Arnoldus Frericx
IDnr.340, ° circa 1588, + 26 augustus 1657
Vader | Aerdt Fredrix ° circa 1555, + tussen 2 maart 1623 en 9 mei 1624 |
Moeder | Maria Van Hese ° circa 1560, + 8 november 1639 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Arnoldus Frericx werd gedoopt circa 1588 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Anna Hoefmans, dochter van Mathijs Hoefmans, op 23 juli 1613 te Lummen [België] met als getuigen Joannes Dries en Joannes Jans.1 |
Eigendom | Henrick Hagels verkocht een goed aan Arnoldus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 maart 1617. Deze verwijst ook naar Peeter Neven als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Henrick Hagels, modern kerkmeester te Lummen, verkoopt, na publieke toewijzing, aan Aerdt Frerix der jongen, de Kerckenbeempt, palende de erfgenamen mr. Jan Neven, Jan Driessch en Peeter Van vellick. Voor 13 Rinsgulden en 5 stuivers jaarlijks boven alle lasten. Gegevens uit de voorwaarden. Wordt verkocht met hogen en uitgaan der brandende kaars. Na het geven van de palmslag zal men die kaars ontsteken ten schoensten, eens ieders daer mede gedient wesende. Elk hoge doet 5 stuivers jaarlijks en zullen degene die hogen, wel mèèr mogen hogen maar niet minder... Het geld blijft op de grond staan aan 6 Rinsgulden % jaarlijks. De beemd is belast met 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof te Diest en met herencijns. De koper moet voor onkosten zoals lijcop, branden der kaars, schrijven en registreren der condities 2 copstucken betalen. Op 16 maart heeft Peeter Neven de palmslag gekregen voor13 Rinsgulden jaarlijks of 6% daarop. Na het ontsteken van de kaars heeft Aerdt Frerix daar 5 stuivers op gehoogd. De beemd is hem verbleven. Godtspennink: 5 stuivers 1 oord.2' |
Eigendom | Aerdt Fredrix verkocht een goed aan Arnoldus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 juni 1617. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix der alde verkoopt aan zijn zoon Aerdt Frerix, huis en hof te Oosterhoven, palende Aerdt Clocluijers, met 2 zijden de straat en ter vierder zijde het Palleerstraetken. Voor 18 Rinsgulden jaarlijks. Te kwijten met 300 Rinsgulden. Belast met 3 ½ Rinsgulden aan de kerk, 1 oude groot aan de anniversariën en herencijns. Betaalt hij niet dan kan de vader met een conde tot het geleijt komen.3' |
Eigendom | Laureijs Clercx verkocht een goed aan Arnoldus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 oktober 1617. De akte luidt als volgt: 'Laureijs Clerx verkoopt aan Aerdt Frerix der jonge, de helft van de Eijckenen stock op de Langen wech, palende de straat, Aerdt Frerix der alde, de erfgenamen mr. Jan Neven en Lenaerdt Van Obbel. Voor 50 gulden. En nog 3 gulden 3 stuivers aan Marten Mees aldaar verdronken en van de palmslag, hem toekomende. Godtspennink: 2 stuivers.4' |
Lening | Arnoldus Frericx leende aan Laureijs Vande Bogaert de som van 50 Rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 januari 1618. De akte luidt als volgt: 'Laureijs Vande Bogaert leent, via des Loonse heren hand, van Aerdt Frerix de jonge 50 Rinsgulden à 6%. Pand: huis en hof op de Plewijer, palende met 2 zijden de straat en de beek ter derder zijde. Onderpand: stuk broek, het Runckelen eewit, palende Peeter Aerdts, Aerdt Frerix en Peeter Neven ter derder zijde. Godtspennink: 2 blank.5' |
Lening | Arnoldus Frericx leende aan Lenaerdt Jans de som van 100 gulden bbl aan 6 % intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 januari 1618. De akte luidt als volgt: 'Lenaerdt Jans leent, via beide der heren handen, van Aerdt Frerix der jonge, 100 gulden à 6 %. Pand: huis en hof, palende met 2 zijden de straat, Aerdt Swijsen ter derder en Anna Gressens en de erfgenamen Jaspar Coppens ter vierder zijde. Onderpand: land, de Pereler, palende de erfgenamen Jan Lijnen, Henrick Driessch, Aerdt Driessch en ter vierder zijde Jan Kennepmaeckers erfgenamen. Lenaerdt Jans wendt dit geleend geld aan tot betaling van het lange-jaren-verloop van een rente van 7 ½ Rinsgulden jaarlijks die de Jezuïten te Loven hebben op het voorschreven huis.6' |
Eigendom | Reijnder Van Erpecum en Catharina Vande Bogaert verkopen een goed aan Arnoldus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 april 1619. Deze verwijst ook naar Georgius Fredrix, Vincentius Lijnen en Simon Sijmons als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Reijnder Van Erpecum, mede voor Catharina Vande Bogaert die hem daartoe gemachtigd heeft voor notaris Georgius Frerix (voor het Loons recht), verkoopt aan Aerdt Frerix de jonge, het Runckelen eewit, dat hem publiek toegewezen was. Gegevens uit de voorwaarden van 14 maart. Catharina Vande Bogaert is de zuster van Van Erpecums vrouw. Ligging van het beemdeken: omtrent de Lasarije, palende het Vetterbroeck, Joncker Reijnders erfgenamen, Peeter Aerdts en Aerdt Frerix der alden ter vierder zijde. Aerdt Frerix de jonge kreeg de palmslag voor 275 Rinsgulden. Alle lasten korten aan de koop. Te weten 3 gulden jaarlijks aan Aerdt Frerix zelf. En 2 gulden aan de Vroechmesse alhier, te korten met 50 gulden. Samen 100 gulden. Aerdt Frerix zet nog 30 hogen, ieder 2 gulden, half voor de koper, half voor de verkoper. De koper zal een dobbele Philips hebben voor het setten van de goede indien hij afgehoicht wordt oft onderstaen wordt. De koper moet de verkopers 20 gulden geven tot een kermesse. Godtspennink: 3 stuivers. Getuigen: Henrick Friessch, Simon Sijmons, Jacob Bussch, Jaspar Poelmans. Onderaan stond aldus: Vincent Lijnen, subst.7' |
Eigendom | Jan Cilien en Ida Cilien verkopen, samen met Maria Cilien, Anna Cilien en Jan Grootjans, een goed aan Arnoldus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 2 maart 1623. Deze verwijst ook naar Aerdt Fredrix als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan, Ida, Maria Cilien en Jan Grootjans als man-momber Anna Cilien, verkopen aan Aerdt Frerix de jongen 2 vat zaaiens land te Oosterhoven. Palende Herman Hoelsteens, Aerdt Frerix den alden en den ouden, Lenaerdt Van obbel en de straat. Voor 80 Rinsgulden en ½ cruijsdaelder boven volgende last: ½ vat koren aan Aerdt Frerix den alden. Godtspennink: 1 stuiver. Ieder partij bekent haar deel gehad te hebben.8' |
Eigendom | Geeraerdt Tielens verkocht een goed aan Arnoldus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 mei 1624. De akte luidt als volgt: 'Geeraerdt Tielens, pastoor te Zeelhem, verkoopt aan Aerdt Frerix, de helft van land den Eijckenstock, waar voornoemde Frerix de andere helft van bezit. Het geheel palende de erfgenamen mr. Jan Neven, de genoemde Frerix, Lenaerdt Van Obbel en de straat. Voor 98 Rinsgulden, te weten: 13 cruijsdaelders, 1 dobbele dukaat, 1 Rosenobel, 1 Jacobus, 1 Franse kroon, 2 Luijcxe goudtguldens, 1 ducaton, 1 Spaanse mat en voorts paijement. Godtspennink: 13 ½ stuiver.9' |
Aflossing | Arnoldus Frericx ontving van Petrus Clockluijers en Jan Vasters de terugbetaling van een lening van 150 Rinsgulden aan 10 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 juli 1628. Ze vermeldt verder ook Mathijs Hoefmans en Peeter Clockluijders. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Fredricx heeft de erfgenamen van Petrus Clockluijers de hiernavolgende rente gekweten. Te noteren dat Jan Vasters hieraan 50 Rinsgulden heeft bijgelegd van zijn eigen kapitaal; dat moeten de anderen hem goed doen.10' |
Beroep | Hij was schepen te Lummen [België] op 12 juni 1631.11 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Aerdt Dries met Jan Tsgranden, geacteerd te Lummen [België] op 12 juni 1631, verwijst naar Arnoldus Frericx als betrokken partij; Voor de schepenen Aerdt Fredricx en Huijbrecht Van Peer, verschenen mr. Aerdt Dries, secretaris en Jan Scranden i.v.m. een koop tussen hun beiden. Mr. Aerdt Dries verkoopt aan Jan Scranden: 1. zijn huis gelegen binnen de Vrijheid, palende O. en N. Jan Bervoets; W. de erfgenamen Valenteijn Schepers en Z. de straat. 2. Een moeshof omtrent den Burchgracht, palende W. en Z. mr. Peeter Aerdts; O. de erfgenamen Peeter Clockleuijders en Adriaen Mimbiers; N. de straat. Voor 70 Rinsgulden. Getuigen: heer Jan Lemmens en Jan Baerdemaeckers. De koop is als volgt betaald: 2 Jacobus, het stuk ad 14 gulden. 1 Rosennobel, geteld voor 11 gulden. ½ Rosennobel voor 5 ½ gulden. 2 dobbel Alberteijnen, het stuk voor 7 gulden. Nog 3 oude gouden Philippen, het stuk ad 3 gulden 13 suivers. Nog 11 stuivers mijten. P.S. Op 11 juli 1631 heeft Jan Scranden naderschap bekent aan Geert Frericx, bloedverwant van de verkoper. De gicht blijft in 'sheren hand tot Frericx koopsom en kosten integraal zal betaald hebben. P.S. Op 23 juli 1631 bekent Jan Scranden naderschap aan Jannen Moons schoonsoen Aerdt Dries, nader bloedverwant als Geert Frerix. Moons betaalt.11 |
Lening | Hij verstrekte een lening 100 gulden bbl op 15 januari 1632 Lummen, [België].11 |
Erfenis | Georgius Fredrix en Joannes Fredrix waren, samen met Arnoldus Frericx, op 5 juni 1640 te Lummen [België] erfgenamen van Aerdt Fredrix en Maria Van Hese. De akte verwijst ook naar Willem Neven en Jan Tonis als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Vincentius Lijnen, Gerardus Frericx, Petrus Frericx en Peeter Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Deling tussen de kinderen van wijlen Aerdt Frerix, alias Bosmans, waarvan Maria Van Hese de moeder was. De minuut is beschreven door Georgius Frerix, één der condividenten. De deling is gedaan in tegenwoordigheid en ten overstaan van 1) mr. Willem Neven, meier van het land van Lummen als toeziener en gebeden momber der achtergelatenen van wijlen Vincent Leijnen; 2) Jan Tonis als grootvader en momber der achtergelaten Geert Frerix; 3) Lambrecht Morren als toeziener en gebeden momber der achtergelaten Peeter Frerix; 4) heer Jan Frerix; 5) Joris Frerix en 6) Aerdt Frerix. Uit de algemene voorwaarden: de gewone last blijft op elk deel; wordt één of ander goed gemolesteerd, dan zal men de last samen dragen. De opgaande eikenbomen in de bos te Meldelaer, alsook in de Ceijl en het bosken te Gestel, die kapbaar zijn, zullen gedeeld worden. De eiken op de Dries en Lazareije beempt blijven staan tot reparatie en onderhoud van de bruggen. Het nagenoemde schaarhout zal men kappen en delen of verkopen: de Tielemanshoff; de Holeijcke tot Geneijcken; het Nief block te Laren; het Liemelaer; de Groote Scheijthaghe; het Heuffken; het Limelaer; den Langhen Wech; den Eijckenstock. Kavel 1 is gevallen aan de kinderen van Vincent Leijnen verwekt aan wijlen Margriet Frerix: Den Cnoopshoff belast met ½ vat koren aan de Armen van Lummen. De Groote Scheijthage belast met 3 gulden jaarlijks aan Jan Wauters te Meldelaer. Die Tien amen. Die twee bleuxkens te Molem. Het beempdeken op de Molenwech met zijn lasten. Die Orseten op het gemeijn. Den bos aan de Vrebosch. Het bosken te Gheneijcken. Het bosken aan de Leerse heijde. Renten: Aan panden: van Dioneijs Slegers te Meldelaer: -16-0 jaarlijks. Van Henrick Bervoets te Linckhaut: -6-0 jaarlijks. Van Aerdt Van Sonhoven te Linckhaut: 6 gulden. Van Cornelis Baerts te R(e)ckhoven: 6 gulden. Van Aerdt Reijnders te Molem: ½ mudde koren jaarlijks te kwijten met 20 stuivers en aan dezelfde nog 1 gulden; maakt -2-0. Van Jan Antoni onder Lummen: -6-0. Van Willem Vande Locht: -5-0. Van Matteeuwis Queijnen onder Linckhaut: 6 gulden. Van Teijs van Mierdt te Linckhaut: -6 gulden. Van Reijner Hemelers onder Ce(r)mpt: -2-0. Kavel 2 is gevallen aan Joris Fredrix. De halven Tielemanshoff. Den Krieckel belast met ½ mudde koren aan St. Barbelen altaer en met 1 vat 1 vierdelinck evenen. Het Lindekensvelt. De Hoff te Gheneijcken, palende Aerdt Fredrix en de straat. Den Langhen beempt. Den Eijckbos te Meldelaer, de rijpe eiken uitgezonderd. De bos aan de Willekensberch. Renten: Aan panden: van Willem Droochmans erfgenamen te Kermpt: -27-0. Van Servaes Moons te Molem: -3-0. Van Lambrecht Bervoets te Linckhaut: -3-0. Van Jan Hooghen te Spalbeeck: -16-0. Van Jan Rutten te Lummen: -6-0. Van mr. Henrick Swijsen te Lummen: -6-0. Van Henrick Slegers te Kermpt: -2-0. Deze deling moet dienen 10 gulden eens of 10 stuivers 's jaars, die de kinderen van Geerdt Frerix moeten geven. Kavel 3 is gevallen aan de kinderen Peeter Frerix verwekt bij Hilleken Horions. De andere helft van den Tieleman. Beijde die Langewegh. Het Beldeken. Het Heuffken, palende Henrick Dries. De Cleijne Scheijthage. Het Tiewinckelsbrouck. Den Lazerije beempt. De helft van de bos verkregen tegen Jan Henijghen (?) met de helft van de eiken daarop staande; palende de erfgenamen Aerdt Puttmans. Die Hoeff op het Oostereijnde. Renten: Aan panden: van Jan Betten erfgenamen te Kermpt: -21-0. Van Henrick Robijns nu Joris Fredrix: -15-0. Van Henrick vander Heijden alias Honinx: -16-15-0. Van Machiel Ludts te Meldert: -5-5-. Van de erfgenamen Anna Geerts te Meldelaer: -3-0. Van dezelfde: -1-10-. Van Aerdt Frerix ½ halster koren en aan de panden der erfgenamen Herman Holsteens: ½ halster; samen 1 halster koren. Kavel 4 is gevallen aan Aerdt Frerix. Die Baltishoven te Teuijlt. Het Bevijsen hoeffken aldaar. Den Eecker. Die halve Hol eijcke te Geneijcken. Die Schommen te Linckhaut. Den beempt tot Buestelken belast met 15 stuivers. Die Seijl te Gestel. Die Boersheijde met de bos, belast met 3 ½ vat koren. De hofstede waarin zijn vader heeft gewoond. Het geheel gemeijn Middelste broeck. Renten: Aan panden: van Nicolaes Schepers te Sonhoven: -25-5 st. Van Mertten Moris nu Vincent Leijnen kinderen: -12-0. Van Aerdt Druechmans te Buesteken: -4-0. Van Bertolomees Schepers te Laren: -3-0. Van Aerdt Jans te Linckhaut: -12 gulden. Van Peeter Vanden Deijck eertijds Soeij Gaethoffs: 2 gulden 10 stuivers. Kavel 5 is gevallen aan heer Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt. Den Sneppershoff te Teuijlt. Die Schomme aan de Willekensberch. Het Mishoeffken te Teuijlt tegenover het eerste perceel van deze kavel. Het Nieuw block te Laren. De Dries op de beek te Lummen. Het Beempdeken en de Cleijnen helder, naast elkaar gelegen. De halven bos verkregen van Jan Henijgh met de helft van de opstaande eiken. Renten: Aan panden: van de erfgenamen Jan Teulleners te Kermpt: -26-0. Van Jan Scheers erfgenamen te Kermpt: -1-0. Van Henrick Peeters te Gestel: -1-0. Van Tomas Timmermans: -18-0. Van Jan Moons: -3-0. Van Heuijbrecht van Peer: -6-0. Van Aerdt Frerix onze broeder: -6 gulden. Van Antoon Melco: 1-10-0. Van de erfgenamen Jan Vander Linden: -1-0. Kavel 6 is gevallen aan de kinderen van Geert Frerix verwekt bij Margriet Antoni. Heijligeesthoffken opt Westereijnde. Het Driesken met de hof daar achter aan elkaar gelegen. De Pareijshof tegenover de huizinge en de straat gelegen, met de opstaande lasten. Het Cleuijs beempdeken te Ghestel. De bos verkregen van Peeter Putmans. Renten. Aan panden: van de erfgenamen Tielen Van Herle: -10-0. Van Henrick Leijsen te Meldelaer: -7-10-0. Van Matteijs Peeters te Schuelen: -6-0. De hoffstadt in de plaetse te Lummen, waar ons grootvader Peeter Frerix heeft gewoond, met de lasten; boven die lasten gewaardeerd op 3 gulden jaarlijks. Van Aerdt Frerix onze broeder, 15 gulden te kwijten met 300 gulden. Het derde part van het goed te Burselken, gewaardeerd op 23 gulden 's jaars. Kavel 6 moet jaarlijks aan kavel 2 , 10 stuivers geven en nog 10 stuivers aan kavel 2 en 4. Onverdeeld gebleven zijn: de We…lhoff achter Peeter Aerts. Nog ¼ van de bos waarvan de erfgenamen Jan Baerdemaeckers de andere delen hebben. Die Goorveuijlen. Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap; ze zullen de reparatiekosten gelijk delen.12' |
Erfenis | Georgius Fredrix en Joannes Fredrix waren, samen met Arnoldus Frericx, op 11 oktober 1640 te Lummen [België] erfgenamen. De akte verwijst ook naar Oriaen Leijnen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter Frerix voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap, waarvan ze de reparatiekosten gelijk zullen delen.12' |
Aflossing | Arnoldus Frericx ontving van Jan Timmermans de terugbetaling van een lening aan 5 gulden bbl intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 17 januari 1641. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix van Lummen kwijt de panden van Jan Timmermans van 5 gulden jaarlijks staande op 2 bloxkens op het Oostereijnde. Het ene palende Jacop Engelens, de erfgenamen Jan Garen en de straat.13' |
Beroep | Hij was edelsmid te Hasselt, [België] in 1642. Omdat Arnold reeds burger van Hasselt is, betaalt hij dientengevolge slechts 2 gulden voor zijn opname in het smedenambacht.14 |
Aflossing | Maria Lijnen ontving van Arnoldus Frericx de terugbetaling van een lening van 200 gulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 mei 1649. Ze vermeldt verder ook Vincentius Lijnen. De akte luidt als volgt: 'Anna Hoeffmans in naam en uit bevel van haar man Arnold Frerix kwijt de kinderen van Vincent Lijnen 200 gulden kapitaal die Fredrix waren aangedeeld na dood van wijlen zijn ouders en die Lijnen als huwelijksgift ontvangen had bij zijn huwelijk met Margriet Frerix. Het bedrag was bij de deling als huwelijksgoed weer ingebracht.15' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Petrus Neven en Laurentius Van Meeuwen met Lodewijck Van Meeuwen, geacteerd te Lummen [België] op 22 februari 1652, verwijst naar Arnoldus Frericx als betrokken partij; Heer en meester Peeter Neven, pastoor van Lummen, heeft uit kracht van procuratie aan hem gegeven door heer en meester Laurys van Meeuwen, volgens onderstaande akte, opgedragen tot behoef van Jan Geerts een huis en hof met toebehoren zoals in de conditie gespecificeerd staat. Jan Geerts kwam ter gichte. Verkoopcondities. Op 18 januari 1652 compareerde voor de notaris de eerwaarde heer en meester Peeter Neven, priester en in de heilige godheid baccalaureus formatus, pastoor van Lummen. Hij is geconstitueerde van de E.H. heer en meester Laurentius Van Meeuwen, priester en pastoor van de parochie Eyne onder Oudenaerde en is ertoe "gedepescheert" op 13 oktober 1652 voor notaris Gillis Haunne. Hij verkoopt aan de hoogste bieder huis en hof met toebehoren gelegen in Schuelen in de Schermerstraet, waar tegenwoordig Peeter Vanden Dyck in woont en dat eigendom is van E.H. Van Meeuwen. De uitgaande lasten moet de koper dragen boven de koopsom: 3 gulden jaarlijks aan [niet ingevuld] van Ter Bockt; 25 stuivers jaarlijks aan Jan Minten van Herck; 2 en een halve rinsgulden jaarlijks aan Aerdt Frerix in Hasselt; 5 stuivers jaarlijks aan de pastorij van Berbroeck: een half kan smout aan de kerk van Schuelen; 5 stuivers eenen halven brandschettinge; het herberch coren en alle grondcijns. De taust van Petrus Vanden dyck duurt volgens zijn verklaring nog tot half maart 1653, daarom zal de koper het huis en land niet eerder mogen aanslaan. Voor het uitzetten van zijn geld zal de koper eens 2 cruys pattacons krijgen. Degene die de palmslag ontvangt, zal voor zijn kloek bod 12 gulden eens krijgen indien hij afgehoogd wordt, van de afhoger. Uiterlijk tussen pasen en pinksteren moet de gehele koopsom betaald worden en op dag van gichten alle onkosten betreffende de verkoop: lycoop volgens de wens van de verkopers, gichtgeld, sheeren hofrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel en met het afficheren 'der billeten' 1 cruys pattacon. Na afroeping is de palmslag gegeven aan Jan Geerts zoon van Gielis voor 450 gulden, die daarop nog 2 hogen stelde. Aerdt Stapparts stelde daarop nog 1, Jan Geerts nog 1. De heer verkoper zal nu moeten trekken 454 gulden. Opgemaakt in het huis van de notaris op de Gooren Schanse in aanwezigheid van de getuigen Lummens Loons schepen Henrick Cuypers en Aerdt Stapparts. Peeter Vanden Dyck stelde daarop nog 5 hogen, mr. Taelmans nog 1, Peeter Vanden Dyck nog 2 hogen. Daarna stelde Jan Geerts nog 6 hogen. Attestor Hen. Swysen, notaris. Op 22 februari werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en verbleef de koop aan Jan Geerts. Pontpenningen 23 gulden 11 stuivers. Op 13 januari 1653 bekent Jan Geerts de naderschap van deze koop aan Lodowyck Van Meeuwen, die ter gichte kwam nadat Geerts al het uitgegeven geld ontvangen had.16 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Christianus Jans met Willem Tonis, geacteerd te Lummen [België] op 22 april 1655, verwijst naar Arnoldus Frericx als betrokken partij; Christiaen Jans draagt op tot behoef van Willem Tonis het goed dat in de volgende conditie wordt omschreven. Willem kwam ter gichte. Pontgeld 26 - 5 stuivers. Condities. Verkoop door Christiaen Jans van goederen onder Lummen gelegen: A) 2 sillen broek omtrent de schans van Meldelaer, palend Willem Tonis O., Jan Pops W., Henrick Cuypers N; B) een sille gelegen over de vloetgracht, regenoten Henrick Cuypers aan 2 zijden, de beek aan de derde; C) een sille broek in Laren palend Barttel Aerdts 1), Aerdt Aerdts 2), de onmondige kinderen van Wilboerdt Aerdts 3); D) een hoefffken in Meldelaer aan de vroente gelegen, grenzend Willem Tonis aan 2 zijden; E) een sille land omtrent de karbane gelegen, grenzend Cattlyn Huygen aan 2 zijden, de karbaan ter 3er. Lasten: op de 2 sillen broek 7 gulden 10 stuivers jaarlijks Brabants aan de erfgenamen van Geert Fredrix; op B) 2 gulden Brabants jaarlijks aan Aerdt Fredrix van Hasselt; het hofje in Meldelaer D) met 5 gulden jaarlijks aan Henrick Cuypers met zijn consorten. Deze lasten zullen aan de koopsom korten, met uitzondering van sheren chyns van de gronden. Deze goederen worden verkocht met palmslag, hogen en uitgang van de brandende kaars na 3 roepen in de kerk van Lummen 'van vertien daegen tot vertien daegen te doen'. De meestbiedende zal voor zijn goed bod 2 pattacons Brabants profiteren en zal als eerste zoveel hogen mogen stellen als hem belieft. Iedere hoge geldt 2 gulden half voor de koper en half voor de verkoper. Tot het einde van de huurperiode zal de koper jaarlijks de huur optrekken. Volgende oogst zal de laatste hoger het Heuffken mogen aanvaarden dat door de verkoper bezaaid werd, 'soo haest als hij sijne vroeme daer van oft aff sal getrocken hebben'. De koper moet op datum van gichten de helft van de koopsom betalen en de andere helft op de dag van 'verjaeren', de kosten betreffende deze koop nochtans dient hij dadelijk bij gichten te vergoeden. Onkosten: gichtgeld, kaarsgeld, pontpenningen, lycoop naer landtcoop, godsgeld 2 schellingen en schrijfgeld van deze condities 4 gulden. De verkoper moet alle verlopen lasten schoon maken tot datum van gichten. 9 maart 1655 bood Willem Tonis 1250 gulden Brabants eens en 3 souverainen voor verkopers echtgenote voor de totaliteit van de goederen. Hierop gunde Christiaen Jans hem de palmslag. Opgemaakt in Meldert in het woonhuis van Oreaen Jans in aanwezigheid van Willem Ingenenhoff en Goossen Goossens als getuigen. Op dezelfde dag stelt Willem Tonis 25 hogen. Ondertekend: quod attestor Aerdt Vanden Berge.17 |
Overlijden | Hij overleed op 26 augustus 1657 te Hasselt [België]. De tekst vermeldt: 'Hij wordt in de kerk begraven.18' |
Gebeurtenis | Op 8 juli 1660 maken Anna Hoefmans en Arnoldus Frericx met Petrus Frederici te Lummen [België] een overeenkomst, neergelegd in de volgende akte:'Anna Hoeffmans weduwe van Arnold Frerix, geassisteerd door haar zoon Joris Frederici, die zich sterk maakt voor de kinderen van Arnold Frederici den alden zaliger en haarzelf 1) en heer en meester Peeter Frederici advocaet 2) hebben een akkoord gesloten betreffende het geschil over de last en servitude van een brug genaamd "die Haecxkolck brugge". Ze voerden ervoor een proces voor deze schepenbank en voor de eerwaarde heer Offciaal in Luijdick. Anna en Joris dragen daarom tot behoef van de heer advocaat voorschreven de vierde part op van "den Langen Beempt" gelegen op "den Molenwech" omtrent die Groote Molen, grenzend zijne excellentie de graaf Vander Marck 1), de Demer 2), sheeren Straet 3) en de erfgenamen Simon Sijmons 4). Dit was hen toegekomen na de dood van Joris Fredrici en Aledis Francken zaliger, "met noch die gerechtichijt van het wechgelt te ontfangen voor haer contingent te weeten die hellicht", met de last van een daelder die eraan staat. De advocaat neemt hiervoor de beekbrug genaamd "die Haecxkolckbrugge" tot zijn last om ze te repareren en te onderhouden en staat ervoor garant met zijn persoon en goederen, tot ontlasting van de erfgenamen van Arnold Fredrici den alden. Elk zal zijn kosten gemaakt voor de officiaal van Luik moeten betalen. De weduwe zal nog een "middelbaeren boom" mogen afhouwen staande in de eikenbos in Meldelaer en dat binnen het jaar.19' |
Aflossing | De leningsovereenkomst van Arnoldus Lijnen en Arnoldus Corthoudt met Lucas Smans, geacteerd te Lummen [België] op 24 januari 1664, vermeldt eveneens Arnoldus Frericx.20 |
Erfenis | Joannes Frederici en Mattheus Fredrix waren, samen met Georgius Frederici, Mathijs Mattheij, Anna Frederici, Maria Frederici, Arnoldus Busch, Renerus Millen, Anna Millen, Elisabeth Van Millen en Catharina Millen, op 20 juli 1666 te Hasselt [België] erfgenamen van Arnoldus Frericx; Op 20 juli 1666 zijn voor mij Notaris en getuigen hieronder geschreven persoonlijk verschenen en gecompareerd Eerwaarde Heer en Meester Joannes Fredrix, Mathijs Fredrix, Joris Fredrix, Mathijs Matheuwis als man en momber van zijn vrouw Anna Fredrix, Aerdt Liefsoons als man en momber van zijn vrouw Maria Fredrix geassisteerd door Aerdt Bus, mede sprekende voor zijn andere zusters en broers, voorkinderen van de voornoemde Maria Fredrix, bij haar verwekt door Peeter Bus zaliger, en Aerdt Millen als vader en momber van zijn kinderen Renier, Anna, Lijsbeth en Catrien Millen, verwekt uit de schoot van Catlijn Fredrix. Samen kinderen en representanten van Aerdt Fredrix en Anna Hoefmans, beide zaliger. De goederen, cijnzen en renten die voornoemde ouders hebben achter gelaten, zijn na rijpe deliberatie en langdurig beraad in zes gelijke delen verdeeld, aangeduid met de letters A, B, C, D, E en F. Na hierover gekaveld te hebben is het eerste deel, aangeduid met de letter A, gevallen aan Aerdt Liefsoons, zowel voor hem en zijn kinderen verwekt bij Maria Fredrix als voor de kinderen bij haar verwekt door Peeter Bus, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning waar Aerdt voornoemd woont Het bestaat uit twee ‘moeshoofkens', de dries of boomgaard, de ene gelegen te Groenlaren in Lummen, geschat op 800 gulden, de andere geschat op 400 gulden bl, de onderste Scijnenshof geschat op 600 gulden bl, de bovenste Scijnenshof, bovenop de lasten die erop staan, geschat op 900 gulden bl, het Wauterken geschat op 150 gulden bl, de Langenhof geschat op 250 gulden bl, het Passebosken geschat op 100 gulden bl, het Quaetbleuxken geschat op 100 gulden bl, het voorste Edbrouck geschat op 800 gulden bl, de Jonckhanensbampt geschat op 400 gulden bl, en het Peeterbrouxken geschat op 200 gulden bl. Vervolgens 27 gulden en vijf stuivers bl jaarlijkse rente en nog eens 25 gulden bl jaarlijks, beide staande op de gemeente Lummen. Verder 3 gulden bl jaarlijks op de panden van Jaspert Poelmans, ook van Lummen. (Nota: een totaal van 4700 gulden bl voor de onroerende goederen en 55 gulden en vijf stuivers bl jaarlijks aan renten). Het tweede deel aangeduid met de letter B is gevallen aan Aerdt Millen voor zijn voornoemde kinderen, bestaande uit de hierna volgende percelen van erven en renten, te weten de winning van Aerdt Corthauts met het land, moeshof en boomgaard, te Groenlaren in Lummen gelegen, geschat op 300 gulden bl, de Heusarens geschat op 400 gulden bl, de Vrauwkenshof geschat op 200 gulden bl, het Heijken tegenover de voornoemde winning gelegen geschat op 100 gulden bl, de Reu geschat op 1000 gulden bl boven de last van een vat koren jaarlijks, de Huijsmansschom geschat op 400 gulden bl, het achterste Edbroek geschat op 600 gulden bl, het meken geschat op 200 gulden bl en de Gielisbampt geschat op 300 gulden bl. Vervolgens 7 gulden bl jaarlijkse rente op de panden van Aerdt Aerts van Leuven, 8 gulden bl jaarlijks op de panden van Frans Rubens van Stevoort, op de panden van Jan Vos van Spalbeek 16 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Munters op de Kempense Heide drie vaten koren jaarlijks geschat op 4 gulden en 10 stuivers bl, op de panden van Jan Van der Linden van Schulen 7 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Tilborch 13 gulden en 14 stuivers bl jaarlijks en de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 gulden uit 50 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3500 gulden bl aan de onroerende goederen en 81 gulden en 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het derde deel aangeduid met de letter C is gevallen aan Mathijs Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning, moeshof en de hof erachter gelegen in het Oostereinde van de Vrijhijt Lummen, geschat boven de lasten op 1300 gulden bl, het Lindekensveld achter het dorp geschat op 150 gulden bl, de Eijkenstock geschat op 300 gulden bl, de Berch geschat boven de last van een half vat koren aan Mr. Peeter Fredrix op 200 gulden bl, de Hoeleijcke geschat op 100 gulden, het hofken achter Deckers, het Stenaershofken en de Huijgenbos samen geschat op 250 gulden bl, de hoeve op het Oostereinde geschat boven de lasten van één 'kop' jaarlijks op 10 gulden bl, het Edbrouck achter het bos geschat op 800 gulden bl, de beide ‘bempdekens’ geschat op 400 gulden bl boven de last van 3 gulden jaarlijks onder correctie aan de kerk van Lummen, en het voorste en achterste middelbroek geschat op 400 gulden bl. Vervolgens 12 gulden bl jaarlijks op de panden van Lambrecht Jans, op de panden van Jan Hauen van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Klockluijders van Lummen 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Marten Wauters van Leuven 3 gulden bl geld en munten en 8 gulden bl jaarlijks, makende tesamen 13 gulden bl, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 20 gulden uit 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Aerdt Klocklijers van Lummen 3 gulden jaarlijks, op de panden van Anthoon Lemmens van Molem 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Vaes Swaelen en Hendrick Remen van Geneiken 4 gulden bl jaarlijks en op de panden van Mr. Jacob Clerx van Lummen 6 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3910 gulden bl aan onroerende goederen en 65 gulden bl jaarlijks aan renten). Het vierde deel aangeduid met de letter D is gevallen aan Joris Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de hofstad in het dorp van Lummen, schuur, stalleken en moeshof geschat boven de lasten op 600 gulden bl, de heide met het bos erbij en de Kerckenbempt geschat boven de lasten van 3,5 vaten koren en 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof van Diest, op 1000 gulden jaarlijks, den Ikert geschat op 150 gulden bl, de helft van de schom van Marie Lijnen geschat op 50 gulden, den Peijl in Gestel met het bos en de bomen geschat op 400 gulden bl, het nieuwe bleuck dat Marten Wauters huurt geschat op 300 gulden bl, het Lindekensveld in Laren geschat op 150 gulden bl, de Langenbampt geschat op 600 gulden bl, de andere bampt in Laren die Aerdt Corthauts huurt geschat op 500 gulden bl. Vervolgens 12 gulden jaarlijks op de panden van Jan Roelants van Stevoort, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 15 gulden zijnde de rest van 35 gulden jaarlijks, op de panden van Lucas Smans van Tiewinkel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Michiel Reijnders van Lummen 3 gulden 10 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Meuwis Scepers van Leuven 3 gulden 10 stuivers jaarlijks, op de panden van Willem Thonis van Gestel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Engelbrechts van Tuijlt 10 gulden bl jaarlijks, op de panden van Catlijn Timmermans van Linkhout 15 gulden 10 stuivers jaarlijks en op de panden van Heer Laurens van Meuwen van Schulen, nu Jan Hoens 2 gulden 10 stuivers jaarlijks. (Nota: een totaal van 3750 gulden bl voor de onroerende goederen en 72 gulden stuivers bl jaarlijks aan renten). (In de marge staat de volgende nota). Joris Fredrix heeft van zijn moeder reeds 25 gulden jaarlijks genoten en hiermee is al rekening gehouden). Het vijfde deel aangeduid met de letter E is gevallen aan Mathijs Mateuwis, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de Baltishoeve in Tuijlt geschat op 1200 gulden bl, het Bausenhofken in Kermt geschat op 100 gulden bl, het Mishooffken in Tuijlt geschat boven de lasten op 400 gulden bl, de bempt en het land ernaast in Busselken te Stevoort gelegen geschat boven de last van 16 stuivers jaarlijks op 1000 gulden bl; het Scossautbos in Mellaar geschat op 100 gulden bl, de bempt omtrent Heusden geschat op 200 gulden bl, de schom in Linkhout geschat op 150 gulden bl, het broek achter de molen te weten de bampt op de Demer in het Lummens broek, de wisselbampt tegen Peeter Aerts en de Rausen Penninck tesamen geschat op 300 gulden bl, de Goorkuijlen geschat op 50 gulden, het eikenbos achter Kuringen geschat boven de lasten van 37 stuivers jaarlijks en de drie bomen die daar uit gehouwen moeten worden op 300 gulden bl. Vervolgens op de panden eertijds van Claes Bijsmans nu Jan Vrerix en consorten 15 gulden bl jaarlijks, op de panden van Mathijs Joris van Lummen 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Greffers van Linkhout 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Slegers van Stokrooi 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Coex van Kermt 4 gulden bl, op de panden van Jan Peermans nu van Jan Engelen van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Govert Slaechs van Linkhout nu van Jan Spilborch van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 uit 50 gulden bl jaarlijks. (Nota: een totaal van 3800 gulden bl voor de onroerende goederen en 95 gulden 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het zesde deel aangeduid met de letter F is gevallen aan Eerwaarde Heer Jan Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten het huis en aanhang in Hasselt gelegen ‘daar de condividenten elders uitgestorven zijn’ geschat met de last van 17 gulden en 12 stuivers min één oort op 3000 gulden bl, de Jorisbleuck in Geneiken geschat op 400 gulden bl, het land in Geneiken dat Hendrick Van den Velde huurt geschat op 200 gulden bl, het land in Bolderberg met een rente van 8 gulden jaarlijks aan Peeter Pinxten geschat op 500 gulden. Vervolgens op de panden van Jaspert Mantels van Zonhoven 25 gulden 5 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Swinnen van Kermt 20 gulden 10 stuivers bl jaarlijks. Een stuk land buiten de Trichterpoort gelegen met de daarop staande vruchten geschat boven de last van 4,5 vaten koren op 200 gulden bl, op de panden van Tielman Van Heele van Lummen nu van Jan Fredrix 6 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Hasselt een vat koren jaarlijks geschat op 30 gulden en op de panden van Lucas Geerts van Leuven 1 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 4300 gulden bl voor de onroerende goederen en 82 gulden 15 stuivers bl jaarlijks aan renten). Zo gesteld en gekaveld heeft iedereen zijn deel gekregen met als getuigen de eerzame Lambrecht Kelleneers en Margriet Wijsenraets. Was getekend: Cor. Caproens.21 |
Familie | Anna Hoefmans ° circa 1590, + 28 mrt 1666 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 552, 1613, huwelijken, p.18.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.177.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.180.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.181.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.183v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.184.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.206.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.239.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boke 57, p.248v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, 1593 - 1628, p.71.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.23.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.113v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.117v.
- [S297] Smedenambacht Hasselt, Rijksarchief Hasselt, nr.13, 1642-1643.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.189.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.302.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.420.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1657, overlijdens, p.360v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1660, 278.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 85, 1664, p.667.
- [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, dossier nr. 974.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1614, doopsels, p.113.
Catharina Frericx
IDnr.367, ° 11 juni 1615, + 9 april 1656
Vader | Petrus Frericx1 ° circa 1583, + voor 5 juni 1640 |
Moeder | Helwidis Horiaens1 ° circa 1587, + na 17 januari 1647 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Catharina Frericx werd gedoopt op 11 juni 1615 te Lummen [België] met als peter Henricus Spelsers en als meter Anna Hoefmans.1 |
Huwelijk | Zij huwde met Arnoldus Schijven op 5 mei 1641 te Beringen [België] met als getuigen Joannes Schijven, Wilhelmus Schijven, Franciscus Kenens en Egidius Kenens. De akte vermeldt: 'Ze trouwen met het rode zegel.2' |
Overlijden | Zij overleed op 9 april 1656 te Beringen [België] in de ouderdom van 40 jaar. De tekst vermeldt: 'De vrouw van Arnoldus Schijven.3' |
Catharina Frericx
IDnr.371, ° 9 februari 1615, + voor 11 oktober 1640
Vader | Gerardus Frericx ° circa 1584, + 21 november 1639 |
Moeder | Margaretha Thonis ° voor 1588, + voor 12 juni 1631 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Catharina Frericx werd gedoopt op 9 februari 1615 te Lummen [België] met als peter Henricus Dries en als meter Heleda Vrancken. |
Overlijden | Zij overleed voor 11 oktober 1640 te Lummen? [België]. De tekst vermeldt: '(bijschrift van een delingsakte van 11 oktober 1640) ...Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster'. Vermits Maria op dat moment nog leefde, mogen we aannemen dat Elisabeth al overleden was voor die datum.1' |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.113v.
Gerardus Frericx
IDnr.368, ° circa 1584, + 21 november 1639
Vader | Aerdt Fredrix ° circa 1555, + tussen 2 maart 1623 en 9 mei 1624 |
Moeder | Maria Van Hese ° circa 1560, + 8 november 1639 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Gerardus Frericx werd gedoopt circa 1584 te Lummen? [België]. |
Huwelijk | Hij huwde met Margaretha Thonis, dochter van Jan Tonis, op 24 februari 1609 te Lummen [België]. De akte vermeldt: 'Het huwelijk wordt plechtig ingezegend in bijzijn van de ouders, vrienden en getuigen.1' |
Lening | Wouter Vande Venne leende aan Gerardus Frericx de som van 13 Rinsgulden Brabants aan 20 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 november 1613. Ze vermeldt verder ook Aerdt Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Wouter Vande Ven, Brabants officier, gemachtigd door de kerkmeesters van Coorsel, verkoopt aan Geert Frerix een hypoteek van 20 stuivers jaarlijks die de kerk trekt op een hoffstadt, den Bolaerts, van Aerdt Frerix, vader van Geert Frerix. Verkocht voor 13 Rinsgulden Brabants.2' |
Eigendom | Jan Soeten verkocht een goed aan Gerardus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 maart 1616. De akte luidt als volgt: 'Jan Soeten, mede voor zijn consorten, verkoopt aan Geert Frerix, hoffstadt den Boelaerts, palende mr. Gielis Schooffkens erfgenamen, de erfgenamen Peeter Clocluijers en de straat. Voor 2 Rinsgulden 17 stuivers eens boven 20 stuivers jaarlijks die Geert Frerix daar op trok. Godtspennink: 1 stuiver. Lijcop: 10 stuivers.3' |
Eigendom | Aerdt Fredrix verkocht een goed aan Gerardus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 juni 1617. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix verkoopt aan zijn zoon Geert Frerix: huis en hof te Westerhoven, palende Peeter Neven, het Bruckelen, de straat en Marten Beerten; een stuk erf, de Parijshoff, palende Maria Van Hamel, de beek, de straat en de erfgenamen Claes Vande Bogaert; belast met 2 vaten koren aan de Armen te Lumpmen; 2 cijnsgulden aan de Satrosen en de grondcijns. Voor 40 Rinsgulden jaarlijks boven de lasten; te kwijten met 650 Rinsgulden. Zo hij niet betaalt kan de vader met een conde tot het geleijt komen. Godtspennink: 1 stuiver.4' |
Lening | Gerardus Frericx leende aan Marten Beerten de som van 50 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 5 april 1618. Deze verwijst ook naar Vincentius Lijnen en Simon Bervoets als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Medeschepen Vincent Lijnen brengt ter registratie een gicht aan die geschied is voor hem en Simon Bervoets als gerechtsluiden, met de volgende inhoud. Op 22 februari 1617 heeft Marten Beerten 50 gulden à 6% geleend van Geert Frerix. Pand: huis en hof op het Vestereneijnde, palende Z. de straat; W. de erfgenamen Claes Vande bogaert en met 2 zijden Aerdts Frerix. Beerten zal Frerix onderpand stellen voor de Loonse bank. Met een stuk broek in die Beijgeren, palende het Nieu beempten, Jan Moes, ter derder zijde de Bagijnen van Diest en de erfgenamen Mathees Tielens ter vierder. P.S. Op 6 maart 1698 is deze rente gekweten door Jan de Rauw aan Caspar Frederici.5' |
Eigendom | Georgius Fredrix verkocht een goed aan Gerardus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 juni 1618. Deze verwijst ook naar Mathias Fredrickx als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Margaretha Thonis. De akte luidt als volgt: 'Joris Frerix verkoopt aan zijn broer Geert Frerix ½ bunder broek op de Stockbeempden, palende Simon Bervoets, de erfgenamen Jan Baerdemaeckers en de erfgenamen Aerdt Swijsen. Voor 135 guden. Godtspennink: 2 stuivers. Belast aan de Armen met 7 of 7 ½ stuiver. Op deze koop zijn 100 gulden betaald, hem Geert gegeven door Mathees Frerix. Komen Geert Frerix met zijn huidige vrouw Margriet Thonis te sterven zonder wettige geboorte na te laten, dan moeten die 100 gulden keren naar de linagie zijner huisvrouw.6' |
Lening | Gerardus Frericx leende aan Jan Tsgranden de som van 100 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 31 januari 1619. De akte luidt als volgt: 'De 100 gulden, volgens vorige gicht [Eigendom 31.01.1619] nog te betalen, worden in deze gicht geformuleerd in een leenakte. P.S. Op 26 oktober 1623 heeft Geert Frerix aan Jan Luijcx de helft hiervan gekweten.7' |
Eigendom | Gerardus Frericx verkocht een goed aan Jan Tsgranden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 31 januari 1619. De akte luidt als volgt: 'Geert Frerix verkoopt via des Loonse heren hand aan Jan Tsgranden, huis en hof, palende de erfgenamen mr. Gielis Scooffkens, de straat en de erfgenamen Peeter Clocluijers. Voor 200 Rinsgulden en 4 Rinsgulden tot een kermesse voor verkopers vrouw; 100 gulden te betalen binnen de 6 weken. Voor de andere 100 gulden zal hij 6% geven en het gekochte goed verpanden. Belast met 1 egenmenneken cijns. Lijcop: 5 gulden. Godtspennink: 1 stuiver.8' |
Lening | Gerardus Frericx leende aan Ida Mewen de som van 15 gulden Brabants aan 20 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 maart 1620. Deze verwijst ook naar Peeter Coex en Peeter Poelmans als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Peeter Poelmans verkoopt aan Geert Frerix voor 15 gulden Brabants de 20 stuivers jaarlijks, uit vorige gicht. Volgt de tekst. Peeter Coex verkoopt aan Peeter Poelmans een hypotheekje van 20 stuivers jaarlijks op een stuk land, het Luijtenlandt, van Ida Mewen; verkocht voor 15 gulden Brabants.9' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Jan Tsgranden met Jan Luijcx, geacteerd te Lummen [België] op 1 oktober 1620, vermeldt eveneens Gerardus Frericx; Jan Tsgranden verkoopt aan Jan Luijcxs: 1. huis en moeshof, dat hij zelf verkregen heeft van Geert Frerix. Palende de erfgenamen mr. Dionijs Vande Briel, met 2 zijden de straat en de erfgenamen Peeter Clocluijers ter vierder zijde. 2. Daarbij een beddekoets met een schapraai, 14 planken, 6 lange en 4 korte bruggen, zoals die daar gesneden liggen.10 |
Beroep | Hij was kerkmeester te Lummen [België] op 14 april 1622.11 |
Eigendom | Valentijn Schepers verkocht een goed aan Gerardus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 april 1622. De akte luidt als volgt: 'Valentijn Scepers verkoopt aan de kerk te Lumpmen een plaats of hoffstadt aan het kerkhof gelegen, palende N. de straat; W. de erfgenamen heer Mathijs Van Hoeffve en Z. het kerkhof. Voor 36 gulden Brabants. Belast met 30 stuivers aan de erfgenamen Jan Baerdemakers en 's heren grondcijns. Godtspennink: 1 stuiver. Lijcop: 12 stuivers. Namens de kerk is Geert Frerix ter gichte gekomen.11' |
Aflossing | Gerardus Frericx ontving van Jan Luijcx de terugbetaling van een lening van 100 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 oktober 1623. De akte luidt als volgt: 'De 100 gulden, volgens vorige gicht [Eigendom van 31.01.1619] nog te betalen, worden in deze gicht geformuleerd in een leenakte. P.S. Op 26 oktober 1623 heeft Geert Frerix aan Jan Luijcx de helft hiervan gekweten.7' |
Eigendom | Geijsen Heijloven verkocht een goed aan Gerardus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 december 1629. De akte luidt als volgt: 'Geijsen Heijloven verkoopt aan de erfgenamen Aerdt Frericx van Lummen, drie vierdel broek gelegen op het Middelste brouck, wezende gemeen. Palende de genoemde erfgenamen, Jacob Schats, Peeter Aerdts alias Vrancken van Lummen en Jesper Poelmans erfgenamen. Voor 54 rinsgulden en ½ reijcxdaelder voor verkopers vrouw. Godtspenninck: 1 stuiver. Te betalen: 20 gulden bij het gichten, de rest bij het verjaren. Geert Frerix is in naam van zijn 'medegeringhe' als voor zich zelf ter gichte gekomen. Het geld is gekomen van een rente van 3 gulden jaarlijks afgelegd door Jan Moons binnen deze Vrijheid.12' |
Huwelijk | Hij huwde met Maria Dries voor 12 juni 1631 te Lummen? [België]. De akte vermeldt: '(financiële transactie van 26 februari 1637) ...Geert Frerix, man van Maria Dries...13' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Aerdt Dries met Jan Tsgranden, geacteerd te Lummen [België] op 12 juni 1631, verwijst naar Gerardus Frericx als betrokken partij; Voor de schepenen Aerdt Fredricx en Huijbrecht Van Peer, verschenen mr. Aerdt Dries, secretaris en Jan Scranden i.v.m. een koop tussen hun beiden. Mr. Aerdt Dries verkoopt aan Jan Scranden: 1. zijn huis gelegen binnen de Vrijheid, palende O. en N. Jan Bervoets; W. de erfgenamen Valenteijn Schepers en Z. de straat. 2. Een moeshof omtrent den Burchgracht, palende W. en Z. mr. Peeter Aerdts; O. de erfgenamen Peeter Clockleuijders en Adriaen Mimbiers; N. de straat. Voor 70 Rinsgulden. Getuigen: heer Jan Lemmens en Jan Baerdemaeckers. De koop is als volgt betaald: 2 Jacobus, het stuk ad 14 gulden. 1 Rosennobel, geteld voor 11 gulden. ½ Rosennobel voor 5 ½ gulden. 2 dobbel Alberteijnen, het stuk voor 7 gulden. Nog 3 oude gouden Philippen, het stuk ad 3 gulden 13 suivers. Nog 11 stuivers mijten. P.S. Op 11 juli 1631 heeft Jan Scranden naderschap bekent aan Geert Frericx, bloedverwant van de verkoper. De gicht blijft in 'sheren hand tot Frericx koopsom en kosten integraal zal betaald hebben. P.S. Op 23 juli 1631 bekent Jan Scranden naderschap aan Jannen Moons schoonsoen Aerdt Dries, nader bloedverwant als Geert Frerix. Moons betaalt.13 |
Aflossing | Gerardus Frericx ontving van Mattees Wiours de terugbetaling van een lening van 50 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 februari 1637. Ze vermeldt verder ook Robert Wiours. De akte luidt als volgt: 'Geert Frerix, man van Maria Dries, kwijt de panden van de erfgenamen Robert Wiours, te weten een 'hoffstadt aan de groote eijcke' gelegen. Van 50 gulden à 6%. Wordt later bevonden dat de hypotheek groter was, dan zal Maria Wiours het tekort bijpassen. Mattees Wiours, één der kinderen van Robert, is ter gichte gekomen.14' |
Lening | Gerardus Frericx leende aan Henrick Beerten aan 3 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 1 oktober 1637. De akte luidt als volgt: 'Geert Frericx kwijt de panden van Henrick Beerten van 3 gulden jaarlijks, gecreëerd op 20 januari 1618.15' |
Aflossing | Henrick Swijsen en Joannes Richardus ontvingen van Gerardus Frericx de terugbetaling van een lening aan 2 gulden 2 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 maart 1639. De akte luidt als volgt: 'Mr. Henrick Swijsen, gevolmachtigd door E.H. Joannes Richardus, prior der Sartroisen van Seelhem en met consent van het hele convent, kwijt huis en hof van Geert Frericx te Westerhoven van 2 gulden 2 stuivers jaarlijks. Daarna volgt de tekst van voornoemde volmacht. Ligging van huis en hof staan er als volgt beschreven: palende O. Geeraert Frerix; W. Henrick Beertens en de straat. Henrick Swijsen is schepen in Lummen. Gegeven voor notaris Dierck Fierens te Diest. Getuigen: Peeter Vrancx en Sebastiaen de Weerdt.16' |
Overlijden | Hij overleed op 21 november 1639 in Geneiken te Lummen [België].17 |
Erfenis | De erfenis door Georgius Fredrix en Joannes Fredrix, samen met Lambertus Morren en Arnoldus Frericx, geacteerd te Lummen [België] op 5 juni 1640, vermeldt eveneens Gerardus Frericx; Deling tussen de kinderen van wijlen Aerdt Frerix, alias Bosmans, waarvan Maria Van Hese de moeder was. De minuut is beschreven door Georgius Frerix, één der condividenten. De deling is gedaan in tegenwoordigheid en ten overstaan van 1) mr. Willem Neven, meier van het land van Lummen als toeziener en gebeden momber der achtergelatenen van wijlen Vincent Leijnen; 2) Jan Tonis als grootvader en momber der achtergelaten Geert Frerix; 3) Lambrecht Morren als toeziener en gebeden momber der achtergelaten Peeter Frerix; 4) heer Jan Frerix; 5) Joris Frerix en 6) Aerdt Frerix. Uit de algemene voorwaarden: de gewone last blijft op elk deel; wordt één of ander goed gemolesteerd, dan zal men de last samen dragen. De opgaande eikenbomen in de bos te Meldelaer, alsook in de Ceijl en het bosken te Gestel, die kapbaar zijn, zullen gedeeld worden. De eiken op de Dries en Lazareije beempt blijven staan tot reparatie en onderhoud van de bruggen. Het nagenoemde schaarhout zal men kappen en delen of verkopen: de Tielemanshoff; de Holeijcke tot Geneijcken; het Nief block te Laren; het Liemelaer; de Groote Scheijthaghe; het Heuffken; het Limelaer; den Langhen Wech; den Eijckenstock. Kavel 1 is gevallen aan de kinderen van Vincent Leijnen verwekt aan wijlen Margriet Frerix: Den Cnoopshoff belast met ½ vat koren aan de Armen van Lummen. De Groote Scheijthage belast met 3 gulden jaarlijks aan Jan Wauters te Meldelaer. Die Tien amen. Die twee bleuxkens te Molem. Het beempdeken op de Molenwech met zijn lasten. Die Orseten op het gemeijn. Den bos aan de Vrebosch. Het bosken te Gheneijcken. Het bosken aan de Leerse heijde. Renten: Aan panden: van Dioneijs Slegers te Meldelaer: -16-0 jaarlijks. Van Henrick Bervoets te Linckhaut: -6-0 jaarlijks. Van Aerdt Van Sonhoven te Linckhaut: 6 gulden. Van Cornelis Baerts te R(e)ckhoven: 6 gulden. Van Aerdt Reijnders te Molem: ½ mudde koren jaarlijks te kwijten met 20 stuivers en aan dezelfde nog 1 gulden; maakt -2-0. Van Jan Antoni onder Lummen: -6-0. Van Willem Vande Locht: -5-0. Van Matteeuwis Queijnen onder Linckhaut: 6 gulden. Van Teijs van Mierdt te Linckhaut: -6 gulden. Van Reijner Hemelers onder Ce(r)mpt: -2-0. Kavel 2 is gevallen aan Joris Fredrix. De halven Tielemanshoff. Den Krieckel belast met ½ mudde koren aan St. Barbelen altaer en met 1 vat 1 vierdelinck evenen. Het Lindekensvelt. De Hoff te Gheneijcken, palende Aerdt Fredrix en de straat. Den Langhen beempt. Den Eijckbos te Meldelaer, de rijpe eiken uitgezonderd. De bos aan de Willekensberch. Renten: Aan panden: van Willem Droochmans erfgenamen te Kermpt: -27-0. Van Servaes Moons te Molem: -3-0. Van Lambrecht Bervoets te Linckhaut: -3-0. Van Jan Hooghen te Spalbeeck: -16-0. Van Jan Rutten te Lummen: -6-0. Van mr. Henrick Swijsen te Lummen: -6-0. Van Henrick Slegers te Kermpt: -2-0. Deze deling moet dienen 10 gulden eens of 10 stuivers 's jaars, die de kinderen van Geerdt Frerix moeten geven. Kavel 3 is gevallen aan de kinderen Peeter Frerix verwekt bij Hilleken Horions. De andere helft van den Tieleman. Beijde die Langewegh. Het Beldeken. Het Heuffken, palende Henrick Dries. De Cleijne Scheijthage. Het Tiewinckelsbrouck. Den Lazerije beempt. De helft van de bos verkregen tegen Jan Henijghen (?) met de helft van de eiken daarop staande; palende de erfgenamen Aerdt Puttmans. Die Hoeff op het Oostereijnde. Renten: Aan panden: van Jan Betten erfgenamen te Kermpt: -21-0. Van Henrick Robijns nu Joris Fredrix: -15-0. Van Henrick vander Heijden alias Honinx: -16-15-0. Van Machiel Ludts te Meldert: -5-5-. Van de erfgenamen Anna Geerts te Meldelaer: -3-0. Van dezelfde: -1-10-. Van Aerdt Frerix ½ halster koren en aan de panden der erfgenamen Herman Holsteens: ½ halster; samen 1 halster koren. Kavel 4 is gevallen aan Aerdt Frerix. Die Baltishoven te Teuijlt. Het Bevijsen hoeffken aldaar. Den Eecker. Die halve Hol eijcke te Geneijcken. Die Schommen te Linckhaut. Den beempt tot Buestelken belast met 15 stuivers. Die Seijl te Gestel. Die Boersheijde met de bos, belast met 3 ½ vat koren. De hofstede waarin zijn vader heeft gewoond. Het geheel gemeijn Middelste broeck. Renten: Aan panden: van Nicolaes Schepers te Sonhoven: -25-5 st. Van Mertten Moris nu Vincent Leijnen kinderen: -12-0. Van Aerdt Druechmans te Buesteken: -4-0. Van Bertolomees Schepers te Laren: -3-0. Van Aerdt Jans te Linckhaut: -12 gulden. Van Peeter Vanden Deijck eertijds Soeij Gaethoffs: 2 gulden 10 stuivers. Kavel 5 is gevallen aan heer Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt. Den Sneppershoff te Teuijlt. Die Schomme aan de Willekensberch. Het Mishoeffken te Teuijlt tegenover het eerste perceel van deze kavel. Het Nieuw block te Laren. De Dries op de beek te Lummen. Het Beempdeken en de Cleijnen helder, naast elkaar gelegen. De halven bos verkregen van Jan Henijgh met de helft van de opstaande eiken. Renten: Aan panden: van de erfgenamen Jan Teulleners te Kermpt: -26-0. Van Jan Scheers erfgenamen te Kermpt: -1-0. Van Henrick Peeters te Gestel: -1-0. Van Tomas Timmermans: -18-0. Van Jan Moons: -3-0. Van Heuijbrecht van Peer: -6-0. Van Aerdt Frerix onze broeder: -6 gulden. Van Antoon Melco: 1-10-0. Van de erfgenamen Jan Vander Linden: -1-0. Kavel 6 is gevallen aan de kinderen van Geert Frerix verwekt bij Margriet Antoni. Heijligeesthoffken opt Westereijnde. Het Driesken met de hof daar achter aan elkaar gelegen. De Pareijshof tegenover de huizinge en de straat gelegen, met de opstaande lasten. Het Cleuijs beempdeken te Ghestel. De bos verkregen van Peeter Putmans. Renten. Aan panden: van de erfgenamen Tielen Van Herle: -10-0. Van Henrick Leijsen te Meldelaer: -7-10-0. Van Matteijs Peeters te Schuelen: -6-0. De hoffstadt in de plaetse te Lummen, waar ons grootvader Peeter Frerix heeft gewoond, met de lasten; boven die lasten gewaardeerd op 3 gulden jaarlijks. Van Aerdt Frerix onze broeder, 15 gulden te kwijten met 300 gulden. Het derde part van het goed te Burselken, gewaardeerd op 23 gulden 's jaars. Kavel 6 moet jaarlijks aan kavel 2 , 10 stuivers geven en nog 10 stuivers aan kavel 2 en 4. Onverdeeld gebleven zijn: de We…lhoff achter Peeter Aerts. Nog ¼ van de bos waarvan de erfgenamen Jan Baerdemaeckers de andere delen hebben. Die Goorveuijlen. Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap; ze zullen de reparatiekosten gelijk delen.18 |
Erfenis | De erfenis door Matteeuwis Dries geacteerd te Lummen [België] op 28 april 1644, vermeldt eveneens Gerardus Frericx; Matteeuwis Dries legt ter goedkeuring het testament voor van zijn vrouw Maria Frerix, die de dochter is van Geerdt Frerix. Het testament dateert van 18 februari 1644 en werd geschreven door pastoor Peeter Neven. Inhoud: 50 gulden aan het broederschap van het heilig sacrament. Aan haar man, 100 pattacons. Gedaan ten huize van de testatrice te Westerhoven gelegen. W.g. Maria Fredrix, Henrick Beertens, Aerdt Vanden Berghe. Op verzoek van Matteeuwis Dries komen de pastoor en getuigen Beerten en Vanden Berghe op 13 oktober 1644 de echtheid van het testament bevestigen. Testament wordt goedgekeurd. W.g. Peeter Aerts, secretaris.19 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Christianus Jans met Willem Tonis, geacteerd te Lummen [België] op 22 april 1655, vermeldt eveneens Gerardus Frericx; Christiaen Jans draagt op tot behoef van Willem Tonis het goed dat in de volgende conditie wordt omschreven. Willem kwam ter gichte. Pontgeld 26 - 5 stuivers. Condities. Verkoop door Christiaen Jans van goederen onder Lummen gelegen: A) 2 sillen broek omtrent de schans van Meldelaer, palend Willem Tonis O., Jan Pops W., Henrick Cuypers N; B) een sille gelegen over de vloetgracht, regenoten Henrick Cuypers aan 2 zijden, de beek aan de derde; C) een sille broek in Laren palend Barttel Aerdts 1), Aerdt Aerdts 2), de onmondige kinderen van Wilboerdt Aerdts 3); D) een hoefffken in Meldelaer aan de vroente gelegen, grenzend Willem Tonis aan 2 zijden; E) een sille land omtrent de karbane gelegen, grenzend Cattlyn Huygen aan 2 zijden, de karbaan ter 3er. Lasten: op de 2 sillen broek 7 gulden 10 stuivers jaarlijks Brabants aan de erfgenamen van Geert Fredrix; op B) 2 gulden Brabants jaarlijks aan Aerdt Fredrix van Hasselt; het hofje in Meldelaer D) met 5 gulden jaarlijks aan Henrick Cuypers met zijn consorten. Deze lasten zullen aan de koopsom korten, met uitzondering van sheren chyns van de gronden. Deze goederen worden verkocht met palmslag, hogen en uitgang van de brandende kaars na 3 roepen in de kerk van Lummen 'van vertien daegen tot vertien daegen te doen'. De meestbiedende zal voor zijn goed bod 2 pattacons Brabants profiteren en zal als eerste zoveel hogen mogen stellen als hem belieft. Iedere hoge geldt 2 gulden half voor de koper en half voor de verkoper. Tot het einde van de huurperiode zal de koper jaarlijks de huur optrekken. Volgende oogst zal de laatste hoger het Heuffken mogen aanvaarden dat door de verkoper bezaaid werd, 'soo haest als hij sijne vroeme daer van oft aff sal getrocken hebben'. De koper moet op datum van gichten de helft van de koopsom betalen en de andere helft op de dag van 'verjaeren', de kosten betreffende deze koop nochtans dient hij dadelijk bij gichten te vergoeden. Onkosten: gichtgeld, kaarsgeld, pontpenningen, lycoop naer landtcoop, godsgeld 2 schellingen en schrijfgeld van deze condities 4 gulden. De verkoper moet alle verlopen lasten schoon maken tot datum van gichten. 9 maart 1655 bood Willem Tonis 1250 gulden Brabants eens en 3 souverainen voor verkopers echtgenote voor de totaliteit van de goederen. Hierop gunde Christiaen Jans hem de palmslag. Opgemaakt in Meldert in het woonhuis van Oreaen Jans in aanwezigheid van Willem Ingenenhoff en Goossen Goossens als getuigen. Op dezelfde dag stelt Willem Tonis 25 hogen. Ondertekend: quod attestor Aerdt Vanden Berge.20 |
Familie | Margaretha Thonis ° voor 1588, + voor 12 jun 1631 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 552, 1609, huwelijken, p.6.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.143.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.172v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.179v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.186.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.189.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.202v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.202.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.218v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.220v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.234v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.5.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.23.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.85.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.90.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.98v.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 554, p.47 (p.26).
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.113v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.143.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.420.
- [S5] Parochieregisters Heusden, Rijksarchief Hasselt, boek 367, 1610, doopsels, p.119.
Jan Frericx
IDnr.2869, ° voor 1535, + na 21 maart 1574
Doopsel | Jan Frericx werd gedoopt voor 1535 te Lummen? [België].1 |
Eigendom | Daniel Lyffs verkocht een goed aan Jan Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 17 januari 1566. De akte luidt als volgt: 'Daniel Lyffs houdt het versterf op na dood zijner ouders. Tezelfdertijd verkoopt Daniel Lyffs, via de Brabantse meier, aan Jan Ffrericx, zijn kindsdeel van huis en hof, palende de straat, Huybrecht Van Scaffen en ter derder zijde Marie Van Hamel erfgenamen. Voor 65 Rinsgulden boven volgende lasten: aan O.L.Vrouwkerk te Diest, 4 Rinsgulden; aan Geerdt Scadts, 3 Rinsgulden; aan de heren van Rumunde (Roermond), 1 Rinsgulden 'sjaars; 'sheren grondcijns; aan de H. Geest te Lumpmen, 14 stuivers voor 16 gulden; nog 3 ganzen (?). Jan Ffredericx moet hiervan maar de helft betalen, vermits hij maar de helft van huis en hof koopt. Van de koopsom van 65 gl. betaalt hij er 16. Voor de rest geeft de koper rente.1' |
Lening | Jan Aelen en Marie Pas leenden aan Jan Frericx aan 3 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 juni 1567. Deze verwijst ook naar Jan Smeets en Geert Schats als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Smeets draagt via de Brabantse meier op aan Jan Aelen en zijn vrouw Marie Pass: een hypotheek van 3 Rinsgulden 's jaars op Lucas Cuijpers panden, nu toebehorend aan Jan Ffrerijx, luidens gicht van 28 februari 1566. Deze 3 Rinsgulden 'sjaars heeft Jan Smeets aan Jan Aelen toegezegd en beloofd in huwelijksvoorwaarden. Na opdragen en vertijen van Jan Smeets is Gheert Scats in naam van Jan Aelen, diens vrouw en nakomelingen, in deze 3 Rinsgulden gegicht.2' |
Naamvariatie | Hij werd ook Frederijcx genoemd.3 |
Eigendom | Jan Sceepers verkocht een goed aan Jan Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 januari 1569. De akte luidt als volgt: 'Jan Sceepers verkoopt via de Loonse meier aan Jan Frederijcx een bloeckxken bij de 'twee buecken' gelegen. Palende Mathijs Minbiers; N. Mathijs Vanden Bos; W. de erfgenamen Joris Gross; O. Thijs Van Baelen. Voor 30 Rinsgulden 15 stuivers. De verkoper stelt pand buiten de Vrijheid ter Brabantse eerde, voor het geval de koper enige molestatie zou ondervinden aangaande deze koop. Goidtspennink: ½ stuiver.3' |
Eigendom | Mariken Peelers verkocht een goed aan Jan Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 april 1569. Ze vermeldt verder ook Elizabeth Peelers en Mathens Minbiers. De akte luidt als volgt: 'Elizabeth Peelers met haar momber Mathijs Minbiers draagt via de Loonse meier aan haar dochter Mariken Peelers de tocht op van een bloexken genoemd den Cleijnen Thiest. Palende Z. Gheerdt Scats; W. Mathijs Minbiers en O. Catharijn Stangen erfgenamen. Tocht en erfdom vergaderd zijnde heeft Mariken Peelers met haar momber Mathijs Minbiers het voorschreven erf verkocht aan Jan Fredericx der jonge. Voor 30 stuivers jaarlijks staande op panden van Jan Cassmans tot Meldaert en af te leggen met 27 Rinsgulden. Plus nog 25 stuivers die jaarlijks op dat stuk uitgaan. Daarvoor verborgt Frederickx zijn binnen Vrijheidse goederen.4' |
Aflossing | Margriet Van Coersworm ontving van Jan Frericx de terugbetaling van een lening aan 2 mud rogge en 3 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 april 1573. Deze verwijst ook naar Peeter Vanden Briele als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Willem Van Horion en Bartholomes Sleegers. De akte luidt als volgt: 'Joffrouwe Margriet van Coersworm, weduwe jonker Willem van Horion, met haar momber Peeter Vanden Briele, kwijt Jan Fredericx en zijn panden van: 1. 1 mud rogge en 1 Rinsgulden 'sjaars, waarvan gicht en goeding gepasseerd zijn tussen heer Bartholomeuwis Sleegers en wijlen jonker Aerdt van Horion, d.d. 10 september 1534; 2. nog van 1 mudde rogge en 1 Rinsgulden 'sjaars, door jonker Aerdt van Horion verkregen op 13 september 1537; 3. nog van 1 Rinsgulden 'sjaars door jonker Aerdt Van Horion verkregen op 26 juni 1539.5' |
Lening | Margriet Van Coersworm leende aan Jan Frericx de som van 18 Rinsgulden aan 1 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 3 juni 1573. Deze verwijst ook naar Peeter Vanden Briele als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Fredericx leent van Joffrouwe Margriet van Coersworm 18 Rinsgulden Brabants à 1 Rinsgulden 'sjaars. Pand: huis en hof te Westerhoven. Palende Z. de straat; O. Henrick Kempeneers kinder; N. het Brueckelen; W. Steeven Boegaerts erfgenamen. Fredericx consenteert hiervan zegel en brief. Peeter Vanden Briele is namens de joffrouw ter gichte gekomen.6' |
Lening | De leningsovereenkomst van Daniel Stenaerts met Machiel Smeets, geacteerd te Lummen [België] op 16 juli 1573, verwijst naar Jan Frericx als betrokken partij; 50 Rinsgulden.7 |
Lening | Jan Smeets leende aan Jan Frericx de som van 48 gulden aan 6,25% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 21 maart 1574. Deze verwijst ook naar Jan Aelen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Aelen verkoopt via de Brabantse heer aan Jan Smeets 3 Rinsgulden 's jaars op huis en hof van Jan Frericx te Westerhoven gelegen. De gicht daarvan dateert van 28 februari 1566. De akte verwijst ook naar een deelakte tusssen de broers Jan en Lucas Cuijpers d.d. 10 december 1562. De rente is verkocht voor 48 Rinsgulden.8' |
Overlijden | Hij overleed na 21 maart 1574 te Lummen? [België].9 |
Lening | De leningsovereenkomst van Jan Van Peer met Aert Ingelen, geacteerd te Lummen [België] op 14 maart 1584, vermeldt eveneens Jan Frericx.10 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.256v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, 1546-1591, p.267.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.276.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.278v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, 1546-1591, p.314.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.314.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.315.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, 1546-1591, p.321v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.321v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.374v.
Maria Frericx
IDnr.343, ° voor 1593, + na 15 juni 1614
Doopsel | Maria Frericx werd gedoopt voor 1593 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Cornelius Heskens op 15 juni 1614 te Lummen [België]. De akte vermeldt: 'Het huwelijk wordt ingezegend in aanwezigheid van de getuigen en vrienden.1' |
Overlijden | Zij overleed na 15 juni 1614 te Lummen? [België]. |
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 552, 614, huwelijken, p.21.
Maria Frericx
IDnr.366, ° 22 november 1611, + voor 5 juni 1640
Vader | Petrus Frericx1 ° circa 1583, + voor 5 juni 1640 |
Moeder | Helwidis Horiaens1 ° circa 1587, + na 17 januari 1647 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Maria Frericx werd gedoopt op 22 november 1611 te Lummen [België] met als peter Vincentius Lijnen en als meter Sara Otten.1 |
Huwelijk | Zij huwde met Lambertus Morren circa 1635 te Lummen? [België]. De akte vermeldt: '(delingsakte van 5 juni 1640 jaar) ...Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix...2' |
Overlijden | Zij overleed voor 5 juni 1640 te Lummen? [België].2 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Arnoldus Corthoudt en Elisabeth Frederix, samen met Lambertus Morren en Govardt Daems, met Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts, geacteerd te Lummen [België] op 16 maart 1662, vermeldt eveneens Maria Frericx; Aerdt Corthouts als man van Elisabeth Frerix, Lambrecht Morren in naam van zijn zoon Lambrecht verwekt bij Maria Fredrix, Jan Schijven als momber der kinderen Aerdt Schijven, verkopen aan Huijbrecht Lenardts, man van Maria Lijnen, ieder hun deel in een moeshof achter de kerk gelegen; palende met 3 zijden aan de straat en voornoemde Lenardts ter vierder zijde. Voor 56 gulden Brabants boven de gerechtskosten hierover gedaan. De comparanten beloven Govardt Daems als vader van zijn kinderen met Barbara Fredricx, medeeigenaars voor ¼ part, in te brengen om ook opdracht te doen. Als de koopsom niet voor pinksteren betaald is, gaat de koop teniet.3 |
Familie | Lambertus Morren ° circa 1610, + na 20 apr 1664 |
Kind |
|