Lambertus Crols

IDnr.13719, ° voor 1700, + na 3 maart 1746
NaamvariatieLambertus Crols werd ook Lambertus Crois genoemd. 
DoopselHij werd gedoopt voor 1700 te Berbroek? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Margareta Frederix voor 22 november 1722 te Berbroek? [België].1 
DoopselHij was peter bij het doopsel van Gerardus Schats op 3 maart 1746 te Stevoort [België].2 
OverlijdenHij overleed na 3 maart 1746 te Stevoort? [België].2 

Familie

Margareta Frederix ° voor 1700, + na 22 nov 1722
Kind

bronvermelding(en)

  1. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Berbroek, 1722, doopsels.
  2. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Stevoort.

Maria Crommers

IDnr.2130, ° voor 1710, + na 24 januari 1733
DoopselMaria Crommers werd gedoopt voor 1710.1 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Maria Fredrix op 24 januari 1733 te Koersel [België]; In de doopakte staat dat haar vader uit Hechtel komt en haar moeder uit Oostham.2
OverlijdenZij overleed na 24 januari 1733.1 

bronvermelding(en)

  1. [S23] Parochieregisters Koersel, Rijksarchief Hasselt, boek 452, p.364.
  2. [S23] Parochieregisters Koersel, Rijksarchief Hasselt, boek 452, 1733, doopsels, p.364.

Franciscus Croonaerts

IDnr.1518, ° voor 1655, + na 18 augustus 1682
DoopselFranciscus Croonaerts werd gedoopt voor 1655.1 
HuwelijkHij was getuige bij het huwelijk van Arnoldus Fredricx en Catharina Greven op 6 januari 1678 te Beringen [België]; Het huwelijk wordt ingezegend met het rode zegel.1 
DoopselHij was peter bij het doopsel van Josephus Fredrickx op 18 augustus 1682 te Beringen [België].2
OverlijdenHij overleed na 18 augustus 1682. 

bronvermelding(en)

  1. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, 1678, huwelijken, p.112.
  2. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, 1682, doopsels, p.55.

Frans Croonaerts

IDnr.7480, ° voor 1610, + na 31 maart 1651
DoopselFrans Croonaerts werd gedoopt voor 1610 te Beringen? [België].1 
BeroepHij was schepen te Beringen [België] tussen 1642 en 1651.2,3
EigendomDe eigendomstransactie van Lambrecht Hermans met Peter Fredricx, geacteerd te Beringen [België] op 2 mei 1647, vermeldt eveneens Frans Croonaerts; Op deze hierna volgende en alle andere gebruikelijke proclamatorische condities zal Lambrecht Hermans met hogen en het uitgaan van de brandende kaars twee aangrenzende bempden verkopen, gelegen te Paal, genaamd 'de Coije', samen ongeveer 4 dagmalen en palend ten oosten aan 'de Maelbeke', ten westen aan de 'gemeijn vroente' van Paal.
De eerste conditie is dat de voorschreven 'erffve' zal worden 'geproclameerd' in de kerk van Beringen om de 14 dagen, tot driemaal toe, tot aan de 'kersbrandinghe'.
Item zal eenieder op deze eigendom mogen 'verdieren' met zoveel hogen als het hem belieft. Iedere hoog zal 2 hulden bedragen, te verdelen voor de helft tot profijt van de verkoper, de andere helft tot profijt van de koper.
Item, als iemand gehoogd heeft en de koper niet in alles kan voldoen, zal de eigendom opnieuw worden verkocht. Als er in zulk geval een minwaarden zal blijken, zal men dit op de 'gebreckelijcken' mogen verhalen met parate executie. Wanneer het meer zal zijn, zal dit tot profijt van de verkoper zijn.
Item wordt deze eigendom 'gewarandeert' dat er 'sheeren cijns' op zal komen, die aan de koper welbekend is.
Item zal de koper uit handen van de verkopen gehouden zijn om terstond de som van 400 gulden te tellen, en 3 gulden 'drincpenninck' voor de vrouw van de verkoper. De rest zal later worden betaald mits een behoorlijke intrest van 5 gulden rente op een kapitaal van 100 gulden [nvdr. een intrest van 5%].
Het hout staande op de voorschreven eigendom heeft den verkoper aan de verkoper geschonken.
Item zal de koper de eigendom kunnen aanvaarden op datum van gicht en tot die tijd zal de verkoper alle verlopen lasten en cijnzen moeten betalen.
Als iemand deze eigendom zal komen te 'onderstaen' zal die [persoon] de koper terstond diens 'gedebourseerde penninghen' moeten 'refunderen', met intrest 'naer tijts gelanckt' en [tevens] alle andere onkosten.
Op heden 19 november 1646 heeft Jan Keunen voor de eigendom 885 gulden 'geloven' en een dubbele dukaat voor een 'kermisse' voor de vrouw van de verkoper. Lambrecht Hermans heeft zelf de palmslag gegeven. Lijcoop na lantcoop, godtspenninck 10 stuivers, schrijfgeld 2 gulden. Alzo gedaan in het woonhuis van ondergeschrevene in presentie van de getuigen Willem Alaerts en Willem Briers.
Onmiddellijk daarna heeft Jan Keunen nog 50 hogen gesteld. Willem Alaerts heeft nog 2 hogen gesteld, die Jan Keunen afhoogt met nog 2 hogen. Was ondertekend Frans Croonaerts.
Anno 1647 op 7 januari nadat dezelfde 'proclamaties' werden gedaan is volgens conditie de kaars met believen van partijen wettig ontstoken en 'hogheren weghen gebannen'. Bij het uitgaan van de kaars is de koop verbleven aan Jan Keunen als laatste hoger. Lambrecht Hermans heeft 'opdraghte gedaen tot behoeff sijns coopers' en verklaart zich volgend conditie voldoen te zijn. Na de opdracht is de voorschreven Jan Keunen ter gichte gekomen en is 'in hoeden gekeert'.
Anno 1647 op 2 mei heeft Jan Keunen 'naerderschap' bekend betreffende deze voorschreven koop ten behoeve van Peter Fredricx. Hij verklaart [zowel] zijn 'onrborsde penninghen' als de 'interest naer tijts gelanck' over zijn betaalde som integraal te hebben ontvangen en zo is Peter voorschreven ter gichte gekomen.
Anno 1648 op 16 juni heeft Peter Moons in naam van Lambrecht Hermans uit kracht van proclamatie voor Frans Croonaerts en dezelfde getuigen op datum van 4 juni Peter Fredricx 'gequijteert' van de voorgaande verkoop en volledig voldaan te zijn.1
EigendomDe eigendomstransactie van Christiaen Fredrix met Mattheijs Jans, geacteerd te Beringen [België] op 13 oktober 1650, verwijst naar Frans Croonaerts als betrokken partij; Op deze en alle hierna volgende 'proclamatorielle' condities stelt Christiaen Fredericx ter 'venditien' een stuk land in Paal gelegen, 'regenoten' ten oosten en ten noorden aan de erfgenamen van Peeter Jans zaliger, ten zuiden aan 's'heeren straet', groot 'drij vaet saijens'. Hij warandeert de verkoper dat dit stuk land nergens mee belast is, behalve met een kleine cijns, van één oort of iets dergelijks, waarvan hij zelfs niet weet of hij het ooit betaald heeft.
Item zal deze conditie driemaal [af]geroepen worden in de kerk van beringen, en dit om de 14 dagen. Daarna zal men de op de 'naester genachten' of naar believen van partijen de kaars ontsteken. Zo er enig differentie zou zijn bij het uitgaan van de kaars, wordt er beslist door de 'heeren daer over sittende' [nvdr. de schepenen].
Verder nog de conditie dat de koper op deze koop zoveel hogen van telkens 2 gulden zal mogen stellen als hem belieft, half tot profijt van de verkoper en de andere helft tot profijt van de koper. Item zullen de 'coop penninghen' op de [dag van de] gicht moeten worden betaald, in goede en gangbare munt en zal de koper het goed vanaf dan mogen 'aenslaen'. Item moet de huisvrouw van de verkoper 12 gulden voor een 'kermisse' hebben. Item, zo iemand komt te hogen en niet kan voldoen, dient hij drie 'roesenoebels' te betalen, wat met 'parate exercitie' mag worden verhaald. Lijcoop na lantcoop, godtspenninck 3 schellingen, schrijfgeld een halve pattacon.
Op heden 9 september 1650 heeft Theijs Jans 278 gulden Brabants geboden en 40 hogen, waarop hem de palmslag is gegeven. 'Actum et stipulatum' binnen Beringen in presentie van Peeter Moons en Wauther Coems als 'geloeffbaere' getuigen. Was ondertekend, J. Loijens notaris.
Op dezelfde dag en maand heeft Jan Maes deze koop nog verbeterd met 3 hogen, welke Theijs Jans voorschreven wederom heeft afgehoogd met 7 hogen, in presentie van de getuigen zoals boven. Was ondertekend, J. Loijens notaris.
Anno 1650 op 13 oktober, nadat opnieuw de proclamaties over deze verkocht goed in de kerk van Beringen waren gedaan, is de kaars op die datum wettelijk ontstoken en gebannen. Bij het uitgaan is het goed aan Theijs Jans als laatste hoger verbleven voor de som als in de conditie staat. Vervolgens heeft Christiaen Fredericx, met 'lauderinghe' van zijn huijsvrouwe opgedragen tot behoef van aan zijn koper, die daarin gegicht is met recht. De opdrager verklaart zijn kooppenningen te hebben ontvangen en is 'in hoeden gekeert'.4
EigendomDe eigendomstransactie van Lambrecht Hermans met Peter Fredricx, geacteerd te Paal [België] op 31 maart 1651, verwijst naar Frans Croonaerts als betrokken partij; Condities waarop Lambrecht Hermans met 'lauderinghe' van zijn 'huijsvrouwe' vanwege de 'erfdom', en Lenardt Coems voor de 'tochte' zekere percelen 'eerffven' te Paal gelegen, genaamd 'die Rijdtstucken', regenoten ten westen aan Peeter Moens, ten oosten aan de erfgenamen van Jacob Thonis, ten zuiden aan Jan Keunen. 'Item', noch een 'heijthoeve oft scomme', niet erg vruchtbaar land], genaamd 'den Molenpadt', regenoten ten westen aan Peeter Fredericx, ten oosten aan 'die Croucstraeten'.
Ten 1ste. Wanneer de palmslag van 'dese eerffve' zal gegeven zijn, zal de koper daarop zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, telkens 2 gulden voor ieder hogen. Half tot profijt van de verkoper en hal tot profijt van de koper.
Ten 2e zal deze koop in de kerk van Beringen behoorlijk geroepen worden, driemaal [telkens] om de 14 dagen, waarna dan de kaars zal ontstoken worden, ofwel op een datum naar believen van partijen.
Ten 3e gedurende de proclamatie en het branden van de kaars zal iedereen zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, zoals hier boven [aangegeven].
Ten 4e. In het geval iemand hoogt, en de kaars op hem uitgaat, en hij de koop niet kan voldoen, zal men om anderen niet te kort te doen, de kaars opnieuw ontsteken. Als het goed later minder zal opbrengen, zal dit met 'parate executie' op de 'gebreeckelijcken' worden verhaald
Ten 5e. Wie afgehoogd wordt zal zijn hogen moeten verhalen op de laatste hoger, die zal 'verobligeert' zijn hem dadelijk te betalen, inclusief de onkosten zoals 'coepgeldt', 'lijcoop', 'godtpenninck', schrijfgeld en 'andersints'.
Ten 6e als er bij het uitgaan of branden van de kaars een misverstand zou zijn, zal dit beslecht worden voor de schepenen zonder verder beroep.
Ten 7e waranderen de voorschreven verkopers dat de voorschreven percelen niet belast zijn behalve met de cijns, daaraan verbonden, en met de 'servituijten' van de weg, waartoe het goed verplicht is, en verder niets.
Ten 8e zal Matthijs Huveneers de huur van de voorschreven percelen [mogen] blijven gebruiken tot de eerstkomende hoogmis, waarna de koper het zelf zal mogen innemen. Op datum van de gicht zal deze 200 gulden plus de onkosten betalen en de resterende 'cooppenninghen' tussen Sint-Andries [nvdr. 30 november] en Kerstmis eerstkomend.
Volgens deze condities heeft op heden 15 februari 1651 Peeter Fredericx in zijn huis te Paal in presentie van mr. Waulther Van Hoeven en Jan Anthonij 195 gulden gezet, een souverain gouden munt] als drinkgeld, te verdelen tussen de twee verkopers, godtspenninck 2 schellingen voor de Sint-Janskapen te Paal, schrijfgeld een halve pattacon. En zo heeft Peeter Fredericx van de voorschreven verkopers de palmslag ontvangen. Tezelfdertijd heeft Peeter Fredericx in presentie van [getuigen] als hier boven zijn koop verbeterd met 10 hogen, die Phlips Jans heeft afgekocht met 2 hogen, die Peeter Fredericx weer afgekocht heeft met 3 hogen. Was ondertekend door 'testor' Phlips Jans, notaris.
Op heden 31 maart 1651 zijn andermaal de proclamaties gedaan in de kerk van Beringen volgens condities en is de kaars over de percelen grond daarin vermeld wettelijk ontstoken en 'van s'heeren weeghen' gebannen. Bij het uitgaan is [het goed] aan Peeter Fredericxs verbleven. In de kwaliteit als voorschreven met 'lauderinghe' van Jacquemine La Pont, 'huijsvrouwe' van Lambrecht Hermans, releveren de twee verkopers in handen van medeschepenen Crounarts en Maes en dragen [het goed] op ten behoeve van Peter Fredericx, die daarin wordt gegicht. Ze verklaren met 'hender couppenninghen' tevreden te zijn, wetende dat Peeter de 200 gulden die hij op datum van de gicht schuldig is, binnen 14 dagen tot drie weken zal betalen, en de resterende som tussen Sint-Andries en Kerstmis. Als hij in gebreke blijft van betalen zal hij daarop een behoorlijke intrest betalen naargelang de periode 'den penninck twintich' [nvdr. aan 5%]. Naar believen van partijen zal hij voor een competente rechter daarvoor gicht en 'goedenisse' vergoeding] doen en is 'in hoeden gekeert'.
Anno 1652 op 19 september heeft Frans Croonarts op last van Lambrecht Hermans Peter Fredericx gekweten van de voorschreven verkoop. Hij verklaart dat Lambrecht voorschreven in alles volledig is voldaan en betaald.3
OverlijdenHij overleed na 31 maart 1651 te Beringen? [België].3 
BeroepPhlips Jans was schepen en secretaris te Beringen [België] op 15 november 1653 ter vervanging van Frans Croonaerts.5

bronvermelding(en)

  1. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1647, boek 40, p.128v.
  2. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1642, boek 40, voorblad.
  3. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1651, boek 40, p.298v.
  4. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 40, 1650, p.269v.
  5. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1653, boek 41, voorblad.

Jan Croonarts1

IDnr.7445, ° voor 1610, + na 14 februari 1643
DoopselJan Croonarts werd gedoopt voor 1610 te Beringen? [België].1 
EigendomPeter Fredricx verkocht een goed aan Jan Croonarts volgens een akte gemaakt te Paal [België] op 14 februari 1643. Deze verwijst ook naar Peter Moens en Cornelis Puts als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Op heden 14 februari 1643 'bekende' Peter Fredricx verkocht te hebben aan Jan Croonarts een zeker huis te Paal op de schans, tussen het huis van Hendrick Pelsers huis ten oosten, en dat van Peter Moens ten westen. Dat hij [Jan Croonarts] zal aanvaarden op half maart aankomende en waarvoor hij zal betalen op datum der gichten 170 gulden bb, te weten de gulden voor 20 stuivers gerekend en aan de 'verering' voor de vrouw van de verkoper 2 pattacons. Gedaan in presentie van Peter Moens en Cornelis Puts als getuigen, hiertoe geroepen en 'gebeden'. Was ondert[ekend] aldus N. Calenus.
Anno 1643 den 16e april heeft Peter Fredricx volgens de voorschreven conditie opgedragen tot behoef van zijn koper het schanshuis in dezelfde conditie [als] voornoemd, 'kennende' zijn kooppenningen ontvangen te hebben, en zo is Jan Croonarts na [het] opgedragen ter gichte [ge]komen.'
OverlijdenHij overleed na 14 februari 1643 te Beringen? [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1643, boek 40, p.27.

Norbertus Croonarts

IDnr.3707, ° voor 1695, + na 26 oktober 1719
DoopselNorbertus Croonarts werd gedoopt voor 1695.1 
HuwelijkHij was getuige bij het huwelijk van Mathias Bormans en Maria Remortels op 26 oktober 1719 te Beringen [België].1
OverlijdenHij overleed na 26 oktober 1719.1 

bronvermelding(en)

  1. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 54, 1719, huwelijken, p.304.

Renerus Croonarts

IDnr.3708, ° voor 1695, + na 26 oktober 1719
DoopselRenerus Croonarts werd gedoopt voor 1695.1 
HuwelijkHij was getuige bij het huwelijk van Mathias Bormans en Maria Remortels op 26 oktober 1719 te Beringen [België].1
OverlijdenHij overleed na 26 oktober 1719.1 

bronvermelding(en)

  1. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 54, 1719, huwelijken, p.304.