Catharina Van Millen
IDnr.1373, ° 26 december 1626, + 8 juli 1670
Vader | N. Van Millen ° voor 1605, + na 26 december 1626 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Catharina Van Millen werd gedoopt op 26 december 1626 te Hasselt [België] met als peter Henricus Vanderheden en als meter Agnes Tijs.1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Mechteldis Mattheij op 3 juli 1653 te Hasselt [België].2 |
Huwelijk | Zij huwde met Petrus Frederici, zoon van Gerardus Frericx en Margaretha Thonis, in 1660 te Hasselt [België].3 |
Naamvariatie | Zij werd ook Millen genoemd. |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Antonius Frederici op 9 mei 1661 te Hasselt [België]; Joannes Frederici vervangt Antonius Jacobs als peter.4 |
Overlijden | Zij overleed op 8 juli 1670 te Hasselt [België] in de ouderdom van 43 jaar. De tekst vermeldt: 'Catharina wordt bij haar overlijden 'jonkvrouw' en echtgenote van heer Petrus Fredrici genoemd.5' |
Relief | Na het overlijden van Petrus Frederici en Catharina Van Millen releveren Gaspar Frederici op 28 februari 1687 te Hasselt [België] . De akte luidt als volgt: 'Op de laatste februari 1684 verschijnt voor ons schepenen van buiten-Hasselt Gaspar Frederici, die, voor hem en voor zijn consorten, verzocht heeft te releveren na de dood van zijn ouders, de heer advocaat Petrus Frederici en juffrouw Catharina Van Millen, beide zaliger een bampt gelegen op het wijerwater tegen de 'stege' van de wijer gelegen, palend aan Peter Millen Gerssens, de oude demer en de straat. Verzoek dat wij schepenen inwilligen.6' |
Familie | Petrus Frederici ° circa 1619, + 20 dec 1684 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 286, 1626, doopsels.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 289, p.68 (p.101).
- [S293] Willy Ceyssens, Bart De Keyser, Jos Jans, Myriam Lipkens, Tine Rock, Adriën Swartenbroekx (+), Jean-Jacques van Ormelingen, Jef Arras, Boek 'Oog in Oog' (Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, 2003).
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1661, doopsels, p.314 (p.301).
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 318, 1670, overlijdens, p.438.
- [S81] Schepenbank Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 1988.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1662, doopsels, p.3.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1666, doopsels, p.81, akte 9.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1668, doopsels, p.125, akte 9.
Catharina Van Millen
IDnr.7861, ° voor 1630, + na 9 april 1656
Doopsel | Catharina Van Millen werd gedoopt voor 1630 te Hasselt? [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Christina Catharina Neven op 13 maart 1653 te Hasselt [België]. |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Catharina Vrerix op 7 september 1655 te Hasselt [België].1 |
Beroep | Zij was begijn op 7 september 1655.1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Maria Catharina Vrerix op 9 april 1656 te Hasselt [België].2 |
Overlijden | Zij overleed na 9 april 1656 te Hasselt? [België].2 |
Dionisius Van Millen
IDnr.8068, ° voor 1555, + na 10 april 1613
Stamkaarten | afstammelingen van Tijs Frerixs [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Tijs Frerixs [boxformaat] |
Doopsel | Dionisius Van Millen werd gedoopt voor 1555 te Hasselt? [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Lijnken Vrerix, dochter van Jan Vrerix en Catherina Schelen, na 1580 te Hasselt? [België].1 |
Beroep | Hij was burgemeester te Hasselt [België] tussen 1611 en 1612.2 |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Fredericus Vrerix op 10 april 1613 te Hasselt [België].3 |
Overlijden | Hij overleed na 10 april 1613 te Hasselt? [België].3 |
Elisabeth Van Millen
IDnr.2487, ° 20 juni 1656, + na 23 maart 1702
Vader | Arnoldus Millen1 ° 2 juli 1622, + 21 maart 1687 |
Moeder | Catharina Frederici1 ° circa 1619, + 3 september 1660 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Naamvariatie | Elisabeth Van Millen werd ook Lijsbeth Millen genoemd. |
Doopsel | Zij werd gedoopt op 20 juni 1656 te Hasselt [België] met als peter Mathijs Mattheij en als meter Agnes Millen.1 |
Erfenis | Joannes Frederici en Mattheus Fredrix waren, samen met Elisabeth Van Millen, op 20 juli 1666 te Hasselt [België] erfgenamen van Arnoldus Frericx en Anna Hoefmans. De akte verwijst ook naar Arnoldus Liefsoons en Arnoldus Millen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Petrus Bus en Catharina Frederici. De akte luidt als volgt: 'Op 20 juli 1666 zijn voor mij Notaris en getuigen hieronder geschreven persoonlijk verschenen en gecompareerd Eerwaarde Heer en Meester Joannes Fredrix, Mathijs Fredrix, Joris Fredrix, Mathijs Matheuwis als man en momber van zijn vrouw Anna Fredrix, Aerdt Liefsoons als man en momber van zijn vrouw Maria Fredrix geassisteerd door Aerdt Bus, mede sprekende voor zijn andere zusters en broers, voorkinderen van de voornoemde Maria Fredrix, bij haar verwekt door Peeter Bus zaliger, en Aerdt Millen als vader en momber van zijn kinderen Renier, Anna, Lijsbeth en Catrien Millen, verwekt uit de schoot van Catlijn Fredrix. Samen kinderen en representanten van Aerdt Fredrix en Anna Hoefmans, beide zaliger. De goederen, cijnzen en renten die voornoemde ouders hebben achter gelaten, zijn na rijpe deliberatie en langdurig beraad in zes gelijke delen verdeeld, aangeduid met de letters A, B, C, D, E en F. Na hierover gekaveld te hebben is het eerste deel, aangeduid met de letter A, gevallen aan Aerdt Liefsoons, zowel voor hem en zijn kinderen verwekt bij Maria Fredrix als voor de kinderen bij haar verwekt door Peeter Bus, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning waar Aerdt voornoemd woont Het bestaat uit twee ‘moeshoofkens', de dries of boomgaard, de ene gelegen te Groenlaren in Lummen, geschat op 800 gulden, de andere geschat op 400 gulden bl, de onderste Scijnenshof geschat op 600 gulden bl, de bovenste Scijnenshof, bovenop de lasten die erop staan, geschat op 900 gulden bl, het Wauterken geschat op 150 gulden bl, de Langenhof geschat op 250 gulden bl, het Passebosken geschat op 100 gulden bl, het Quaetbleuxken geschat op 100 gulden bl, het voorste Edbrouck geschat op 800 gulden bl, de Jonckhanensbampt geschat op 400 gulden bl, en het Peeterbrouxken geschat op 200 gulden bl. Vervolgens 27 gulden en vijf stuivers bl jaarlijkse rente en nog eens 25 gulden bl jaarlijks, beide staande op de gemeente Lummen. Verder 3 gulden bl jaarlijks op de panden van Jaspert Poelmans, ook van Lummen. (Nota: een totaal van 4700 gulden bl voor de onroerende goederen en 55 gulden en vijf stuivers bl jaarlijks aan renten). Het tweede deel aangeduid met de letter B is gevallen aan Aerdt Millen voor zijn voornoemde kinderen, bestaande uit de hierna volgende percelen van erven en renten, te weten de winning van Aerdt Corthauts met het land, moeshof en boomgaard, te Groenlaren in Lummen gelegen, geschat op 300 gulden bl, de Heusarens geschat op 400 gulden bl, de Vrauwkenshof geschat op 200 gulden bl, het Heijken tegenover de voornoemde winning gelegen geschat op 100 gulden bl, de Reu geschat op 1000 gulden bl boven de last van een vat koren jaarlijks, de Huijsmansschom geschat op 400 gulden bl, het achterste Edbroek geschat op 600 gulden bl, het meken geschat op 200 gulden bl en de Gielisbampt geschat op 300 gulden bl. Vervolgens 7 gulden bl jaarlijkse rente op de panden van Aerdt Aerts van Leuven, 8 gulden bl jaarlijks op de panden van Frans Rubens van Stevoort, op de panden van Jan Vos van Spalbeek 16 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Munters op de Kempense Heide drie vaten koren jaarlijks geschat op 4 gulden en 10 stuivers bl, op de panden van Jan Van der Linden van Schulen 7 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Tilborch 13 gulden en 14 stuivers bl jaarlijks en de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 gulden uit 50 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3500 gulden bl aan de onroerende goederen en 81 gulden en 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het derde deel aangeduid met de letter C is gevallen aan Mathijs Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning, moeshof en de hof erachter gelegen in het Oostereinde van de Vrijhijt Lummen, geschat boven de lasten op 1300 gulden bl, het Lindekensveld achter het dorp geschat op 150 gulden bl, de Eijkenstock geschat op 300 gulden bl, de Berch geschat boven de last van een half vat koren aan Mr. Peeter Fredrix op 200 gulden bl, de Hoeleijcke geschat op 100 gulden, het hofken achter Deckers, het Stenaershofken en de Huijgenbos samen geschat op 250 gulden bl, de hoeve op het Oostereinde geschat boven de lasten van één 'kop' jaarlijks op 10 gulden bl, het Edbrouck achter het bos geschat op 800 gulden bl, de beide ‘bempdekens’ geschat op 400 gulden bl boven de last van 3 gulden jaarlijks onder correctie aan de kerk van Lummen, en het voorste en achterste middelbroek geschat op 400 gulden bl. Vervolgens 12 gulden bl jaarlijks op de panden van Lambrecht Jans, op de panden van Jan Hauen van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Klockluijders van Lummen 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Marten Wauters van Leuven 3 gulden bl geld en munten en 8 gulden bl jaarlijks, makende tesamen 13 gulden bl, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 20 gulden uit 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Aerdt Klocklijers van Lummen 3 gulden jaarlijks, op de panden van Anthoon Lemmens van Molem 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Vaes Swaelen en Hendrick Remen van Geneiken 4 gulden bl jaarlijks en op de panden van Mr. Jacob Clerx van Lummen 6 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3910 gulden bl aan onroerende goederen en 65 gulden bl jaarlijks aan renten). Het vierde deel aangeduid met de letter D is gevallen aan Joris Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de hofstad in het dorp van Lummen, schuur, stalleken en moeshof geschat boven de lasten op 600 gulden bl, de heide met het bos erbij en de Kerckenbempt geschat boven de lasten van 3,5 vaten koren en 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof van Diest, op 1000 gulden jaarlijks, den Ikert geschat op 150 gulden bl, de helft van de schom van Marie Lijnen geschat op 50 gulden, den Peijl in Gestel met het bos en de bomen geschat op 400 gulden bl, het nieuwe bleuck dat Marten Wauters huurt geschat op 300 gulden bl, het Lindekensveld in Laren geschat op 150 gulden bl, de Langenbampt geschat op 600 gulden bl, de andere bampt in Laren die Aerdt Corthauts huurt geschat op 500 gulden bl. Vervolgens 12 gulden jaarlijks op de panden van Jan Roelants van Stevoort, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 15 gulden zijnde de rest van 35 gulden jaarlijks, op de panden van Lucas Smans van Tiewinkel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Michiel Reijnders van Lummen 3 gulden 10 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Meuwis Scepers van Leuven 3 gulden 10 stuivers jaarlijks, op de panden van Willem Thonis van Gestel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Engelbrechts van Tuijlt 10 gulden bl jaarlijks, op de panden van Catlijn Timmermans van Linkhout 15 gulden 10 stuivers jaarlijks en op de panden van Heer Laurens van Meuwen van Schulen, nu Jan Hoens 2 gulden 10 stuivers jaarlijks. (Nota: een totaal van 3750 gulden bl voor de onroerende goederen en 72 gulden stuivers bl jaarlijks aan renten). (In de marge staat de volgende nota). Joris Fredrix heeft van zijn moeder reeds 25 gulden jaarlijks genoten en hiermee is al rekening gehouden). Het vijfde deel aangeduid met de letter E is gevallen aan Mathijs Mateuwis, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de Baltishoeve in Tuijlt geschat op 1200 gulden bl, het Bausenhofken in Kermt geschat op 100 gulden bl, het Mishooffken in Tuijlt geschat boven de lasten op 400 gulden bl, de bempt en het land ernaast in Busselken te Stevoort gelegen geschat boven de last van 16 stuivers jaarlijks op 1000 gulden bl; het Scossautbos in Mellaar geschat op 100 gulden bl, de bempt omtrent Heusden geschat op 200 gulden bl, de schom in Linkhout geschat op 150 gulden bl, het broek achter de molen te weten de bampt op de Demer in het Lummens broek, de wisselbampt tegen Peeter Aerts en de Rausen Penninck tesamen geschat op 300 gulden bl, de Goorkuijlen geschat op 50 gulden, het eikenbos achter Kuringen geschat boven de lasten van 37 stuivers jaarlijks en de drie bomen die daar uit gehouwen moeten worden op 300 gulden bl. Vervolgens op de panden eertijds van Claes Bijsmans nu Jan Vrerix en consorten 15 gulden bl jaarlijks, op de panden van Mathijs Joris van Lummen 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Greffers van Linkhout 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Slegers van Stokrooi 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Coex van Kermt 4 gulden bl, op de panden van Jan Peermans nu van Jan Engelen van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Govert Slaechs van Linkhout nu van Jan Spilborch van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 uit 50 gulden bl jaarlijks. (Nota: een totaal van 3800 gulden bl voor de onroerende goederen en 95 gulden 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het zesde deel aangeduid met de letter F is gevallen aan Eerwaarde Heer Jan Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten het huis en aanhang in Hasselt gelegen ‘daar de condividenten elders uitgestorven zijn’ geschat met de last van 17 gulden en 12 stuivers min één oort op 3000 gulden bl, de Jorisbleuck in Geneiken geschat op 400 gulden bl, het land in Geneiken dat Hendrick Van den Velde huurt geschat op 200 gulden bl, het land in Bolderberg met een rente van 8 gulden jaarlijks aan Peeter Pinxten geschat op 500 gulden. Vervolgens op de panden van Jaspert Mantels van Zonhoven 25 gulden 5 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Swinnen van Kermt 20 gulden 10 stuivers bl jaarlijks. Een stuk land buiten de Trichterpoort gelegen met de daarop staande vruchten geschat boven de last van 4,5 vaten koren op 200 gulden bl, op de panden van Tielman Van Heele van Lummen nu van Jan Fredrix 6 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Hasselt een vat koren jaarlijks geschat op 30 gulden en op de panden van Lucas Geerts van Leuven 1 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 4300 gulden bl voor de onroerende goederen en 82 gulden 15 stuivers bl jaarlijks aan renten). Zo gesteld en gekaveld heeft iedereen zijn deel gekregen met als getuigen de eerzame Lambrecht Kelleneers en Margriet Wijsenraets. Was getekend: Cor. Caproens.2' |
Huwelijk | Zij huwde met Petrus Cleersnijders op 2 juli 1679 te Hasselt [België].3 |
Huwelijk | Zij huwde met Petrus Deijls op 21 januari 1694 te Hasselt [België].4 |
Eigendom | Petrus Deijls en Elisabeth Van Millen verkopen een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 23 maart 1702. Deze verwijst ook naar Arnoldus Frederici als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Peeter Deijls met Elisabeth Millen zijn vrouw en Arnold Fredrici voor de kinderen van Elisabeth uit haar eerste huwelijk met Peeter Kleersnijers, verkopen aan Jan Fredrix een hofke in Laren gelegen, palend de straat O. en Z., Jan Wellens erfgenamen W.5' |
Overlijden | Zij overleed na 23 maart 1702 te Hasselt? [België].5 |
Familie | Petrus Cleersnijders ° 1657, + 30 dec 1690 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1656, doopsels, p.205.
- [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, dossier nr. 974.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1679, huwelijken, p.128.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1694, huwelijken, p.51v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 88, p.318v.
- [S292] Franz Aumann, Willy Ceyssens, Emmanuel de Moffarts, Jos Jans, Myriam Lipkens, Jo Rombouts, Adriën Swartenbroekx, Jean-Jacques van Ormelingen, Gerard Verbeek Jef Arras, Boek 'Hasselts Zilver' (Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof (nu Het Stadsmus), 1996).
Gasparus Van Millen
IDnr.6795, ° voor 1635, + voor 23 oktober 1728
Vader | N. Van Millen1 ° voor 1605, + na 26 december 1626 |
Doopsel | Gasparus Van Millen werd gedoopt voor 1635 te Hasselt? [België].2 |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Gaspar Frederici op 29 januari 1664 te Hasselt [België]; Gasparus van Millen is peter in naam van Michaelis Van hilst. De meter is Catharina Houben in naam Matia Antonis.2 |
Beroep | Hij was kanunnik te Liège [België] tussen 29 januari 1664 en 1728.2,1 |
Overlijden | Hij overleed voor 23 oktober 1728 te Liège? [België].1 |
Relief | Na het overlijden van Gasparus Van Millen releveert op 23 oktober 1728 te Diepenbeek, [België] Petrus Antonius Frederici. De akte vermeldt verder ook Gaspar Frederici. De akte luidt als volgt: 'Relief en bekentenis van de heer Fredrici na de dood van kanunnik Millen zr. Op 23 januari 1728 is voor ons stadhelder en leenmannen van de Leenzaal van Diepenbeek 'gecompareert' de erentfesten heer Petrus Anthonius Fredrici, licentiaat en advokaat ‘beijder rechten’. Hij releveert, zowel in eigen naam als in naam van zijn vader Gaspar Fredrici, oud-secretaris van de stad Hasselt, een goed te Godsheide (Hasselt) gelegen, dit na de dood van de zeer eerwaarde heer Gaspar de Millen, hun respectievelijke grootoom en oom, tijdens zijn leven kanunnik van St. Dionijs te Luik, Met wiens verzoek we hebben ingestemd.1' |
Henricus Van Millen
IDnr.14562, ° voor 1635, + na 13 maart 1662
Doopsel | Henricus Van Millen werd gedoopt voor 1635 te Hasselt? [België].1 |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Michael Frederici op 13 maart 1662 te Hasselt [België]; Melchior Van Millen vervangt Henricus Van Millen als peter.1 |
Overlijden | Hij overleed na 13 maart 1662 te Hasselt? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1662, doopsels, p.3.
Marie Hélène Van Millen
IDnr.6503, ° voor 1735, + voor 26 december 1809
Doopsel | Marie Hélène Van Millen werd gedoopt voor 1735 te Hasselt? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Clément Petitjean op 6 mei 1759 te Hasselt [België].1 |
Overlijden | Zij overleed voor 26 december 1809 te Hasselt? [België].1 |
Familie | Clément Petitjean ° circa 1724, + 26 dec 1809 |
Kinderen |
|