Michaelis Van Hilst

IDnr.15448, ° voor 1635, + na 29 januari 1664
DoopselMichaelis Van Hilst werd gedoopt voor 1635 te Hasselt? [België].1 
BeroepHij was schepen en twaalfman te Hasselt [België] voor 29 januari 1664.1 
DoopselHij was peter bij het doopsel van Gaspar Frederici op 29 januari 1664 te Hasselt [België]; Gasparus van Millen is peter in naam van Michaelis Van hilst. De meter is Catharina Houben in naam Matia Antonis.1
OverlijdenHij overleed na 29 januari 1664 te Hasselt? [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1664, doopsels, p.35.

Henrick Van Hinsberghe

IDnr.2725, ° voor 1560, + na 23 maart 1607
DoopselHenrick Van Hinsberghe werd gedoopt voor 1560 te Lummen? [België].1 
EigendomDe eigendomstransactie van Stas Van Hees met Aerdt Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 22 oktober 1593, verwijst naar Henrick Van Hinsberghe als betrokken partij; Stas Van hees laat publiek verkopen: 1. Een hoffstadt, palende O. Aerdt Clockluijders; Z. de straat; W. de erfgenamen Fransch Schepers; N. de erfgenamen Jan Van Muwen. 2. Lande den Saevelhoff, palende W. Aerdt Vreven; O. Jan Lijnen cum suis en ter derder zijde de straat. 3. Een bloeck genaamd den Crieckel, palende O. Peeter Clockluijders; Z. de erfgenamen Thomas Maes; N. Frans Neffven. 4. Een bloeckxken op het Liemelaer, palende W. de erfgenamen Thomas Maes, met 2 zijden Jan Kennepmeckers. 5. Een heijhoef in de Thienwinckel heijde, palende O. die ghemeijn heijde en ter andere zijden de erfgenamen van Jan Van muwen.
Aerdt Fredricx ontvangt de palmslag voor 300 gulden Brabants. Lasten die mogen korten aan de kooppenningen: 5 ½ gulden 'sjaars en nog 1 gulden 'sjaars. Ieder hoge bedraagt 2 ½ gulden; één ten profijte van de hoger; één ten profijte van de verkoper; 10 stuivers voor de vrouw van de verkoper voor haren wijn of kermis. Goedtspennink: 10 stuivers per 100 gulden. Schrijfgeld voor de klerk voor het schrijven van de condities: 10 stuivers per perceel. De verkoper is niet verplicht hofrechten te betalen, zoals van publicaties in de kerk of enige wijn van het branden der kaars. Nog voorwaarde: wie de eerste hoger na de palmslag zal afgehoogd hebben, zal op de (helle=) staande voet zoveel moeten betalen als deze ingewonnen hooffstadt zal kosten aan de rentmeester; dit purgement kort aan de hoofdsom. Gedaan ten huize van Aerdt Clockluijders. Getuigen: Renier Fabius, pastoor alhier; Henrick Van Hinsberghe, Jan Dries en ick Aerdt Clockluijders. Aerdt Fredricx addeert 25 hogen. Dezelfde nog 1 hoge. Dezelfde nog 10 gulden. Valentijn Schepers zet nog 10 hogen. Dezelfde nog 1 hoge. Valentijn Schepers nog 10 hogen. Goedtspennink: 30 stuivers Brabants. Aerdt Fredricx addeert nog 2 hogen. De koop verblijft hem na uitgang der kaars.1 
EigendomHenrick Van Hinsberghe verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 mei 1596. De akte luidt als volgt: 'Henrick Van Hinsberghe, luidens navolgende procuratie, verkoopt aan Aerd Fredricx 6 Rinsgulden 'sjaars staande aan de hoffstadt van de erfgenamen Jan Van Muwen. Jan Moens, als momber van het onmondig kind van Jan Van Muwen is ter gicht gekomen en belooft Fredrickx te betalen binnen de 14 dagen.
Procuratie irrevocabel.
Op 26 maart 1596 (er staat 1506) verscheen voor de burgemeester, schepenen en raad van Diest, Elysabeth Jans weduwe Goedevaert Typoets, als vruchtgebruikster. Goevaert Typoetz haar zoon; Henrick Van Buemen met Mariken Typoets; Jan Van surpele met Anneken Typoets, wettig echtpaar; Lijsken Typoetz, omtrent 34 jaar; de voornoemde Goevaert Typoetz en Van Surpele, zich sterk makend voor Jan Van Olmen en Barbara Typoetz, wettig echtpaar; Eelcken en Grietken Typoetz, absent als erfluiden. Ze machtigen Henrick Van Hinsberghe een rente van 6 Rinsgulden te verkopen aan Aerdt Fredricx; staande op huis, hof en toebehoren, eertijds toebehorende wijlen Jan Muwen. Zie vorige gicht. W.g. Vanden Goedenhuijsse.2'
 
EigendomHenrick Van Hinsberghe verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 23 maart 1607. Deze verwijst ook naar Adrianus Minbiers als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Henrick Van Hensberch verkoopt, via des Loonse meiers hand, aan Aerdt Frerix: een beemd omtrent den Helder gelegen, palende de koper, Peeter Neven, de erfgenamen Jan Baerdemakers en de straat of Helder ter vierder zijde. Voor 400 gulden Brabants. De verkoper verborgt, voor mogelijke lasten, een stuk land aan de Weijgaert gelegen, waarvan Oreaen Minbiers de wederhelft heeft. Godtspennink: 11 stuivers 1 oord. Op 5 april is Aerdt Frerix ter gichte gekomen.3' 
OverlijdenHij overleed na 23 maart 1607 te Lummen? [België].3 

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.6.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.13.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.87.

Mechtildis Van Hoeve

IDnr.14751, ° voor 1720, + na 1743
DoopselMechtildis Van Hoeve werd gedoopt voor 1720 te Eindhoven? [België].1 
HuwelijkZij huwde met Jan Cosijns voor 1743 te Eindhoven? [Nederland].1 
OverlijdenZij overleed na 1743 te Eindhoven? [België].1 

Familie

Jan Cosijns ° voor 1720, + na 1743
Kind

bronvermelding(en)

  1. [S433] Parochieregisters Beek, Rijksarchief Hasselt, 1829, overlijdens, p.6, akte 20.

Henrick Van Hoeven

IDnr.7494, ° voor 1615
DoopselHenrick Van Hoeven werd gedoopt voor 1615 te Beringen? [België].1 
BeroepJoris Hilsten was schepen te Beringen [België] op 15 november 1653 ter vervanging van Henrick Van Hoeven.1 

bronvermelding(en)

  1. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1653, boek 41, voorblad.

Walther Van Hoeven

IDnr.1119, ° voor 1615, + na 27 maart 1655
NaamvariatieWalther Van Hoeven werd ook Waltherius Van Hove genoemd.1 
DoopselHij werd gedoopt voor 1615 te Lummen? [België]. 
EigendomDe eigendomstransactie van Lambrecht Hermans met Peter Fredricx, geacteerd te Paal [België] op 31 maart 1651, vermeldt eveneens Walther Van Hoeven; Condities waarop Lambrecht Hermans met 'lauderinghe' van zijn 'huijsvrouwe' vanwege de 'erfdom', en Lenardt Coems voor de 'tochte' zekere percelen 'eerffven' te Paal gelegen, genaamd 'die Rijdtstucken', regenoten ten westen aan Peeter Moens, ten oosten aan de erfgenamen van Jacob Thonis, ten zuiden aan Jan Keunen. 'Item', noch een 'heijthoeve oft scomme', niet erg vruchtbaar land], genaamd 'den Molenpadt', regenoten ten westen aan Peeter Fredericx, ten oosten aan 'die Croucstraeten'.
Ten 1ste. Wanneer de palmslag van 'dese eerffve' zal gegeven zijn, zal de koper daarop zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, telkens 2 gulden voor ieder hogen. Half tot profijt van de verkoper en hal tot profijt van de koper.
Ten 2e zal deze koop in de kerk van Beringen behoorlijk geroepen worden, driemaal [telkens] om de 14 dagen, waarna dan de kaars zal ontstoken worden, ofwel op een datum naar believen van partijen.
Ten 3e gedurende de proclamatie en het branden van de kaars zal iedereen zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, zoals hier boven [aangegeven].
Ten 4e. In het geval iemand hoogt, en de kaars op hem uitgaat, en hij de koop niet kan voldoen, zal men om anderen niet te kort te doen, de kaars opnieuw ontsteken. Als het goed later minder zal opbrengen, zal dit met 'parate executie' op de 'gebreeckelijcken' worden verhaald
Ten 5e. Wie afgehoogd wordt zal zijn hogen moeten verhalen op de laatste hoger, die zal 'verobligeert' zijn hem dadelijk te betalen, inclusief de onkosten zoals 'coepgeldt', 'lijcoop', 'godtpenninck', schrijfgeld en 'andersints'.
Ten 6e als er bij het uitgaan of branden van de kaars een misverstand zou zijn, zal dit beslecht worden voor de schepenen zonder verder beroep.
Ten 7e waranderen de voorschreven verkopers dat de voorschreven percelen niet belast zijn behalve met de cijns, daaraan verbonden, en met de 'servituijten' van de weg, waartoe het goed verplicht is, en verder niets.
Ten 8e zal Matthijs Huveneers de huur van de voorschreven percelen [mogen] blijven gebruiken tot de eerstkomende hoogmis, waarna de koper het zelf zal mogen innemen. Op datum van de gicht zal deze 200 gulden plus de onkosten betalen en de resterende 'cooppenninghen' tussen Sint-Andries [nvdr. 30 november] en Kerstmis eerstkomend.
Volgens deze condities heeft op heden 15 februari 1651 Peeter Fredericx in zijn huis te Paal in presentie van mr. Waulther Van Hoeven en Jan Anthonij 195 gulden gezet, een souverain gouden munt] als drinkgeld, te verdelen tussen de twee verkopers, godtspenninck 2 schellingen voor de Sint-Janskapen te Paal, schrijfgeld een halve pattacon. En zo heeft Peeter Fredericx van de voorschreven verkopers de palmslag ontvangen. Tezelfdertijd heeft Peeter Fredericx in presentie van [getuigen] als hier boven zijn koop verbeterd met 10 hogen, die Phlips Jans heeft afgekocht met 2 hogen, die Peeter Fredericx weer afgekocht heeft met 3 hogen. Was ondertekend door 'testor' Phlips Jans, notaris.
Op heden 31 maart 1651 zijn andermaal de proclamaties gedaan in de kerk van Beringen volgens condities en is de kaars over de percelen grond daarin vermeld wettelijk ontstoken en 'van s'heeren weeghen' gebannen. Bij het uitgaan is [het goed] aan Peeter Fredericxs verbleven. In de kwaliteit als voorschreven met 'lauderinghe' van Jacquemine La Pont, 'huijsvrouwe' van Lambrecht Hermans, releveren de twee verkopers in handen van medeschepenen Crounarts en Maes en dragen [het goed] op ten behoeve van Peter Fredericx, die daarin wordt gegicht. Ze verklaren met 'hender couppenninghen' tevreden te zijn, wetende dat Peeter de 200 gulden die hij op datum van de gicht schuldig is, binnen 14 dagen tot drie weken zal betalen, en de resterende som tussen Sint-Andries en Kerstmis. Als hij in gebreke blijft van betalen zal hij daarop een behoorlijke intrest betalen naargelang de periode 'den penninck twintich' [nvdr. aan 5%]. Naar believen van partijen zal hij voor een competente rechter daarvoor gicht en 'goedenisse' vergoeding] doen en is 'in hoeden gekeert'.
Anno 1652 op 19 september heeft Frans Croonarts op last van Lambrecht Hermans Peter Fredericx gekweten van de voorschreven verkoop. Hij verklaart dat Lambrecht voorschreven in alles volledig is voldaan en betaald.1
DoopselHij was peter bij het doopsel van Maria Put op 27 maart 1655 te Lummen [België]; Zij is de tweelingzus van Christianus.2
OverlijdenHij overleed na 27 maart 1655 te Lummen? [België].2 

bronvermelding(en)

  1. [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1651, boek 40, p.298v.
  2. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1655, doopsels, p.38.

Geert Mathieu Van Hoof

IDnr.12878, ° 25 augustus 1965
Stamkaartenafstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat]
GeboorteGeert Mathieu Van Hoof werd geboren op 25 augustus 1965 te Neerpelt [België].1 
HuwelijkHij huwde met Lydia Helena Kerkhofs, dochter van Jan Cornelis Kerkhofs en Cornelia Margaretha Elisa Janssen, op 8 maart 1989 te Overpelt [België].1 

Familie

Lydia Helena Kerkhofs ° 18 jun 1967
Kind

bronvermelding(en)

  1. [S320] Opzoekingen door Henri Naus.

Lynn Sandrien Elisabeth Van Hoof

IDnr.12879, ° 5 februari 1993
VaderGeert Mathieu Van Hoof1 ° 25 augustus 1965
MoederLydia Helena Kerkhofs1 ° 18 juni 1967
Stamkaartenafstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat]
GeboorteLynn Sandrien Elisabeth Van Hoof werd geboren op 5 februari 1993 te Neerpelt [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S320] Opzoekingen door Henri Naus.