Elisabeth Moens
IDnr.1099, ° voor 1590, + na 11 april 1611
Doopsel | Elisabeth Moens werd gedoopt voor 1590 te Lummen? [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Thomas Tummermans op 11 april 1611 te Lummen [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 11 april 1611 te Lummen? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1611, doopsels, p.108.
Frans Moens
IDnr.2646, ° voor 1515, + tussen 12 januari 1548 en 11 september 1567
Doopsel | Frans Moens werd gedoopt voor 1515 te Lummen? [België].1 |
Lening | Frans Moens leende aan Arnout Fredrix de som van 25 Rinsgulden aan 1 mud koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 januari 1548. De akte luidt als volgt: 'Arnout Ffredericks leent via de handen van meester Lodewyck Vanden Bogaerde als loons meier gemachtigd, van Ffrans Custers alias Moens, 25 Rinsgulden à 1 mud koren 'sjaars, te leveren in Custers' huis te Meldert. Pand: zijn huis en hof en al zijn binnen goederen als aqua?. P.S. Op 11 september 1567 heeft Dirrick Moens als momber en gemechtigd door Jan Costers alias Moens, zijn neef, Merten Oeyen als man van Aleth Frederix voornoemde rente kwijtgescholden. Op 16 oktober 1567 heeft Dirrick Moens zijn neef Jan Costers alias Moens ingebracht om die kwijting te bevestigen.1' |
Naamvariatie | Hij werd ook Custers genoemd.1 |
Overlijden | Hij overleed tussen 12 januari 1548 en 11 september 1567 te Meldert? [België].1 |
Lening | Aleth Fredrix leende aan Frans Moens de som van 25 Rinsgulden aan 1 mud koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 11 september 1567. De akte luidt als volgt: 'Op 11 september 1567 heeft Dirrick Moens als momber en gemechtigd door Jan Costers alias Moens, zijn neef, Merten Oeyen als man van Aleth Frederix voornoemde rente kwijtgescholden. Op 16 oktober 1567 heeft Dirrick Moens zijn neef Jan Costers alias Moens ingebracht om die kwijting te bevestigen.[zie leningsakte van 12.01.1548 van haar vader Arnout Fredrix][IDnr_2607]1' |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.30.
Ghielis Moens
IDnr.2621, ° voor 1530, + na 8 maart 1571
Vader | N. Moens1 |
Doopsel | Ghielis Moens werd gedoopt voor 1530.2 |
Eigendom | Machiel Moens en Ghielis Moens verkopen, samen met Maria Fredrix, een goed volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 februari 1555. De akte luidt als volgt: 'Ghiel Moens als man-momber Marie Frerix verkoopt via de Loonse meier aan Ghielis Moens, enen ganck beneven Gielisens huys binnen der poerten tot opden styl daer die poert aen hinckt ende gelyck den balck voert ten mesthoeff waert in daer sy partyen tzamen binnen des balckx een geboente sullen setten. En dit voor 4 Rynsgulden eens. En Ghielis wordt hierin gegicht met recht. Ende Ghiel gesteet dat hij gheen clerck en is, ende hem daer met niet te behelpen (?).2' |
Aflossing | De leningsovereenkomst van Peeter Fredrix met Henrick Vreeven, geacteerd te Lummen [België] op 8 maart 1571, verwijst naar Ghielis Moens als betrokken partij; 25 gulden.3 |
Overlijden | Hij overleed na 8 maart 1571.3 |
Jan Moens
IDnr.2625, ° voor 1520, + na 24 juli 1553
Vader | N. Moens1 |
Doopsel | Jan Moens werd gedoopt voor 1520 te Lummen? [België].2 |
Lening | Lodewich Vanden Bogaerde leende, samen met Jan Knaepen en Frans Pelenders, aan Jan Moens de som van 20 Rynsgulden aan 1 mud rogge intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 19 maart 1547. Deze verwijst ook naar Jan Clercx en Henrick Windelen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Heer Jan Moens houdt op en ontvangt het goed hem aangestorven na dood zijner ouders. En is er toe gekomen met recht aan de Loonse heer. Tezelfdertijd heeft heer Jan Moens met zijn geleverde momber Jan Clercks, via Henrick Windelen, Loons meier, 20 Rynsgulden Brabants geleend van de H. Geest van Lumpmen. A 1 mud rogge 's jaars. Pand: 1. al zijn binnengoederen en kindsdeel; 2. het half huis met de halve hof t'Oesterhoven, palende O. de straat; Z. en N. Wilem Buyssen; W. den Wygaert. Toebehorende de helft: Margriet Stewechs en de andere helft toebehorend aan heer Jan met Gielis zijn broer; 3. Een half beempdeken t'Oesterhoven aan de beek; 4. Een half ewit, geheten 'tHoech ewit gelegen op het gemeyn broeck achter die Borch. De H. Geestmeesters die er in gegicht worden heetten: mr. Lodewich Vanden Bogaerde, Jan Knaepen en Ffrans Pelenders. Het geld is gekomen van 1 mud rogge 's jaars dat Reyner en Willem op die Heyde afgelegd hebben aan de voornoemde meesters, blijkens buiten voor de Loonse wet. Heer Jan Moens mag jaarlijks van elk vat 5 stuivers geven. P.S. Op 16 februari 1584 heeft Maria Ffrericx deze voornoemde rente afgelegd en Jacob Van Heerle heeft als H. Geestmeester de panden gekweten. Op dezelfde dag is het geld weder belegd op panden van Jan Schyven, zoals te zien is in het schepenregister ten Loons recht.1' |
Beroep | Hij was priester te Lummen [België] tussen 19 maart 1547 en 24 juli 1553.2,1 |
Lening | Arnout Fredrix leende aan Jan Moens de som van 16 Rynsgulden aan 5 halsters koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 november 1549. De akte luidt als volgt: 'Arnout Ffredrix der alde leent via de Loonse meier, aan heer Jan Moens: 16 Rynsgulden Brabants à 5 halsters koren 'sjaars. Pand: een stuk land t'Oesterhoven, palende W. Peter Naggen; O. Jan van Thienen erfgenamen; N. Jan Moes van Thienwinckel; Z. Tysken Ruelens. Goetspenninck: 1 oert. Lycoep: 16 stuivers.' |
Lening | Henrick Cornelis leende aan Jan Moens aan 5 vat koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 juli 1550. Deze verwijst ook naar Arnout Fredrix als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Aernout Ffredricks der alde verkoopt via de Loonse meier aan heer Henrick Cornelis: 5 vat koren 'sjaars op panden van heer Jan Moens. In maniere zoals de gicht vermeldt op 28 november 1548.3' |
Eigendom | Jan Moens verkocht een goed aan Maria Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 juli 1553. Deze verwijst ook naar Jan Clercx en Marie Giels als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Machiel Moens. De akte luidt als volgt: 'Heer Jan Moens met zijn momber Jan Clercx draagt via de Loonse meier op, ten behoeve van de kinderen van Marie Ffredrix alias Bosmans, kinderen die ze heeft of krijgen zou van haar wettige man Machiel Moens: 1. zijn huis en hof t' Oesterhoeven, palende O. en W. de straat en Gielis Moens, 2. stuk land, geheten Aert Bosmans land, palende Thys Vreven kind, Peter Naggen en ter derder zijde Mathijs Ruelens erfgenamen. Voorwaarde: Marie Giels; de moeder van Machiel Moens, mag levenslang, peysselyck ende vredelyck, de kamer met de schouw gebruiken. Tezelfdertijd heeft heer Jan Moens met zijn momber Jan Clerx, opgedragen en in goede gicht gegeven aan Marie Giels, zijn maecht meid), al zijn roerend goed, met alle schuld en wederschuld. Voor haar dienst en voor penningen die ze heer Jan geleend heeft om er zekere erven mede te kopen. Daarentegen zal Marie Giels, heer Jan Moens, na diens dood, een eerlijke begenkenis doen. (Als datum wordt vermeld Sint Jacobsavond in juli).2' |
Overlijden | Hij overleed na 24 juli 1553 te Lummen? [België].2 |
Jan Moens
IDnr.2739, ° circa 1585, + na 12 juni 1603
Vader | Jan Moens1 ° voor 1550, + tussen 24 oktober 1596 en 1 maart 1603 |
Moeder | Elisabeth Custers1 ° circa 1550, + voor maart 1603 |
Doopsel | Jan Moens werd gedoopt circa 1585 te Lummen? [België].1 |
Aflossing | Aerdt Fredrix ontving van Jan Moens de terugbetaling van een lening aan 14 gulden en 8 vaten koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] in maart 1603. Deze verwijst ook naar Herman Hoelsteens als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Jan Moens en Elisabeth Custers. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frericx bekomt geleijt op panden achtergelaten door wijlen Jan Moens. Eisende daarop 14 gulden en 8 vaten koren jaarlijks, vervallen van 1600 en 1601. Op de aanzeg gedaan door bode Herman Hoolsteens aan de nagelatenen Jan Moens en Elisabeth Bussers reageerde niemand. Aan Aerdt Frericx is hout en rissch gelevert in teecken van possessie. P.S. Is gepurgeerd.1' |
Lening | Aerdt Fredrix leende aan Jan Moens aan 3 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 juni 1603. Deze verwijst ook naar Willem Custers en Peeter Clockluijders als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Willem Bussers alias Custers en Peeter Clocluijers als mombers van het nagelaten kind van Jan Moens verpanden ten behoeve van Aerdt Frericx een beemd, het Hoich eewit, te Oosterhoven, palende Oriaen Minbiers, de straat, Jan Vaes en Herman Hoolsteens. Voor een rente van 3 Rinsgulden jaarlijks te kwijten volgens de eerste gichte d.d. 15 januari 1575 aangegaan met Peeter Frericx. Ze stellen nog onderpand voor de Loonse bank. De mombers hadden dus niet geld genoeg om de volledige Tieneman te ontlasten; vandaar nog deze hypotheek.2' |
Eigendom | Aerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Moens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 juni 1603. Ze vermeldt verder ook Willem Custers. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frericx verkoopt aan Jan Moens de jonge een erf dat hij onlangs ingewonnen heeft wegens wanbetaling van 2 ½ gulden jaarlijks. Willem Custers als momber van Jan Moens is ter gichte gekomen.3' |
Overlijden | Hij overleed na 12 juni 1603 te Lummen? [België].3 |
Jan Moens
IDnr.2708, ° voor 1550, + tussen 24 oktober 1596 en 1 maart 1603
Doopsel | Jan Moens werd gedoopt voor 1550.1 |
Huwelijk | Hij huwde met Elisabeth Custers voor 1580.2 |
Eigendom | Mathijs Huesdens verkocht een goed aan Jan Moens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 27 oktober 1580. De akte luidt als volgt: 'Tocht en erfdom vergaderd zijnde, heeft Mathys Huesdens via de Loonse meier een hypotheek van 16 ½ stuiver 'sjaars op panden van de erfgenamen van Bartholomeus Buysen alias Roselers verkocht aan Jan Moens. Die 16½ stuiver zijn de helft 33 stuivers 'sjaars staande aan een hoffstadt, palende Quinten Hoelsteens, de straat en Peter Frericx.' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Anna Van Mewen met Aerdt Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 31 mei 1582, verwijst naar Jan Moens als betrokken partij; De achtergelatenen van Hans Van Mewen, nl.: Anna Van mewen, nagelaten dochter van Hans Van Mewen en Heylwich Ouwercx (vrouw van Hans Van Mewen), met mombers Aerdt Clocluyers en Jan Moens, hebben met voorgaande roepen en uitgang der brandende kaars, nae alder gewoente, een brouwketel verkocht aan Aert Ffrericx. Het geld daarvan, 56 gulden, is belegd bij Vaes en Peter Lambrechts à 4 ½ gl. 'sjaars. |
Lening | Aerdt Fredrix leende aan Jan Moens aan '1 mudde rogge' [inhoudsmaat; varieert van streek tot streek: tussen 150 en 300 liter] intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 mei 1587. Deze verwijst ook naar Joannes Dries als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Dries houdt op en verkoopt aan Aert Frericx een hypotheek van 1 mudde rogge 'sjaars op pand den Thieneman van Jan Moens en Jan Bardemakers. Verkocht voor 37 gulden Brabants. Lycop: 1 gulden.3' |
Lening | Aerdt Fredrix leende aan Jan Moens aan 4 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 2 april 1593. Deze verwijst ook naar Mattens Tielens als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Matheus Tielens releveert 4 gulden 's jaars staande aan panden van Jan Moens. Ze zijn hem aangestorven na dood van zijn nicht Beatrix Van Thienen. Hij geeft de genoemde rente aan Aerdt Fredricx in ruil voor een stuk erf, Block geheten. Palende de straat, met twee zijden zijn eigen erf en de erfgenamen Aerdt Hillens ter vierder zijde. Goedtspennink: éénieder 1 stuiver.4' |
Eigendom | Aerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Moens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 juli 1594. Deze verwijst ook naar Philips Moens als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Fredricx, constitutie irrevocabel hebbende van Philips Moens, verkoopt aan Jan Moens, zijn part in een hof met een hoffstadt, palende O. Jan Moens; Z. de straat; W. die steghe; N. Herman Hoelsteens. Voor 120 gulden. Jan is de 13 oktober ter gichte gekomen en heeft met Philips gerekend.' |
Eigendom | Wijnandt Diericx en Cornelia Fredrickx verkopen een goed aan Jan Moens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 17 februari 1596. De akte luidt als volgt: 'Wijnandt Dierickx, met instemming zijner vrouw Cornelia Fredrickx, verkoopt aan Jan Moens zijn deel in een hoffstadt met de hof. Palende O. Jan Moens; W. die Paleerstraet; Z. de straat; N. Herman Hoelsteens. Voor 120 gulden Brabants.5' |
Lening | Aerdt Fredrix leende aan Jan Moens de som van 100 Rinsgulden aan 7% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 oktober 1596. De akte luidt als volgt: 'Jan Moens leent van Aerdt Fredricx 100 Rinsgulden à 7 %. Af te leggen in zilveren Philipsdaalders. Pand: 1. stuk land in Thienemans hoff, palende N. de straat; W. Jan Bardemaeckers; O. Aerdt Vreeven. 2. Stuk broek, palende O. die Voirt; Z. Oriaen Minbiers; W. het gemeijn broeck; N. Jan Poelmans. P.S. Op 14 oktober 1604 kwijt Aerdt Frericx, Catlijn Sannen, weduwe Jan Baerdemakers, deze 7 Rinsgulden 'sjaars.6' |
Overlijden | Hij overleed tussen 24 oktober 1596 en 1 maart 1603 te Lummen? [België].6,2 |
Aflossing | De leningsovereenkomst van Aerdt Fredrix met Jan Moens, geacteerd te Lummen [België] in maart 1603, vermeldt eveneens Jan Moens.2 |
Familie | Elisabeth Custers ° circa 1550, + voor mrt 1603 |
Kind |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.266v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.48v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.380v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.2.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.12.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.15.
Jan Moens
IDnr.5036, ° voor 1525, + na 15 januari 1575
Doopsel | Jan Moens werd gedoopt voor 1525 te Lummen? [België]. |
Huwelijk | Hij huwde met Marie Planten voor 19 juni 1567 te Lummen? [België].1 |
Lening | Joachim Lambrechts leende aan Jan Moens aan 3½ Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 juli 1573. Deze verwijst ook naar Mathewis Frerix als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Mathens Ffrericx als momber Crispiaen Baeten kinder (zo staat boven de akte) (in de akte staat: momber van Bastiaen Clercx), verkoopt via de Loonse meier aan Joachim Lambrechts, de hypotheek van 3 ½ Rinsgulden 'sjaars, vermeld in voorgaande gicht. Jan Moens is in naam van Joachim Lambrechts ter gichte gekomen.1' |
Lening | De leningsovereenkomst van Peeter Fredrix met Henrick Mueren, geacteerd te Lummen [België] op 15 januari 1575, vermeldt eveneens Jan Moens; 324 Rinsgulden.1 |
Overlijden | Hij overleed na 15 januari 1575 te Lummen? [België].1 |
Aflossing | De leningsovereenkomst van Peeter Fredrix met Jan Baerdemaeckers, geacteerd te Lummen [België] op 19 januari 1595, vermeldt eveneens Jan Moens.1 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.266v.