Catherina Fredrix
IDnr.2199, ° circa 1680, + 24 juli 1722
Doopsel | Catherina Fredrix werd gedoopt circa 1680 te Zelem? [België]. De akte vermeldt: 'In haar overlijdensakte staat dat ze 40 jaar oud is.1' |
Huwelijk | Zij huwde met Joannes Beets op 3 februari 1704 te Zelem [België] met als getuigen Joannes Lenarts en Henricus Put.2 |
Overlijden | Zij overleed op 24 juli 1722 te Zelem [België]. De tekst vermeldt: 'Catharina is 40 jaar oud en de vrouw van Jan Beets.1' |
Familie | Joannes Beets ° 12 dec 1679, + 9 jan 1725 |
Kinderen |
|
Catherina Elisabeth Fredrix1
IDnr.2986, ° 10 maart 1805, + 20 mei 1806
Vader | Petrus Joannes Fredrix1 ° 15 maart 1772, + 31 januari 1837 |
Moeder | Maria Josephina Slegers1 ° 4 september 1773, + 13 februari 1806 |
Geboorte | Catherina Elisabeth Fredrix werd geboren op 10 maart 1805 te Koersel [België]. In het document wordt vermeld: 'Catharina Elisabeth wordt geboren om 9 uur 's avonds op 20 Ventôse An XIII van de Republikeinse kalender. Vader Petrus Joannes komt aangifte doen met als getuigen Petrus Convents (42 jaar) en Paulus Beckers (32 jaar), beiden landbouwers te Koersel.2' |
Overlijden | Zij overleed op 20 mei 1806 te Koersel [België] in de ouderdom van 1 jaar. De tekst vermeldt: 'Elisabeth overlijdt om 5 uur 's avonds. De aangifte wordt gedaan door Paulus Beckers en Petrus Convents.3' |
Christiaan Fredrix
IDnr.12126, ° 25 april 1867
Vader | Jacobus Hubertus Fredrix1 ° 20 september 1821, + 5 maart 1894 |
Moeder | Anna Maria Sausen1 ° circa 1837, + 4 mei 1900 |
Stamkaarten | afstammelingen van Godefridus Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Godefridus Fredrix [boxformaat] |
Geboorte | Christiaan Fredrix werd geboren op 25 april 1867 te Elsloo [Nederland].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Elisabeth Penders, dochter van Joannes Jacobus Penders en Gertrudis Elisabeth Reijnders, op 2 oktober 1897 te Elsloo [Nederland].2 |
Familie | Elisabeth Penders ° 25 okt 1872 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 5, 1867, geboorten, akte 15.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 18, 1897, huwelijken.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.031, inventarisnr. 6, 1898, geboorten, akte 34.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.031, inventarisnr. 6, 1899, geboorten, akte 21.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.031, inventarisnr. 6, 1901, geboorten, akte 21.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.031, inventarisnr. 7, 1902, geboorten, akte 30.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 23, 1904, overlijdens, akte 7.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 23, 1905, overlijdens, akte 34.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 24, 1910, overlijdens, akte 26.
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 24, 1915, overlijdens, akte 28.
Christiaan Hubert Fredrix
IDnr.12150, ° februari 1904, + 9 maart 1904
Vader | Christiaan Fredrix1 ° 25 april 1867 |
Moeder | Elisabeth Penders1 ° 25 oktober 1872 |
Stamkaarten | afstammelingen van Godefridus Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Godefridus Fredrix [boxformaat] |
Geboorte | Christiaan Hubert Fredrix werd geboren in februari 1904 te Elsloo? [Nederland].1 |
Overlijden | Hij overleed op 9 maart 1904 te Elsloo [Nederland].1 |
bronvermelding(en)
- [S116] Burgerlijke Stand Elsloo, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.024, inventarisnr. 23, 1904, overlijdens, akte 7.
Christiaen Fredrix
IDnr.587, ° circa 1600, + tussen 3 maart 1661 en 31 maart 1661
Stamkaarten | afstammelingen van Christiaen Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Christiaen Fredrix [boxformaat] kwartierstaat samensteller |
Naamvariatie | Christiaen Fredrix werd ook Korst Fredrix genoemd.1 |
Naamvariatie | Hij werd ook Christiaen Fredricx genoemd. |
Doopsel | Hij werd gedoopt circa 1600. |
Huwelijk | Hij huwde met Anna Cruessens, dochter van Michael Cruessens en Anna Smeets, circa 1625 te Heusden? [België]. |
Schenking | Anna Smeets schenkt aan Christiaen Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 22 maart 1640. De akte luidt als volgt: 'Anna Smets staat haar vruchtgebruik af aan haar zoon Jan Cruijsens en Christiaen Fredricx gehuwd met Anna Cruijsens, van renten en erfdom die zij verkregen heeft op panden van Reijnder Timmermans, te weten een bempt, palende O. de erfgenamen Jan Damen; Z. Henrick Dries; N. de 'grooten helder'; W. de straat. Het voornoemde tweetal, mede voor hun consorten, verkopen die rente en bempt aan mr. Aert Vanden Berge voor 400 gulden, in specie van pattacons, boven de uitgaande lasten die gespecificeerd staan in de eerste koop van Reijnder Timmermans van Wilbordt Hermans; met nog 50 gulden resterend aan mr. Aert Dries. Godsgeld: 2 schellingen.2' |
Eigendom | Joannes Cruesen en Christiaen Fredrix verkopen, samen met Anna Cruessens, een goed aan Aert Vanden Berge volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 22 maart 1640. De akte luidt als volgt: 'Anna Smets staat haar vruchtgebruik af aan haar zoon Jan Cruijsens en Christiaen Fredricx gehuwd met Anna Cruijsens, van renten en erfdom die zij verkregen heeft op panden van Reijnder Timmermans, te weten een bempt, palende O. de erfgenamen Jan Damen; Z. Henrick Dries; N. de 'grooten helder'; W. de straat. Het voornoemde tweetal, mede voor hun consorten, verkopen die rente en bempt aan mr. Aert Vanden Berge voor 400 gulden, in specie van pattacons, boven de uitgaande lasten die gespecificeerd staan in de eerste koop van Reijnder Timmermans van Wilbordt Hermans; met nog 50 gulden resterend aan mr. Aert Dries. Godsgeld: 2 schellingen.3' |
Relief | Na het overlijden van Michael Cruessens en Anna Smeets releveren Christiaen Fredrix en Maria Cruessen in naam van Anna Cruessens op 8 maart 1647 te Heusden [België] . De akte luidt als volgt: 'Chrijstiaen Fredrix als momber van zijn huijsvrouwe Anna Crusens en Marie Crusens releveren na de dood van vader en moeder alle erven onder deze justitie gelegen en na het relief is Christiaen en Marie van de relief ter gichte gekomen volgend het recht van onze [schepen]bank.4' |
Relief | Na het overlijden van Michael Cruessens en Anna Smeets releveren Maria Cruessen en Christiaen Fredrix in naam van Anna Cruessens op 21 maart 1647 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix als man en momber van Anna Crusens, voor zichzelf en voor zijn zwagerin Marie Crusens, releveert het versterf dat op hen is verstorven na de dood van hun ouders: huis en hof in Ghenebos gelegen en al hetgeen onder deze justitie is hovende.5' |
Lening | Christiaen Fredrix en Maria Cruessen leenden aan Catharina Tonis en Henrick Antonis aan 15 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt in Genenbos te Lummen [België] op 6 juli 1647. Deze verwijst ook naar Henrick Swijsen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Anna Cruessens en Sebastiaen Tonis. De akte luidt als volgt: 'Mertten en Elen Gielis. Marie Crusens en haar zwager. Mr. Henrick Swysen, uit kracht van de hierna volgende procuratie, draagt tot behoef van Marie Crusens en haar zwager Christiaen Fredrix als man en momber van Anna Crusens een rente op van 15 gulden Brabants jaarlijks, gedeeltelijk Loons en Brabants. Deze rente staat aan de panden van de kinderen van Sebastiaen Tonis. Sebastiaan had het goed verkregen van de mombers van de erfgenamen van Joannes Gielis. Het is in Genebosch gelegen. Verkocht voor 150 gulden Brabants eens. Christiaen Fredrix en Marie Crusens kwamen ter gichte. Omdat de helft Brabants is, is het pontgelt 3 - 15 stuivers. Procuratie van 11 november 1643. Merten Gielis, mondig zoals hij verklaarde, verscheen voor de schepenen van Lummen ten Loons recht. Bovendien Elen Gielis die geassisteerd was door Aerdt Brabanders die ze verklaart tot haar momber te 'assumeren'. Ze constitueren mr. Henrick Swysen of enig ander persoon, om voor meiere en schepenen van Loons recht van Lummen of elders te verschijnen om daar tot behoef van Marie Crusens de rente van 15 gulden Brabants jaarlijks op te dragen, gedeeltelijk Loons en gedeeltelijk Brabants, zoals ze trekken op panden van de kinderen van Sebastiaen Tonis. Sebastiaan had het goed, dat in Ghenebos gelegen is, verkregen van de erfgenamen van Joannes Gielis. 'Gecollationeert metten originelen staende opt minuet boeck der gichten concordat' (getekend) Peter Aerts secretaris.6' |
Relief | Na het overlijden van Walterius Cruesen releveren Christiaen Fredrix op 22 november 1647 te Heusden [België] . De akte luidt als volgt: 'Op 22 november releveert Korst Fredrix voor hem als [voor] zijn medegeringen na de dood van Wouter Cruesens 3 gulden bb jaarlijks als Willem Van Obbel Wouter gegicht heeft op 8 november 1630 en na het verzochte relief is Korst Fredrix hiervan ter gichte gekomen.7' |
Aflossing | Christiaen Fredrix ontving van Wijnand Jacobs de terugbetaling van een lening aan 11 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 4 september 1648. Deze verwijst ook naar Peter Jacobs als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Korst Frerix, zo voor hem als voor zijn medegeringen, als kwijting van 11 gulden bb jaarlijks tot behoef [van] Peter Jacobs, Wijnant Jacobs representerend, als zij op zijn panden trekken. Zij bekennen het kapitaal met alle dienaangaande verloop ontvangen te hebben. Ze doen warantschap voor een kwijting naar landrecht en zo is Peter Jacobs vrij ter gichte gekomen en is in hoeden gekeerd.8' |
Aflossing | Christiaen Fredrix en Anna Cruessens ontvingen van Jacops Vanden Eerdewech de terugbetaling van een lening van 80 gulden aan 4 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 11 februari 1649. De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix als man en momber van Anna Crusens kwijt de panden van Jacops Vanden Eerdenwech van 4 gulden jaarlijks. Kapitaal en alle verlopen werden voldaan.9' |
Eigendom | Christiaen Fredrix verkocht een goed volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 17 juni 1649. Deze verwijst ook naar Wouter Ooms als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Oriaen Pijpers. De akte luidt als volgt: 'Oriaen Pijpers als moderne borgemeester van Ter Hoeijcken met ‘vuerstant’ van de meeste partijen van de gemeente draagt op tot behoef van Corst Fredrix een hoveken aan een wijer gelegen aan Wauter Aerts ‘regenoten’ [ten] westen aan Wouter Aerts. En dat voor de som van 16 gulden bb eens, vrij van alle lasten uitgenomen des heren grondcijns. Na [het] opdragen van Oriaen is Korst ter gichte gekomen. Met de laudering van zijn huijsvrouwe Anna Crusens draagt Korst op tot behoef van Wouter Ooms het erf verkregen van Oriaen voorschreven en [dat] in pure mengelinghe [zoals] hierna volgt, en erf om erf warantschap doende voor een goede gicht is Wouter ter gichte komen. Zelf heeft Wouter Ooms in wedermengelinge opgedragen tot behoef van voorschreven Korst Fredrix het erf dat Wouter op deze datum ontvangen heeft van de voorschreven]gemeente, warantschap doende voor een goede gicht en [zo] is Korst ter gichte gekomen.10' |
Eigendom | Christiaen Fredrix verkocht een goed aan Mattheijs Jans volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 13 oktober 1650. Deze verwijst ook naar Jan Maes, Jordaen Loijens en Frans Croonaerts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Peter Moens en Wauther Coems. De akte luidt als volgt: 'Op deze en alle hierna volgende 'proclamatorielle' condities stelt Christiaen Fredericx ter 'venditien' een stuk land in Paal gelegen, 'regenoten' ten oosten en ten noorden aan de erfgenamen van Peeter Jans zaliger, ten zuiden aan 's'heeren straet', groot 'drij vaet saijens'. Hij warandeert de verkoper dat dit stuk land nergens mee belast is, behalve met een kleine cijns, van één oort of iets dergelijks, waarvan hij zelfs niet weet of hij het ooit betaald heeft. Item zal deze conditie driemaal [af]geroepen worden in de kerk van beringen, en dit om de 14 dagen. Daarna zal men de op de 'naester genachten' of naar believen van partijen de kaars ontsteken. Zo er enig differentie zou zijn bij het uitgaan van de kaars, wordt er beslist door de 'heeren daer over sittende' [nvdr. de schepenen]. Verder nog de conditie dat de koper op deze koop zoveel hogen van telkens 2 gulden zal mogen stellen als hem belieft, half tot profijt van de verkoper en de andere helft tot profijt van de koper. Item zullen de 'coop penninghen' op de [dag van de] gicht moeten worden betaald, in goede en gangbare munt en zal de koper het goed vanaf dan mogen 'aenslaen'. Item moet de huisvrouw van de verkoper 12 gulden voor een 'kermisse' hebben. Item, zo iemand komt te hogen en niet kan voldoen, dient hij drie 'roesenoebels' te betalen, wat met 'parate exercitie' mag worden verhaald. Lijcoop na lantcoop, godtspenninck 3 schellingen, schrijfgeld een halve pattacon. Op heden 9 september 1650 heeft Theijs Jans 278 gulden Brabants geboden en 40 hogen, waarop hem de palmslag is gegeven. 'Actum et stipulatum' binnen Beringen in presentie van Peeter Moons en Wauther Coems als 'geloeffbaere' getuigen. Was ondertekend, J. Loijens notaris. Op dezelfde dag en maand heeft Jan Maes deze koop nog verbeterd met 3 hogen, welke Theijs Jans voorschreven wederom heeft afgehoogd met 7 hogen, in presentie van de getuigen zoals boven. Was ondertekend, J. Loijens notaris. Anno 1650 op 13 oktober, nadat opnieuw de proclamaties over deze verkocht goed in de kerk van Beringen waren gedaan, is de kaars op die datum wettelijk ontstoken en gebannen. Bij het uitgaan is het goed aan Theijs Jans als laatste hoger verbleven voor de som als in de conditie staat. Vervolgens heeft Christiaen Fredericx, met 'lauderinghe' van zijn huijsvrouwe opgedragen tot behoef van aan zijn koper, die daarin gegicht is met recht. De opdrager verklaart zijn kooppenningen te hebben ontvangen en is 'in hoeden gekeert'.11' |
Aflossing | Christiaen Fredrix ontving van Jan Geerts de terugbetaling van een lening van 150 gulden aan 7 gulden 10 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 22 juni 1651. De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix kwijt Jan Geerts en zijn panden van 7 gulden 10 stuivers jaarlijks. Kapitaal en alle verlopen werden betaald.12' |
Eigendom | Machiel Van Elderen en Catharina Tonis verkopen, samen met Henrick Antonis, een goed aan Christiaen Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 september 1651. Deze verwijst ook naar Henrick Swijsen, Jacop Van Herle, Christiaen Servatius, Silvester Van Erpecum en Jan Geerts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Sebastiaen Tonis, Odilia Van Herle, Anna Smeets en Michael Cruessens. De akte luidt als volgt: 'Voor meier en schepenen mr. Henrick Swysen en Cuypers verscheen Machiel Van Elderen, man en momber van Catharina Tonis van wie hij de toestemming zal binnenbrengen, die handelt in eigen naam en in naam van zijn zwager Henrick Antonis. Bovendien verscheen Jacop Van Herle als momber en oom van de voorschreven nog onmondige Henric. Ze dragen op tot behoef van Christiaen Fredrix als man en momber van Anna Crusens en tot behoef van Marie Crusens: huis, landen en bemden gelegen in Ghenebos tegenover "die capelle ende daerontrent ende gestaen respective". Deze goederen hebben vroeger toebehoord aan Jan Gielis alias Vischers en het werd door Sebastiaen Antonis en zijn huisvrouw Odilia Van Herle van hem gekocht. Nadien heeft Anna Smeets weduwe van Machiel Crusens deze goederen wettelijk geevinceerd voor de som van 800 gulden. Machiel Van Elderen bekent zich van deze som voor zijn deel, 400 gulden, voldaan voor het aandeel van Marie Crusens. Voor het deel van Henrix Antonij, bedragend eveneens 400 rinsgulden, heeft Christiaen Fredrix vandaag aan Jacob Van Herle als momber van Henric laten gichten en goeden een rente van 20 gulden jaarlijks, op datum van vandaag voor de Brabantse buitenjustitie. Opgemaakt door notaris Christiaen Servatij op 28.06.1651. Cristiaen q. q. en Marie Crusens kwamen met recht ter gichte. Solvit pro juribus in toto 6 - 1 st, omdat het extraordinarie geschied is. De minute werd geschreven door Swysen. Akte. 28.06.1651 verschenen bij de notaris in de stad Beringen Christiaen Fredrix in Genebosch onder Lummen woonachtig en Marie Crusens wonend in Beringen. Bovendien Machiel Van Elderen als man en momber van zijn vrouw Cattlyn Tonis Sebastiaenens dochter en Jacob Van Herle als momber van Henrix Tonis Sebastiaenssone, de tweede partij. Anna Smeets, weduwe van Machiel Cruesens, had tijdens haar leven een huis en hof en andere panden uitgewonnen die in Ghenebosch onder Lummen gelegen zijn. Ze behoorden toe aan Sebastiaen Tonis erfgenamen. Wegens een rente van 36 gulden Brabants jaarlijks uitgewonnen. Daarom dragen Machiel van Elderen en Jacop Van Herle q. q. deze goederen zonder uitzondering op tot behoef van Christiaen en Marie voorschreven om ze zonder reserve te bezitten. Op dag van gichten moeten ze 800 gulden Brabants betalen of deze som op rente zetten. In geval van vernadering zullen Christiaen en Marie 2 souverainen krijgen voor hun moeite. Godsgeld 14 stuivers, lycoop 4 gulden, schrijfgeld met de copije 30 stuivers. Opgemaakt in Beringen in het woonhuis van Jacop van Herle in aanwezigheid van getuigen mr. Silvester Van Erpecum en Jan Geerts, inwoners van Beringen. Getekend door notaris Christiaen Servatij.13' |
Aflossing | Christiaen Fredrix en Anna Cruessens ontvingen van Jan Vander Locht en Jan Reijnders de terugbetaling van een lening van 60 gulden aan 3 gulden 10 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 oktober 1651. De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix man en momber van Anna Crusens kwijt de panden van de kinderen van Servaes Reynders van 3 gulden 10 stuivers jaarlijks. Voor kapitaal hebben ze uit handen van Jan Vander Locht en Jan Reynders, als mombers van de kinderen, de som van 60 gulden Brabants eens ontvangen. Het pand was ‘den Langen Hoff’ in Molem.14' |
Civielrecht | Hij en Jan Geerts waren te Lummen [België] betrokken bij de volgende volgende civiele rechtzaak op 22 februari 1652: 'Gelydt Christiaen Frerix op panden Jan Geerts tot Ghenebosch. Nadat Christiaen Frerix geprocedeerd had op panden van Jan Geerts, eisende daarop 7 gulden jaarlijks en verschenen voor de 3 laatste jaren, was de zaak zover gevorderd dat de schepenen de zaak oud genoeg van genachten wezen en de partijen te bedagen tot het gelydt. Op deze geprefigeerde dag van gelydt, 8 februari 1652, verzocht de klager verder recht volgens de conde die dienaar Jacop Van Herle gedaan had. Er verscheen niemand om handvulling te doen aan de klager. Er werd Frerix risch en rys geleverd in een teken van possessie en hij werd erin gegicht met ban en vrede.15' |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Cornelius Cox en Anna Fredrix op 15 september 1653 te Lummen [België]; Vader Christianus is getuige. Het huwelijk wordt ingezegend door Nicolaus Hermans.16 |
Relief | Na het overlijden van Maria Cruessen releveren Christiaen Fredrix en Anna Cruessens op 17 september 1653 te Heusden [België] . De akte luidt als volgt: 'Coert Frederix als momber van zijn ‘huijsvrouwe’ releveert na de dood van Marie Crusens alle ‘eerffven’ en renten die onder deze bank sorteren en na het verzocht relief is Coert Fredrix daarvan ter gichte gekomen en is in hoeden gekeerd.17' |
Relief | Na het overlijden van Maria Cruessen releveren Christiaen Fredrix en Anna Cruessens op 18 september 1653 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix, als man en momber van Anna Crusens, releveert het versterf dat hem is aangekomen na de dood van Marie Crusens, de zuster van zijn huisvrouw.18' |
Eigendom | Christiaen Fredrix verkocht een goed aan Jan Swinnen volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 6 oktober 1653. De akte luidt als volgt: 'Anno 1653 op 6 oktober is de kaars gerechtelijk ontstoken en is bij het uitgaan aan Jan Swinnen verbleven en is 'in huijde van schepen gekeert'. Tezelfdertijd heeft Korst Fredrix met 'lauderinge' van zijn 'huijsvrouwe' 'opgedraghen tot behoeff' Jan Swinnen het 'erff' in de proclamatie begrepen en verklaart zijn penningen volgens de proclamatie ontvangen te hebben en na de opdracht van Korsten voorschreven is Jan Swinnen daarvan ter gichte gekomen en is 'in huijden gekert'.1' |
Eigendom | Christiaen Fredrix verkocht een goed aan Mattheuwis Hubrechts volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 16 oktober 1653. De akte luidt als volgt: 'Anno 1653 op 16 oktober heeft Corst Fredericxs in vercoopenisse opgedraghen tot behoef van Mattheuwis Hubrechts een weijerken, gelegen aan 'de Sterten', voor de som van 69 gulden bb, die hij verklaart ontvangen te hebben. Lijcoop na lantcoop, godtspenninghen 2 stuivers. Na de opdracht is Mattheus Hubrechts ter gichte gekomen en is in hoeden gekeerd.19' |
Lening | Jan Sroijen leende aan Christiaen Fredrix de som van [vermoedelijk] 200 gulden aan 5,5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 19 juni 1654. De akte luidt als volgt: 'Korst Fredrix draagt op tot behoef van Jan Sroijen, jaarlijks te kwijten met 11 gulden bb, vallende de 1 juli. Het pand is de dries gelegen aan de wijers van de Sartrosen [nvdr. bedoeld wordt de Chartreuses of Kartuizers, die op de St.-Jansberg te Zelem hun klooster hadden], regenoten[ten] oosten de wijers van de Sartrosen, westen ’s heerenstraat en de gemeenteheide. Voorts ‘generalijck’ al zijn goederen, zo nu hebbende als verkrijgende zonder onderscheid onder welke heren of hoven deze resorteren, ‘consenterende’ zo absent als present in de realisatie voor rechter daertoe competent. Na het opdragen van Korsten voorschreven is Jan daarvan ter gichte gekomen en is in hoeden gekeerd.20' |
Aflossing | Christiaen Fredrix ontving van Jan Van Eubbel de terugbetaling van een lening van 3 gulden jaarlijks volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 19 oktober 1656. De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix kwijt de panden van Jan Van Eubbel van een rente van 3 gulden jaarlijks, staande op een stuk onder Genebos genaamd "die Nieuw Straet". Kapitaal en alle verlopen werden terugbetaald.21' |
Naasting | Christiaen Fredrix naast een goed van Christiaan Henrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 19 december 1658. De akte luidt als volgt: 'Nadat Christiaen Fredrix had geprocedeerd op de panden van de erfgenamen van Christiaen Henrix "deur faut solutie eender rente" van 5 gulden jaarlijks "gevallen pro anno novissimo", was de zaak zover dat de schepenen ze oud genoeg van genachten wezen om de partijen te dagen tot het gelijdt. Op deze dag verzocht de klager verder recht volgens die conde die Jan Aerdts had gedaan. Er verscheen niemand om handvulling te doen, waarop aan de klager ris en rijs werd geleverd als teken van eigendom en hij werd in de beklaagde panden gegicht met recht.22' |
Aflossing | Christiaen Fredrix ontving van Tilmanus Van Herle en Maria Van Eerdewegh de terugbetaling van een lening van 100 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 3 maart 1661. De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredricx verklaart dat hij uit handen van Tielman Van Herle, in de naam van zijn moeder Maria Vanden Eerdenwech, 100 gulden ontvangen heeft. Het betreft het kapitaal van 5 gulden jaarlijks met twee jaren verlopen en nog 19 gulden 13 stuivers voor de kosten van evictie die door Fredricx werden gemaakt toen hij de panden "gesaiseert" heeft van de erfgenamen van Christiaen Henricx in Molem en die door de voorschreven Maria Vanden Eerdenwech als jongere rentier denvo (?de nouveau?) geëvinceerd zijn omdat deze panden naast andere aan haar verborgd werden. Tielman Van Herle kwam in de naam van zijn moeder ter gichte.23' |
Overlijden | Hij overleed tussen 3 maart 1661 en 31 maart 1661 te Lummen [België]. De tekst vermeldt: 'Hij overlijdt ergens midden maart 1661. Hij doet begin maart nog een leningstransactie, terwijl er einde maart al sprake is van 'erfgenamen Christiaen Frerix.23,24'' |
Gebeurtenis | Op 31 maart 1661 wordt Christiaen Fredrix vermeld in een akte te Lummen [België] :'De laten en de meier van de Hoff Vander Smissen brengen over de procedure en actiën die bij hen zijn "gewassen" wegens de kerk van Lummen, klager, op panden van de erfgenamen Christiaen Frerix onder Molem. Hermans had de conde tegen heden gedaan en er werd gehandeld tot het gelijdt inclusief.24' |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Joannes Daems en Christina Fredrix op 24 oktober 1661 te Lummen [België]; Het huwelijk wordt ingeschreven 'met het rode zegel' welwillend aangeboden door de pastoor. Het huwelijk is op een vroegere datum reeds ingezegend door Petrus Beckers, pastoor te Viversel, in de kapel van St. Rochus te Genebos. De getuigen waren toen Christianus, de vader van de bruid, en Lambertus Aerts.25 |
Belasting | Na de dood van Christiaen Fredrix gebeurde op 7 april 1663 in Genenbos te Lummen [België] de volgende belastingsaagifte: ' Aanbrengen van goederen B X De erfgenamen Cristiaen Fredricx, van land en dries genaamd ‘den beckersbosch’, palend aan Jacob Van Heerle ten westen, ten oosten de Carthuisers van Seelhem, groot 199 roijen. A X Dezelfden, van huis en hof tegenover de kapel gelegen, grenzend aan Jan Geerdts ten oosten, aan de erfgenamen Peeter Reijnders ten westen, groot 313 roijen. B X Dezelfden, van ‘den ‘hoogenhoff’, grenzend aan Mathijs Van Elsrack ten oosten, Dries Van Heerle ten westen, groot 185 roijen. C X Dezelfden, van een bosken op de dellen gelegen, grenzend aan Hendrick Claes ten westen, ten oosten Jaspar Cnaepen, groot 113 roijen. C X Dezelfden, van een bosken het welck dat nu land gemaakt wordt, palend aan Hendrick Claes ten oosten, ten westen aan Dirick Truijens, groot 205 roijen. B X Dezelfden, van een stuk land op de ‘lange straet’ genaamd ‘het slott’, grenzend aan Peeter Joris ten oosten, ten westen aan Willem Van Eubbel, groot 84 roijen. A X Dezelfden, van huis en hof daaraan gelegen, palend aan “des heeren straet” ten oosten en zuiden, de erfgenamen Jan Swalen ten westen, groot 300 roijen min 6. B X Dezelfden, van de “roode bleuck”, palend aan Meuwis Swennen ten westen, Jan Geerdts Jeuris sone ten oosten, groot 168 roijen. B X Dezelfden, van een stuk land gelegen op ‘den dooden man’, grenzend aan Willem Aerdts ten oosten, ten westen aan Lemmen Loumans, groot 472 roijen (slecht land). B X Dezelfden, van een stuk genaamd ‘het boschveldt oft landt’, palend aan Peeter Hendricx ten oosten, ten westen aan Jan Geerdts Jeuris sone, groot 236 roijen. B X Dezelfden, van een stuk land, genaamd ‘het hools bloeck’, grenzend aan Hendrick Vanden Eertwech ten oosten, ten westen aan de erfgenamen Jan Fransen, groot met slechten ‘hautwasch’ 266 roijen. B X Dezelfden, van ‘seker brouck’, genaamd ‘die Keijulen’, palend aan Hendrick van Eertwech ten oosten en westen, groot 629 roijen. A X Dezelfden van een ‘beempt op die beeck bij die bonis winninge’, grenzend aan ‘die voorschreven winninge’ ten oosten, ten westen aan Vincent Trauwes, 269 roijen. A X Dezelfden, van ‘den hoogen bampt’ meije brouck’, grenzend aan Willem van Eubbel ten oosten, ten westen aan Hendrick Vanden Eertwech, 644 roijen A X Dezelfden, van een stuk maije brouck ‘t Scheeck, grenzend aan Joris Geerdts, ten westen aan Jan Swalen, 239 roijen. B X Dezelfden, van een stuk ‘edt brouck’, palend aan de erfgenamen zelf ten oosten, ten westen aan Servaes Claes, 245 roijen. B X Dezelfden, van een stuk edt brouck ‘die Voerste Scheeck’, palend aan de ‘ghemijnen aerdt’, ten westen de erfgenamen zelf, 328 roijen. B X Dezelfden, van een wijer, nu broick; “den stadthelder”, grenzend aan Jeuris van Eubbel ten oosten, ten zuiden ‘de wijer’ van de Satroesen, 423 roijen. A X Dezelfden van een ‘maije beempt’ in het Geneijckens broick’, grenzend aan Jeron Wendelen ten oosten, ten westen mr. Thomas Eelens, 256 roijen. Een som van 5834 roijen (nvdr. correct opgeteld is de som 5568 roijen, wat een oppervlakte van 17 ha 12a vertegenwoordigt). [* roije = 30,738 ca]26' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Michael Fredrix met Jan Geerts, geacteerd te Lummen [België] op 19 april 1663, vermeldt eveneens Christiaen Fredrix; Machiel Fredricx zoon van Christiaen, handelend in de naam van zijn moeder Anna Crusen, draagt op tot behoef van Jan Geerts Janszoon een etbroeck in Genebos achter Jan Geerts hof gelegen. Christiaen had dit op 8 februari 1652 uitgewonnen. Fredricx heeft het verloop van de rente van 7 gulden jaarlijks ontvangen met de onkosten van evictie. Anna Crusen weduwe van Christiaen Fredricx behoudt voor zich de rente van 7 gulden jaarlijks.27 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Hendrick Alen met Jan Reynders, geacteerd op 18 oktober 1663, vermeldt eveneens Christiaen Fredrix; Henrick Alen, als man en momber van Christina Reynders, draagt op tot behoef van Jan Reynders, zijn zwager, het deel dat Christina bij deling werd toegewezen in een hof gelegen in Molem, grenzend Jan Reynders’ voorschreven wederhelft in de hof 1), Cattlijn Mommen Z, Vincent Reynders N. Ruilt het voor een hof die Jan Reijnders onder Reckhoven heeft en die hij daar tot behoef van zijn zwager opgedragen heeft. Jan Reynders neemt de last op zich van een rente van 5 gulden jaarlijks die de erfgenamen van Christiaen Fredricx op de hof in Molem trekken, die ook aan Christina tot last was gevallen. Henrick Alen, zijn zwager neemt tot last de renten en lasten die Jan Reynders op zijn goed in Reckhoven droeg. Jan Alen (uiteraard Reijnders!) kwam met recht ter gichte.28 |
Relief | Hij werd vermeld bij het relief van Michael Fredrix op 8 maart 1675 te Heusden [België]; Anno 1675 de achtste maart releveert Ghiel Fredrix voor zichzelf en voor zijn medegeringen alle erven onder deze jurisdictie gelegen, dat hen is toegekomen na de dood van hun ouders Corst Frederix en Anna Crusens. De schepenen, hierin consenterende, verlenen Michiel het relief volgens het bankrecht en hij is in hoeden van wet gekeerd.29 |
Aflossing | De leningsovereenkomst van Paulus Van Nuffele, samen met Michael Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 21 maart 1675, vermeldt eveneens Christiaen Fredrix; 150 gulden.30 |
Familie | Anna Cruessens ° 28 sep 1602, + 8 feb 1675 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, 1653, boek 8, p.37v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, 1640, p.106v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.106v.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, 1647, boek 7, p.236.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.60r.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.73r.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 7 (1599-1694), 1647, p.239.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 7 (1599-1694), 1648, p.252v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, folio 170v.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 7 (1599-1694), 1649, p.264v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 40, 1650, p.269v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.264.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.269v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.272v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.307v.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1653, huwelijken, p.32.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 8 (1649-1674), 1653, p.36v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.370v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1643, boek 40, p.376.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 8 (1649-1674), 1654, p.40.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1656, p.8.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1658, p.117.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1661, p.336.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1661, p.352.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 553, p.73 (p.39).
- [S38] Cijnsregister Lummen, Rijksarchief Hasselt.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1663, p.559.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 85, 1663, p.634.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 9 (1674-1705), 1675, p.4v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 86, 1675, p.5.
Christianne Fredrix
IDnr.11495, ° 11 november 1949
Vader | Marcel Jan Maria Fredrix1 ° 18 juli 1922, + 22 augustus 1976 |
Moeder | Virginia Carolina Verboven1 ° 17 januari 1924, + 25 februari 1953 |
Geboorte | Christianne Fredrix werd geboren op 11 november 1949 te Wilrijk [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Gerard Van Mieghem op 7 juli 1973 te Mortsel [België].1 |
Familie | Gerard Van Mieghem ° 8 jun 1946 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S286] Opzoekingen door Paul Fredrix.
Christianus Fredrix
IDnr.323, ° 20 september 1664, + 25 april 1722
Vader | Michael Fredrix1 ° circa 1635, + 22 december 1679 |
Moeder | Catharina Hueveneers1 ° circa 1635, + 30 januari 1683 |
Stamkaarten | afstammelingen van Christiaen Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Christiaen Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Christianus Fredrix werd gedoopt op 20 september 1664 te Lummen [België] met als peter Petrus Van Obbel en als meter Anna Tielens.1 |
Relief | Na het overlijden van Michael Fredrix en Catharina Hueveneers releveren Christianus Fredrix, Joannes Fredrix en Anna Frederix, samen met Jan Hueveneers en Cornelius Cox als voogd op 11 maart 1683 in Genenbos te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Jan Hueveneers en Nilis Coex, als mombers van de kinderen van Michael en Catharina zaliger, zijn de uitvoerders van het relief. Het gaat over een bempt gelegen in Genebos, te westen palend aan Henrick Vanden Eerdenwech, ten noorden en ten oosten aan het eigen hof en ten zuiden aan de beek. Voorts over een bempt, het Hoedtsbampt genaamd, ook gelegen in Genebos, ten oosten palend aan Bartel Truijens en ten noorden aan Maria Lemmens. En tenslotte, een huis en hof, gelegen in Genebos, ten noorden palend aan de straat, ten westen en ten zuiden aan Aert Reijnders en ten Oosten aan Jan Geerts.2' |
Gebeurtenis | In 1688 wint Christianus Fredrix in Genenbos te Lummen [België] gedurende drie opeenvolgende jaren het koningsschieten, waardoor hij keizer werd. Het gebruik wilde dat de keizer een zilveren plaatje, een breuk, schonk om op het gewaad van de schuttersgilde te worden bevestigd.3 |
Huwelijk | Hij huwde met Elisabetha Bosmans, dochter van Gerardus Bosmans en Maria Sijmons, op 9 februari 1689 te Lummen [België] met als getuigen Bartholomeus Monis en Arnoldus Wils. De akte vermeldt: 'Het huwelijk wordt ingeschreven met het rode zegel. Het huwelijk plaats vindt plaats in het klooster van de Kapucijnen van Hasselt (nu verdwenen). Het wordt ingezegend in tegenwoordigheid van de 'gardiaan' (overste) van het klooster, Angelus van Maastricht (geboren Mattheus Brouwers).4' |
Relief | Na het overlijden van Michiel Crusen releveren Christianus Fredrix en Lambrecht Meijkens op 8 februari 1691 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Lambrecht Meijkens en Christiaen Fredrix releveren in de naam van de 'Capellen tot Genebosch' hetgeen haar toekomt onder deze jurisdictie gelegen: 2 gulden jaarlijks en 4 halsters koren gelegateerd door Elisabet Neven. Cristiaen Fredrix is de sterfelijke gichtdrager geworden in opvolging van Michiel Crusen, de laatste gichtdrager die gestorven is.5' |
Aflossing | Anna Frederix en Christianus Fredrix ontvingen van Mathias Vrancken de terugbetaling van een lening van 150 gulden bbl aan 8 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 22 februari 1691. De akte luidt als volgt: 'Cristiaen Fredrix in de naam van zijn minderjarige zuster Anna Fredrix kwijt de panden van Mattijs Vrancken, namelijk 'die Hijsmans scomme' onder Laren gelegen, van een rente van 150 gulden kapitaal, jaarlijks 8 gulden. Hij verklaart dat kapitaal en verlopen rente werden terugbetaald. Mattijs Vrancken is in de kwijting ter gichte gekomen.6' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Aerdt Andaso met Joannes Van Heel, geacteerd te Lummen [België] op 19 december 1697, verwijst naar Christianus Fredrix als betrokken partij; Aerdt Andaso verkoopt aan Jan Van Herle een perceel land 'het Heijken' gelegen op de Langstraet. Grenzend aan 'die Broeckstege' O., Michiel Stessens W., Haub Elsen Z., die Langstraet N. voor 20 gulden BBL eens boven de lasten. Lasten: 50 gulden kapitaal aan Jan Fredrix en 50 gulden kapitaal aan Cristiaen Fredrix, 2 oorden cijns en gemeenteschattingen.7 |
Aflossing | Christianus Fredrix ontving van Mattheys Ceyssens de terugbetaling van een lening van 1000 gulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 mei 1715. De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix kwijt de panden van Mattheys Ceyssens, afkomend van Geerdt Sneyers, van 1000 gulden. Gecreëerd op 9 mei 1650.8' |
Aflossing | Christianus Fredrix ontving van Simon Wouters en Gilis Wouters de terugbetaling van een lening van 500 gulden bbl aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 februari 1721. Ze vermeldt verder ook Adriaen Wouters. De akte luidt als volgt: 'Op 27 februari 1721 kwijt Christiaen Fredrix de panden van Simon Wouters en Gilis als erfgenamen van Adriaen Wouters van een rente op vijfhonderd gulden kapitaal en een rente van 25 gulden jaarlijks. Hij verklaart zowel het kapitaal als de rente te hebben ontvangen.9' |
Overlijden | Hij overleed op 25 april 1722 te Lummen [België] in de ouderdom van 57 jaar.10 |
Relief | Na het overlijden van Christianus Fredrix releveren Joannes Geerts na 25 april 1722 in Genenbos te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Jan Giers, kapelmeester van de Sint-Rochuskapel te Genenbosch, releveert alle renten en erven van de Sint-Rochuskapel, en dit na de dood van Christiaen Fredrix, de laatst uitgestorven gichtdrager.11' |
Relief | Na het overlijden van Christianus Fredrix en Elisabetha Bosmans releveren Michael Fredrix en Joannes Fredrix op 23 mei 1732 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Michiel en Jan Fredricx releveren de goederen die op hen verstorven zijn na de dood van Christiaen Fredricx en Elisabeth Bosmans, hun ouders zaliger, en waar hun moeder Elisabeth als tochtster uitgestorven is: huis en hof in Genebosch gelegen, palend de straat N., Barthel Smeets O., Jacobus Reijnders weduwe W. en Z; een perceel bempts genaamd 'den Hooghen Bempt' in Genebosch gelegen, palend Anna Fredricx O., de beek Z., Renier Daniels W.12' |
Familie | Elisabetha Bosmans ° 17 sep 1667, + 9 mei 1732 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1664, doopsels, p.118.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1685-1691, p.82v.
- [S148] Origineel stuk Sint-Rochus gilde Genenbos (Lummen), foto gemaakt door Koen Luts.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 555, p.128.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1685-1691, p.360v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1685-1691, p.364v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 88, 1697, p.170.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, register nr. 61, 1712 - 1728, p.24.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 89, folio 49.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 0318928, overlijdens, 1722, 17.08.1701 - 16.06.1724, akte 33.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 89, folio 199.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90, 1732, p.659.