
Familie | Anna Gielen ° 9 mrt 1672, + 12 mrt 1729 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1673, doopsels, p.11.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1700, doopsels, p.107.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1712, doopsels, p.153.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1713, begravingen, p.360.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1704, doopsels, p.126.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1704, doopsels, p.137.
Petrus Fredricx
IDnr.3269, ° 2 maart 1646, + 13 augustus 1708
Vader | Petrus Fredrix1 ° 8 maart 1616, + 20 mei 1672 |
Moeder | Catharina Kemps1 ° voor 1630, + na 30 oktober 1675 |
Stamkaarten | afstammelingen van Henricus Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Henricus Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Petrus Fredricx werd gedoopt op 2 maart 1646 te Beverlo [België] met als peter Matheus Pauls en als meter G. Moons.1 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Christina Peters en Henricus Fredrix op 19 januari 1668 te Beverlo [België]; In de huwelijksakte wordt Christina Stijn genoemd.2 |
Huwelijk | Hij huwde met Margareta Witters op 19 juni 1672 te Beverlo [België] met als getuigen Martinus Fredricx en Matthias Weijnen.3 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Henricus Belien en Maria Fredricx op 25 augustus 1683 te Beverlo [België].4 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Matthias Michiels en Maria Fredrix op 20 januari 1686 te Beverlo [België].5 |
Eigendom | Petrus Fredricx en Margareta Witters verkopen, samen met Antoon Van Duffel, een goed aan Gerardus Witters en Aleydis Beerten volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 1 april 1688. De akte luidt als volgt: 'Antoin Van Duffel en Elen Beerten, huisvrouw van Geerard Witters, leggen een akte voor beschreven door Jan Meijnen op 16.02.1688 en vragen approbatie en realisatie. Akte. Peeter Fredrix, man en momber van zijn presente goedkeurende vrouw Magriet Witters, verklaart dat ze samen een bampt verkochten, of een deel erin, met de bos genaamd "den Messemaker", palend een bampt oostwaarts toebehoerend aan Tonis Cerlingen, W. een bampt in gebruik door Lenaert Witters. Ze verkochten hun deel aan Antoin Van Duffel en Geraert Witters voor 200 gulden BBL en 3 pattacons, een paar schoenen en een paar "muijlen" tot een kermisse voor Margriet Witters, verkoopster voorschreven. Boven de uitgaande lasten. Getuigen: Henric Celen en Geraert Oeijen. De verkoper verklaart de helft van de koopsom ontvangen te hebben, de rest blijft gereserveerd tot de dag van verjaren. Bijgeschreven: 22.06.1690 Peeter Fredrix kwijt de kopers van de volledige koopsom.6' |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Cristina Fredrix op 5 april 1707 te Beverlo [België].7 |
Overlijden | Hij overleed op 13 augustus 1708 te Beverlo [België] in de ouderdom van 62 jaar.8 |
Familie | Margareta Witters ° voor 1650, + 10 mei 1702 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 61, 1646, doopsels, p.140.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 61, 1668, huwelijken, p.275.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 61, 1672, huwelijken, p.465.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1683, huwelijken, p.475.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1686, huwelijken, p.478.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1688, p.290.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1704, doopsels, p.137.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1708, overlijdens, p.355.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1672, doopsels, p.10.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1674, doopsels, p.18.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1675, doopsels, p.24.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1677, doopsels, p.31.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1680, doopsels, p.40.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1682, doopsels, p.46.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1684, doopsels, p.53.
- [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1690, doopsels, p.72.