Joseph Hubert Frederic
IDnr.9195, ° 21 september 1893, + 2 november 1955
Vader | Hubertus Frederix1 ° 6 oktober 1866, + 14 maart 1900 |
Moeder | Marie Elisabeth Lambertine Philippart1 ° 31 oktober 1869, + 25 april 1951 |
Stamkaarten | afstammelingen van Gerardt Fredericx [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Gerardt Fredericx [boxformaat] |
Geboorte | Joseph Hubert Frederic werd geboren op 21 september 1893 te Lixhe [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Léontine Marie Elisabeth Mestdagh, dochter van Joseph Mestdagh en Marie Elisabeth Defroidmont, na 1915 te Lixhe? [België].1 |
Overlijden | Hij overleed op 2 november 1955 te Lixhe [België] in de ouderdom van 62 jaar.1 |
bronvermelding(en)
- [S97] GeneaNet pagina's van Hubert Browet, http://gw.geneanet.org/browetgeneanet1
Lambertine Hélène Annette Frederic
IDnr.9223, ° 22 januari 1899, + na 1921
Vader | Hubertus Frederix1 ° 6 oktober 1866, + 14 maart 1900 |
Moeder | Marie Elisabeth Lambertine Philippart1 ° 31 oktober 1869, + 25 april 1951 |
Stamkaarten | afstammelingen van Gerardt Fredericx [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Gerardt Fredericx [boxformaat] |
Geboorte | Lambertine Hélène Annette Frederic werd geboren op 22 januari 1899 te Lixhe [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Noël Joseph Geromboux, zoon van Noël Joseph Geromboux en Félicie Elisabeth Decortis, na 1920 te Lixhe? [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 1921. |
bronvermelding(en)
- [S97] GeneaNet pagina's van Hubert Browet, http://gw.geneanet.org/browetgeneanet1
Marie Josée Hubertine Frederic
IDnr.9204, ° 28 september 1927
Vader | Jean Hubert Frederic1 ° 12 november 1896, + 2 augustus 1972 |
Moeder | Henriette Louise Warnotte1 ° 3 juli 1902, + 4 februari 1980 |
Stamkaarten | afstammelingen van Gerardt Fredericx [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Gerardt Fredericx [boxformaat] |
Geboorte | Marie Josée Hubertine Frederic werd geboren op 28 september 1927 te Lixhe [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Joseph Jean Thomas Lambrix, zoon van Antoine Joseph Lambrix en Elisabeth Anatolie Micheroux, op 27 juni 1953 te Lixhe [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S97] GeneaNet pagina's van Hubert Browet, http://gw.geneanet.org/browetgeneanet1
Mathilde Emilie Hubertine Frederic
IDnr.9209, ° 5 maart 1929
Vader | Jean Hubert Frederic1 ° 12 november 1896, + 2 augustus 1972 |
Moeder | Henriette Louise Warnotte1 ° 3 juli 1902, + 4 februari 1980 |
Stamkaarten | afstammelingen van Gerardt Fredericx [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Gerardt Fredericx [boxformaat] |
Geboorte | Mathilde Emilie Hubertine Frederic werd geboren op 5 maart 1929 te Lixhe [België].2 |
Huwelijk | Zij huwde met Louis Thomas Lambrix, zoon van Antoine Joseph Lambrix en Elisabeth Anatolie Micheroux, op 24 juni 1950 te Lixhe [België].2 |
Familie | Louis Thomas Lambrix ° 4 okt 1922 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S97] GeneaNet pagina's van Hubert Browet, http://gw.geneanet.org/browetgeneanet1
- [S239] Opzoekingen door Joseph Dortu.
Albert Joseph Frederici
IDnr.8815, ° 13 mei 1827, + na 20 oktober 1859
Vader | Joannes Lambertus Josephus Frederici1 ° 18 april 1779, + na 20 oktober 1859 |
Moeder | Marie Cathérine Dechamps1 ° 1 januari 1795, + na 20 oktober 1859 |
Geboorte | Albert Joseph Frederici werd geboren op 13 mei 1827 te Verviers? [België].2 |
Woonst | Hij woonde in 12 september 1854 in de rue du Collège te Verviers [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Félicie Laurence Octavie Renkin, dochter van Jean François Victor Renkin en Fany Caroline Hauzeur, op 12 september 1854 te Verviers [België] met als getuigen Victor Ernest Renkin en Lambert Philippe Maurice Frederici. De akte vermeldt: 'De echtelingen sluiten op 21.08.1854 een huwelijkskontrakt voor Maître LEFEBURE, notaris te Verviers. De getuigen bij het huwelijk zijn Laurent Joseph HAUZEUR 54 jaar, molenaar, wonend te Pépinster, oom van de bruid), Lambert Philippe Maurice FREDERICI (41 jaar, ridder in de Leopoldsorde, handelaar te Konstantinopel [nvdr. Istanbul] en broer van bruidegom), Henri François FREDERICI (23 jaar, zonder beroep, wonend te Verviers, broer van bruidegom) en Victor Ernest RENKIN (21 jaar, zonder beroep, wonend te Verviers, broer van bruid).1' |
Beroep | Hij was lakenfabrikant tussen 12 september 1854 en 10 augustus 1858.1,3 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Jean Ernest Guillaume Cornesse en Jeanne Adèle Frederici op 10 augustus 1858 te Verviers [België]; De echtelingen sluiten op 26.07.1858 een huwelijkscontract voor Maître LEFEBURE, notaris te Verviers. De getuigen bij het huwelijk zijn Ferdinand Guillaume Nicolas Henri CORNESSE (41 jaar, advocaat aan het Hof van Beroep te Liège, wonend te Stavelot, broer van de bruidegom), Nicolas Henri François CORNESSE (notaris te Chokier, broer van de bruidegom), Albert Joseph FREDERICI (31 jaar) en Justin Ernest FREDERICI (28 jaar), beiden lakenfabrikant, wonend te Verviers, broers van de bruid.3 |
Beroep | Hij was handelaar op 20 oktober 1859.4 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Antoine Joseph Leclercq en Jeanne Lambertine Frederici op 20 oktober 1859 te Verviers [België]; De echtelingen sluiten op 11.10.1859 een huwelijkscontract voor Maître LEFEBURE, notaris te Verviers. De getuigen bij het huwelijk zijn Guillaume Joseph DELHAYE (59 jaar, handelaar, wonend te Soumagne, oom van de bruidegom), Jean Pierre DUHAINE (40 jaar, ploegbaas, wonend te Nessonvaux, schoonbroer van de bruidegom), Joseph Albert FREDERICI (32 jaar, handelaar, wonend te Verviers, broer van de bruid), en Lambert Philippe Maurice FREDERICI (46 jaar, handelaar, wonend te Brussel, broer van de bruid).4 |
Overlijden | Hij overleed na 20 oktober 1859 te Verviers? [België].4 |
Familie | Félicie Laurence Octavie Renkin ° 26 feb 1835, + na 3 sep 1855 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S189] Burgerlijke Stand Verviers, Rijksarchief Liège, 1854, huwelijken, akte 111.
- [S189] Burgerlijke Stand Verviers, Rijksarchief Liège, 1855, geboorten, akte 576.
- [S189] Burgerlijke Stand Verviers, Rijksarchief Liège, 1858, huwelijken, akte 125.
- [S189] Burgerlijke Stand Verviers, Rijksarchief Liège, 1859, huwelijken, akte 188.
Anna Frederici
IDnr.1361, ° circa 1627, + 3 februari 1692
Vader | Arnoldus Frericx ° circa 1588, + 26 augustus 1657 |
Moeder | Anna Hoefmans ° circa 1590, + 28 maart 1666 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Naamvariatie | Anna Frederici werd ook Anna Frederix genoemd. |
Doopsel | Zij werd gedoopt circa 1627 te Lummen? [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Anna Fredrix op 11 december 1651 te Kuringen [België].2 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Renerus Millen op 23 september 1652 te Hasselt [België].3 |
Huwelijk | Zij huwde met Mathijs Mattheij op 26 november 1652 te Hasselt [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Catharina Frederici op 17 mei 1659 te Hasselt [België].4 |
Erfenis | Joannes Frederici en Mattheus Fredrix waren, samen met Anna Frederici, op 20 juli 1666 te Hasselt [België] erfgenamen van Arnoldus Frericx en Anna Hoefmans. De akte verwijst ook naar Arnoldus Liefsoons en Arnoldus Millen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Petrus Bus en Catharina Frederici. De akte luidt als volgt: 'Op 20 juli 1666 zijn voor mij Notaris en getuigen hieronder geschreven persoonlijk verschenen en gecompareerd Eerwaarde Heer en Meester Joannes Fredrix, Mathijs Fredrix, Joris Fredrix, Mathijs Matheuwis als man en momber van zijn vrouw Anna Fredrix, Aerdt Liefsoons als man en momber van zijn vrouw Maria Fredrix geassisteerd door Aerdt Bus, mede sprekende voor zijn andere zusters en broers, voorkinderen van de voornoemde Maria Fredrix, bij haar verwekt door Peeter Bus zaliger, en Aerdt Millen als vader en momber van zijn kinderen Renier, Anna, Lijsbeth en Catrien Millen, verwekt uit de schoot van Catlijn Fredrix. Samen kinderen en representanten van Aerdt Fredrix en Anna Hoefmans, beide zaliger. De goederen, cijnzen en renten die voornoemde ouders hebben achter gelaten, zijn na rijpe deliberatie en langdurig beraad in zes gelijke delen verdeeld, aangeduid met de letters A, B, C, D, E en F. Na hierover gekaveld te hebben is het eerste deel, aangeduid met de letter A, gevallen aan Aerdt Liefsoons, zowel voor hem en zijn kinderen verwekt bij Maria Fredrix als voor de kinderen bij haar verwekt door Peeter Bus, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning waar Aerdt voornoemd woont Het bestaat uit twee ‘moeshoofkens', de dries of boomgaard, de ene gelegen te Groenlaren in Lummen, geschat op 800 gulden, de andere geschat op 400 gulden bl, de onderste Scijnenshof geschat op 600 gulden bl, de bovenste Scijnenshof, bovenop de lasten die erop staan, geschat op 900 gulden bl, het Wauterken geschat op 150 gulden bl, de Langenhof geschat op 250 gulden bl, het Passebosken geschat op 100 gulden bl, het Quaetbleuxken geschat op 100 gulden bl, het voorste Edbrouck geschat op 800 gulden bl, de Jonckhanensbampt geschat op 400 gulden bl, en het Peeterbrouxken geschat op 200 gulden bl. Vervolgens 27 gulden en vijf stuivers bl jaarlijkse rente en nog eens 25 gulden bl jaarlijks, beide staande op de gemeente Lummen. Verder 3 gulden bl jaarlijks op de panden van Jaspert Poelmans, ook van Lummen. (Nota: een totaal van 4700 gulden bl voor de onroerende goederen en 55 gulden en vijf stuivers bl jaarlijks aan renten). Het tweede deel aangeduid met de letter B is gevallen aan Aerdt Millen voor zijn voornoemde kinderen, bestaande uit de hierna volgende percelen van erven en renten, te weten de winning van Aerdt Corthauts met het land, moeshof en boomgaard, te Groenlaren in Lummen gelegen, geschat op 300 gulden bl, de Heusarens geschat op 400 gulden bl, de Vrauwkenshof geschat op 200 gulden bl, het Heijken tegenover de voornoemde winning gelegen geschat op 100 gulden bl, de Reu geschat op 1000 gulden bl boven de last van een vat koren jaarlijks, de Huijsmansschom geschat op 400 gulden bl, het achterste Edbroek geschat op 600 gulden bl, het meken geschat op 200 gulden bl en de Gielisbampt geschat op 300 gulden bl. Vervolgens 7 gulden bl jaarlijkse rente op de panden van Aerdt Aerts van Leuven, 8 gulden bl jaarlijks op de panden van Frans Rubens van Stevoort, op de panden van Jan Vos van Spalbeek 16 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Munters op de Kempense Heide drie vaten koren jaarlijks geschat op 4 gulden en 10 stuivers bl, op de panden van Jan Van der Linden van Schulen 7 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Tilborch 13 gulden en 14 stuivers bl jaarlijks en de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 gulden uit 50 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3500 gulden bl aan de onroerende goederen en 81 gulden en 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het derde deel aangeduid met de letter C is gevallen aan Mathijs Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning, moeshof en de hof erachter gelegen in het Oostereinde van de Vrijhijt Lummen, geschat boven de lasten op 1300 gulden bl, het Lindekensveld achter het dorp geschat op 150 gulden bl, de Eijkenstock geschat op 300 gulden bl, de Berch geschat boven de last van een half vat koren aan Mr. Peeter Fredrix op 200 gulden bl, de Hoeleijcke geschat op 100 gulden, het hofken achter Deckers, het Stenaershofken en de Huijgenbos samen geschat op 250 gulden bl, de hoeve op het Oostereinde geschat boven de lasten van één 'kop' jaarlijks op 10 gulden bl, het Edbrouck achter het bos geschat op 800 gulden bl, de beide ‘bempdekens’ geschat op 400 gulden bl boven de last van 3 gulden jaarlijks onder correctie aan de kerk van Lummen, en het voorste en achterste middelbroek geschat op 400 gulden bl. Vervolgens 12 gulden bl jaarlijks op de panden van Lambrecht Jans, op de panden van Jan Hauen van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Klockluijders van Lummen 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Marten Wauters van Leuven 3 gulden bl geld en munten en 8 gulden bl jaarlijks, makende tesamen 13 gulden bl, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 20 gulden uit 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Aerdt Klocklijers van Lummen 3 gulden jaarlijks, op de panden van Anthoon Lemmens van Molem 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Vaes Swaelen en Hendrick Remen van Geneiken 4 gulden bl jaarlijks en op de panden van Mr. Jacob Clerx van Lummen 6 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3910 gulden bl aan onroerende goederen en 65 gulden bl jaarlijks aan renten). Het vierde deel aangeduid met de letter D is gevallen aan Joris Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de hofstad in het dorp van Lummen, schuur, stalleken en moeshof geschat boven de lasten op 600 gulden bl, de heide met het bos erbij en de Kerckenbempt geschat boven de lasten van 3,5 vaten koren en 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof van Diest, op 1000 gulden jaarlijks, den Ikert geschat op 150 gulden bl, de helft van de schom van Marie Lijnen geschat op 50 gulden, den Peijl in Gestel met het bos en de bomen geschat op 400 gulden bl, het nieuwe bleuck dat Marten Wauters huurt geschat op 300 gulden bl, het Lindekensveld in Laren geschat op 150 gulden bl, de Langenbampt geschat op 600 gulden bl, de andere bampt in Laren die Aerdt Corthauts huurt geschat op 500 gulden bl. Vervolgens 12 gulden jaarlijks op de panden van Jan Roelants van Stevoort, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 15 gulden zijnde de rest van 35 gulden jaarlijks, op de panden van Lucas Smans van Tiewinkel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Michiel Reijnders van Lummen 3 gulden 10 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Meuwis Scepers van Leuven 3 gulden 10 stuivers jaarlijks, op de panden van Willem Thonis van Gestel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Engelbrechts van Tuijlt 10 gulden bl jaarlijks, op de panden van Catlijn Timmermans van Linkhout 15 gulden 10 stuivers jaarlijks en op de panden van Heer Laurens van Meuwen van Schulen, nu Jan Hoens 2 gulden 10 stuivers jaarlijks. (Nota: een totaal van 3750 gulden bl voor de onroerende goederen en 72 gulden stuivers bl jaarlijks aan renten). (In de marge staat de volgende nota). Joris Fredrix heeft van zijn moeder reeds 25 gulden jaarlijks genoten en hiermee is al rekening gehouden). Het vijfde deel aangeduid met de letter E is gevallen aan Mathijs Mateuwis, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de Baltishoeve in Tuijlt geschat op 1200 gulden bl, het Bausenhofken in Kermt geschat op 100 gulden bl, het Mishooffken in Tuijlt geschat boven de lasten op 400 gulden bl, de bempt en het land ernaast in Busselken te Stevoort gelegen geschat boven de last van 16 stuivers jaarlijks op 1000 gulden bl; het Scossautbos in Mellaar geschat op 100 gulden bl, de bempt omtrent Heusden geschat op 200 gulden bl, de schom in Linkhout geschat op 150 gulden bl, het broek achter de molen te weten de bampt op de Demer in het Lummens broek, de wisselbampt tegen Peeter Aerts en de Rausen Penninck tesamen geschat op 300 gulden bl, de Goorkuijlen geschat op 50 gulden, het eikenbos achter Kuringen geschat boven de lasten van 37 stuivers jaarlijks en de drie bomen die daar uit gehouwen moeten worden op 300 gulden bl. Vervolgens op de panden eertijds van Claes Bijsmans nu Jan Vrerix en consorten 15 gulden bl jaarlijks, op de panden van Mathijs Joris van Lummen 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Greffers van Linkhout 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Slegers van Stokrooi 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Coex van Kermt 4 gulden bl, op de panden van Jan Peermans nu van Jan Engelen van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Govert Slaechs van Linkhout nu van Jan Spilborch van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 uit 50 gulden bl jaarlijks. (Nota: een totaal van 3800 gulden bl voor de onroerende goederen en 95 gulden 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het zesde deel aangeduid met de letter F is gevallen aan Eerwaarde Heer Jan Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten het huis en aanhang in Hasselt gelegen ‘daar de condividenten elders uitgestorven zijn’ geschat met de last van 17 gulden en 12 stuivers min één oort op 3000 gulden bl, de Jorisbleuck in Geneiken geschat op 400 gulden bl, het land in Geneiken dat Hendrick Van den Velde huurt geschat op 200 gulden bl, het land in Bolderberg met een rente van 8 gulden jaarlijks aan Peeter Pinxten geschat op 500 gulden. Vervolgens op de panden van Jaspert Mantels van Zonhoven 25 gulden 5 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Swinnen van Kermt 20 gulden 10 stuivers bl jaarlijks. Een stuk land buiten de Trichterpoort gelegen met de daarop staande vruchten geschat boven de last van 4,5 vaten koren op 200 gulden bl, op de panden van Tielman Van Heele van Lummen nu van Jan Fredrix 6 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Hasselt een vat koren jaarlijks geschat op 30 gulden en op de panden van Lucas Geerts van Leuven 1 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 4300 gulden bl voor de onroerende goederen en 82 gulden 15 stuivers bl jaarlijks aan renten). Zo gesteld en gekaveld heeft iedereen zijn deel gekregen met als getuigen de eerzame Lambrecht Kelleneers en Margriet Wijsenraets. Was getekend: Cor. Caproens.5' |
Huwelijk | Zij was getuige bij het huwelijk van Arnoldus Mathijs en Ida Frederici op 26 mei 1690 te Hasselt [België].6 |
Overlijden | Zij overleed op 3 februari 1692 te Hasselt [België]. De tekst vermeldt. '[nvdr. In de zie eigendomsakte van 28.05.1697 staat '...Mattijs Mattues draagt krachtens testament van zijn vrouw Anna Fredrix...']7,8' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Mathijs Mattheij met Cristiaen Van Haren, geacteerd te Lummen [België] op 28 mei 1697, vermeldt eveneens Anna Frederici; Mattijs Mattues draagt krachtens testament van zijn vrouw Anna Fredrix en na publieke toewijzing, over aan Cristiaen Van Haren: 1) Een bemdeken op de voort te Oosterhoven, palende Z. en W. de straat. 2) Twee plekjes erven, die Heijkens, naast elkaar gelegen, gescheiden met een veurle; palende Z. de straat; W. het broek; O. Simon Pauwls. Belast met 7½ gulden aan N. te Coirssel. Wie de koop vernadert moet de obtinent-koper schadeloos stellen van alle gedane kosten van akkeren, mesten, zaaien, e.a. Tot kopers last zijn nog: schrijfgeld, gicht, kaarsbranding. Lijcoop: een ton bier. Godsgeld: 5 stuivers. Op 2 mei 1697 kent Mattues de palmslag toe aan Cristiaen van Haren voor 270 gulden Brabants Luiks en 20 hogen. Getuigen: Jan Teunis en Jan van Bungen. Was getekend: Guill. Neven, secretaris Lummensis. Jan van Bungen hoogt af met 5 hogen. Getuigen: Jan Teunis en Peeter Iden. Was getekend: Guill. Neven. Na de kaarsbranding van 23 mei stelt Van Bungen, Cristiaen van Haren in zijn plaats.9 |
Familie | Mathijs Mattheij ° voor 1630, + na 28 mei 1697 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 310, p.17.
- [S413] Parochieregisters Kuringen, Rijksarchief Hasselt, 1651, doopsels, p.28v.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1652, doopsels, p.108.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1659, doopsels, p.278 (p.266).
- [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, dossier nr. 974.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 311, 1690, huwelijken.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1692, overlijdens, p.48.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, p.161v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, 1687 - 1709, p.161v.
Anna Frederici
IDnr.2261, ° 6 februari 1668, + 22 januari 1733
Vader | Georgius Frederici1 ° circa 1623, + 9 januari 1670 |
Moeder | Gertrudis Jacobs1 ° voor 1635, + 13 augustus 1695 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Anna Frederici werd gedoopt op 6 februari 1668 te Hasselt [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Joannes Franciscus Frederici op 10 februari 1695 te Hasselt [België].2 |
Eigendom | Arnoldus Mathijs en Anna Frederici verkopen een goed aan Arnoldus Swaelen volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 maart 1697. De akte luidt als volgt: 'Arnoldus Mattijs als geconstitueerde van zijn schoonzuster jof. Anna Fredrici, volgens handschrift van 07.03 hierna geregistreerd, verkoopt aan Aerdt Swalen een perceel zowel land als bos achter het kasteel gelegen, met de bempt ernaast genaamd "den Kerckebempt". Het paalt de straat O., de Vlootgracht W., N. de voorschreven bempt met de vlootgracht, sr. Jan Vanderlinden of Henric Bervoets Z. De bempt paalt de Vlootgracht N. en W., het land voorschreven Z., secretaris Vandevinne van Halen O. Verkocht voor 525 gulden BB eens. 225 gulden BB heeft de verkoopster ontvangen, 300 gulden wordt op rente gezet. Jaarlijks moet ervoor 15 gulden betaald worden half maart, vanaf 1698. De goederen zijn belast met 3½ halster koren/jaar aan het beneficie van St. Spiritus in Lummen, met 15 stuivers BBL per jaar aan het begijnhof van Diest. Het handschrift volgt op folio 156r: "Actum, Hasselt" 07.03.1697.3' |
Lening | Anna Frederici leende aan Thomas Hoens aan 2 gulden 10 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 maart 1699. Deze verwijst ook naar Henrick Pelenders als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jof. Anna Fredrici verkoopt aan Sr. Henric Pelenders een rente van 2 gulden 10 stuivers per jaar die geaffecteerd staan op huis, hof en aanhang omtrent 'den Abeel' in Schulen gelegen toebehorend aan Thomas Hoens.4' |
Eigendom | Anna Frederici verkocht een goed aan Magdalena Drossarden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 april 1704. Deze verwijst ook naar Arnoldus Swaelen, Jan Van Uijtricht, Herman Van Uijtricht en Arnoldus Mathijs als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Peter Arnold Cleersnijders. De akte luidt als volgt: 'Joffrouw Magdalena Drossarten laat door secretaris Neven een akte registreren van de notaris M. Drossarten, Hasselt, d.d. 11 februari 1704. Inhoud: Joffrouw Anna Fredrici, jonge dochter verkoopt aan joffrouw Magdalena Drossarten, begijntje te Hasselt: 1. Een rente van 10 gulden Luiks 's jaars uit een meerdere die ze trekt op panden van Mr. Arnold Swalen, te Lummen gelegen, nl. de Kerkckenbampt, zijnde beemd, bos en land. Swalen kocht dat in 1697 van Anna Fredrici, voor de Loonse justititie. 2. Een oude rente van 15 ½ gulden Luiks op panden van Jan en Herman van Uijtricht en Catlijn Timmermans, gelegen te Linckhaut ook onder Lummen. Verkocht voor 500 gulden Brabants. Godspennink: 1 stuiver. Gedaan te Hasselt ten huize van Arnold Fredrici, achter in zijn kamer. Getuigen: hij zelf en Arnold Cleersnijders. Aansluitend deze kwijting: Arnoldus Mattijs bekent in naam van zijn schoonzuster Anna Fredrici, van Arnoldt Swalen 100 gulden Brabants ontvangen te hebben in afkorting van een rente van 15 gulden Brabants.5' |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Henricus Arnoldus Frederici op 8 juni 1722 te Hasselt [België]; Henricus van Rijkel vervangt Eerwaarde Heer Thomas Van Rijkel (priester) als peter. Ida Frederici vervangt Anna Frederici als meter.6 |
Overlijden | Zij overleed op 22 januari 1733 te Hasselt [België] in de ouderdom van 64 jaar.7 |
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1668, doopsels, p.112, akte 9.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1695, doopsels, p.298.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 88, 1691-1705, p.155v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 88, 1691-1705, p.228r.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, 704, p.1217.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1722, doopsels, p.88v.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1733, overlijdens, p.110.