Naamvariatie | Elisabeth Vrerix werd ook Elisabeth Vrericx genoemd. |
Naamvariatie | Zij werd ook Aleidis Vrerix genoemd. |
Doopsel | Zij werd gedoopt op 11 juli 1644 te Hasselt [België] met als peter Henricus Prijs en als meter Clara Munters.1 |
Lening | Catharina Put leende aan Elisabeth Vrerix de som van 400 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Hasselt [België] op 5 juni 1673. Deze verwijst ook naar Hieronimus Wauters als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Op 5 juni 1673 verschijnt voor mij de pastoor van het begijnhof van Hasselt, de getuigen onderschreven, de eerbare Barbel Vrerix en Elsken Vrerix, begijntjes in het bovengenoemde begijnhof, welke laatste twee in mijn aanwezigheid en die van de voorschreven getuigen erkennen ontvangen te hebben de som van 400 gulden bbl uit handen van juffrouw Catharina Puts, hofmeesteres van het voormelde begijnhof. De voornoemde Barbel en Elsken Vrericx zullen aan het voornoemde begijnhof een jaarlijkse rente van 20 gulden bbl betalen in geld, zoals dat op de dag van de kwijting gangbaar zal zijn. De rente zal een eerste maal vervallen op 5 juni 1674 en verder jaarlijks tot de kwijting van de schuld met de som van 400 gulden bbl. De voornoemde begijntjes-comparanten dragen als pand voor deze rente 24 roijen land, gelegen ‘int Holband’, palend aan Henrick Vrericx en voorts de erfgenamen van Marei Vrericx. Verder nog geven ze nog in pand 18 gulden bbl en 10 stuiversn die zij trekken op een vijver toebehorende aan Gerard Joris, erfgenaam van Clara Munters, gelegen op de Kempische Heide, palend aan de erfgenamen van Aerdt Van Hilst en Barbel Puts. Ze geven warrantschap op deze panden. Als dus gedaan en gestipuleerd ten huize van de twee hoger genoemde begijntjes met als getuigen de hoger genoemde Elisabth Puts, de Eerwaarde heer Jeronimus Wauters ende voornoemde Elisabeth Puts, die samen met de opdraagsters Barbara en Elisabeth Vrericx de originele akte hebben ondertekend.2' |
Beroep | Zij was begijntje te Hasselt [België] tussen 5 juni 1673 en 7 juni 1702.3 |
Overlijden | Zij deed aangifte van het overlijden van Gerardus Vrericx op 29 maart 1687 te Hasselt [België]; Hij overlijdt in de woning van zijn nichten, de begijnen Elisabeth en Barbara Vrerix.4 |
Relief | Na het overlijden van Elisabeth Bossers releveren Elisabeth Vrerix, Fredericus Vrericx en Barbara Vrerix op 18 februari 1690 te Hasselt [België] . De akte vermeldt verder ook Rombaut Vrerix en Elois Van Gangel. De akte luidt als volgt: 'Op heden 18 februari 1690 verscheen voor ons schepenen van buiten-Hasselt juffrouw Elisabeth Vrerix, begijntje, die in haar naam alsook voor haar broer Heer Fredericus Vrerix, voor haar zuster Barbara Vrerix, begijntje, voor de onmondige kinderen van wijlen burgemeester Rombaut Vrerix en de heer kapitein Van Gangel, momber van zijn vrouw. Ze verzoekt het versterf te releveren dat hun is aangestorven na de dood van hun grootmoeder en overgrootmoeder Elisabeth Bossers. Het gaat om een stuk land aan de ‘Clijne linde’ buiten de Truierpoort. Voorts wordt wat er in het algemeen onder ons ressorteert aan het relief gerist.5' |
Relief | Na het overlijden van Fredericus Vrericx releveren Elisabeth Vrerix, Barbara Vrerix en Rombaut Vrerix op 19 mei 1691 te Hasselt [België] . De akte luidt als volgt: 'Op heden 19 mei 1691 verscheen voor ons schepenen van buiten-Hasselt juffrouw Elisabeth Vrericx. Ze verzoekt om voor haarzelf, haar zuster Barbara, de heer Van Gangel als man en momber van Juffrouw Catharina Gerits en de achtergelaten kinderen van wijlen haar broer Rombaut Vrericx, een stuk erf te releveren, gelegen aan de ‘hooch brugge’, palens aan (1) de Demer, (2) relicta weduwe) Aerdt Van Elsrack, (3) het zusterklooster. Dit na de dood van broer de Eerwaarde Heer Fredericus Vrericx. Wiens verzoek wij schepenen inwilligen.' |
Aflossing | Henricus Joris ontving van Elisabeth Vrerix de terugbetaling van een lening van 400 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Hasselt [België] op 1 september 1692. De akte luidt als volgt: 'Het begijnhof alhier en juffrouwen Barbara en Elisabeth Vrericx.Op 1 september 1692 verschijnt voor ons schepenen van buiten Hasselt de Eerwaarde Heer Henricus Joris, pastoor van het begijnhof alhier, die in deze hoedanigheid de hiernavolgende obligatie van 5 juni 1673, ondertekend door pastoor Lambrechts, toen pastoor van het begijnhof van Hasselt. Hij verzoekt de realisatie van al hun Loonse panden, wat door ons wordt goedgekeurd [zie leningsakte op 5 juni 1673].' |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Anna Maria Cox op 9 augustus 1695 te Hasselt [België]; Haar peter Joannes Baptistus Godleret is advocaat bij de Brabantse Raad.6 |
Eigendom | Elisabeth Vrerix verkocht een goed aan Nicolas de Liboutton en Maria Ida Van Hilst volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 11 mei 1702. Ze vermeldt verder ook Willem Bossers en Anthonius Van Hilst. De akte luidt als volgt: 'De heer Nicolas de Liboutton legt een notariële akte neer beschreven door notaris Rombauts d.d. 18.01.1702 i.v.m. een verkoop. Jof. Elisabet Vrerix, begijntje, verkoopt een bonder maaibempt die ze op 09.06.1693 via akte van notaris J. Lansmans van Willem Bossers verkregen heeft en die in Stevort gelegen is. De beemd paalt Geert Diepenriep, Henrick Pelenders, Lenaert Coninx en de Groote Herck. Het is leengoed sorterend in de Leenzaal van Curingen en is enkel belast met leentaks. Koper is de edele heer de Liboutton, heer van Cleijnen Stevort en mevr. Maria Ida Van Hilst, zijn gemalin. Present is de heer Anthonius Van Hilst die in naam van de kopers de koopsom van 475 gulden BBL betaalt. Hierin is de som begrepen van 400 gulden BBL die de koper in haar naam betaald heeft aan jof. Isabella Sigers wed. Sr. Henrick Pelenders tot afbetaling van een lening tussen haar en de heer Pelenders afgesloten op 22.01.1700. Opgemaakt in het huis van jof. relicta sr. Henric Pelenders in de Demerstraet gelegen. Getuigen: Franciscus Van Schoonbeeck en Jan Corthauts.7' |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Fredericus Henricus Vrerix op 11 september 1703 te Hasselt [België].8 |
Overlijden | Zij overleed op 18 december 1703 te Hasselt [België] in de ouderdom van 59 jaar. De tekst vermeldt: 'Zij wordt in de kerk begraven.9' |