(levenloos geboren) Fredrix

IDnr.13201, ° 18 augustus 1823, + 18 augustus 1823
VaderJoannes Fredrix1 ° 13 februari 1788, + 3 augustus 1859
MoederCatharine Herben1 ° circa 1783, + 25 april 1852
Stamkaartenafstammelingen van Godefridus Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Godefridus Fredrix [boxformaat]
Overlijden(levenloos geboren) Fredrix overleed op 18 augustus 1823 te Bunde [Nederland].1 
GeboorteHij werd geboren op 18 augustus 1823 te Bunde [Nederland].1 

bronvermelding(en)

  1. [S252] Burgerlijke Stand Bunde, Regionaal Historisch Centrum Limburg, toegangsnr. 12.021, inventarisnr. 2, 1823, overlijdens, akte 32.

Adegondis Fredrix

IDnr.12334, ° voor 1685, + na 9 februari 1707
DoopselAdegondis Fredrix werd gedoopt voor 1685 te Bree? [België].1 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Petrus Joannes Frederix op 9 februari 1707 te Bree [België].1 
OverlijdenZij overleed na 9 februari 1707 te Bree? [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S319] Opzoekingen door Ivo de Bruin.

Adelaïde Marguérite Fredrix

IDnr.15699, ° 24 oktober 1900
VaderJean Alphonse Frederix1 ° circa 1859, + na 14 september 1909
MoederAugustine Marie Lahaye1 ° 6 januari 1862, + 22 januari 1907
GeboorteAdelaïde Marguérite Fredrix werd geboren op 24 oktober 1900 in de Langestraat A.159 te Brugge [België]. In het document wordt vermeld: 'Zij wordt geboren om 4 uur 's morgens. Vader Jean Alphonse (41 jaar) doet aangifte met als getuigen Achille De Meester (33 jaar) en Gentil Vanthuyne (22 jaar), allen muzikanten bij het 3de Regiment Lansiers te Brugge.1'

bronvermelding(en)

  1. [S376] Burgerlijke Stand Brugge, Archief stad Brugge, 1900, geboorten, p.457, akte 1351.

Adrianus Fredrix

IDnr.10673, ° 18 juni 1745
VaderPetrus Fredrix1 ° 8 februari 1703, + 25 februari 1768
MoederAnna Grouls1 ° voor 1715, + 24 december 1776
Stamkaartenafstammelingen van Joannes Frederix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Joannes Frederix [boxformaat]
DoopselAdrianus Fredrix werd gedoopt op 18 juni 1745 te Bocholt [België] met als peter Petrus Gors en als meter Anna Maria Leenaers.1 

bronvermelding(en)

  1. [S254] Opzoekingen door Bart Claes.

Aerdt Fredrix

IDnr.677, ° circa 1555, + tussen 2 maart 1623 en 9 mei 1624
VaderPeeter Fredrix ° circa 1525, + na 19 januari 1595
MoederMargriet Steenaerts ° circa 1525, + na 8 februari 1571
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
kwartierstaat samensteller
NaamvariatieAerdt Fredrix werd ook Aert Frericx genoemd. 
NaamvariatieHij werd ook Aerdt Bosmans genoemd. 
DoopselHij werd gedoopt circa 1555 te Lummen? [België]. 
HuwelijkHij huwde met Maria Van Hese voor 1580 te Lummen? [België]. De akte vermeldt: ''...Maria Van Hese, weduwe Aerdt Frerix... [civielrecht op 16.03.1634].1' 
EigendomAnna Van Mewen verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 31 mei 1582. Deze verwijst ook naar Aerdt Clockluijers en Jan Moens als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Hans Van Mewen, Heylwich Auwercx, Servaes Lambrechts en Peter Lambrechts. De akte luidt als volgt: 'De achtergelatenen van Hans Van Mewen, nl.: Anna Van mewen, nagelaten dochter van Hans Van Mewen en Heylwich Ouwercx (vrouw van Hans Van Mewen), met mombers Aerdt Clocluyers en Jan Moens, hebben met voorgaande roepen en uitgang der brandende kaars, nae alder gewoente, een brouwketel verkocht aan Aert Ffrericx. Het geld daarvan, 56 gulden, is belegd bij Vaes en Peter Lambrechts à 4 ½ gl. 'sjaars.' 
AflossingJan Kenens ontving van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening van 50 Rinsgulden aan 7% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 juni 1582. Ze vermeldt verder ook Jan Van Peer en Henrick Beerten. De akte luidt als volgt: 'Henrick Beerten als man-momber Barbara, leent van Jan Kenens van Helchteren 50 Rinsgulden à 7%. Pand: al zijn binnengoederen. Jan Van Peer is in naam van Jan Kenens ter gichte gekomen. Goetspennink: 1 stuiver.
P.S. In 1586 heeft Jan Kenens deze 50 gl. aan panden van Aert Frericx, gekweten.2'
 
EigendomHenrick Beerten verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 1 oktober 1584. De akte luidt als volgt: 'Henrick Beerten houdt op en verkoopt aan Aert Ffrericx: 2 bloecxkens aan de Tiest gelegen. Het ene palende W. den Tiest en met een 2de zijde de erfgenamen Geert Schats, belast met 25 stuivers 'sjaars aan mr. Dionys Vande Briel. Het andere palende Geert Schats en de erfgenamen Geert Schats. Aert Frericx is op 11 oktober ter gichte gekomen.3' 
EigendomAert Ingelen verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 september 1585. Deze verwijst ook naar Jan Neven als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Henrick Beerten. De akte luidt als volgt: 'Aert Ingelen verkoopt aan Aert Frericx zijn huizinge en hoeffvinghe met aangelegen land te Westerhoeffven, zoals hij onlangs kocht van Henrick Beerten. Palende de straat, Aert Dries en de Heyligeest van Lumpmen. Voor 80 gulden Brabants boven alle lasten. Als de 8 gl. 'sjaars die mr. Jan Neffven aan dat goed trekt vallen voor Sinte Dionyssmisse 9 oktober), zullen ze die ieder half betalen. Vallen zij daarna, dan zal de koper ze alleen betalen. Is het kapitaal van die 8 gulden hoger dan 72 gulden, zal men het de verkoper korten aan zijn penningen. De koper zal bij het gichten 58 gl. Brabants betalen. De rest op dag van verjaren. Goetspennink: 5 stuivers.4' 
AflossingJan Neven ontving van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening van 100 gulden aan 8% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 maart 1586. Ze vermeldt verder ook Aert Ingelen en Henrick Beerten. De akte luidt als volgt: 'Henrick Beerten houdt het versterf op na dood van zijn vrouw Barbara. Het is hem verleend vanwege beide heren.
Erfmangeling tussen ten 1ste Henrick Beerten en ten 2de Aert Ingelen.
De 1ste aan de 2de, via beide heren:
zijn huizinge met de hoeve en bijgelegen land te Westerhoven; 5 à 6 vat zaaiens groot. Palende de straat, de H. Geest van Lummen en Aert Tsha…. ter 3de zijde. Belast met 9 ½ Rinsgulden 'sjaars, 16 groot en 1 negenmenneken cijns.
De 2de aan de 1ste: a. een huis met moeshof dat hij op 7 november 1583 kocht van Henrick Everarts en gelegen aan de Groot Eyck. Palende de heer van Lummen en Peter Neven erfgenamen; met de 2de zijde de straat en Mattens Tielens ter 3de zijde. Gedaan via de Loonse heer. b. 150 gulden Brabants eens; 50 kontant en 100 blijven er staan à 8%; af te leggen ten pennink negen .
Henrick Beerten heeft deze 8 gl. jaarlijks tot borg opgedragen ten behoeven van mr. Jan Neven, voor hetgeen hij hem schuldig is. Samen met het huis dat hij van Ingelen verkregen heeft.
P.S. Op 20 maart 1586 heeft mr. Jan Neeffven, Aert Frericx en zijn panden deze 8 Rinsgulden 'sjaars gekweten.
P.S. Op 8 maart 1601 heeft Aert Frericx, in aanwezigheid van de binnen-schepenen, onder eer en eed verklaard de hoofdpennngen kapitaal) der voorschreven 8 gulden, door bevel van Johan Neven aan Jan Minbiers geconsigneerd en betaald te hebben.3'
 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Joannes Dries volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 maart 1586. Ze vermeldt verder ook Henrick Beerten. De akte luidt als volgt: 'Aert Frericx draagt, volgens hun overeenkomst, over aan Jan Dries, Henricx zoon [nvdr. Jan Dries alias Moelenbroicx]: 2 bloicxken zoals hij die op 1 oktober 1584 kocht van Henrick Beerten. Gelegen bij den Tiest.4' 
LeningAerdt Fredrix leende aan 3 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 oktober 1586. Deze verwijst ook naar Gysbrecht Van Steyvordt en Huybrecht Van Stijrode als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Vincentius Van Hees. De akte luidt als volgt: 'Huybrecht Van Strijrode als gemachtigde van Gysbrecht Van Steyvordt houdt op en verkoopt aan Aert Ffrericx: een hypotheek van 3 Rinsgulden 'sjaars op panden van de erfgenamen van Vincent Van Heze. Voor 45 gulden Brabants. De procuratie is geregistreerd hierna folio 383.5' 
AflossingJan Van Peer ontving van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening aan 30 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 23 oktober 1586. De akte luidt als volgt: 'Op 23 oktober 1586 heeft Jan Van Peer, Aerdt Frericx, nu eigenaar van de grond, die 30 stuivers 'sjaars gekweten [zie lening van 14.03.1584].6' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Moens en Jan Baerdemaeckers aan '1 mudde rogge' [inhoudsmaat; varieert van streek tot streek: tussen 150 en 300 liter] intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 mei 1587. Deze verwijst ook naar Joannes Dries als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Dries houdt op en verkoopt aan Aert Frericx een hypotheek van 1 mudde rogge 'sjaars op pand den Thieneman van Jan Moens en Jan Bardemakers. Verkocht voor 37 gulden Brabants. Lycop: 1 gulden.7' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Thomas Maes aan 3½ gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 mei 1587. Deze verwijst ook naar Joannes Dries als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Dries verkoopt aan Aerdt Frericx een hypotheek van 3½ gulden 'sjaars op panden van Thomas Maes. Verkocht voor 48 gulden Brabants met de lycoep. Goetspennink: 5 stuivers. Thomas Maes heeft de gicht en de kwijting ontvangen.7' 
LeningJan Baerdemaeckers leende aan Aerdt Fredrix aan 8 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 mei 1587. Deze verwijst ook naar Rener Buyckmans, Jan Corten en Gijsbrecht Beka als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Bonaventura Binnemans. De akte luidt als volgt: 'Jan Corten en Rener Buyckmans als mombers van de nagelaten kinderen van Bonaventura Binnemans houden op en verkopen aan Jan Bardemakers: een rente van 8 gulden Brabants 'sjaars op huis en hof eertijds toebehorend aan Gysbrecht Beka, nu aan Aerdt Frericx. Verkocht voor 144 gulden Brabants. De verkopers zullen authorisatie inbrengen van de wet van Diest of van de weesmeesters.
Op 9 juli, genachtendag, heeft Jan Bardemakers de gicht ontvangen. De toestemming van de wethouders van Diest dateert van 22 juni 1587 en was getekend: Goyenhuyse. De koper toonde ook de kwijtingen van betalingen aan Jan Corten gedaan.8'
 
EigendomJacob Carthoers en Cornielis Cornielis verkopen een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] in oktober 1587. Deze verwijst ook naar Aerdt Clockluijers en Mattens Tielens als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Condities en voorwaarden waaronder de H. Geestmeesters van Lumpmen een huis met hof en aanhang zullen verkopen, gelegen te Westerhoven. Het is de Armen van Lumpmen met testament vermaakt door wijlen Elizabeth Kempeners. Palende met 2 zijden Aert Frericx en de straat.
Wie het goed bij het uitgaan van de kaars verblijft moet alle onkosten van hogen, van het bannen en branden der kaars, kerkeroepen, lycoop en goetspennink en alle hof- en heerlijke rechten betalen. Wie de palmslag krijgt mag terstond zoveel hogen zetten als het hem belieft. Van hetgeen de koop boven de lasten uitdoet, moet de koper de H. Geestmeesters, terstond na de gicht of bij de volgende genachte, goede rente geven en borg stellen of kontant betalen.
Aert Frericx biedt hiervoor, boven alle lasten: 50 gulden Brabants eens en 30 hogen van 1 gulden Brabants, half voor de hoger en half voor de verkopers. Goetspennink: 1 gulden. Hij krijgt de palmslag. Aert Clocluyers zet 10 hogen. Mattens Tielens zet 10 hogen. Aert Frericx zet nog 1 hoge. Het goed is hem verbleven.
Dan verpandt Aert Frericx het gekochte goed en een bijgelegen erf dat hij van Aerdt Ingelen gekocht heeft, ten behoeve van de H. Geest te Lummen voor 4 gulden Brabants jaarlijks. Af te leggen ten pennink 16, te weten met 64 gulden Brabants. De H. Geestmeesters zijn in de naam der Armen in die rente gegicht.
P.S. Op 24 mei 1596 hebben Jacob Carthoers en Cornielis Cornielis als armenmeesters en in presentie van de pastoor, Aerdt Ffredricx en zijn panden gekweten. Het geld is met nog ander geld van Andries Deckers, samen 150 gulden Brabants, belegd op panden van Aerdt Clockluijders, anno 1594, de 15 mei.9'
 
EigendomPeeter Clockluijders verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 maart 1588. De akte luidt als volgt: 'Peeter Clockluijders verkoopt aan Aerdt Fredricx: 1. een bempt gelegen aan de Lazarie leprozenhuis). Palende O. Peeter Neffven; W.Thomas Maes; ter 3de zijde de beek en ter 4de Ffrans Neffven; 2. een plak land in de Knoepshoeff, hovende in de hof van de Heijlicheijt en in het register aldaar te vinden. Samen voor 450 gulden Brabants min de lasten die door partijen gekend zijn. Voor eventuele meer lasten verborgt de verkoper zijn hoffstadt met opstaande stal. Goedtspennink: 10 stuivers. Lycop: 25 gulden.10' 
EigendomAerdt Fredrix en Stas Van Hees verkopen een goed aan Aerdt Vanden Eerdwech volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 juli 1589. Deze verwijst ook naar Peeter Neven en Valentijn Schepers als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Fredrix verkoopt in naam van Stas Van Hees alias Himslaecken aan Aerdt Vanden Eerdwech, een stuk erf geheten de Kerckeschomme. Palende O. mr. Johan Neffven en met 2 zijden de erfgenamen Mathys Keetsers. Verkocht voor een rente van 6 gulden Babants 'sjaars die Peeter Neffven erfgenamen op voornoemde Stas Van Hees panden hebben. Actum: present, Jan Dullaerts en Valentijn Schepers. Op 14 september heeft Stas Van Himslaeken dit erf opgedragen aan Aerdt Vanden Eerdtwech.11' 
LeningJan Neven leende aan Aerdt Fredrix aan 2 gulden Brabants en 2 halsters rogge [1 halster = 29,238 l] intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 november 1590. De akte luidt als volgt: 'Op 25 juli 1590 verkoopt Wilm Nuelens nomine uxoris aan mr. Johan Neffven 2 gulden Brabants en 2 halsters rogge 'sjaars voor 29 gulden Brabants. De verkoper schenkt Neven uit vriendschap het verloop van 3 jaren. Er staat niet bij op wiens panden die last ligt.
Op 15 november1590 heeft Johan Neffven voorschreven rente opgedragen aan Aerdt Ffredericx.12'
 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Moens aan 4 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 2 april 1593. Deze verwijst ook naar Mattens Tielens als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Matheus Tielens releveert 4 gulden 's jaars staande aan panden van Jan Moens. Ze zijn hem aangestorven na dood van zijn nicht Beatrix Van Thienen. Hij geeft de genoemde rente aan Aerdt Fredricx in ruil voor een stuk erf, Block geheten. Palende de straat, met twee zijden zijn eigen erf en de erfgenamen Aerdt Hillens ter vierder zijde. Goedtspennink: éénieder 1 stuiver.13' 
EigendomStas Van Hees verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 21 oktober 1593. Ze vermeldt verder ook Jan Neven. De akte luidt als volgt: 'Stas Van Hees verkoopt voor de Loonse meier aan Aerdt Fredricx: 1. huis en hof palende O. die steghe; W. Aerdt Clockluijders en met 2 zijden de straat. 2. 3 zillen broeckx. Van hees had die gicht verkregen van mr. Johan Neffven. Voor de prijs volgens overeenkomst. Goedtspennink: 2 ½ stuiver. Lijcoop: 2 gulden Brabants.14' 
EigendomStas Van Hees verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 22 oktober 1593. Deze verwijst ook naar Renier Fabius, Henrick Van Hinsberghe, Joannes Dries, Aerdt Clockluijers en Valentijn Schepers als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Stas Van hees laat publiek verkopen: 1. Een hoffstadt, palende O. Aerdt Clockluijders; Z. de straat; W. de erfgenamen Fransch Schepers; N. de erfgenamen Jan Van Muwen. 2. Lande den Saevelhoff, palende W. Aerdt Vreven; O. Jan Lijnen cum suis en ter derder zijde de straat. 3. Een bloeck genaamd den Crieckel, palende O. Peeter Clockluijders; Z. de erfgenamen Thomas Maes; N. Frans Neffven. 4. Een bloeckxken op het Liemelaer, palende W. de erfgenamen Thomas Maes, met 2 zijden Jan Kennepmeckers. 5. Een heijhoef in de Thienwinckel heijde, palende O. die ghemeijn heijde en ter andere zijden de erfgenamen van Jan Van muwen.
Aerdt Fredricx ontvangt de palmslag voor 300 gulden Brabants. Lasten die mogen korten aan de kooppenningen: 5 ½ gulden 'sjaars en nog 1 gulden 'sjaars. Ieder hoge bedraagt 2 ½ gulden; één ten profijte van de hoger; één ten profijte van de verkoper; 10 stuivers voor de vrouw van de verkoper voor haren wijn of kermis. Goedtspennink: 10 stuivers per 100 gulden. Schrijfgeld voor de klerk voor het schrijven van de condities: 10 stuivers per perceel. De verkoper is niet verplicht hofrechten te betalen, zoals van publicaties in de kerk of enige wijn van het branden der kaars. Nog voorwaarde: wie de eerste hoger na de palmslag zal afgehoogd hebben, zal op de (helle=) staande voet zoveel moeten betalen als deze ingewonnen hooffstadt zal kosten aan de rentmeester; dit purgement kort aan de hoofdsom. Gedaan ten huize van Aerdt Clockluijders. Getuigen: Renier Fabius, pastoor alhier; Henrick Van Hinsberghe, Jan Dries en ick Aerdt Clockluijders. Aerdt Fredricx addeert 25 hogen. Dezelfde nog 1 hoge. Dezelfde nog 10 gulden. Valentijn Schepers zet nog 10 hogen. Dezelfde nog 1 hoge. Valentijn Schepers nog 10 hogen. Goedtspennink: 30 stuivers Brabants. Aerdt Fredricx addeert nog 2 hogen. De koop verblijft hem na uitgang der kaars.15'
 
EigendomStas Van Hees verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 januari 1594. De akte luidt als volgt: 'Stas Van Hees draagt, na publieke toewijzing, op aan Aerdt Fredricx: 1. een stuk land, de Savelhoff op. Palende de straat; de erfgenamen Machiel Tzijenen; Aerdt Vreven. 2. Een hoffstadt, palende Jan De Bous, Peeter Neffven en de erfgenamen Frans Schepers.16' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Valentijn Schepers volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 maart 1594. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Fredricx verkoopt de hofstadt, in vorige gicht vermeld, aan Valentijn Schepers. De begrenzing luidt nu: O. Jan De boos; W. de erfgenamen Frans Schepers; N. de erfgenamen Jan Van mersen; Z. de straat. Belast met 5 ½ gulden aan Servaes Lambrechts. Nog belast met 16 stuivers 'sjaars, te kwijten met 16 gulden Brabants. Schepers moet ook nog aan Fredricx voor kosten van evictie en verlopen, 25 ½ gulden betalen, die Fredricx ook aan Servaes Lambrichts had moeten geven (zie vorige transcatie). Schepers moet ook 30 stuivers tot een kermis geven aan verkopers vrouw. Schepers ontslaat alle mogelijke andere panden van Fredricx aangaande de 5 ½ gulden. Schepers zal Lambrecht andere panden stellen onder de buiten bank. Goetspennink: 11 stuivers. Lijcoop: 2 gulden 11 stuivers en wat er nog bij Peeter Neffven verdronken is.17' 
EigendomServaes Lambrechts verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 maart 1594. Ze vermeldt verder ook Vincentius Van Hees. De akte luidt als volgt: 'Servaes Lambrechts verkoopt aan Aerdt Fredricx een hofstadt met de Saevelhoff of Thienemans hoff, door verkoper ingewonnen van de erfgenamen van wijlen Vincent Van hees, wegens wanbetaling van 5 ½ gulden. Zie folio 4. De hoffstadt grenst O. Jan der Boos; W. de erfgenamen Frans Schepers; Z. de straat. De Saevelhoff grenst W. Aerdt Vreven; O. Jan Lijnen cum suis; N. de straat. Er waren nog meer goederen onder de buitenbank.16' 
BeroepHij was H. Geestmeester van Lummen te Lummen [België] op 15 mei 1594.18 
LeningAerdt Fredrix leende aan Aerdt Clockluijers de som van 150 gulden aan 7% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 mei 1594. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Clockluijders leent van de H. Geestmeesters van Lummen 150 gulden Brabants à 7%. Pand: al zijn goed binnen de Vrijheid, te weten: 1. zijn hoffstadt met de aanhang. Palende W. Reijner Lambrechs; N. Peeter Tummermans en met 2 zijden de straat. 2. Een beemd op de Thienwinckel wech, palende de heer van Lummen, de straat, Dionijs Vande briel en het gemeijn broeck. Goedtspennink: 2 stuivers 3 oord. Aerdt Fredricx is als H. Geestmeester ter gichte gekomen. P.S. Op 24 mei 1596 kwijten Cornelis Cornelis en Jacob Cortoers als armenmeesters, in presentie van de pastoor, Aerdt Clocluijers en zijn panden van voornoemde rente. Het geld werd herbelegd aan panden van Jan Bruesselmans, zoals te zien is, buiten in de Loonse bank in december 1595.18' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Joannes Dries de som van 50 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 juli 1594. De akte luidt als volgt: 'Jan Dries leent van Aerdt Fredricx 50 gulden Brabants à 3 Rinsgulden. Pand: een stuk broek achter de Borch. Palende met twee zijden de heer van Lummen, mr. Johan Neffven ter derder en de erfgenamen van mr. Wilboerdt Rubens ter vierder zijde.' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Moens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 juli 1594. Deze verwijst ook naar Philips Moens als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Fredricx, constitutie irrevocabel hebbende van Philips Moens, verkoopt aan Jan Moens, zijn part in een hof met een hoffstadt, palende O. Jan Moens; Z. de straat; W. die steghe; N. Herman Hoelsteens. Voor 120 gulden. Jan is de 13 oktober ter gichte gekomen en heeft met Philips gerekend.' 
AflossingAerdt Fredrix en Jan Baerdemaeckers ontvingen de terugbetaling van een lening aan 8 rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 19 januari 1595. Deze verwijst ook naar Bonaventura Biesemans als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Baerdemaeckers kwijt Aerdt Ffredrickx deze bovengenoemde 8 Rinsgulden 'sjaars. Baerdemaeckers verkreeg die van de mombers der kinderen van Bonaventura Binnemans: te weten Hans Cortten en Reynier Vander Straeten. Bardemaeckers belooft zegel en brief in te brengen en die te casseren.19' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht, samen met Philips Moens en Wijnandt Diericx, een goed aan Herman Hoelsteens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 17 februari 1596. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Fredricx als gevolmachtigde van Philips Moens en Wijnandt Diericx nomine uxoris, dragen op aan Herman Hoelsteens, een zille broek achter de Borch, palende de erfgenamen Stas en Matewis Tummermans ter eender, Jan Poelmans ter tweeder en de heer van Lummen ter derder zijde. Voor 28 gulden Brabants. Voorwaarde: Philip Moens zal in de deling, het deel van het bos hebben, gewaardeerd op 16 Rinsgulden. Het overschot van de voornoemde penningen zullen ze samen delen. Op 23 febuari is Hoelsteens ter gichte gekomen.20' 
EigendomHenrick Van Hinsberghe verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 mei 1596. De akte luidt als volgt: 'Henrick Van Hinsberghe, luidens navolgende procuratie, verkoopt aan Aerd Fredricx 6 Rinsgulden 'sjaars staande aan de hoffstadt van de erfgenamen Jan Van Muwen. Jan Moens, als momber van het onmondig kind van Jan Van Muwen is ter gicht gekomen en belooft Fredrickx te betalen binnen de 14 dagen.
Procuratie irrevocabel.
Op 26 maart 1596 (er staat 1506) verscheen voor de burgemeester, schepenen en raad van Diest, Elysabeth Jans weduwe Goedevaert Typoets, als vruchtgebruikster. Goevaert Typoetz haar zoon; Henrick Van Buemen met Mariken Typoets; Jan Van surpele met Anneken Typoets, wettig echtpaar; Lijsken Typoetz, omtrent 34 jaar; de voornoemde Goevaert Typoetz en Van Surpele, zich sterk makend voor Jan Van Olmen en Barbara Typoetz, wettig echtpaar; Eelcken en Grietken Typoetz, absent als erfluiden. Ze machtigen Henrick Van Hinsberghe een rente van 6 Rinsgulden te verkopen aan Aerdt Fredricx; staande op huis, hof en toebehoren, eertijds toebehorende wijlen Jan Muwen. Zie vorige gicht. W.g. Vanden Goedenhuijsse.21'
 
AflossingJacob Carthoers en Cornielis Cornielis ontvingen van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening van 64 gulden aan 6,25% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 mei 1596. De akte luidt als volgt: 'Op 24 mei 1596 hebben Jacob Carthoers en Cornielis Cornielis als armenmeesters en in presentie van de pastoor, Aerdt Ffredricx en zijn panden gekweten [eigendomstransactie van oktober 1587]. Het geld is met nog ander geld van Andries Deckers, samen 150 gulden Brabants, belegd op panden van Aerdt Clockluijders, anno 1594, de 15 mei.9' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Moens de som van 100 Rinsgulden aan 7% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 oktober 1596. De akte luidt als volgt: 'Jan Moens leent van Aerdt Fredricx 100 Rinsgulden à 7 %. Af te leggen in zilveren Philipsdaalders. Pand: 1. stuk land in Thienemans hoff, palende N. de straat; W. Jan Bardemaeckers; O. Aerdt Vreeven. 2. Stuk broek, palende O. die Voirt; Z. Oriaen Minbiers; W. het gemeijn broeck; N. Jan Poelmans. P.S. Op 14 oktober 1604 kwijt Aerdt Frericx, Catlijn Sannen, weduwe Jan Baerdemakers, deze 7 Rinsgulden 'sjaars.22' 
AflossingMathijs Materni en Oriaen Van Heese ontvingen van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening aan 30 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 december 1597. De akte luidt als volgt: 'Mathijs Materni mede voor Oriaen Van Heese wonende te St. Truiden, kwijt Aerdt Fredricx 30 stuivers jaarlijks. Materni belooft binnen de twee maanden de zegel en brief van deze hypotheek binnen te brengen. Materni draagt tegelijkertijd tot borgtocht en behoef van Fredricx, ½ mud rogge jaarlijks op, staande op panden van de erfgenamen Willem uwt der Liemighen en de erfgenamen Martten Korstens. Dit voor het geval Fredricx enige molestatie zou ondervinden aangaande deze afgelegde lening. Bovendien beloofde Materni aan Fredricx waerantschap naeden landtrecht.23' 
AflossingGielis Schoofkens en Cornelia Vanden Briel ontvingen van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening van 18 Rinsgulden aan 20 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 november 1599. De akte luidt als volgt: 'Mr. Gielis Schooffkens kwijt Aerdt Frericx 20 stuivers Brabants jaarlijks. Schooffkens was die, vanwege zijn vrouw Catrina Vanden Briel, trekkende op Frericx panden, luidens gicht van 29 oktober 1591 en voor die datum van 29 april 1573 [zie lening op 03.06.1573 aan Jan Fredricx, IDnr._2869]].24' 
EigendomJan Lambrechts en Augustijn Baerdemaeckers verkopen, samen met Anna Lambrechs, een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 mei 1600. Deze verwijst ook naar Arnoldus Swijsen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Lambrechs en Augustijn Baerdemaeckers, als gevolmachtigden van Anna Lambrechs of haar man, releveren hetgeen na dood van hun ouders verstorven is, samen met de erve vermeld in vorige gicht, en verkopen die aan Aerdt Frericx, voor 352 gulden Brabants. De lasten, geschat op 200 gulden, korten aan deze koopsom. Blijkt in de toekomst dat ze geringer zijn, dan komt het verschil de kinderen ten goede. Van de rest, 152 gulden, ontvangt Jan Lambrechs 76 Rinsgulden. Augustijn Baerdemaeckers q.q. ontvangt het overige, ook 76 gulden. Augustijn draagt daartoe tot borge, zijn derde part in Hamelgoet op, totdat Anna hem ontlast heeft. Godtspennink: 13 stuivers.
Volmacht: Gegeven binnen de stad Poperingen, op 5 mei 1600, door Johan de Crois en zijn vrouw Tanneken, de dochter van Aerdt Lambrechs. Aan Augustijn Baerdemaecker en Aerdt Swijsen. Om al hun zaken te regelen. W.g. Waseman en voorzien van zegel in groene was.25'
 
EigendomHuijbrecht Van Peer verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 januari 1601. Deze verwijst ook naar Aerdt Vanden Eerdwech als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Huijbrecht Van Peer verkoopt aan Aerdt Frericx den Parijshoff, palende O. Maria Van Cosen; W. Claes Vanden Bogaert; Z. de beek; N. de straat. Voor 266 Rinsgulden Brabants. Belast met 2 halsters koren aan de H. Geest van Lummen en de grondcijns, die dit jaar half en half betaald wordt door koper en verkoper. De verlopen zijn te betalen door Aerdt Vanden Eerdewech. Godtspennink: 1 Ernestus. Zie 5 april ll.26' 
AflossingHenrick Vander Hoeven ontving van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening aan 14 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 januari 1603. Deze verwijst ook naar Herman Hoelsteens als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Na procedure van Henrick Vander Hoeffven als kerkmeester te Lummen werd geleijt verleend op panden van Aerdt Frericx. Te weten huis en hof op het Oestereijnde aan het Palleerstraetken. De kerk eiste 14 Rinsgulden vervallen voor verscheidene jaren. Herman Hoelsteens, gezworen bode, heeft de aanzeg gedaan. Frericx compareerde niet. P.S. Op 17 april 1603 heeft de genoemde kerkmeester dit goed, na betaling van schuld en gerechtskosten, wederom opgedragen aan Aerdt Frericx.27' 
AflossingAerdt Fredrix ontving van Jan Moens de terugbetaling van een lening aan 14 gulden en 8 vaten koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] in maart 1603. Deze verwijst ook naar Herman Hoelsteens als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Jan Moens en Elisabeth Custers. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frericx bekomt geleijt op panden achtergelaten door wijlen Jan Moens. Eisende daarop 14 gulden en 8 vaten koren jaarlijks, vervallen van 1600 en 1601. Op de aanzeg gedaan door bode Herman Hoolsteens aan de nagelatenen Jan Moens en Elisabeth Bussers reageerde niemand. Aan Aerdt Frericx is hout en rissch gelevert in teecken van possessie. P.S. Is gepurgeerd.28' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Moens aan 3 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 juni 1603. Deze verwijst ook naar Willem Custers en Peeter Clockluijders als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Willem Bussers alias Custers en Peeter Clocluijers als mombers van het nagelaten kind van Jan Moens verpanden ten behoeve van Aerdt Frericx een beemd, het Hoich eewit, te Oosterhoven, palende Oriaen Minbiers, de straat, Jan Vaes en Herman Hoolsteens. Voor een rente van 3 Rinsgulden jaarlijks te kwijten volgens de eerste gichte d.d. 15 januari 1575 aangegaan met Peeter Frericx. Ze stellen nog onderpand voor de Loonse bank. De mombers hadden dus niet geld genoeg om de volledige Tieneman te ontlasten; vandaar nog deze hypotheek.29' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Moens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 juni 1603. Ze vermeldt verder ook Willem Custers. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frericx verkoopt aan Jan Moens de jonge een erf dat hij onlangs ingewonnen heeft wegens wanbetaling van 2 ½ gulden jaarlijks. Willem Custers als momber van Jan Moens is ter gichte gekomen.30' 
EigendomPeeter Vreven en Maria Vreven verkopen, samen met Jan Geldens, een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 november 1603. Deze verwijst ook naar Geert Winters en Lambrecht Aerts als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Peeter Vreven en Maria Vreven met haar momber Jan Geldens met ook adjunct Geert Winters, hebben op 8 oktober 1603, verkocht aan Aert Frericx: een stuk land in de Tienemans hoff, palende de koper, Jan Moens, en de straat ter derde zijde. Voor 288 Rinsgulden Brabants. Betaald: 148 gulden Brabants; de rest, 140 Rinsgulden, te betalen op Pasen e.k. Alles boven 3 ½ gulden jaarlijks die Lambrecht Aerts daarop trekkende is. Godtspennink: 1 Ernestus.31' 
AflossingLambrecht Aerts ontving van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening aan 3 ½ Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 april 1604. Deze verwijst ook naar Peeter Vreven als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Lambrecht Aerdts kwijt Aerdt Frericx, voor de Loonse heer, 3 ½ Rinsgulden jaarlijks die hij trok op een land in Tienemans hoff, onlangs door die Frericx gekocht van Peeter Vreven cum suis.32' 
EigendomDe eigendomstransactie van Joannes Dries met Jan Damen, geacteerd te Lummen [België] op 6 mei 1604, verwijst naar Aerdt Fredrix als betrokken partij; Jan Driessch verkoopt, voor de Loonse heer, aan Jan Damen, een beemd op de Tiewinckelwech, palende die Voert, mr. Jan Neven erfgenamen ter tweeder, Peeter Hermans ter derder en de Grooten helder ter vierder zijde. Voor 350 Rinsgulden boven de volgende lasten: 1. 3 gulden jaarlijks aan Aerdt Frericx. 2. 1 Schilsgulden aan het O.L.V. altaar te Lummen. 3. 'sHerencijns. Godtspennink: 10 stuivers. Kermisse voor de vrouw: 8 gulden. Damen zal binnen de 6 weken betalen.33 
BorgAerdt Fredrix stelde zich borg voor Jan Heeriens met een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 augustus 1604. Deze verwijst ook naar Arnoldus Swijsen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Peeter Neven en Herman Van Hensberch. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix inwoner van de vrijheid Lummen, Jan Int Withijs 'sijns toenaems onbegrepen' en Aerdt Soet met Melchior (?) inwoners van Kermpt. Aerdt Frerix verklaart dat hij borg is gebleven voor de anderen voor 128 gulden Brabants van de koop van kemp en kempinne door Jan Heeriens gekocht van Aerdt Swijssen in Lummen. De kemp en kempine was gedeeltelijk 'gekrinst', maar Swijsen wilde ze niet geven zonder borg. Ze konden in Lummen geen borg stellen en daarom heeft Frerix deze borg op zich genomen. De partijen beloven dat ze de kemp of het zaad niet van de hand zullen doen vooraleer ze Swijsen volledig betaald hebben en aan Frerix de borg ontlast. Als verzekering voor Frerix belooft Jan Int Withijs om morgen voor de justitie van Kermpt als waarborg op te dragen een rente van 4 gulden jaarlijks die hij gelden heeft op panden van Jan Diesters, dienaar in Kermpt, en indien deze niet voldoende zou zij zal hij nog een andere rente van 3 gulden jaarlijks borg stellen die hij gelden heeft in Curingen op de Croon. Opgemaakt in Lummen in het huis van Aerdt Frerix in aanwezeigheid van Peeter Neven, Aerdt Swijssen en Herman Van Hensberch, getuigen. Ondertekend door notaris Peeter Aerdts.34' 
AflossingAerdt Fredrix ontving van Catlijn Sannen de terugbetaling van een lening aan 7 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 oktober 1604. Ze vermeldt verder ook Jan Baerdemaeckers. De akte luidt als volgt: 'Op 14 oktober 1604 kwijt Aerdt Frericx, Catlijn Sannen, weduwe Jan Baerdemakers, deze 7 Rinsgulden 'sjaars [Lening van 24.10.1596].22' 
GeboorteHij was peter van Henricus Frelix op 29 oktober 1604 te Lummen [België].35 
AflossingLucia Gompaerts en Simon Bervoets ontvingen van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening aan 12 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 19 november 1604. De akte luidt als volgt: 'Simon Bervoets, krachtens procuratie hem gegeven door Lucia Gompaerts, begijntje te Diest, kwijt Aert Frericx en zijn panden, 12 stuivers jaarlijks. De volmacht is op 18 april 1602 gegeven voor notaris Peeter Van Hamme te Diest. Getuigen: Franchois Gharreer en Johan Joris.36' 
AflossingPeeter Aerdts ontving van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening aan 2,5 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 januari 1605. De akte luidt als volgt: 'Peeter Aerdts, krachtens procuratie hem gegeven vanwege het klooster en godhuis van Bethaniën te Leeuw [nvdr. Zoutleeuw], kwijt Aerdt Frericx 2 ½ gulden jaarlijks, die het klooster trok op diens panden en die van Aerdt Clocluijers. In de akte van volmacht wordt Peeter Aerdts, secretaris der Vrijheid van Lummen genoemd. Volmacht gegeven op 7 januari 1605. W.g. S. Magdalena Peeters. Gezegeld met het convents zegel gedrukt op een hostie.
P.S. Op 28 april 1605 heeft Peeter Clocluijers, zijn part, 14 stuivers jaarlijks, afgelegd.37'
 
AflossingAerdt Fredrix ontving van Peeter Clockluijders de terugbetaling van een lening aan 14 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 april 1605. De akte luidt als volgt: 'Peeter Clocluijers legt de 14 stuivers, die hij jaarlijks schuldig was aan het klooster van Leeuw, af aan Aerdt Frericx [zie aflossing op 20.01.1605].38' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Van Schoenbeeck de som van 14 rinsgulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 oktober 1605. Deze verwijst ook naar Geert Coecx als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Van Schoenbeeck draagt op tot behoef van Aerdt Frerix het voorschreven stuk land tot pand voor 10 rinsgulden Brabants jaarlijks zoals hierboven. Verder stelt hij zijn huis en hof in Schuelen gelegen als pand voor de overige 4 rinsgulden. Huis en hof grenzen Loich Gatis, Jan Luijten, Dierick Palmaerts en de straat. Frerix moet alle onkosten betalen en daarvoor heeft hij van Jan een paard ontvangen dat hij aan 25 rinsgulden kocht. Als de kosten kleiner zijn dan de waarde van het paard, is dat tot profijt van Frerix. Lycop 3 gulden, godtspenninck 11 oorden. Aerdt Frerix kwam met recht ter gichte. Dit is op 6 oktober 1606 vernaderd door Geert Coecx. Op 26 april 1607 kwijt Aerdt Frerix Geert Coecx en zijn panden van deze rente. Hij is volledig voldaan van hoetpenninck en verlopen. Geert kwam ter gichte.39' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Van Schoenbeeck volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 oktober 1605. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix draagt op tot behoef van Jan Van Schoenbeeck een goed gelegen op de Stap in Schuelen, groot ongeveer 5 halster saeijens. Het grenst de straat 1), Servaes Joupen 2), Jan Mercdens en Aerdt Gielis 3), Maria Geerts en Jan Van Buijlen 4). Belast met 10 stuivers Brabants aan de legaten in Herck, brantschettinge 3 stuivers en 1 braspenninck grontchijns. Voor 14 rinsgulden, boven de lasten, jaarlijks met valdag op Sint-Remigius en voor het eerst in 1606. Iedere gulden daarvan kan met 18 rinsgulden Brabants geld gekweten worden en met rente naar verloop van tijd en met betaling van alle kosten van recht. Jan moet onderpand stellen voor 4 rinsgulden jaarlijks. Per jaar mag er 1 rinsgulden afgelegd worden, maar vanaf 10 gulden jaarlijks nog te betalen zullen deze slechts in 1 keer moeten gekweten worden tegen "den penninck 18" zoals voorschreven is. Jan Van Schoenbeeck kwam met recht ter gichte. Deze koop wordt later vernaderd.40' 
AflossingAerdt Fredrix ontving van Catlijn Sannen de terugbetaling van een lening aan 4 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 oktober 1605. Ze vermeldt verder ook Jan Baerdemaeckers. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix kwijt Catlijn Sannen weduwe Jan Baerdemakers en haar panden van de voornoemde 4 Rinsgulden jaarlijks. Dit geld is gekomen van een rente van 6 Rinsgulden jaarlijks, haar Catlijn toestaande onder de bank van Houeijcken en [door] haar Catlijn vernaderd van Jan Caels.41' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Simon Sijmons en Maria Maes de som van 100 Rinsgulden aan 7% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 oktober 1605. De akte luidt als volgt: 'Simon Sijmons als man-momber Maria Maes, leent via des Loonse meiers hand van Aerdt Frerix, 100 Rinsgulden Brabants à 7%. Pand: een schuur met achtergelegen hof te Oosterhoven, omtrent 4 ½ vat zaaiens groot. Palende Peeter Timmermans, de straat onder en boven en Peeter Pops erfgenamen ter vierder zijde. Tijdens de volgende 'genachte' zal Sijmons ten Loensche nature onderpand stellen. Godtspennink:1 stuiver. P.S. Op 20 januari 1607 kwijt Aerdt Frerix Simon Sijmons panden.42' 
AflossingCornelis Jannes ontving van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening aan 3 rinsgulden en 11,5 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 januari 1606. De akte luidt als volgt: 'Cornelis Jannes handelt uit kracht van procuratie op zijn persoon gegeven door Cornelis en Pauwels Vander Staten als mombers van het Boomgasthuijse van Diest. De registratie van de procuratie volgt hierna. Jannes draagt op en kwijt Aerdt Frerix en zijn panden van 3 rinsgulden en 11,5 stuivers jaarlijks zoals het gasthuis op zijn panden trok. De hoetpenningen en verlopen werden voldaan. Aerdt Frerix kwam ter gichte.
Procuratie "irrevocabel". De burgemeesters en de raad van de stad Diest attesteren dat voor hen op 5 januari 1606 meester Cornelis en Pouwels Vander Straten verschenen als mombers en meester van het Boomgasthuijse. Ze hebben geconstitueert en speciale last en procuratie gegeven onwederroepelijk aan Cornelis Jannes van Lumpmen om voor de schepenen ten Loons recht en meier van Lumpmen te verschijnen en in hun naam een rente te kwijten van 3 gulden 11,5 stuivers erfelijk staande op een stuk broek geheten "die Plesse" gelegen in Schuelen. Het behoort toe aan Aerdt Frerix. Hij moet de rente en de verlopen op het register behoorlijk casseren tot ontlasting van Aerdt en zijn panden. Op deze verklaring werd het zegel van de stad Diest gedrukt en het werd ondertekend door Peeter Van Lille. (in deze gichte blijkt dat "twelffdalven" het bedrag 11,5 is).43'
 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Hueveneers volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 april 1606. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix draagt op tot behoef van Jan Hueveners een sille broek in Schuelen in de Langen Donck gelegen. De gehelen "Langen Donck" grenst Jaspar Van Schoenbeeck 1), mr. Jan Van Gelmen 2), meester Jan Alenus 3) en meester Lambrecht Van Stapel 4). Voor 38 rinsgulden Brabants eens. Niet belast boven de cijns. Godtspenninck een halve reael, lijcop 30 stuivers. Jan Hueveners is met recht ter gichte gekomen.44' 
AflossingAerdt Fredrix ontving van Catlijn Sannen de terugbetaling van een lening van 92 Rijnsgulden aan '2 mudden rogge Diesterse maat' intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 januari 1607. Ze vermeldt verder ook Joannes Dries en Jan Baerdemaeckers. De akte luidt als volgt: 'Gheerdt Coecxs met zijn vrouw Anne Roeselers leent via de Loonse heer of officier van Martten Schuermans, 92 Rijnsgulden Brabants à 2 mudden rogge 'sjaars Diesterse maat. Pand: 1. zijn huis en hof, palende de straat; Z. de Hobbampt en W. de Hobbamptsteege; 2. een dries, palende O. Ffrans Neeffven, W. Willebroerdt Ruebens en Jan Knoeps erfgenamen ter derde zijde; 3. een beempdeken bij de Slachmoelenwijer, palende W. Aerdt Vreeven, O. Willebroerdt Ruebens en de Slachmolenwijer ter derde zijde. Goidtspenning: 1 stuiver. Lijcop: 10 stuivers.
P.S. Op 18 januari 1607 heeft Aerdt Frerix, Catlijn Zannen weduwe Jan Baerdemakers 1 mud rogge jaarlijks gekweten. Frerix had dat mud verkregen tegen Jan Driessch.45'
 
EigendomHenrick Van Hinsberghe verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 23 maart 1607. Deze verwijst ook naar Adrianus Minbiers als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Henrick Van Hensberch verkoopt, via des Loonse meiers hand, aan Aerdt Frerix: een beemd omtrent den Helder gelegen, palende de koper, Peeter Neven, de erfgenamen Jan Baerdemakers en de straat of Helder ter vierder zijde. Voor 400 gulden Brabants. De verkoper verborgt, voor mogelijke lasten, een stuk land aan de Weijgaert gelegen, waarvan Oreaen Minbiers de wederhelft heeft. Godtspennink: 11 stuivers 1 oord. Op 5 april is Aerdt Frerix ter gichte gekomen.46' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Mathijs Peeters volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 april 1607. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix draagt op tot behoef van Mathijs Peeters een stuk broek genaamd "die Plessche" grenzend de Laeck 1), Jan Van Gelmen 2), "den Spuijen Dijck" 3) en Thijs Peeters voorschreven 4), voor 120 rinsgulden Brabants en aan de huisvrouw van de verkoper 8,5 rinsgulden voor een kermis. Voor deze som heeft Mathijs Peeters aan Aerd Frerix in Spalbeeck 20 stuivers jaarlijks gegicht voor 20 rinsgulden en voor de 100 gulden zal Mathijs aan Aerd jaarlijks 6 rinsgulden gelden. Deze staan te kwijten met 100 rinsgulden lopend geld. Aerdt garandeert dat het goed slechts belast is met cijns en 1 alde groot aan de kerk van Schuelen. Godtspenninck een halve reael, lijcop 30 stuivers. Mathijs kwam ter gichte.47' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Mathijs Peeters de som van 100 rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 april 1607. De akte luidt als volgt: 'Mathijs Peeters heeft tot behoef van Aerdt Frerix het bovenstaande stuk broek opgedragen en daarbij een goed dat daarnaast ligt tot pand voor 6 rinsgulden jaarlijks, te kwijten met 100 rinsgulden "lopende paeij" en met rente naar verloop van tijd. Aerdt Frerix kwam ter gichte met recht.48' 
EigendomWouter Juchmans verkocht, samen met Peeter Loeffens en Lijsbeth Maes, een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 2 oktober 1608. Ze vermeldt verder ook Reinier Moens. De akte luidt als volgt: 'Pontpenningen 11 gulden 5 stuivers.
Wouter Juchmans, uit kracht van constitutie aan hem gegeven door Peeter Loesen, hierna geregistreerd, draagt op tot behoef van Aerdt Frerix een stuk broek in Tiewinckel gelegen, genaamd "die Streken", grenzend de Laeck 1), de zusters van Hasselt 2), Jan Lijnen erfgenamen 3) en "den Goidts Bampt" 4). Voor 450 gulden Brabants. Het goed is enkel met cijns belast. Indien iemand het goed aan Aerdt Frerix vernadert, moet die hem intrest geven volgens tijdverloop. Frerix mag het goed niet aanvaarden voor lichtmesse. Lijcop nae landtcoop, godtspenninck 2 rinsgulden. Frerix kwam ter gichte. Omdat dit goed tevens sorteert in de Hoff van Veulen, is het pontgeld hier maar op 11 rinsgulden en 5 stuivers Brabants gezet.
Op 12 januari 1609 heeft Aerdt Frerix dit goed opgedragen tot behoef van Marten Snivers wegens naderschap. Hij kreeg zijn geld terug.
Constitutie. 23 september 1605 akte van notaris en commissaris van de stad Hasselt Reinier Moens. Peeter Loeffens man en momber van Lijsbeth Maes, wonend in Antwerpen, heeft geconstitueerd en volkomen macht gegeven aan Wouter Juchmans, borger van Hasselt, om in zijn naam al zijn goederen, rente, pachten en cijnsen te beheren en geld te ontvangen, gelegen in het kwartier van Hasselt en daar in de buurt, van welke natuur ook. Hij moet een rekening bijhouden van zijn aan- en verkopen, ontvangsten en uitgaven. Opgemaakt in het huis van de notaris binnen Hasselt met getuigen Gijsbrecht Elbrechs en Aerdt Cotermans.49'
 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Rutten de som van 35 Rinsgulden aan 2 Rinsgulden 2½ stuiver intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 23 oktober 1608. De akte luidt als volgt: 'Jan Rutten leent, via des Loonse heren hand, van Aerdt Frerix 35 Rinsgulden à 2 Rinsgulden 2 ½ stuiver Brabants jaarlijks. Pand: huis en hof te Westerhoven, palende de straat, het Copisbloeck, Jacob Schats en Henrick Vanden hoeffven ter vierder zijde. Godtspennink: 1 stuiver.50' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Garen de som van 75 Rinsgulden aan 5 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 september 1609. De akte luidt als volgt: 'Jan Garen leent van Aerdt Frerix 75 Rinsgulden Brabants à 5 Rinsgulden jaarlijks. Pand: 1. Huis en hof te Oosterhoven, palende de erfgenamen Thones Maes, Lambrecht Slegers en de straat ter derder zijde. 2. 1 vat land in de Cuijlhueff, palende met 2 zijden Jan Lijnen erfgenamen; mr. Jan Neven erfgenamen ter derder zijde en Lenaerdt Van obbel ter vierder zijde. Godtspennink: 3 stuivers. De panden waren reeds belast met 2 Rinsgulden jaarlijks en nog 4 stuivers aan de kerk. Jan Garen heeft alle hofrechten betaald.51' 
LeningAerdt Fredrix leende aan 10 Rinsgulden en 2 ½ stuiver intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 januari 1610. Deze verwijst ook naar Jan Govaerts, Jan Vande Spiegel en Peeter Neven als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Govaerts en Jan Vande spiegel dragen op, in tegenwoordigheid van de schepenen Simon Bervoets en Peeter Neven, ten behoeve van Aerdt Frerix, een rente van 10 Rinsgulden en 2 ½ stuiver jaarlijks, op een hoffstadt van de erfgenamen Frans Schepers, tegenover de kerk gelegen. Aerdt Frerix heeft die onlangs met gichten verkregen. Nu bekent Frerix naderschap aan Peeter Aerdts.52' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Aerdt Reijnders de som van 200 Rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 juli 1611. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Reijnders leent van Aerdt Frerix 200 Rinsgulden à 6 %. Pand: 1. Stuik erf, de Driessen, palende W. Minbiers stege, O. Jan Driessch, Z. Peeter Neven en het Witbloeck, N. Peeter Aerdts en genoemde Aerdt Reijnders. Lijcop: 10 stuivers. P.S. Op 18 maart 1619 kwijt Aerdt Frerix de panden van Aerdt Reijnders van de helft van voornoemde rente. Op 12 juli 1619, kwijting van de andere helft, tussen dezelfde personen.53' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Vaes aan 4 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 oktober 1611. Deze verwijst ook naar Michiel Van Heffelt als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Michiel Van Heffelt draagt op, via des Loonse heren hand, aan Aerdt Frerix, een hypotheek van 4 Rinsgulden jaarlijks op huis en hof van Jan Vaes, gelegen aan het Palleerstraetken. Tot borg voor mogelijke lasten op een erfkoop onder Grooselaer; daar kocht Frerix een stuk land van Van Heffelt.54' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Marten Beerten de som van 100 Rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 mei 1612. De akte luidt als volgt: 'Marten Beerten verpandt huis den Plassch ten behoeve van Aerdt Frericx voor 100 Rinsgulden à 6%. Zie vorige gicht: huis en moeshof te Westerhoven gelegen, palende de straat, de erfgenamen Niclaes Vande Bogaert en met 2 zijden Aerdt Frerix. Los en zonder grondcijns.55' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Jan Rutten de som van 100 Rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 5 juli 1612. De akte luidt als volgt: 'Jan Rutten leent, via des Loonse heren hand, van Aerdt Frerix, 100 Rinsgulden Brabants à 6%. Pand: 1. huis en hof genaamd het Hemelrijck. Palende Jacob Schats, de straat, Henrick Vander Hoeffven en de erfgenamen mr. Dionijs Vande Briel ter vierder zijde. 2. Drie vat land op dezelfde plaats gelegen, palende Jacob Schats, Henrick Vander Hoeffven en ter derder zijde de erfgenamen Jan Lemmens.56' 
AflossingDe leningsovereenkomst van Maria Vander Coest en Anna Cranen met Peeter Neven, geacteerd te Lummen [België] op 5 juli 1612, verwijst naar Aerdt Fredrix als betrokken partij.56 
EigendomArnoldus Swijsen verkocht een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 oktober 1613. De akte luidt als volgt: 'De rentmeester draagt in naam des heren een uitgewonnen hoffstadt den Bolaerts op aan Aerdt Frerix, die daarvoor de verlopen cijnzen en onkosten moet betalen.57' 
EigendomLaureijs Clercx en Machiel Clercx verkopen, samen met Jan Van Buijlen en Margriet Clercx, een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 oktober 1613. De akte luidt als volgt: 'Laureijs en Machiel Clercx; Jan Van Buijlen x Margriet Clercx, verkopen via des Loonse heren hand, aan Aerdt Frericx, land die Sille op de Langewech, palende den Eijckenen stock, de straat en ter derder zijde de erfgenamen Aerdt Uden. Voor 80 Rinsgulden. Als borg voor de zekerheid dat die Sille lastenvrij is, verborgen de verkopers de helft van de daaraan gelegen Eijckenen stock. Godtspennink: 2 ½ reaal. Lijcop: 3 Rinsgulden. P.S. Op 24 oktober 1613 heeft Jan Van buijlen, namens zijn vrouw, deze gicht gelaudeerd. P.S. Hiervan is borg gesteld voor het gericht van Curingen, zoals daar blijkt op 4 november 1613.58' 
LeningDe leningsovereenkomst van Wouter Vande Venne met Gerardus Frericx, geacteerd te Lummen [België] op 14 november 1613, vermeldt eveneens Aerdt Fredrix; 13 Rinsgulden Brabants.59 
AflossingAerdt Fredrix ontving van Jan Soeten de terugbetaling van een lening van 100 Rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 22 november 1615. De akte luidt als volgt: 'Heer Mathijs Soeten met zijn momber stadhouder Peeter Neeffven leent van Peeter Fredericx 100 Rinsgulden à 6%. Daarvoor heeft heer Soeten op heden, ten behoeve van Fredericx, een onderpand gesteld in Malepeerts laathof. De rest, nl. 41 Rinsgulden, belooft de heer Soeten te betalen op den dach van verjaeren onbegrepen te Sinxen naestcomende. Voor meier en laten van de hof van Malenpeerdt heeft Jan Soeten, de vader van heer Mathijs Soeten, tot behoef van zijn zoon, de tocht afgestaan van een beemd gelegen onder Halbeecken dijck; palende Loeijch Van Halbeeck, Peeter Ijlias en Robeert Motmans ter derde zijde. Heer Mathijs Soeten zet die beemd tot onderpand voor die 100 geleende Rijnsgulden. De vader wordt weer in zijn tocht gesteld. Heer Mathijs Soeten heeft Peeter Fredericx een brief geconsenteerd.
P.S. Op 22 november 1615 heeft Aerdt Frerix, Jan Soeten met zijn zwager deze rente gekweten.60'
 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Soeten en Peeter Tielens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 november 1615. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix verkoopt aan Jan Soeten en Peeter Tielens een hoffstadt op dezelfde manier zoals hij die eerder aan de rentmeester gepurgeerd heeft (zie akte dd. 10.10.1613). Palende met 2 zijden de erfgenamen mr. Tijs Vande briel, Peeter Clocluijers erfgenamen en ter vierder zijde de straat.61' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Maria Tummermans aan 30 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 februari 1617. Deze verwijst ook naar Franchois Diederick Van Blackart als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Heer Franchois Diederick van Blanckart, heer tot Guijgoven verkoopt aan Aerdt Frerix, 30 stuivers jaarlijks op een stuk broek achter het Borchbroeck, van Maria Tummermans. Voor 24 Rinsgulden Brabants. P.S. Op 17 maart 1617 heeft Aerdt Frerix aan Lambrecht Loomans naderschap bekend aangaande deze hypotheek.62' 
LeningAerdt Fredrix leende aan Marten Claes de som van 100 Rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 februari 1617. De akte luidt als volgt: 'Marten Claes leent van Aerdt Frerix 100 Rinsgulden à 6%. Pand: het Panisbloeck te Oesterhoven, palende Huijbrecht Van Peer, Peeter Tummermans en ter derder zijde de straat (om) naar Molem te gaan. Claes stelt ook al zijn Loonse goederen tot onderpand. Marten Claes betaalt de hofrechten.63' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Arnoldus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 juni 1617. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix der alde verkoopt aan zijn zoon Aerdt Frerix, huis en hof te Oosterhoven, palende Aerdt Clocluijers, met 2 zijden de straat en ter vierder zijde het Palleerstraetken. Voor 18 Rinsgulden jaarlijks. Te kwijten met 300 Rinsgulden. Belast met 3 ½ Rinsgulden aan de kerk, 1 oude groot aan de anniversariën en herencijns. Betaalt hij niet dan kan de vader met een conde tot het geleijt komen.64' 
EigendomAerdt Fredrix verkocht een goed aan Gerardus Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 juni 1617. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix verkoopt aan zijn zoon Geert Frerix: huis en hof te Westerhoven, palende Peeter Neven, het Bruckelen, de straat en Marten Beerten; een stuk erf, de Parijshoff, palende Maria Van Hamel, de beek, de straat en de erfgenamen Claes Vande Bogaert; belast met 2 vaten koren aan de Armen te Lumpmen; 2 cijnsgulden aan de Satrosen en de grondcijns. Voor 40 Rinsgulden jaarlijks boven de lasten; te kwijten met 650 Rinsgulden. Zo hij niet betaalt kan de vader met een conde tot het geleijt komen. Godtspennink: 1 stuiver.65' 
AflossingJoannes Meeus en Andreas Resa ontvingen, samen met Peeter Driessch en Henrick Vander Hoeven, van Aerdt Fredrix de terugbetaling van een lening van 20 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 oktober 1617. De akte luidt als volgt: 'Henrick Vander Hoeffven, medeschepen, op 7 oktober ll. daartoe gemachtigd door frater Joannes Meeus, prior; frater Andreas Resa supprior; frater Petrus Driessch, Augustijnen te Hasselt, kwijt de panden van Aerdt Frerix van 20 stuivers jaarlijks. Afgelegd met 20 gulden Brabants.66' 
EigendomDe eigendomstransactie van Aerdt Reijnders met Adrianus Minbiers, geacteerd te Lummen [België] op 18 maart 1619, verwijst naar Aerdt Fredrix als betrokken partij; Aerdt Reijnders verkoopt aan Oriaen Minbiers de Achterste Driessch, palende Peter Aerdts, Jan Driessch, Peter Neven en de koper. Voor 200 Rinsgulden en 14 Rinsgulden tot een kermesse voor verkopers vrouw. Op de gichtdag moeten 100 gulden en de kermesse betaald worden. Voor de andere 100 gulden neemt Minbiers een hypotheek van 100 gl. à 6% over, die Aerdt Frerix op Reijnders pand, de gehele Driessch, had. Minbiers legde die af op 12 juli 1619. Oriaen Minbiers moete zijn weg nemen over zijn eigen erve om op het gekochte goed te komen. Zo het perceel wordt vernaderd, dan moeten die 'vernaderaars' een andere weg zoeken.
Aerdt Reijnders zal een dam mogen leggen op Oriaen Minbiers erven, om het water komende uit de Borchgracht te mogen wegen op sijn driessch. Wordt het vernaderd, dan moet de koper een dobbele Albertus krijgen voor de moeite. Godtspennink: 3 stuivers.
Op 2 mei 1619 heeft Herman Hoelsteens bevestigd de drie kerkeroepen gedaan te hebben.67 
LeningAerdt Fredrix leende aan Peeter Stas, Mathijs Lambrechts en Jan Loemans de som van 200 Rinsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 25 juni 1619. Deze verwijst ook naar Maria Tummermans, Marck Loemans en Peeter Timmermans als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Maria Tummermans staat haar vruchtgebruik af van een broek, de Persoensbeempt, achter de Borch gelegen, palende de erfgenamen Aerdt Clocluijers, Cornelis Baers, Jan Vaes en het Borchbroeck. Aan Peeter Stas, Mathijs Lambrechts en Jan Loemans.
Tocht en erfdom vergaderd zijnde, hebben de voornoemde personen van Aerdt Frerix 200 Rinsgulden à 6% geleend, met het voornoemde broek als pand. Men stelt onderpand voor de Loonse bank.
Marck Loemans en Peeter Tummermans, hunne omen, waren bij de zaak aanwezig.
P.S. Op 16 maart 1628 heeft heer en mr. Jan Frerix in naam zijner moeder Maria Van hese, Stessen Loomans en zijn panden, deze 12 gulden jaarlijks gekweten.68'
 
EigendomDe eigendomstransactie van Jan Cilien en Ida Cilien, samen met Maria Cilien, Anna Cilien en Jan Grootjans, met Arnoldus Frericx, geacteerd te Lummen [België] op 2 maart 1623, verwijst naar Aerdt Fredrix als betrokken partij; Jan, Ida, Maria Cilien en Jan Grootjans als man-momber Anna Cilien, verkopen aan Aerdt Frerix de jongen 2 vat zaaiens land te Oosterhoven. Palende Herman Hoelsteens, Aerdt Frerix den alden en den ouden, Lenaerdt Van obbel en de straat. Voor 80 Rinsgulden en ½ cruijsdaelder boven volgende last: ½ vat koren aan Aerdt Frerix den alden. Godtspennink: 1 stuiver. Ieder partij bekent haar deel gehad te hebben.69 
OverlijdenHij overleed tussen 2 maart 1623 en 9 mei 1624 te Lummen? [België].69,70 
LeningDe leningsovereenkomst van Maria Van Hese met Huijbrecht Van Peer, geacteerd te Lummen [België] op 9 mei 1624, vermeldt eveneens Aerdt Fredrix; 100 gulden.70 
ErfenisGeorgius Fredrix en Joannes Fredrix waren, samen met Lambertus Morren en Arnoldus Frericx, op 5 juni 1640 te Lummen [België] erfgenamen van Aerdt Fredrix; Deling tussen de kinderen van wijlen Aerdt Frerix, alias Bosmans, waarvan Maria Van Hese de moeder was. De minuut is beschreven door Georgius Frerix, één der condividenten. De deling is gedaan in tegenwoordigheid en ten overstaan van 1) mr. Willem Neven, meier van het land van Lummen als toeziener en gebeden momber der achtergelatenen van wijlen Vincent Leijnen; 2) Jan Tonis als grootvader en momber der achtergelaten Geert Frerix; 3) Lambrecht Morren als toeziener en gebeden momber der achtergelaten Peeter Frerix; 4) heer Jan Frerix; 5) Joris Frerix en 6) Aerdt Frerix. Uit de algemene voorwaarden: de gewone last blijft op elk deel; wordt één of ander goed gemolesteerd, dan zal men de last samen dragen. De opgaande eikenbomen in de bos te Meldelaer, alsook in de Ceijl en het bosken te Gestel, die kapbaar zijn, zullen gedeeld worden. De eiken op de Dries en Lazareije beempt blijven staan tot reparatie en onderhoud van de bruggen. Het nagenoemde schaarhout zal men kappen en delen of verkopen: de Tielemanshoff; de Holeijcke tot Geneijcken; het Nief block te Laren; het Liemelaer; de Groote Scheijthaghe; het Heuffken; het Limelaer; den Langhen Wech; den Eijckenstock.
Kavel 1 is gevallen aan de kinderen van Vincent Leijnen verwekt aan wijlen Margriet Frerix: Den Cnoopshoff belast met ½ vat koren aan de Armen van Lummen. De Groote Scheijthage belast met 3 gulden jaarlijks aan Jan Wauters te Meldelaer. Die Tien amen. Die twee bleuxkens te Molem. Het beempdeken op de Molenwech met zijn lasten. Die Orseten op het gemeijn. Den bos aan de Vrebosch. Het bosken te Gheneijcken. Het bosken aan de Leerse heijde.
Renten: Aan panden: van Dioneijs Slegers te Meldelaer: -16-0 jaarlijks. Van Henrick Bervoets te Linckhaut: -6-0 jaarlijks. Van Aerdt Van Sonhoven te Linckhaut: 6 gulden. Van Cornelis Baerts te R(e)ckhoven: 6 gulden. Van Aerdt Reijnders te Molem: ½ mudde koren jaarlijks te kwijten met 20 stuivers en aan dezelfde nog 1 gulden; maakt -2-0. Van Jan Antoni onder Lummen: -6-0. Van Willem Vande Locht: -5-0. Van Matteeuwis Queijnen onder Linckhaut: 6 gulden. Van Teijs van Mierdt te Linckhaut: -6 gulden. Van Reijner Hemelers onder Ce(r)mpt: -2-0.
Kavel 2 is gevallen aan Joris Fredrix. De halven Tielemanshoff. Den Krieckel belast met ½ mudde koren aan St. Barbelen altaer en met 1 vat 1 vierdelinck evenen. Het Lindekensvelt. De Hoff te Gheneijcken, palende Aerdt Fredrix en de straat. Den Langhen beempt. Den Eijckbos te Meldelaer, de rijpe eiken uitgezonderd. De bos aan de Willekensberch.
Renten: Aan panden: van Willem Droochmans erfgenamen te Kermpt: -27-0. Van Servaes Moons te Molem: -3-0. Van Lambrecht Bervoets te Linckhaut: -3-0. Van Jan Hooghen te Spalbeeck: -16-0. Van Jan Rutten te Lummen: -6-0. Van mr. Henrick Swijsen te Lummen: -6-0. Van Henrick Slegers te Kermpt: -2-0. Deze deling moet dienen 10 gulden eens of 10 stuivers 's jaars, die de kinderen van Geerdt Frerix moeten geven.
Kavel 3 is gevallen aan de kinderen Peeter Frerix verwekt bij Hilleken Horions. De andere helft van den Tieleman. Beijde die Langewegh. Het Beldeken. Het Heuffken, palende Henrick Dries. De Cleijne Scheijthage. Het Tiewinckelsbrouck. Den Lazerije beempt. De helft van de bos verkregen tegen Jan Henijghen (?) met de helft van de eiken daarop staande; palende de erfgenamen Aerdt Puttmans. Die Hoeff op het Oostereijnde.
Renten: Aan panden: van Jan Betten erfgenamen te Kermpt: -21-0. Van Henrick Robijns nu Joris Fredrix: -15-0. Van Henrick vander Heijden alias Honinx: -16-15-0. Van Machiel Ludts te Meldert: -5-5-. Van de erfgenamen Anna Geerts te Meldelaer: -3-0. Van dezelfde: -1-10-. Van Aerdt Frerix ½ halster koren en aan de panden der erfgenamen Herman Holsteens: ½ halster; samen 1 halster koren.
Kavel 4 is gevallen aan Aerdt Frerix. Die Baltishoven te Teuijlt. Het Bevijsen hoeffken aldaar. Den Eecker. Die halve Hol eijcke te Geneijcken. Die Schommen te Linckhaut. Den beempt tot Buestelken belast met 15 stuivers. Die Seijl te Gestel. Die Boersheijde met de bos, belast met 3 ½ vat koren. De hofstede waarin zijn vader heeft gewoond. Het geheel gemeijn Middelste broeck.
Renten: Aan panden: van Nicolaes Schepers te Sonhoven: -25-5 st. Van Mertten Moris nu Vincent Leijnen kinderen: -12-0. Van Aerdt Druechmans te Buesteken: -4-0. Van Bertolomees Schepers te Laren: -3-0. Van Aerdt Jans te Linckhaut: -12 gulden. Van Peeter Vanden Deijck eertijds Soeij Gaethoffs: 2 gulden 10 stuivers.
Kavel 5 is gevallen aan heer Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt. Den Sneppershoff te Teuijlt. Die Schomme aan de Willekensberch. Het Mishoeffken te Teuijlt tegenover het eerste perceel van deze kavel. Het Nieuw block te Laren. De Dries op de beek te Lummen. Het Beempdeken en de Cleijnen helder, naast elkaar gelegen. De halven bos verkregen van Jan Henijgh met de helft van de opstaande eiken.
Renten: Aan panden: van de erfgenamen Jan Teulleners te Kermpt: -26-0. Van Jan Scheers erfgenamen te Kermpt: -1-0. Van Henrick Peeters te Gestel: -1-0. Van Tomas Timmermans: -18-0. Van Jan Moons: -3-0. Van Heuijbrecht van Peer: -6-0. Van Aerdt Frerix onze broeder: -6 gulden. Van Antoon Melco: 1-10-0. Van de erfgenamen Jan Vander Linden: -1-0.
Kavel 6 is gevallen aan de kinderen van Geert Frerix verwekt bij Margriet Antoni. Heijligeesthoffken opt Westereijnde. Het Driesken met de hof daar achter aan elkaar gelegen. De Pareijshof tegenover de huizinge en de straat gelegen, met de opstaande lasten. Het Cleuijs beempdeken te Ghestel. De bos verkregen van Peeter Putmans.
Renten. Aan panden: van de erfgenamen Tielen Van Herle: -10-0. Van Henrick Leijsen te Meldelaer: -7-10-0. Van Matteijs Peeters te Schuelen: -6-0. De hoffstadt in de plaetse te Lummen, waar ons grootvader Peeter Frerix heeft gewoond, met de lasten; boven die lasten gewaardeerd op 3 gulden jaarlijks. Van Aerdt Frerix onze broeder, 15 gulden te kwijten met 300 gulden. Het derde part van het goed te Burselken, gewaardeerd op 23 gulden 's jaars. Kavel 6 moet jaarlijks aan kavel 2 , 10 stuivers geven en nog 10 stuivers aan kavel 2 en 4.
Onverdeeld gebleven zijn: de We…lhoff achter Peeter Aerts. Nog ¼ van de bos waarvan de erfgenamen Jan Baerdemaeckers de andere delen hebben. Die Goorveuijlen.
Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap; ze zullen de reparatiekosten gelijk delen.71 
LeningDe leningsovereenkomst van Renier Borremans met Pascasius Muyters, geacteerd te Lummen [België] op 26 oktober 1651, vermeldt eveneens Aerdt Fredrix.72 
LeningDe leningsovereenkomst van Matteeuwis Van Weddingen met Huijbrecht Lenardts, geacteerd te Lummen [België] op 27 maart 1664, vermeldt eveneens Aerdt Fredrix; 800 gulden.73 

Familie

Maria Van Hese ° circa 1560, + 8 nov 1639
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.43v.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.369.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.372v.
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.376.
  5. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.379v.
  6. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.374v.
  7. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.380v.
  8. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.380.
  9. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.382.
  10. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.384.
  11. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.387v.
  12. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.389.
  13. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.2.
  14. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.4.
  15. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.6.
  16. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.6v.
  17. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.4v.
  18. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.9.
  19. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.251.
  20. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.11v.
  21. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.13.
  22. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.15.
  23. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.20v.
  24. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, 1593 - 1628, p.28v.
  25. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.33v.
  26. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.41v.
  27. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.46v.
  28. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.48v.
  29. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.57.
  30. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.54.
  31. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.59.
  32. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.65v.
  33. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.66.
  34. [S155] Notariële akten Lummen, Rijksarchief Hasselt, film 1462444, notaris Petrus Aerts, 1604, folio 41v.
  35. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1604, doopsels, p.18.
  36. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.69.
  37. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.70v.
  38. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.71v.
  39. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1605, p.127.
  40. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1605, p.126v.
  41. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.245.
  42. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.75.
  43. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1605, p.147v.
  44. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1605, p.160.
  45. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.284.
  46. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.87.
  47. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1607, p.189v.
  48. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1607, p.190.
  49. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1608, p.236v.
  50. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.94v.
  51. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.103v.
  52. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.104.
  53. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.116v.
  54. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.122.
  55. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.128.
  56. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.131.
  57. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.141v.
  58. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.141.
  59. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.143.
  60. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.295.
  61. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.170v.
  62. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.175.
  63. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.176.
  64. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.180.
  65. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.179v.
  66. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.181v.
  67. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.205.
  68. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boke 57, p.210v.
  69. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.239.
  70. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.251.
  71. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.113v.
  72. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.273.
  73. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.109v.

Aert Fredrix

IDnr.6250, ° voor 1600, + na 7 september 1622
DoopselAert Fredrix werd gedoopt voor 1600 te Maaseik? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Itten Bex op 7 september 1622 te Maaseik [België].1 
OverlijdenHij overleed na 7 september 1622 te Maaseik? [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Maaseik.

Agnes Fredrix

IDnr.640, ° 7 november 1660, + 13 oktober 1716
VaderArnoldus Fredricx ° voor 1615, + 12 augustus 1677
MoederAgnes Aerdts ° 1 januari 1619, + voor 11 september 1677
Stamkaartenafstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat]
DoopselAgnes Fredrix werd gedoopt op 7 november 1660 te Zelem [België] met als peter Jacobus Peusters en als meter Anna Hoefmans.1
HuwelijkZij huwde met Paulus Tijsmans op 4 februari 1681 te Zelem [België] met als getuigen Joannes Fredricx en Petrus Tijsmans.2
OverlijdenZij overleed op 13 oktober 1716 te Beringen [België] in de ouderdom van 55 jaar. De tekst vermeldt: '(geen volledige zekerheid.)3' 

Familie

Paulus Tijsmans ° 10 apr 1657, + na 13 jan 1703
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S11] Parochieregisters Zelem, Rijksarchief Hasselt, boek 1090.
  2. [S11] Parochieregisters Zelem, Rijksarchief Hasselt, boek 1091, 1681, huwelijken, p.256.
  3. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 54, overlijdens, 1716, p.350.
  4. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, 1687, doopsels, p.66.
  5. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, geboorten, 1689, p.72.
  6. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, geboorten, 1692, p.77.
  7. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, 1697, doopsels, p.86.
  8. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, geboorten, 1699, p.92.
  9. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 54, geboorten, 1702, p.160.