Maria Mechtildis Frederici
IDnr.7977, ° 27 oktober 1733, + 22 februari 1768
Vader | Joannes Franciscus Frederici1 ° 10 februari 1695, + 13 mei 1741 |
Moeder | Maria Margareta Van Rijckel1 ° 1 februari 1694, + 13 januari 1763 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Maria Mechtildis Frederici werd gedoopt op 27 oktober 1733 te Hasselt [België] met als peter Arnoldus Briers en Arnoldus Briers en als meter Mechtildis Van Rijkel. De akte vermeldt: 'Arnoldus Briers, kanunnik van de Katherdraal van Antwerpen is peter in plaats van Arnoldus Briers, schepen van het Hooggerechtshof van Loon.2' |
Overlijden | Zij overleed op 22 februari 1768 te Hasselt [België] in de ouderdom van 34 jaar. De tekst vermeldt: 'Zij wordt begraven in de kerk.3' |
Maria Theresia Frederici
IDnr.13469, ° voor 1740, + na 6 november 1965
Doopsel | Maria Theresia Frederici werd gedoopt voor 1740 te Mechelen-aan-de-Maas? [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Maria Catherina Antonetta Albrechts op 15 september 1762 te Mechelen-aan-de-Maas [België]; Joannes Godefridus Soetsen vervangt Winandus Albrechts als peter en Catharina Albrechts vervangt Maria Theresia Frederici als meter.2 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Maria Anna Theresia Albrechts op 6 november 1765 te Mechelen-aan-de-Maas [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 6 november 1965 te Mechelen-aan-de-Maas? [België].1 |
Michael Frederici
IDnr.7894, ° 13 maart 1662, + tussen 6 september 1691 en 3 juni 1704
Vader | Petrus Frederici1 ° circa 1619, + 20 december 1684 |
Moeder | Catharina Van Millen1 ° 26 december 1626, + 8 juli 1670 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Michael Frederici werd gedoopt op 13 maart 1662 te Hasselt [België] met als peter Melchior Van Millen en Henricus Van Millen en als meter Catharina Hauwen. De akte vermeldt: 'Melchior Van Millen vervangt Henricus Van Millen als peter.1' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Gaspar Frederici, samen met Catharina Frederici, met Arnoldus Swaelen, geacteerd te Lummen [België] op 6 september 1691, verwijst naar Michael Frederici als betrokken partij; Gaspar Fredrici, secretaris der stad Hasselt, mede voor zijn afwezige broeders, geassisteerd met zijn zuster Catharina Fredrici, begijntje in het begijnhof te Diest, verkoopt aan Aerdt Swalen: huis, stallingen, moeshof in de Vrijheid. Palende N. en W.die gemeijn plaetse; O. Peeter Iden; Z. Aerdt Bormans. Verkocht voor 850 gulden Brabants Luiks, die de verkoper in 'permissengeld' bekent ontvangen te hebben. De verkopers krijgen 4 pattacons uit de lijcoop. Godsgeld: 2 schellingen voor die capelle aan de Bueckeboom. De koper profiteert de helft van de huur van dit jaar 1691.2 |
Overlijden | Hij overleed tussen 6 september 1691 en 3 juni 1704 te Hasselt? [België].2,3 |
Relief | Na het overlijden van Michael Frederici en Gerardus Arnoldus Frederici releveren Gaspar Frederici en Catharina Frederici op 3 juni 1704 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Medeschepen Lenaerd Hoelen in naam en als lasthebber van secretaris Gaspar Fredrici en diens zuster releveert het versterf dat hen is aangekomen van hun twee broers: 'den Langen Bempt' onder Scuelen.3' |
Petrus Frederici
IDnr.345, ° voor 1580, + na 9 april 1602
Doopsel | Petrus Frederici werd gedoopt voor 1580 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met N. N. voor 9 april 1602 te Lummen? [België].1 |
Overlijden | Hij overleed na 9 april 1602 te Lummen? [België].1 |
Familie | N. N. ° voor 1581, + na 9 apr 1602 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1602, doopsels, p.5.
Petrus Frederici
IDnr.380, ° circa 1619, + 20 december 1684
Vader | Gerardus Frericx ° circa 1584, + 21 november 1639 |
Moeder | Margaretha Thonis ° voor 1588, + voor 12 juni 1631 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Naamvariatie | Petrus Frederici werd ook Peeter Frerix genoemd. |
Doopsel | Hij werd gedoopt circa 1619 te Lummen? [België].1 |
Aflossing | Matteeuwis Dries ontving, samen met Petrus Frederici, van Gerard Schats de terugbetaling van een lening van 16 gulden bbl aan 6,25% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 mei 1645. De akte luidt als volgt: 'Matteus Dries, mede voor heer en mr. Jan Frerix, Aerdt en mr. Peeter Frerix, kwijt de panden van Gerard Schats, te weten het Luijtenlandt, van 16 gulden Brabants à 1 gulden jaarlijks.2' |
Erfenis | Aerdt Frericx en Petrus Frederici waren, samen met Joannes Fredrix en Matteeuwis Dries, op 13 april 1646 te Lummen [België] erfgenamen. De akte verwijst ook naar Aert Vanden Berge, Geert Mommen, Gerard Schats en Peeter Aerdts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Maria Frericx. De akte luidt als volgt: 'Voor de schepenen Vanden Berghe en Mommen verschijnen Aerdt en mr. Peeter Frerix, mede voor hun absente broeder heer en mr. Jannen Fredrix, ter ener zijde en ter ander zijde Matteus Dries, hun zwager. Partijen sluiten een akkoord over de successie van de binnen Vrijheidse goederen, waarin Matteus Dries, na de dood van zijn vrouw Maria Fredrix, die de wettige zuster was van voornoemde Aerdt Fredrix cum suis, en gestorven zonder wettige geboorte na te laten, deel mocht hebben en ook pro quota voor de tocht in alle buitengoederen afgekomen zo van Matteeuwisens vrouws ouders, als grootvaders en grootmoeders. De overeenkomst luidt als volgt. Matteus Dries doet afstand van al zijn recht van successie dat hem van de binnen Vrijheidse goederen toekomt. Mede van zijn recht van tocht dat hem in enige andere goederen, zo Loonse, Brabantse, ter wat plaatse, hetzij in Lummen of elders gelegen. Hij doet eveneens afstand van het legaat dat zijn vrouw Maria Fredrix hem gemaakt had. Alle afstand tot behoef van zijn drie zwagers. Die drie dragen aan Matteus Dries in ruil voor deze afstand een hofland op, de Parijshoff, op het Westereijnde gelegen, palende O. Jan Vaes, W. Jan Van Elsrack erfgenamen, Z. de beek, N. de straat. Belast met 2 vaten koren jaarlijks aan de Armen. Ze geven hem daarenboven 500 Rinsgulden. Nog zal Dries voor zich zelf, het huis op de schans te Schalbroeck mogen houden, met de plaats waar het op staat en de plaats voor dat huis gelegen. Dat is een huis en plaats die met Lambrecht en Aerdt Morren gedeeld zijn. Dries zal nog, alleen voor dit, het verloop van een rente trekken van 15 gulden jaarlijks, hem bekend. Twintig gulden à 5% door Geerd Schats aan Dries afgelegd zal 'dood' zijn. Dries mag tenslotte nog dit jaar het hout in een bosken aan de Grauwen Rock te Schalbroeck kappen. W.g. Peter Aerts, secretaris.3' |
Opleiding | Hij volgde de opleiding van licentiaat in de rechten en legde de eed van advocaat af bij het Geestelijk Hof op 4 januari 1650 te Liège. [België]4 |
Lening | Petrus Frederici leende aan Mathias Aerts de som van 240 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 juli 1655. Ze vermeldt verder ook Peeter Aerdts en Cristina Schats. De akte luidt als volgt: 'Matteuwis Aerdts, zoon van Peeter Aerdts Loummel en Cristina Schats verpandt aan de kinderen van Geert Fredrix: 1) 5 vaten zaaiens land Themelrijck; palende de erfgenamen Lenaerdt Claes, Christina Schats, Christijn Stessens en de straat; 2) zijn kindsdeel dat hem zal aansterven na dood van zijn moeder Christina Schats. Voor een lening van 240 gulden Brabants Luiks à 12 gulden 's jaars. Matteuwis Aerdts was 365 gulden Brabants ten achter aan de erfgenamen Geerdt Frerix van het bewonen en gebruiken van de winning te Westerhoven gelegen. Meester Peeter Fredrix, licentiaat der beide rechten, één der erfgenamen, herleidt uit gratie het achterstel van 365 gulden tot 240 gulden.1' |
Beroep | Hij was licentiaat der beide rechten en advokaat te Hasselt [België] tussen 8 juli 1655 en 24 januari 1670.5,1 |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Lambertus Lievesoons op 2 april 1657 te Lummen [België]; Lambertus vormt met Arnoldus een tweeling. Hij wordt door de vroedvrouw 'uit noodzaak' gedoopt vlak na de bevalling. Er wordt vermeld dat ze beëdigd is en een eerbare vrouw. Achteraf wordt het doopsel in de kerk bevestigd door Adrianus Remen.6 |
Lening | Claes Flessers leende aan Petrus Frederici de som van 1000 gulden bbl aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 4 december 1659. De akte luidt als volgt: 'Mr. Peeter Fredrici, licentiaat rechten, leent van Claes Flessers van Hasselt, 1000 gulden Luiks in specie van cruijsdaelders à 5%. Pand: 1) huis en bijhorende erven in de Vrijheid, palende O. Jan Boots; N. de straat; Z. Aerdt Borremans, W. 'die plaetse van des Loons heeren huijs'; 2) een rente van 50 gulden 's jaars op de gemeente van Lummen, hovende in de Brabantse bank. Flessers betaalde 26 stuivers jura en 15 stuivers voor de kopie.7' |
Huwelijk | Hij huwde met Catharina Van Millen, dochter van N. Van Millen, in 1660 te Hasselt [België].4 |
Lening | Jan Lambrechts leende aan Petrus Frederici de som van 800 gulden Brabants aan 5,5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 11 maart 1660. Deze verwijst ook naar Gielis Borremans, Nicolaes Lambrechts en Mathijs Mattheij als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Mr. Gielis Borremans laat een akte registreren van notaris Egidius Bormans d.d. 24 januari 1660. Inhoud: De erentfesten heer Mr. Peeter Fredrici, der rechten licentiaat leent 800 gulden Brabants à 5 ½ % van Mr.Jan Lambrechts. Pand: 1.huis en hof met zijn appenditiën in de Vrijheid gelegen, palende Jan Boets en de straat met 2 zijden. 2. Een rente van 104 ½ gulden op de gemeente Lummmen. Godspennink: 1 schellink. Gedaan ten huize van Lambrechts. Getuigen: E.H. Nicolaes Lambrechts, pastoor van het begijnhof en Mattijs Tijs. Voor eensluidend afschrift: Peter Aerts, secretaris.' |
Eigendom | Arnoldus Lijnen verkocht, samen met Renier Borremans, Maria Lijnen, Henrick Borremans, Elisabeth Leijnen en Catharina Leijnen, een goed aan Petrus Frederici volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 juli 1660. Deze verwijst ook naar Lenardt Vanden Vinne als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Lijnen, mede voor zijn consorten, laat een akte registreren van notaris Vanden Vinne, Lummen, d.d. 16 september 1659. De inhoud is als volgt. Arnoldt Lijnen, Renier Bormans als man van Maria Leijnen, Henrick Borremans als man van Elisabeth Leijnen, samen mede voor hun zuster Catharina Leijnen, begijntje te Diest, verkopen aan Petrus Fredrici, licentiaat beide rechten, hun vierde part in de Langenbeempt op de Molenwech omtrent de grote molen. Palende de Demer, de graaf vander Marck, de straat en de erfgenamen Symon Symons. Fredrici neemt daarvoor op zich: ¼ part in de last om de bruggen te onderhouden 'aan de Meulenwech ende tot Meulem'. De moeilijkheid rond deze last is een nasleep van een deling tussen de eerste comparanten en hun medeërfgenamen van Joris Fredrici zaliger als van E. H. Joannes Fredrici zaliger, in zijn leven pastoor en landdeken te Hasselt. Gedaan binnen de Vrijheid ten huize van Jesper Pauwels 'bij hueringe'. Getuigen: Jesper Pauwels en Henrick Smans.8' |
Gebeurtenis | Op 8 juli 1660 maken Anna Hoefmans en Arnoldus Frericx, samen met Petrus Frederici te Lummen [België] een overeenkomst, neergelegd in de volgende akte.9 |
Eigendom | Henrick Borremans en Elisabeth Leijnen verkopen een goed aan Petrus Frederici volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 juli 1661. Deze verwijst ook naar Aert Vanden Berge en Geert Mommen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Voor Vanden Berge en Mr. Geerardt Mommen, schepenen, mangelt Henrick Bormans als man van Elisabeth Lijnen met Mr. Peeter Fredrici, lic. rechten. De eerste aan de tweede: 1. de Kerckenschommen. Palende de ene: N. Huijbrecht Lenardts, Cornelis Postelmans, de erfgenamen Joannes Dries; W. de erfgenamen Mr. Jan Neven; O. Tielman Beckers. Palende de andere: W. Henrick Beerten erfgenamen; Z. Andries Dries; N. Aerdt Lijnen; O. de erfgenamen Mr. Jan Neven. 2. 1 sille broek op de Oirseten (?), waartegen Andries Bervoets ook 1 sille heeft, die door elkaar gehooid worden. Palende W. Andries Dries; N. die Cuijpers delle; O. Mr. Geert Mommen; Z. Andries Bervoets. 3. Een half block, het Cnapenblock, aan de Vrebos, palende O. Coenrardt Van haeren als eigenaar van de andere helft; W. Jan Moons erfgenamen. De tweede aan de eerste: 1. een beempt onder Gestel, bij partijen bekend. 2. Fredrici moet Bormans ontlasten van een rente van 500 gulden à 27 ½ gulden 'sjaars. 3. Nog 362 gulden; de helft binnen 14 dagen te betalen; de andere helft te Vastenmerckt tot Beringen. De 7 ½ stuiver die nog zouden staan op de Orseten tot behoef van de H. Geest, vallen in bevestigend geval tot last van Fredrici. Het Knapenblock is belast met de helft van 1 halster koren aan St. Barbara altaar.10' |
Lening | Jan Roelandts leende aan Petrus Frederici de som van 1000 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 oktober 1661. Deze verwijst ook naar Geert Mommen en Aerdt Dries als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Voor de schepenen Mr. Geert Mommen en Aerdt Dries leent Mr. Peeter Fredrici, licentiaat rechten, van Jan Roelandts van Hasselt, 1000 gulden à 5%. Pand: huis en hof, binnen de Vrijheid, palende O. Jan Boots, Z. Aerdt Bormans, N. de straat, W. 'die plaetse van des Loonsche heren stadthuijs' en de straat. In die 1000 gulden waren 500 gulden begrepen die eerder stonden op panden van Henrick Bormans te Beringen, ten behoeve van Roelandts. Die zijn bij deze gemortificeerd. Bijpand: zijn andere binnen-Vrijheidse goederen.11' |
Aflossing | Petrus Frederici ontving van Peeter Aerdts de terugbetaling van een lening aan 12 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 1 maart 1663. Deze verwijst ook naar Jan Vanden Laer als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Vanden Laer, krachtens volmacht hem door Mr. Peter Fredrici op 17 november 1662 voor notaris G. Bormans te Hasselt gegeven, kwijt de panden van Peeter Aerdts van Loumel, te weten het Hemelrijck, van 12 gulden 's jaars, als Fredrici cum suis daar op trekkende was.12' |
Lening | Petrus Frederici leende aan Erasmus Ramparts de som van 30 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 5 juli 1663. Ze vermeldt verder ook Jan Vanden Laer, Margriet Peeters, Dionijs Van Rinckboirch, Aerdt Pelsers, Jacob Tielens en Jan Moons. De akte luidt als volgt: 'Mr. Peeter Fredrici, in beide rechten licentiaat, legt een akte neer en verzoekt de realisatie. 07.01.1658 verscheen bij de notaris Eerasmus Ramparts (is Strampaerts) woonachtig in Schuelen die bekende schuldig te zijn aan de erentfesten heer en meester Peeter Fredricx advocaat 30 gulden Brabants van verloop van een rente van 6 gulden jaarlijks zoals de advocaat voor de helft trekt op zijn panden. De andere helft van de rente moet betaald worden door de erfgenamen van Wauter Peeters, zijn kinderen voor de eigendom van de helft van het goed en zijn weduwe voor het vruchtgebruik. De rente was 10 jaren verlopen en de helft van de verlopen bedragen 30 gulden. Voor deze 30 gulden bekent Erasmus een rente van een daelder jaarlijks, namelijk 30 stuivers “loopende paeije”, te kwijten tegen 5%. Uit kracht van het testament gemaakt door Margriet Peeters, zijn echtgenote, gemaakt voor de E.H. Dionijs Van Rinckboirch pastoor van Schuelen op 4 juni 1654 en hier geapprobeerd op 24 februari 1656, affecteert hij deze rente op een goed gelegen in Schuelen geheten “den Boterhoff”, grenzend des heeren straet 1), Pelleman 2) en Adriaen Stas 3). Valdag 19 september als ook de rente van 6 gulden jaarlijks valt. Eerste valdag 1659. Opgemaakt in Lummen in het huis van Aerdt Pelsers in presentie van Jacobus Tielens en van Jan Moons, getuigen. Ondertekend door notaris Jan Vanden Laer.13' |
Lening | Petrus Frederici leende aan Anna Hoefmans aan 10 gulden bbl intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 september 1663. Deze verwijst ook naar Gielis Borremans als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Mr. Gielis Bormans laat namens advocaat Fredrici een akte registreren van notaris Egidius Bormans, d.d. 13 oktober 1662. De inhoud luidt als volgt. Advocaat Petrus Fredrici verklaart dat hij voorheen - tot voldoening van een legaat van 10 gulden jaarlijks, door zijn oom E.H. Joannes Fredrici, in leven pastoor en landdeken te Hasselt, gelegateerd aan de broederschap van de H. Rozenkrans in de St. Quintinuskerk te Hasselt - voor de schepenen van Kermpt te hebben opgedragen een rente van 10 gulden uit een meerdere rente van 15 gulden, hem bij deling der goederen van zijn grootvader en grootmoeder toegedeeld, geregistreerd voor de schepenen van de binnen Vrijheid te Lummen en staande op panden van Aert Frerix. De panden zijn niet gespecificeerd, maar omdat de meesten onder Kermpt lagen werd de opdracht daar gedaan. De weduwe Aerdt Fredrix resisteert tegen deze opdracht en weigert betaling dezer rente. Ze zegt dat de panden waarop deze rente gevestigd is, op het 'Oostereijnde' onder Lummen liggen. De toestand wordt geregulariseerd. Getuigen: ten huize van de notaris in Hasselt: Jan Teulleners en Dionijs Engelborchs.14' |
Lening | De leningsovereenkomst van Matteeuwis Van Weddingen met Huijbrecht Lenardts, geacteerd te Lummen [België] op 27 maart 1664, vermeldt eveneens Petrus Frederici; 800 gulden.15 |
Lening | Petrus Frederici leende aan Mattheus Bervoets en Christiaen Rutten aan 104½ gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 januari 1670. Deze verwijst ook naar Maria Frederici als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Joannes Fredrix en Petrus Bus. De akte luidt als volgt: 'Voor Aerts en Lijnen kwijt advokaat Petrus Fredrici van Hasselt de gemeente Lummen een rente van 104½ gulden. Hij doet dat voor de helft als erfgenaam van Joannes Fredrici, zaliger, pastoor en landdeken te Hasselt, en de andere helft als representerende Henric Bormans, bij titel van mangeling. Van de moderne borgemeesters Mattheus Bervoets en Cristiaen Rutten ontving hij als kapitaal en verlopen intresten: 2243 gulden. Er is onzekerheid over het aantal vervallen jaren. Blijken later andere gegevens dan zal men de verlopen intresten aanpassen: bijleggen of teruggeven. De advokaat blijft borg, speciaal voor Marie Fredrix weduwe Peeter Bus, voor mogelijk molestatie i.v.m. deze rente.16' |
Lening | Petrus Frederici leende aan Gabriel Smoers de som van 150 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 5 september 1670. Deze verwijst ook naar Nicolaes Wendelen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Anno 1670 op 5 september is Gabriel Baptist alias Smoers 'gecompareert' voor ons schepenen der justitie Heusden tot Hauijcken, welke heeft 'opgedragen soo hij is opdragende mits deser ten behoeff van' de 'erentfesten' heer advokaat Petrus Fredrici een jaarlijkse rente van 7,5 gulden 'sorterende ende asserterende' op zijn huis en hof gelegen te Ubbersel onder de justitie van Heusden, regenoten Wouter Oems aan één zijde, 'sheeren straet' aan de tweede en Wilbort Jans aan de derde. Dit voor de som van 150 gulden waarmee deze rente altijd zal te kwijten staan, welke 150 gulden hij Gabriel verklaart in geld ontvangen te hebben. Dit met afrekening voor deze datum van de som, die hij aan de voorschreven advokaat schuldig is geweest, inbegrepen de 40 gulden aan 2 gulden [rente] jaarlijks, die hij verbo voor de Commissaris van Hasselt had vastgelegd op 13 februari 1660, zonder dat daar enig schrijven van is gevolgd. Verdere is er de conditie dat voor het lopende jaar de voorschreven opdrager voor de huur van het broek 7 gulden zal opleggen of betalen en vijf halsters koren zal leveren voor de landhuur. Hij zal het 'scaerhaudt' zowel voor het land als voor het broek, die hij van de voorschreven heer advokaat in huur heeft, tot zijn profijt mogen gebruiken. En zo mr. Nicolaes Wendelen in naam van de voorschreven heer advokaat in de voorschreven rente na het opdragen ter gichte gekomen met ban en vrede. Gabriel Smoers heeft die hofrechten betaald.17' |
Beroep | Hij was burgemeester te Hasselt [België] tussen 1677 en 1678.18 |
Relief | Na het overlijden van Aerdt Frericx releveren Joannes Fredrix en Petrus Frederici op 20 juli 1679 te Lummen [België] . De akte vermeldt verder ook Jan Van Nerum. De akte luidt als volgt: 'Jan Van Nerum, in de naam van de heer Joannes Frederici en de advocaat Petrus Frederici, releveert na de dood van hun broer Aerdt Frederici een perceel broek in den Langenbempt. De gehele beemd paalt den Molenwech W., den Ossenbempt Z., de heer graaf Vandermarck N., de Demer O.19' |
Overlijden | Hij overleed op 20 december 1684 te Hasselt [België]. De tekst vermeldt: 'Advokaat Joannes Frederici wordt op 21 december in de kerk begraven.20' |
Relief | Na het overlijden van Petrus Frederici releveren Gerardus Arnoldus Frederici op 8 maart 1685 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Sr. Gerardus Fredrici releveert voor zichzelf en voor zijn consorten na de dood van de erenfesten heer Petrus Frederici, zijn vader zaliger, een stuk land in Geneijcken gelegen op de Kolffbaen, palend de straat O. en Z., Cornelis Van Zonhoven erfgenamen N., Huijbrecht Huijbrechts W.21' |
Relief | Na het overlijden van Petrus Frederici en Catharina Van Millen releveren Gaspar Frederici op 28 februari 1687 te Hasselt [België] . De akte luidt als volgt: 'Op de laatste februari 1684 verschijnt voor ons schepenen van buiten-Hasselt Gaspar Frederici, die, voor hem en voor zijn consorten, verzocht heeft te releveren na de dood van zijn ouders, de heer advocaat Petrus Frederici en juffrouw Catharina Van Millen, beide zaliger een bampt gelegen op het wijerwater tegen de 'stege' van de wijer gelegen, palend aan Peter Millen Gerssens, de oude demer en de straat. Verzoek dat wij schepenen inwilligen.22' |
Relief | Na het overlijden van Petrus Frederici releveren Arnoldus Frederici, Antonius Frederici en Ida Frederici op 1 april 1688 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Relief van de erfgenamen van de heer advocaat Petrus Fredrici 'ontfanckenis', na de dood van hun oom. Sr. Arnoldus en Antonius Fredrici, voor hen en voor hun zuster Ida Fredrici, releveren het versterf op hen gedevolveerd na de dood van hun oom zaliger: een perceel in Molem gelegen genaamd 'die twee bleuxkens', palend de erfgenamen van h. Jan Lemmens W., de straat O., de erfgenamen van Peeter Timmermans Z., Mattijs Vrancken N.23' |
Lening | De leningsovereenkomst van Catharina Frederici met Arnoldus Swaelen en Matteus Martens, geacteerd te Lummen [België] op 9 december 1700, vermeldt eveneens Petrus Frederici.24 |
Familie | Catharina Van Millen ° 26 dec 1626, + 8 jul 1670 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.5.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.150v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.162.
- [S293] Willy Ceyssens, Bart De Keyser, Jos Jans, Myriam Lipkens, Tine Rock, Adriën Swartenbroekx (+), Jean-Jacques van Ormelingen, Jef Arras, Boek 'Oog in Oog' (Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, 2003).
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, p.76.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, p.453.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.39.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.51.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1660, 278.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.59v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.61v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.87.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, register nr. 85, p.590.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.99.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.109v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.202.
- [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, 1670, boek 8, p.178v.
- [S295] Guido Caluwaerts, Boek 'Hasselt intra muros' (Kluwer, 1989), p.362-263.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 86, 1679, p.136.
- [S411] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1684, overlijdens, 38v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 87, 1685, p.188v.
- [S81] Schepenbank Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 1988.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1685-1691, p.291r.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 60, 1700, p.195.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1662, doopsels, p.3.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1666, doopsels, p.81, akte 9.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 290, 1668, doopsels, p.125, akte 9.
Petrus Frederici
IDnr.11595, ° 1 december 1602, + 8 maart 1620
Vader | Arnold Frederici1 ° voor 1580, + na 1 december 1602 |
Moeder | Elisabeth N.1 ° voor 1580, + na 1 december 1602 |
Doopsel | Petrus Frederici werd gedoopt op 1 december 1602 te Dilsen [België].1 |
Overlijden | Hij overleed op 8 maart 1620 te Dilsen [België] in de ouderdom van 17 jaar.2 |
Petrus Antonius Frederici
IDnr.2146, ° 8 september 1699, + 7 oktober 1776
Vader | Gaspar Frederici1 ° 29 januari 1664, + 18 maart 1736 |
Moeder | Helena Catharina Jacobs1 ° voor 1675, + na 30 juli 1703 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Petrus Antonius Frederici werd gedoopt op 8 september 1699 te Hasselt [België].1 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Joannes Franciscus Frederici en Maria Margareta Van Rijckel op 28 april 1720 te Hasselt [België].2 |
Relief | Na het overlijden van Gasparus Van Millen releveren Petrus Antonius Frederici op 23 oktober 1728 te Diepenbeek [België] . De akte vermeldt verder ook Gaspar Frederici. De akte luidt als volgt: 'Relief en bekentenis van de heer Fredrici na de dood van kanunnik Millen zr. Op 23 januari 1728 is voor ons stadhelder en leenmannen van de Leenzaal van Diepenbeek 'gecompareert' de erentfesten heer Petrus Anthonius Fredrici, licentiaat en advokaat ‘beijder rechten’. Hij releveert, zowel in eigen naam als in naam van zijn vader Gaspar Fredrici, oud-secretaris van de stad Hasselt, een goed te Godsheide (Hasselt) gelegen, dit na de dood van de zeer eerwaarde heer Gaspar de Millen, hun respectievelijke grootoom en oom, tijdens zijn leven kanunnik van St. Dionijs te Luik, Met wiens verzoek we hebben ingestemd.3' |
Beroep | Hij was licentiaat in de [beide] rechten en advocaat te Hasselt [België] tussen 23 oktober 1728 en 26 september 1769.3,4 |
Gebeurtenis | Op 5 augustus 1730 wordt Petrus Antonius Frederici te Hasselt [België] lid van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse. Hij wordt geacteerd als 'D.[ominus] Petrus Anthonius Fredrici, J.[uris] U.[triusque] L.[icentiatus]'. [nvdr. Heer Petrus Anthonius Frederici, licentiaat der beide rechten (nvdr. burgerlijk en kerkelijk)].5 |
Huwelijk | Hij huwde met Anna Maria Bemelmans na 1735 te Maastricht? [Nederland].6 |
Aflossing | Gaspar Frederici en Petrus Antonius Frederici ontvingen van Paulus Vandermaesen de terugbetaling van een lening van 17 pattacons en half en 6 oorden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 mei 1735. De akte luidt als volgt: 'De heer secretaris Gaspar Fredrici, door zijn zoon de erentfesten heer Fredrici volgens stipulatie in handen van medeschepen Kenens, verklaart uit handen van Paulus Vandermaesen de som van 17 pattacons en half en 6 oorden ontvangen te hebben als kwijting van een kapitale rente van die som. Pand en persoon worden ontslagen van de last. Vandermaesen kwam ter gichte. 1 - 17 ½; 3 stuivers; totaal 2 - 0 ½.7' |
Gebeurtenis | Op 8 maart 1736 wordt Petrus Antonius Frederici te Schulen [België] vernoemd als eigenaar van een Schulense pannenoven. Jan Jans van Schuelen den jongen heeft opgedragen, gecedeerd en getransporteerd tot behoef van Libertus Joors een perceel land gelegen in Schuelen aan de panhovens, groot omtrent anderhalf vat zaaiens, genaamd “het Pannenheijcken”, palend Elisabeth Cox W., jr. Schroots Z., de panhovens van Fredrici N., Quirijn van de Beeck O. Voor 20 pattacons of 80 gulden Brabants Luijcx eens. Onbelast. Goidtspenninck 5 oorden, lijcoop 3 schellingen. 1 – 17 ½; pontp. 4 – 0 -; samen 5 – 17 1/2 Lees hier meer boeiende verhalen over Schulense pannen en pannenbakkers.8 |
Eigendom | Petrus Antonius Frederici verkocht een goed aan Martinus Schodts volgens een akte gemaakt op 13 juli 1743. Deze verwijst ook naar N. de Borman als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Christina Ophye. De akte luidt als volgt: 'Meier de Borman, op 12 juli daartoe gevolmachtigd door Frederici, verkoopt aan Martinus Schodts 1) land “die Kerckeschomme”, O Martinus Schodts, Z Christien Ophye begijntje Diest, W H. Geest van Diest bij evictie (= uitwinning) tegen Lenaert Hoelen, N Henrick Gruyters de weduwe en secr. Timmermans. 2) perceel ook “Kerckeschomme”, O H. Geest van Diest bij evictie tegen Lenaert Hoelen, Z Paulus Vandermaesen, W secretaris Cauwenberghe, N Martinus Schodts. Voor 100 pattacons. Op 30.07.1743 bekent Martinus Schodts naderschap aangaande deze koop aan Elisabeth Vrancken, weduwe Aerdt Tits. De weduwe laat de koop over aan haar zoon Claes Tits, gehuwd met Ludowina Vaes. Lijcoop 3 schellingen.9' |
Lening | Petrus Antonius Frederici leende aan Henricus Deodatus Thielens de som van 1000 gulden aan 4% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 november 1755. Deze verwijst ook naar N. de Borman als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Registratie van een extract uit het schepenregister van binnen vrijheid dat door meier de Borman werd neergelegd. Hij handelde uit kracht van constitutie van een akte gepasseerd voor de schepenen van het land Lummen binnen vrijheid op 11 juli 1755 'lestleden'. jura real. 1 - 17 ½; loss. 2 - 0 -; reg. 1 - 0 -; cop. 1 - 0 ½; samen 5 - 17 ½ Op 11 juli 1754 verklaarde sr. Henricus Deodatus Thielens, apotheker wonend binnen de stad Hasselt, dat hij uit handen van de heer advocaat Petrus Frederici, ook inwoner van Hasselt, een som van 1000 gulden Brabants Luijcx ontvangen heeft. Hiervoor zal hij jaarlijks een rente van 4% betalen, dus een som van 10 pattacons of 40 gulden Brabants Luijcx jaarlijks. Valdag op 7 juli vanaf 1755. De rente wordt gehypothekeerd op huis, hof, schuur, stallingen met aangelegen erf gelegen binnen de vrijheid, grenzend de plaetse, O.L.V. gulde, de erfgenamen Petrus Kenens en Aert Tits erfgenamen N., Zijne Excellentie en sr. Petrus de la Croix O., Zijnde Excellentie Z., Henric Vannuffel, de erfgenamen van de heer Swijsen en Joan Timmermans erfgenamen W. En stelt bovendien al zijn goederen gelegen buiten de vrijheid mede garant. De Borman werd in de naam van de advocaat Petrus Frederici in deze rente gegicht met recht. Solvit de rentgelder jura 19 ½ en kopie 1 - 0 - 0.10' |
Aflossing | Petrus Antonius Frederici ontving van Henricus Deodatus Thielens de terugbetaling van een lening van 1000 gulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 oktober 1761. De akte luidt als volgt: 'Henricus Deodatus Thielens laat een kwijting registreren waarin P. A. Frederici op 07.08 laatstleden bekende dat Deodatus Thielens en zijn vrouw 1000 gulden aflosten en 3 gulden rente en 5 gulden 17 stuivers 2 oord kosten betaalden. Geleend van advocaat Pet. Frederici op 11.07.1754.11' |
Lening | Petrus Antonius Frederici leende aan Andreas Smets en Anna Elisabeth Jans de som van 1500 gulden aan 4% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Hasselt [België] op 26 september 1769. Ze vermeldt verder ook Lambertus Bollen. De akte luidt als volgt: 'Registratie van een akte van notaris J. F. Opdendries, Hasselt, d.d. 18.07.1769. Schepen Andreas Smets van Linckhaudt leent van Petrus Antonius Frederici, lic. rechten en advocaat, 1500 gulden aan 4% (3 ½ % bij tijdige betaling = voor de volgende vervaldag). Pand: 1) huis, hof ½ bunder onder Linckhaudt, palend O. Joannes Boes, W. Matteus Van Uytrecht, Z. erfgenamen Aerts Boes, N. de straat; 2) 3 zillen land “het Block”, ongeveer tegenover het huis gelegen, palend O. en Z. de representanten van Jacobus Van Haeren, W. Henrick Droogen, N. straat; 3) ½ bunder “den Lemmenshof”, grenzend O. Gittruyt Jacobs, W. straat, Z. den Auden Demer of straat, N. Machiel Jans. Gedaan ten huize van Fredrici op de Lombaertstraat in Hasselt. Getuigen: joufr. Theresia Hellinu(?) en Henricus Jacobs. In de marge: is afgelegd door … wed? Andries Smets ...Lambert Bollen.12' |
Lening | Petrus Antonius Frederici leende aan 34 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 februari 1771. De akte luidt als volgt: 'Realisatie van een akte van 14 december 1770, notaris J. F. Opdendries van Hasselt. Joannes Stappers en zijn echtgenote Aldegondis Vandevoort mangelen met de heer Joannes Hussen, koopman en borger van de stad Hasselt. Ze dragen op: huis en 2 stukken land van een bonder groot gelegen onder Schuelen, genaamd 'den Weghen Bergh', afgekomen van Adriaan Cuijpers. Palend s' heeren straet O., de weduwe Jan Stappers Z., Peeter Plugers N. en Lambert Lambrechts W. Het is belast met 500 gulden kapitaal aan de heer acceptant. Onder vorm van tegenmangeling draagt de acceptant tot profijt van Stappers en zijn echtgenote een half roede moeshof op gelegen onder Hasselt, palend de weduwe van de heer oud-borgemeester Kerckhoven 1), joufr. de weduwe dokter Wilsens 2), notaris Custijns 3) en de heer advocaat Vossius 4). Dit is belast met 34 stuivers jaarlijks aan de erentfesten advocaat Fredrici. Boven de kapitale som van 500 gulden en alle verlopen telt de heer Hussen nog 300 gulden Brabants eens over aan het echtpaar. Op deze manier is de mangeling rond en bekomen ze elk hun goed. Opgemaakt in het huis van Hussen in Hasselt in de Demerstraet in aanwezigheid van de Henrick Tiers en Joannes Vos als getuigen. Op 7 februari wordt deze akte door Opdendries aangeboden ter realisatie en approbatie.13' |
Aflossing | Petrus Antonius Frederici ontving van Theodorus Colmont de terugbetaling van een lening van 70 gulden aan 3 gulden en 1 gulden 10 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt op 23 juni 1775. De akte luidt als volgt: 'Er werd een akte neergelegd ter realisatie gedateerd op 17 juni 1775 en beschreven door notaris H. Van Muijsen. Het wordt gerealiseerd. Akte. Voor de notaris residerend in Hasselt verschenen de erentfesten heer Petrus Antonius Frederici advocaat 1) en Theodorus Colmont 2). Frederici draagt bij manier van purgement op tot profijt van Colmont, die accepteert en purgeert, een stuk land waar voordien een huis op heeft gestaan in Schuelen, omtrent 1,5 vat saijens groot genaamd "den Boterhoff". Het werd in 1759 door de heer Frederici geëvinceerd tegen Hendrick Peeters en Jacobus Daniels omdat een rente van 3 gulden en een van 1 gulden 10 stuivers jaarlijks niet werden betaald. Colmont verkreeg zijn recht op het goed via koop van Peeters en Daniels via akte van notaris Opdendries van 24 maart laatstleden. Het purgement gebeurt voor de som van 70 gulden. Daarmee zijn alle verlopen van beide renten voldaan met kosten van evictie en de intrest ervan, recht van administratie en vacatien van de evincent tot het lopende jaar 1775 inbegrepen. Colmont komt in de gerechtigheid van Frederici. Opgemaakt binnen Hasselt in het huis van de heer Frederici in presentie van getuigen joufr. Anna Maria Bemelmans en Catharina Dresen. Attestor H. Van Muijsen, notaris.14' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Jacobus Daniels en Hendrik Peeters met Theodorus Colmont, geacteerd te Lummen [België] op 23 juni 1775, verwijst naar Petrus Antonius Frederici als betrokken partij; Theodorus Colmont legt een akte neer beschreven op 24 maart 1775 door notaris J. F. Opdendries en verzoekt de realisatie en approbatie. Schepen houden het voor gerealiseerd en laten het registreren. Akte. Voor de notaris residerend binnen Hasselt verschenen Hendrik Peeters en Jacobus Daniels weduwnaar van Catharina Peeters als vader en momber van Peeter, Jan en Catharina Daniels. Ze dragen onder vorm van mangeling op aan Theodorus Colmont hun recht op een stuk land gelegen onder Schuelen, genaamd "den Boterhoff", grenzend Jan Lambrichts, Matthijs Strampers met het wedergedeelte, s'heeren straet. Het is anderhalf vat zaaiens groot en geëvinceerd door de erentfesten heer advocaat Petrus Antonius Frederici binnen Hasselt voor 4 gulden 10 stuivers jaarlijkse rente. Conditie: acceptant Colmont moet het goed aan de heer Frederici op zijn kosten purgeren. Verder is het nog belast met 3 gulden aan sr. Arnold Van Nuffel, koster van Lummen. Colmant draag als tegenruil twee roeden op uit 4 roeden land gelegen in Rue onder Schuelen, grenzend joufr. de weduwe Hussen, Leonard Swartenbroeck, s' heeren straet. Het goed is onbelast. Colmont telde hen nog 24 gulden. Opgemaakt binnen het huis van Joris Claes binnen Lummen in diens presentie en die van Joanna Serdons als getuigen.15 |
Overlijden | Hij overleed op 7 oktober 1776 Hasselt in de ouderdom van 77 jaar. [bron: Belang van Limburg van 18 maart 1923] In het aangehecht artikel wordt beschreven dat tijdens de graafwerken voor het aanleggen van een centrale verwarming in de hoofdkerk van Hasselt men op een aantal lijken en graven is gestoten, waaronder dat van Petrus Antonius Fredrici. [bron: Ledenlijst van het broederschap Virga Jesse volgens sterfdata] Obijt Dominus Petrus Antonius Fredrici, J.[uris] U.[triusque] L.[icentiatus]. R.I.P. Benefactor capellæ et pan.[ni] gris.[ei]. Sepultus in capella nostra. [nvdr. op 07.10.1776 overlijdt de Heer Petrus Antonius Fredrici, licentiaat der beide rechten; hij ruste in vrede; hij was een weldoener van de kapel en van de 'panni grisei'; pannus betekent mantel, kleed, habijt, armoedig kleed en griseus staat voor grijs; de betekenis van de term 'pannus griseus' is onduidelijk: mogelijk refereert dit naar de 'armentafel'].16,17,18 |
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 293, 1699, doopsels, p.14, akte 12.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1720, huwelijken, p.41.
- [S130] Leenhof Diepenbeek, Rijksarchief Hasselt, boek 12, p.272v.
- [S27] Schepenbank Lummen - Brabants Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, 1749-1772, boek 122, Folio 54v.
- [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Ledenlijst (1600-1837) (fol.13v), p.29.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Hasselt.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90bis, 1735.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, register 90bis.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, register nr. 63, p.28v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90bis, 1755.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, register nr. 63, 1741 - 1767, p.176v.
- [S27] Schepenbank Lummen - Brabants Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 122, 1769-1772, folio 54v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 91, 1767-1772, p.248.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, 1773-1778, register nr. 92, p.162.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr.92, 1773-1778, p.161.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1776, overlijdens, p.50.
- [S103] Digitaal Archief Belang van Limburg, krant van 18.03.1923, p.4.
- [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Ledenlijst volgens sterfdata (voor 1334-1850) (fol.59r), p.124.