Rudolf Hoedemaker

IDnr.14126, ° circa 1871, + 2 januari 1958
GeboorteRudolf Hoedemaker werd geboren circa 1871 te Ubbergen [Nederland].1 
HuwelijkHij huwde met Helena Wilhelmina Schouten op 29 april 1898 te Ghendt [Nederland].2 
BeroepHij was steenbakkersbaas op 13 april 1923.3 
OverlijdenHij overleed op 2 januari 1958 te Beek [Nederland].1 

Familie

Helena Wilhelmina Schouten ° circa 1870, + 22 jul 1930
Kind

bronvermelding(en)

  1. [S117] Burgerlijke Stand Beek (NL), Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.131, inventarisnr. 2676, overlijdens, 1958, akte 1.
  2. [S386] Burgerlijke Stand Gendt, Gelders Archief, toegangsnr. 12.006, inventarisnr. 0207, huwelijken, 1898, akte 4659.
  3. [S117] Burgerlijke Stand Beek (NL), Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.006, inventarisnr. 33, huwelijken, 1923, akte 6.

Theodorus Godefridus Hoedemaker

IDnr.14125, ° 23 augustus 1901, + na 13 april 1923
VaderRudolf Hoedemaker1 ° circa 1871, + 2 januari 1958
MoederHelena Wilhelmina Schouten2 ° circa 1870, + 22 juli 1930
Stamkaartenafstammelingen van Godefridus Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Godefridus Fredrix [boxformaat]
GeboorteTheodorus Godefridus Hoedemaker werd geboren op 23 augustus 1901 te Rheden [Nederland].3 
BeroepHij was mijnwerker op 13 april 1923.3 
HuwelijkHij huwde met Anna Maria Fredrix, dochter van Herman Hubert Fredrix en Maria Magdalena Hubertina Smeets, op 13 april 1923 te Beek [Nederland].3 
OverlijdenHij overleed na 13 april 1923 te Beek? [Nederland].3 

bronvermelding(en)

  1. [S386] Burgerlijke Stand Gendt, Gelders Archief, toegangsnr. 12.006, inventarisnr. 0207, huwelijken, 1898, akte 4659.
  2. [S117] Burgerlijke Stand Beek (NL), Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.006, inventarisnr. 41, overlijdens, 1930, akte 39.
  3. [S117] Burgerlijke Stand Beek (NL), Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.006, inventarisnr. 33, huwelijken, 1923, akte 6.

Christina Hoeffmans

IDnr.3937, ° voor 1625, + na 25 februari 1649
DoopselChristina Hoeffmans werd gedoopt voor 1625 te Lummen? [België].1 
HuwelijkZij huwde met Peeter Smolders voor 25 februari 1649 te Lummen? [België].1 
LeningDe leningsovereenkomst van Arnoldus Fredrix met Henrick Swarts, geacteerd te Lummen [België] op 25 februari 1649, verwijst naar Christina Hoeffmans als betrokken partij; 150 gulden bbl.1 
OverlijdenZij overleed na 25 februari 1649 te Lummen? [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, folio 171v.

Anna Hoefmans

IDnr.341, ° circa 1590, + 28 maart 1666
VaderMathijs Hoefmans ° voor 1565, + tussen 10 maart 1605 en 13 juli 1628
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselAnna Hoefmans werd gedoopt circa 1590 te Lummen? [België].1 
HuwelijkZij huwde met Arnoldus Frericx, zoon van Aerdt Fredrix en Maria Van Hese, op 23 juli 1613 te Lummen [België] met als getuigen Joannes Dries en Joannes Jans.1
DoopselZij was meter bij het doopsel van Joannis Lijnen op 29 april 1614 te Lummen [België].2 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Catharina Frericx op 11 juni 1615 te Lummen [België].3 
AflossingMaria Lijnen ontving van Anna Hoefmans de terugbetaling van een lening van 200 gulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 mei 1649. Ze vermeldt verder ook Vincentius Lijnen. De akte luidt als volgt: 'Anna Hoeffmans in naam en uit bevel van haar man Arnold Frerix kwijt de kinderen van Vincent Lijnen 200 gulden kapitaal die Fredrix waren aangedeeld na dood van wijlen zijn ouders en die Lijnen als huwelijksgift ontvangen had bij zijn huwelijk met Margriet Frerix. Het bedrag was bij de deling als huwelijksgoed weer ingebracht.4' 
Gebeurtenis Op 8 juli 1660 maken Anna Hoefmans en Arnoldus Frericx met Petrus Frederici te Lummen [België] een overeenkomst, neergelegd in de volgende akte:'Anna Hoeffmans weduwe van Arnold Frerix, geassisteerd door haar zoon Joris Frederici, die zich sterk maakt voor de kinderen van Arnold Frederici den alden zaliger en haarzelf 1) en heer en meester Peeter Frederici advocaet 2) hebben een akkoord gesloten betreffende het geschil over de last en servitude van een brug genaamd "die Haecxkolck brugge". Ze voerden ervoor een proces voor deze schepenbank en voor de eerwaarde heer Offciaal in Luijdick. Anna en Joris dragen daarom tot behoef van de heer advocaat voorschreven de vierde part op van "den Langen Beempt" gelegen op "den Molenwech" omtrent die Groote Molen, grenzend zijne excellentie de graaf Vander Marck 1), de Demer 2), sheeren Straet 3) en de erfgenamen Simon Sijmons 4). Dit was hen toegekomen na de dood van Joris Fredrici en Aledis Francken zaliger, "met noch die gerechtichijt van het wechgelt te ontfangen voor haer contingent te weeten die hellicht", met de last van een daelder die eraan staat. De advocaat neemt hiervoor de beekbrug genaamd "die Haecxkolckbrugge" tot zijn last om ze te repareren en te onderhouden en staat ervoor garant met zijn persoon en goederen, tot ontlasting van de erfgenamen van Arnold Fredrici den alden. Elk zal zijn kosten gemaakt voor de officiaal van Luik moeten betalen. De weduwe zal nog een "middelbaeren boom" mogen afhouwen staande in de eikenbos in Meldelaer en dat binnen het jaar.5' 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Agnes Fredrix op 7 november 1660 te Zelem [België].6
LeningPetrus Frederici leende aan Anna Hoefmans aan 10 gulden bbl intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 september 1663. Deze verwijst ook naar Gielis Borremans als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Mr. Gielis Bormans laat namens advocaat Fredrici een akte registreren van notaris Egidius Bormans, d.d. 13 oktober 1662. De inhoud luidt als volgt. Advocaat Petrus Fredrici verklaart dat hij voorheen - tot voldoening van een legaat van 10 gulden jaarlijks, door zijn oom E.H. Joannes Fredrici, in leven pastoor en landdeken te Hasselt, gelegateerd aan de broederschap van de H. Rozenkrans in de St. Quintinuskerk te Hasselt - voor de schepenen van Kermpt te hebben opgedragen een rente van 10 gulden uit een meerdere rente van 15 gulden, hem bij deling der goederen van zijn grootvader en grootmoeder toegedeeld, geregistreerd voor de schepenen van de binnen Vrijheid te Lummen en staande op panden van Aert Frerix. De panden zijn niet gespecificeerd, maar omdat de meesten onder Kermpt lagen werd de opdracht daar gedaan. De weduwe Aerdt Fredrix resisteert tegen deze opdracht en weigert betaling dezer rente. Ze zegt dat de panden waarop deze rente gevestigd is, op het 'Oostereijnde' onder Lummen liggen. De toestand wordt geregulariseerd. Getuigen: ten huize van de notaris in Hasselt: Jan Teulleners en Dionijs Engelborchs.7' 
AflossingDe leningsovereenkomst van Arnoldus Lijnen en Arnoldus Corthoudt met Lucas Smans, geacteerd te Lummen [België] op 24 januari 1664, verwijst naar Anna Hoefmans als betrokken partij.8 
LeningDe leningsovereenkomst van Matteeuwis Van Weddingen met Huijbrecht Lenardts, geacteerd te Lummen [België] op 27 maart 1664, vermeldt eveneens Anna Hoefmans; 800 gulden.9 
OverlijdenZij overleed op 28 maart 1666 te Hasselt [België].10
BegrafenisZij werd begraven op 30 maart 1666 te Hasselt [België]. De tekst vermeldt: 'Zij wordt in de kerk begraven.10' 
ErfenisJoannes Frederici en Mattheus Fredrix waren, samen met Georgius Frederici, Mathijs Mattheij, Anna Frederici, Maria Frederici, Arnoldus Busch, Renerus Millen, Anna Millen, Elisabeth Van Millen en Catharina Millen, op 20 juli 1666 te Hasselt [België] erfgenamen van Anna Hoefmans; Op 20 juli 1666 zijn voor mij Notaris en getuigen hieronder geschreven persoonlijk verschenen en gecompareerd Eerwaarde Heer en Meester Joannes Fredrix, Mathijs Fredrix, Joris Fredrix, Mathijs Matheuwis als man en momber van zijn vrouw Anna Fredrix, Aerdt Liefsoons als man en momber van zijn vrouw Maria Fredrix geassisteerd door Aerdt Bus, mede sprekende voor zijn andere zusters en broers, voorkinderen van de voornoemde Maria Fredrix, bij haar verwekt door Peeter Bus zaliger, en Aerdt Millen als vader en momber van zijn kinderen Renier, Anna, Lijsbeth en Catrien Millen, verwekt uit de schoot van Catlijn Fredrix. Samen kinderen en representanten van Aerdt Fredrix en Anna Hoefmans, beide zaliger. De goederen, cijnzen en renten die voornoemde ouders hebben achter gelaten, zijn na rijpe deliberatie en langdurig beraad in zes gelijke delen verdeeld, aangeduid met de letters A, B, C, D, E en F.
Na hierover gekaveld te hebben is het eerste deel, aangeduid met de letter A, gevallen aan Aerdt Liefsoons, zowel voor hem en zijn kinderen verwekt bij Maria Fredrix als voor de kinderen bij haar verwekt door Peeter Bus, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning waar Aerdt voornoemd woont Het bestaat uit twee ‘moeshoofkens', de dries of boomgaard, de ene gelegen te Groenlaren in Lummen, geschat op 800 gulden, de andere geschat op 400 gulden bl, de onderste Scijnenshof geschat op 600 gulden bl, de bovenste Scijnenshof, bovenop de lasten die erop staan, geschat op 900 gulden bl, het Wauterken geschat op 150 gulden bl, de Langenhof geschat op 250 gulden bl, het Passebosken geschat op 100 gulden bl, het Quaetbleuxken geschat op 100 gulden bl, het voorste Edbrouck geschat op 800 gulden bl, de Jonckhanensbampt geschat op 400 gulden bl, en het Peeterbrouxken geschat op 200 gulden bl. Vervolgens 27 gulden en vijf stuivers bl jaarlijkse rente en nog eens 25 gulden bl jaarlijks, beide staande op de gemeente Lummen. Verder 3 gulden bl jaarlijks op de panden van Jaspert Poelmans, ook van Lummen. (Nota: een totaal van 4700 gulden bl voor de onroerende goederen en 55 gulden en vijf stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het tweede deel aangeduid met de letter B is gevallen aan Aerdt Millen voor zijn voornoemde kinderen, bestaande uit de hierna volgende percelen van erven en renten, te weten de winning van Aerdt Corthauts met het land, moeshof en boomgaard, te Groenlaren in Lummen gelegen, geschat op 300 gulden bl, de Heusarens geschat op 400 gulden bl, de Vrauwkenshof geschat op 200 gulden bl, het Heijken tegenover de voornoemde winning gelegen geschat op 100 gulden bl, de Reu geschat op 1000 gulden bl boven de last van een vat koren jaarlijks, de Huijsmansschom geschat op 400 gulden bl, het achterste Edbroek geschat op 600 gulden bl, het meken geschat op 200 gulden bl en de Gielisbampt geschat op 300 gulden bl. Vervolgens 7 gulden bl jaarlijkse rente op de panden van Aerdt Aerts van Leuven, 8 gulden bl jaarlijks op de panden van Frans Rubens van Stevoort, op de panden van Jan Vos van Spalbeek 16 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Munters op de Kempense Heide drie vaten koren jaarlijks geschat op 4 gulden en 10 stuivers bl, op de panden van Jan Van der Linden van Schulen 7 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Tilborch 13 gulden en 14 stuivers bl jaarlijks en de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 gulden uit 50 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3500 gulden bl aan de onroerende goederen en 81 gulden en 4 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het derde deel aangeduid met de letter C is gevallen aan Mathijs Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning, moeshof en de hof erachter gelegen in het Oostereinde van de Vrijhijt Lummen, geschat boven de lasten op 1300 gulden bl, het Lindekensveld achter het dorp geschat op 150 gulden bl, de Eijkenstock geschat op 300 gulden bl, de Berch geschat boven de last van een half vat koren aan Mr. Peeter Fredrix op 200 gulden bl, de Hoeleijcke geschat op 100 gulden, het hofken achter Deckers, het Stenaershofken en de Huijgenbos samen geschat op 250 gulden bl, de hoeve op het Oostereinde geschat boven de lasten van één 'kop' jaarlijks op 10 gulden bl, het Edbrouck achter het bos geschat op 800 gulden bl, de beide ‘bempdekens’ geschat op 400 gulden bl boven de last van 3 gulden jaarlijks onder correctie aan de kerk van Lummen, en het voorste en achterste middelbroek geschat op 400 gulden bl. Vervolgens 12 gulden bl jaarlijks op de panden van Lambrecht Jans, op de panden van Jan Hauen van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Klockluijders van Lummen 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Marten Wauters van Leuven 3 gulden bl geld en munten en 8 gulden bl jaarlijks, makende tesamen 13 gulden bl, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 20 gulden uit 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Aerdt Klocklijers van Lummen 3 gulden jaarlijks, op de panden van Anthoon Lemmens van Molem 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Vaes Swaelen en Hendrick Remen van Geneiken 4 gulden bl jaarlijks en op de panden van Mr. Jacob Clerx van Lummen 6 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3910 gulden bl aan onroerende goederen en 65 gulden bl jaarlijks aan renten).
Het vierde deel aangeduid met de letter D is gevallen aan Joris Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de hofstad in het dorp van Lummen, schuur, stalleken en moeshof geschat boven de lasten op 600 gulden bl, de heide met het bos erbij en de Kerckenbempt geschat boven de lasten van 3,5 vaten koren en 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof van Diest, op 1000 gulden jaarlijks, den Ikert geschat op 150 gulden bl, de helft van de schom van Marie Lijnen geschat op 50 gulden, den Peijl in Gestel met het bos en de bomen geschat op 400 gulden bl, het nieuwe bleuck dat Marten Wauters huurt geschat op 300 gulden bl, het Lindekensveld in Laren geschat op 150 gulden bl, de Langenbampt geschat op 600 gulden bl, de andere bampt in Laren die Aerdt Corthauts huurt geschat op 500 gulden bl. Vervolgens 12 gulden jaarlijks op de panden van Jan Roelants van Stevoort, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 15 gulden zijnde de rest van 35 gulden jaarlijks, op de panden van Lucas Smans van Tiewinkel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Michiel Reijnders van Lummen 3 gulden 10 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Meuwis Scepers van Leuven 3 gulden 10 stuivers jaarlijks, op de panden van Willem Thonis van Gestel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Engelbrechts van Tuijlt 10 gulden bl jaarlijks, op de panden van Catlijn Timmermans van Linkhout 15 gulden 10 stuivers jaarlijks en op de panden van Heer Laurens van Meuwen van Schulen, nu Jan Hoens 2 gulden 10 stuivers jaarlijks. (Nota: een totaal van 3750 gulden bl voor de onroerende goederen en 72 gulden stuivers bl jaarlijks aan renten).
(In de marge staat de volgende nota). Joris Fredrix heeft van zijn moeder reeds 25 gulden jaarlijks genoten en hiermee is al rekening gehouden).
Het vijfde deel aangeduid met de letter E is gevallen aan Mathijs Mateuwis, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de Baltishoeve in Tuijlt geschat op 1200 gulden bl, het Bausenhofken in Kermt geschat op 100 gulden bl, het Mishooffken in Tuijlt geschat boven de lasten op 400 gulden bl, de bempt en het land ernaast in Busselken te Stevoort gelegen geschat boven de last van 16 stuivers jaarlijks op 1000 gulden bl; het Scossautbos in Mellaar geschat op 100 gulden bl, de bempt omtrent Heusden geschat op 200 gulden bl, de schom in Linkhout geschat op 150 gulden bl, het broek achter de molen te weten de bampt op de Demer in het Lummens broek, de wisselbampt tegen Peeter Aerts en de Rausen Penninck tesamen geschat op 300 gulden bl, de Goorkuijlen geschat op 50 gulden, het eikenbos achter Kuringen geschat boven de lasten van 37 stuivers jaarlijks en de drie bomen die daar uit gehouwen moeten worden op 300 gulden bl. Vervolgens op de panden eertijds van Claes Bijsmans nu Jan Vrerix en consorten 15 gulden bl jaarlijks, op de panden van Mathijs Joris van Lummen 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Greffers van Linkhout 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Slegers van Stokrooi 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Coex van Kermt 4 gulden bl, op de panden van Jan Peermans nu van Jan Engelen van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Govert Slaechs van Linkhout nu van Jan Spilborch van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 uit 50 gulden bl jaarlijks. (Nota: een totaal van 3800 gulden bl voor de onroerende goederen en 95 gulden 4 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Het zesde deel aangeduid met de letter F is gevallen aan Eerwaarde Heer Jan Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten het huis en aanhang in Hasselt gelegen ‘daar de condividenten elders uitgestorven zijn’ geschat met de last van 17 gulden en 12 stuivers min één oort op 3000 gulden bl, de Jorisbleuck in Geneiken geschat op 400 gulden bl, het land in Geneiken dat Hendrick Van den Velde huurt geschat op 200 gulden bl, het land in Bolderberg met een rente van 8 gulden jaarlijks aan Peeter Pinxten geschat op 500 gulden. Vervolgens op de panden van Jaspert Mantels van Zonhoven 25 gulden 5 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Swinnen van Kermt 20 gulden 10 stuivers bl jaarlijks. Een stuk land buiten de Trichterpoort gelegen met de daarop staande vruchten geschat boven de last van 4,5 vaten koren op 200 gulden bl, op de panden van Tielman Van Heele van Lummen nu van Jan Fredrix 6 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Hasselt een vat koren jaarlijks geschat op 30 gulden en op de panden van Lucas Geerts van Leuven 1 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 4300 gulden bl voor de onroerende goederen en 82 gulden 15 stuivers bl jaarlijks aan renten).
Zo gesteld en gekaveld heeft iedereen zijn deel gekregen met als getuigen de eerzame Lambrecht Kelleneers en Margriet Wijsenraets. Was getekend: Cor. Caproens.11

Familie

Arnoldus Frericx ° circa 1588, + 26 aug 1657
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 552, 1613, huwelijken, p.18.
  2. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1614, doopsels, p.114.
  3. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1615, doopsels, p.129.
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.189.
  5. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1660, 278.
  6. [S11] Parochieregisters Zelem, Rijksarchief Hasselt, boek 1090.
  7. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.99.
  8. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 85, 1664, p.667.
  9. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.109v.
  10. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1666, overlijdens, p.399.
  11. [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, dossier nr. 974.
  12. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1614, doopsels, p.113.

Mathijs Hoefmans

IDnr.2751, ° voor 1565, + tussen 10 maart 1605 en 13 juli 1628
DoopselMathijs Hoefmans werd gedoopt voor 1565 te Lummen? [België].1 
LeningMathijs Hoefmans leende aan Peeter Clockluijders de som van Peeter Clocluijers leent van Mathijs Hoeffmans voor de Loonse bank, 150 gulden à 10 Rinsgulden jaarlijks. Pand: huis en moeshof in het Dorp gelegen, palende met 2 zijden de straat, Oriaen Minbiers ter derder en Margriet Ausems (?), eertijds Jan Van Schaijffen ter vierder zijde. Clocluijers stelt nog pand onder de Loonse bank.
P.S. Op 13 juli 1628 heeft Aerdt Fredricx de erfgenamen van Petrus Clockluijers deze rente gekweten. Te noteren dat Jan Vasters hieraan 50 Rinsgulden heeft bijgelegd van zijn eigen kapitaal. Dat moeten de anderen hem goed doen. volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 maart 1605.1 
OverlijdenHij overleed tussen 10 maart 1605 en 13 juli 1628 te Lummen? [België].2 
AflossingDe leningsovereenkomst van Arnoldus Frericx met Petrus Clockluijers en Jan Vasters, geacteerd te Lummen [België] op 13 juli 1628, vermeldt eveneens Mathijs Hoefmans; 150 Rinsgulden.2 

Familie

Kind

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.71.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, 1593 - 1628, p.71.

Fransicus Jozef Hoefnagels

IDnr.11776, ° 23 juni 1927, + 5 januari 2011
Stamkaartenafstammelingen van Gerardt Fredericx [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Gerardt Fredericx [boxformaat]
RoepnaamFrans. 
GeboorteFransicus Jozef Hoefnagels werd geboren op 23 juni 1927 in Heerlerheide te Heerlen [Nederland].1 
HuwelijkHij huwde met Maria Helena Frederiks, dochter van Antonius Hubertus Frederiks en Maria Hubertina Hofman, op 7 oktober 1953 te Valkenburg [Nederland].1
OverlijdenHij overleed op 5 januari 2011 te Heerlen [Nederland] in de ouderdom van 83 jaar.1
CrematieHij werd gecremeerd op 11 januari 2011 te Heerlen [Nederland].1 

bronvermelding(en)

  1. [S291] Opzoekingen door Frank de Koning.

Christophe Hoelen

IDnr.8136, ° voor 1780, + na 20 augustus 1804
DoopselChristophe Hoelen werd gedoopt voor 1780 te Lummen? [België].1 
EigendomJean Nicolas Liefsoens verkocht een goed aan Christophe Hoelen volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 augustus 1804. Ze vermeldt verder ook Bernard Vandermaesen. De akte luidt als volgt: 'Jean Nicolas Liefsoens, rentenier wonend in Lummen, verklaart dat hij aan Henri Fredrix, landbouwer wonend in Lummen onder Meldelaer, verkocht: huis, stal, schuur, tuin en boomgaard aan elkaar gelegen in Meldelaer. Het goed paalt O., N. en W. aan de straat en Z. aan Charles Smets. Verder verkocht hij nog een stuk akkerland genaamd 'de Kleine Streek' ook in Meldelaer, O. juffr. Lekens, Z. Henri Carmans, W. erfgenamen Chretien Jans en N. begijn Put; een stuk akkerland tegenover het huis gelegen, palend O. Jean Fredrix, Z. Pierre Schods, N. en W. de straat. Dit laatste stuk is belast met een jaarlijkse rente van 2 francs 73 centimes (deux florins argent de Liege) aan de armen van Lummen. De koopsom bedraagt 1200 francs. Getuigen: Bernard Vandermaesen, handelaar, en Christophe Hoelen, notaris, beiden wonend in Lummen.1' 
BeroepHij was notaris te Lummen [België] op 20 augustus 1804.1 
OverlijdenHij overleed na 20 augustus 1804 te Lummen? [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S155] Notariële akten Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1462270, 1803-1813, notaris Jean Guillaume Bampts, 1804, akte 8.