Doopsel | Joannes Fredrickx werd gedoopt op 4 augustus 1704 te Lummen [België] met als peter Joannes Geerts en als meter Agatha Swaelen.1 |
Naamvariatie | Hij werd ook Frederixs genoemd. |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Christianus Fredrix op 18 september 1726 te Lummen [België].2 |
Eigendom | Joannes Fredrix en Michael Fredrix verkopen, samen met Anna Fredrix, een goed aan Joannes Fredrickx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 17 juli 1732. De akte luidt als volgt: 'De broers Jan en Michiel Fredrix van Genebosch en Anna Fredrix, voor de helft, hebben opgedragen tot behoef van Jan Fredrix van Ghestel een deel in een perceel land in Gestel gelegen, waarvan de koper het derde deel heeft, genaamd 'het Kercken Bloeck'. De erfgenamen van Mattheijs Knapen hebben er een vierde deel in. Het grenst Andries Bervoets O. en W., de erfgenamen van Henric Vandeneerdenwegh N., koper Jan Fredrix Z. Verkocht voor 100 gulden Brabants Luijcx eens, goidtspenninck 1 stuiver, lijcoop naer believen van de kopers. Het is los en vrij goed, zonder cijns of andere commer, met uitzondering van gemene dorpslasten.3' |
Eigendom | Michael Fredrix en Joannes Fredrix verkopen, samen met Anna Fredrix, een goed aan Joannes Fredrickx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 juli 1732. De akte luidt als volgt: 'Op 29 juli 1732 verkopen de broers Jan en Michiel Fredrix uit Genebos en Anna Fredrix aan Jan Fredrix uit Gestel een derde deel in een perceel in Gestel gelegen, genaamd de 'kercken bloeck'. Het stuk grenst aan Andries Vervoort O. en W., de erfgenamen van Henric Vandeneerdenwegh N., en de koper Jan Fredrix Z. Hiervoor wordt de som van 100 gulden betaald.4' |
Huwelijk | Hij huwde met Christina Opheij, dochter van Jan Opheij en Helena Vervoort, circa 1735. |
Eigendom | Anna Vanderhoijdoncx verkocht een goed aan Joannes Fredrickx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 21 april 1735. De akte luidt als volgt: 'Anna Vanderhoijdoncx, Jan Theunis en Jan Smeedts van Viversel, 'hen gedragende ten desen van Jacobus Scholdrix, Jan Scholdrix, Henric Jans en Anna Jans die voorschreven Anna Hoijdonx uijt kracht van testament nuncupatieff van haeren man Henric Jans' hebben verklaard dat ze tot behoef van Aert en Jan Fredrix, present door hun vader Jan Fredrix, een perceel land verkochten genaamd 'het Groot Stuck'. Dit land grenst de erfgenamen van Henricus Elens O., die stege van Laumeren Velt W., Quinten Raemaeckers N., Lambrecht Claes Z. Bovendien nog een perceel land gelegen aan 'de Hulse Weijers' in Gestel, grenzend de straat Z., Henricus Machiels W., die Hulse Weijers O. Voor 100 gulden Brabants Luijcx eens, goidts penninck 5, lijcoop naer landscoop. De koopsom werd betaald. Geen lasten met uitzondering van de gemeijne dorpslasten. Jan en Aert Fredrix kwamen ter gichte. 9 - 7 - 1/2.5' |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Maria Elisabetha Frederix op 19 mei 1740 te Lummen [België].6 |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Joannes Geijsens op 3 februari 1743 te Paal [België].7 |
Relief | Na het overlijden van Joannes Fredrix en Catharina Corthauts releveren Joannes Fredrickx, Gerardus Gijsens, Maria Fredrix en Catharina Fredrix op 25 september 1749 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Op 25 september 1749 compareren voor ons, schepenen van Lummen naar Loons recht, Jan Frederix en Geerdt Gijsens als man en momber van zijn vrouw Marie Frederix, in eigen naam en voor hun consorten namelijk [Cathari]ne Frederix en de achtergelaten kinderen [van hun zuster] Elisabeth Frederix. Ze hebben verzocht te releveren de helft van twee dagmaal 'broux' genaamd ‘den Graubaert’, gelegen te Gestel, waarvan de wederhelft toebehoort aan Jan Geerdts van Genebos. Palend in zijn geheel aan Rombaut Vaes ten zuiden, aan Jacobus Van Den Ardewegh ten westen, aan Jan Frederix voorschreven ten oosten en aan Jan Anthoon Put ten noorden. Verder de helft van een stuk ‘broux’ genaamd ‘den Kummerlier’, samen twee daghmael groot, waarvan Jan Anthoon Put de helft bezit, het geheel palend aan Jan Persoons ten oosten, de ‘Maelbeeck’ ten noorden, en aan Hendricus Put ten westen en henzelf ten zuiden. Dit alles is hen toegekomen na de dood van Jan Frederix en Catharina Corthouts, hun ouders. Kosten: 3 – 15; 2 – 16 – 1; samen 6 – 11 – 1. Op dezelfde dag verschenen de voorschreven Jan Frederix en Geert Gijsens, die verzoeken om, na de dood van hun voorschreven ouders, een huis en hof te releveren, in Schulen gelegen, palend aan de straat ten westen, hun eigen erf ten zuiden en ten oosten, en de Winterbeeck ten noorden. Kosten 3 – 15; 0 – 7 – 0: samen 4 – 2; alles tesamen: 10 – 13 – 1.8' |
Eigendom | Gerardus Gijsens en Wilhelmus Houben verkopen een goed aan Joannes Fredrickx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 oktober 1749. Ze vermeldt verder ook Herman Peeters en Elisabeth Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Jan Fredricx 'den jongen' koopt van Geert Gijsens en Willem Houben, zijn schoonbroers, en van de kinderen van zijn zuster Elisabeth Fredrix zaliger, uit haar huwelijk met Herman Peeters, het huis met hof te Schulen, dat uit de erfenis voortkomt na de dood van zijn ouders, voor 230 guldens.9' |
Aflossing | N. Collard ontving van Joannes Fredrickx de terugbetaling van een lening van 32 gulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 november 1749. Ze vermeldt verder ook Elisabeth Fredrix en Herman Peeters. De akte luidt als volgt: 'Jan Fredrix den Jongen van Ghestel, voor zichzelf en voor zijn zwagers Geert Gijsens en Willem Hauben en voor de kinderen van zijn zuster Elisabeth Fredrix verwekt in huwelijk met Herman Peeters, heeft de 'keure gekoelt' zoals geaffecteerd staat op huis en hof gelegen in Schulen op die Stap, palend de straat W., de Winterbeeck N. en O., hun eigen erf Z., na het overlijden van zijn vader Jan Fredrix. Deze keur was door de heer drossaard Colard geconvenieerd in de naam van Zijne Excellentie voor 32 gulden eens. Tot keurdrager werd de comparant Jan Fredrix gesteld. En is in hoede gekeerd.10' |
Eigendom | Jan Vliegen verkocht een goed aan Joannes Fredrickx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 juni 1750. De akte luidt als volgt: 'Na voorgaand relief na de dood van zijn oom Geraert (?) Vliegen verkoopt Jan Vliegen aan Jan Fredricx zoon van Jan (hieronder vermeld) de helft van een perceel land 'den Krieckel', gelegen boven 'het Steene Cruijs', palend Jan Fredrix erfgenamen met de wederhelft W., de Cartuijsers van Zeelhem O., Jaspar Mertens N., Peeter Wellens Z. Nog de helft van een perceel land genaamd 'het Dijcklandt', waarvan Andries Smedts erfgenamen de helft hebben, west grenzend. Voor 100 gulden Brabants Luijcx eens. Belast met de helft van 4 vaten koren aan het Beneficie van Sint Barbara autaer in de kerk van Lummen en met cijns en gemene dorpslasten, niet kortend aan de koopsom. Aanslaan op 'halff oost'. Lijcoop 3 schellingen, goidtspenninck 1 stuiver. 1 - 17 ½; pontpenningen mits enig allodiael en laethoff 1 - 5 -; loss. 0 - 1 -; samen 3 - 3 ½.11' |
Overlijden | Hij overleed voor 18 februari 1768 te Lummen? [België].12 |
Relief | Na het overlijden van Joannes Fredrickx en Christina Opheij releveren Christianus Fredrix, Henricus Fredrix, Petrus Vandevoort, Anna Helena Frederix, Petrus Vandevoort en Maria Gertrudis Frederix op 18 februari 1768 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Christiaen Fredrix, Henricus Fredrix, Peeter Van De Voort, getrouwd met Annalien Fredrix, Peer Van De Voort, getrouwd met Marie Fredrix, releveren na de dood van hun ouders Joannes Fredrix en Christina Opheije hetgeen volgt. Eerst een 'parceel broekx' gelegen in Genebos, ten westen grenzend aan W. Jan Daniels, Z. aan de beek, O. aan de ergenamen van Michael Fredrix, N. aan Hendrick Van den Eerdewegh. Verder nog een 'parceel broekx' grenzend W. aan de ergenamen van Michael Fredrix, Z. aan de beek, O. aan Christiaen Smedts en N. aan Jan Geers. Voorts een perceel land gelegen te Geneiken, grenzend O. en N. aan de 'Heerestraet', W. aan hun eigen erf en Z. aan de erfgenamen van Henrick Jans. Tenslotte een stuk grenzend N. aan de beek, O. aan Peeter Wouters, W. aan Franciscus Reijnders, en Z. aan den heer Beckers.12' |
Lening | De leningsovereenkomst van Gerardus Gijsens, geacteerd te Lummen [België] op 22 juni 1770, vermeldt eveneens Joannes Fredrickx; Geerard Ghijsens als man van zijn eerste vrouw Maria Fredrix, woonachtig 'onder die buijtinge van Beringen' heeft de keur gekocht geaffecteerd staat op een huis en hof te Schulen gelegen, palend aan de straat ten westen, zijn eigen erf ten zuiden, de 'winterbeeck' ten noorden en ten oosten, en dat na de dood van zijn schoonbroer Jan Fredrix.13 |