Arnoldus Fredrix

IDnr.1474, ° 23 september 1663, + tussen 25 juni 1684 en 20 juni 1732
VaderJoannes Fredrix1 ° voor 1635, + na 15 november 1678
MoederCatharina Laerackers ° voor 1635, + na 9 oktober 1682
Stamkaartenafstammelingen van N1 Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van N1 Fredrix [boxformaat]
DoopselArnoldus Fredrix werd gedoopt op 23 september 1663 te Beringen [België].1
HuwelijkHij huwde met Elisabetha Bossemans, dochter van Joannes Bosmans en Anna Willems, op 25 juni 1684 te Meldert [België] met als getuigen Arnoldus Moons, Petrus Wouters en Christianus Baeten.2
OverlijdenHij overleed tussen 25 juni 1684 en 20 juni 1732 te Meldert? [België].2 

bronvermelding(en)

  1. [S8] Parochieregisters Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 53, 1663, doopsels, p.14.
  2. [S10] Parochieregisters Meldert, Rijksarchief Hasselt, boek 600, 1684, huwelijken, p.72.

Arnoldus Fredrix

IDnr.2127, ° 18 oktober 1701, + 21 februari 1768
VaderCarolus Fredricx1 ° voor 1665, + 20 maart 1733
MoederGertrudis Pluckers1 ° voor 1665, + 14 januari 1733
DoopselArnoldus Fredrix werd gedoopt op 18 oktober 1701 te Hechtel [België].1 
HuwelijkHij huwde met Maria Jans op 26 februari 1732 te Koersel [België] met als getuigen Henricus Geerts en Joannes Baptistus Maes. De akte vermeldt: 'In de huwelijksakte staat dat Arnoldus van Hechtel is en Maria van Oostham.2'
HuwelijkHij huwde met Maria Smeijers op 2 november 1739 te Beverlo [België] met als getuigen Wilhelmus Karts en Petrus Kaerts.3
OverlijdenHij overleed op 21 februari 1768 te Beverlo [België] in de ouderdom van 66 jaar.4

Familie 1

Maria Jans ° circa 1710, + tussen 24 jan 1733 en 2 nov 1739
Kind

Familie 2

Maria Smeijers ° voor 1715, + 30 mrt 1762
Kind

bronvermelding(en)

  1. [S54] Parochieregisters Hechtel, Rijksarchief Hasselt, 1358918, 1701, doopsels.
  2. [S23] Parochieregisters Koersel, Rijksarchief Hasselt, boek 452, 1732, huwelijken, p.304.
  3. [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1739, huwelijken, p.540.
  4. [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1768, begravingen, p.410.
  5. [S56] Parochieregisters Beverlo, Rijksarchief Hasselt, boek 62, 1743, doopsels, p.282.

Arnoldus Fredrix

IDnr.2149, ° circa 1626, + 2 september 1688
VaderPeter Fredricx ° voor 1595, + tussen 19 september 1652 en 26 april 1657
MoederN. (eerste vrouw) N. ° circa 1600, + na 1633
Stamkaartenafstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat]
DoopselArnoldus Fredrix werd gedoopt circa 1626 te Beringen? [België].1 
HuwelijkHij was getuige bij het huwelijk van Henricus Van Haeckendover en Maria Fredrix op 24 april 1652 te Lummen [België]; Het huwelijk werd ingezegend door Nicolaus Hermans 'met het rode zegel'. Er wordt expliciet vermeld dat er geen belet was tegen dit huwelijk en dat de Prinsbisschop van Luik hiervoor zijn toestemming heeft gegeven.2
HuwelijkHij huwde met Maria Lambrechts op 20 november 1655 te Lummen [België] met als getuigen Leonardus Mommen en Petrus Lambrechs. De akte vermeldt: 'Het huwelijk wordt ingezegend door Arnoldus Remen.3'
ReliefNa het overlijden van Geertruijt Peeters releveren Maria Fredrix en Arnoldus Fredrix op 2 januari 1659 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Maria Frerix releveert het versterf dat haar is verstorven na de dood van haar moederlijke "moeije" Geertruijt Peeters en waar Claes Tijs als tochter onlangs is uitgestorven. Aerdt Fredrix kwam in de naam van Marie ter gichte.4' 
ErfenisArnoldus Fredrix en Henrick Peeters waren op 6 februari 1659 te Lummen [België] erfgenamen van Geertruijt Peeters. De akte verwijst ook naar Maria Fredrix als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Jan Lemmens, Adriaen Jans en Arnoldus Marien. De akte luidt als volgt: 'Scheiding en deling tussen Henrick Peeters en Aerdt Frerix in de naam van zijn zuster Marie Frerix, van wie hij volmacht kreeg voor notaris Peeter Maes binnen Diest, aangaande goederen hen respectievelijk aangekomen na de dood van Geertruijt Peeters, waar Claes Tijs onlangs als tochter is uitgestorven.
Kavel 1: a) die hoffstadt in Gestel gelegen, grenzend de erfgenamen Lambrecht Srijcken, O Henrick Peeters voorschreven, N de straat; b) de helft van de hof daar, groot in het geheel 6 halsters, grenzend Henrick Peeters voorschreven O en N; c) de helft van "de Kempeners Schomme", groot 4 halsters saeijens; d) de helft van een beemd genaamd "den Peerdtsbeempt". Van de twee laatste percelen heeft Aerdt q.q. de keuze om de helft te kiezen. e) het zesde deel van een euwsel genaamd "het Puttens Eeuwsel". Deze kavel viel aan Henrick Peeters.
Kavel 2: a) de wederhelft van de hof uit voorgaande kavel, palend N en Z Henrick Peeters voorschreven, O Valentijn Dierix; b) de wederhelft van "den Peerdts Beempt", vernoemd in voorgaande kavel, westwaarts; c) de wederhelft van "de Kempeners Schomme" oostwaarts. De 2 laatste volgens de keuze van Aerdt Frerix. d) een perceel broek genaamd "die Gueren" waarin de voorschreven Henrick Peeters de hofstad heeft in de voorgaande deling gesteld. e) Deze kavel krijgt nog 2 bomen: de ene is afgehouwen en ligt in de voorschreven hof, de andere staat in de voorschreven Peertsbeempt. f) 3 vierdel broek gelegen int gemeijn broek. Kavel toegevallen aan Aerd Frerix q.q.
Ieder perceel zal "sijnen bequaemen wech hebben". De rente van 3 gulden jaarlijks staande aan de Kempeners Schomme, te betalen aan de rentmeester van Pelt, zullen de partijen gelijk dragen. Elk perceel zal zijn grondcijns dragen. De opgaande bomen zullen de partijen gelijk delen. Opgemaakt in Meldert in het huis van Adriaen Jans in aanwezigheid van heer Jan Lemmens, pastoor van Meldert, en Adriaen Jans als getuigen op 1 februari 1659 door Arnoldus Marien, secretaris in Meldert.
Op 6 februari hebben de partijen op elkaars erfdeel "vertegen met recht" en is ieder in zijn gedeelte gegicht met recht.5'
 
ReliefNa het overlijden van Tilmanus Fredricx releveren Arnoldus Fredrix, Maria Fredrix, Matthias Fredrix, Joannes Fredrix en Henricus Van Haeckendover op 21 oktober 1660 te Lummen [België] . De akte vermeldt verder ook Lambrecht Truijens, Matteeuwis Dries, Jan Gielis, Aerdt Van Uytricht en Vincent Reijnders. De akte luidt als volgt: 'Matteeuwis, Aerdt en Jan Fredrix en Jan Van Haeckendover man en momber van (Marie?) Frerix releveren het versterf dat op hen is verstorven na de dood van hun broer Tielman Fredricx. Het gaat om “den Hagendoren Hoff” in Laren, een beemd in Meldelaer, “den Halmael”, 5 gulden jaarlijks aan panden van Lambrecht Truijens, 7 gulden 10 stuivers jaarlijks aan panden van Matteeuwis Dries, 5 gulden jaarlijks aan panden van Jan Gielis, aan panden van Aerdt Van Uytricht 3 gulden, 5 gulden aan Vincent Reijnders panden.6' 
EigendomArnoldus Fredrix verkocht een goed aan Joannes Herens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 mei 1661. Ze vermeldt verder ook Peeter Van Postel, Servaes Swalen en Jordaen Loijens. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix alias Meesters van Ghestel draagt op tot behoef van Jan Heres het goed vermeld in de onderstaande conditie. Heres kwam met recht ter gichte. In afkorting van de koopsom betaalde Heres 400 gulden en 4 stuivers, zodat er nog 100 gulden binnen het jaar door Jan moeten neergeteld worden.
Condities waarop Aerdt Frerix met proclamatie zal verkopen een beemd gelegen in Gestel onder Lummen, van Loonse natuur, grenzend O de erfgenamen Silvester Gaethoffs, W Loeij Reynders. De proclamatie zal geschieden en worden geroepen van 8 dagen tot driemaal 8 dagen achtereenvolgens in Lummen. Daarna zal de kaars worden ontstoken voor heer en rechter competent op de eerstvolgende genachte of volgens de wens van de partijen. De hogen gelden 2 gulden, te verdelen tussen verkoper en hoger. Dit goed is "nelders" mee belast dan met 2 halsters evie en ongeveer 7 orden grondcijns en schattingen zoals er zullen aan gezet worden. Ales tot last van de koper. Grotere lasten staan tot last van de verkoper. De koopsom min 100 gulden, die binnen het jaar moet voldaan worden of er intrest van geven, moet neergeteld worden op dag van gichten. Beemd aanslaan terstond na de gicht. Aan verkopers huisvrouw voor een kermis 1 gouden souverain of de waarde ervan. Lijcoop naer landtcoop, godtspenninck 1 blauwmuser, schrijfgeld een halve pattacon.
Op 8 april 1661 heeft Jan Heres 425 gulden Brabants geboden en hij zette 50 hogen. Hij kreeg de palmslag. Getuigen: Peeter Van Postel en Lambrecht Tys. Ondertekend door Jordanus Loyens, notaris. Op dezelfde dag verbeterde Servaes Swalen de koop met 2 hogen, zelfde getuigen. Jan Heres hoogde af met 3 hogen.
Op 12 mei werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij het uitgaan bleef de koop aan Jan Heres.7'
 
OverlijdenHij overleed op 2 september 1688 te Lummen [België]. De tekst vermeldt. '[nvdr. geen volledige zekerheid over zijn overlijdensdatum]8'

Familie

Maria Lambrechts ° voor 1630, + na 26 okt 1666
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1655, doopsels, p.22.
  2. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1652, huwelijken, p.26.
  3. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1655, huwelijken, p.41.
  4. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1659, p.120.
  5. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1659, p.134.
  6. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 85, 1660, p.294.
  7. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1661, p.365.
  8. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1688, overlijdens, p.34.

Arnoldus Fredrix

IDnr.3550, ° voor 1630, + na 2 januari 1651
DoopselArnoldus Fredrix werd gedoopt voor 1630 te Meldert? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Joanna Snijders op 2 januari 1651 te Meldert [België].1
OverlijdenHij overleed na 2 januari 1651 te Meldert? [België]. 

bronvermelding(en)

  1. [S10] Parochieregisters Meldert, Rijksarchief Hasselt, boek 603ter, 1651, huwelijken, p.54, akte 65.

Arnoldus Fredrix

IDnr.3830, ° 27 november 1656, + voor 24 november 1676
VaderMatthias Fredrix1 ° circa 1628, + 23 november 1664
MoederAnna Reijnders1 ° 9 april 1621, + 1 oktober 1676
Stamkaartenafstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat]
DoopselArnoldus Fredrix werd gedoopt op 27 november 1656 te Tessenderlo [België] met als peter Adrianus Reijnders en als meter Maria Cruysberghs.1
OverlijdenHij overleed voor 24 november 1676 te Tessenderlo? [België]. De tekst vermeldt: 'Bij het tweede huwelijk van zijn moeder Anna Reijnders met Henrdicus Arien, wordt een regeling getroffen voor het enige nog in leven zijnde kind Jenneken zijn zuster Joanna) uit haar huwelijk met Matthias Fredrix.2' 

bronvermelding(en)

  1. [S14] Parochieregisters Tessenderlo, Rijksarchief Hasselt, boek 917, 1656, doopsels, p.65.
  2. [S14] Parochieregisters Tessenderlo, Rijksarchief Hasselt, 619691 testamenten, 1614-1683, p.110.

Arnout Fredrix

IDnr.2568, ° circa 1490, + tussen 26 juni 1551 en 23 april 1553
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
kwartierstaat samensteller
DoopselArnout Fredrix werd gedoopt circa 1490 te Lummen? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Cornelia Vanden Lokensberge, dochter van Peeter Vanden Loyckensberge en Lysbeth Van Hiemslaeken, voor 1515 te Lummen? [België]. De akte vermeldt: '(akte van 31 mei 1557) ... Cornelia Vanden Loekensberghe weduwe Arnout Ffrederix... draagt ten behoeve van haar kinderen: nl. heer Jan, Arnout, Peeter, Katryn, Lysbeth, Anna en Maria Fredrix, broers en zusters...2' 
EigendomChristiaen Mynbiers verkocht een goed aan Arnout Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 10 oktober 1515. Deze verwijst ook naar Henrick Slegers als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Heer Christiaen Mynbiers met zijn geleverde momber Henrick Slegers verkoopt aan Arnout Frerix zijn huis en hof, palende Mertten Deynen en Vrij Panis ter andere zijde. Verkocht voor 94 Rijnsgulden, waarvan er 40 contant betaald worden. Ende 6 Rijnsgulden die hy hem gegicht heeft dgoider gichte. Daeraff blyft hy geldende twee Rinsgulden ende 9 stuivers altois staen te leggen, die Rinsgulden met 10 Rinsgulden.1' 
EigendomArnout Fredrix verkocht een goed aan Peeter Vanden Loyckensberge volgens een akte gemaakt te Lummen [België] in december 1522. De akte luidt als volgt: 'Arnout Frerix alias Bosmans verkoopt aan zijn sweer (schoonvader, schoonbroer) Peeter Vanden Loyckensberge een stuk land in den Hoffacker. Palende Z. de heren van Lumpmen en met de 3 andere zijden Peeter Vanden Bryel.
(Als datum van de akte wordt vermeld: 's vrijdags na jaargeding na kerstmis).3'
 
NaamvariatieHij werd ook Bosmans genoemd.4 
EigendomArnout Broisens verkocht een goed aan Arnout Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 25 november 1524. Deze verwijst ook naar Joris Van Coesen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Arnout Broisens alias der cremer met zijn momber Joris Van Coesen verkoopt aan Arnout Bosmans alias Frerix, den halven Tiest, gelegen boven den Hoelenwech. Palende de straat en O. Hubrecht Buysen.' 
EigendomArnout Fredrix verkocht een goed aan Mathijs Moens volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 maart 1525. Ze vermeldt verder ook Christiaen Mynbiers. De akte luidt als volgt: 'Arnout Frerix alias Bosmans verkoopt aan Mathijs Moens zijn huis en gelege, gekocht van heer Kerstiaen Minbiers. Liggende en staande tussen erven, W. en O. Mertten Dynen en Peeter Stassen en ter 3de of noenzijde de straat. Voor 2 Rijnsgulden Brabants te leggen ten pennink 18.' 
EigendomArnout Fredrix verkocht een goed aan Mathens Minbiers volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 mei 1526. De akte luidt als volgt: 'Arnouwt Bosmans alias Frederix verkoopt aan Mathens Minbiers een stuk winnens land geheten den Thyst. Palende O. de straat en Huybrecht Buyssen en W. Reyner Gros alias Voss. Voor 28 Rijnsgulden. Verkocht met des persoens thiende, te weten: 4 ½ vat rogge.
(Als datum van de akte wordt vermeld: op St. Servaesdag in mei).'
 
AflossingArnout Fredrix ontving van Jan Van Scaffen en Elisabeth Hoetselen de terugbetaling van een lening aan 2 Rijnsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 januari 1530. Ze vermeldt verder ook Mathijs Moens. De akte luidt als volgt: 'Aert Bosmans alias Fredericxs bekent wel betaald te zijn door Jan Van Scaffen, aangaande 2 Rijnsgulden op het huis dat Jannes Van scaffen gekocht heeft van Thys Moens.5' 
LeningDe leningsovereenkomst van Geert Schats met Elisabeth Hoetselen, geacteerd te Lummen [België] op 7 februari 1544, vermeldt eveneens Arnout Fredrix. 
EigendomKyn Vanden Lokensberge en Margiet Vanden Lokensberghe verkopen een goed aan Arnout Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 mei 1546. Deze verwijst ook naar Henrick Dries als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Cornelia Vanden Lokensberge. De akte luidt als volgt: 'Kyn Vanden Lokensberghe en Margriet Vanden Lokensberghe hebben zich, voor de Loonse meier Peter Kenens en de schepenen van de binnen Vryheyt, vermomberd met Henrick Dries. Hij is hun geleverd met alle punten van recht. De 2 voorschreven zusters Kyn en Margriet, met hun momber Henrick Dries dragen tocht en versterfenis, na dood hunner ouders, op aan Arnout Ffredricks hun zwager, wettig man van Cornielis.6' 
LeningHenrick Cornelis leende aan Arnout Fredrix de som van 14 Carolusgulden aan 18 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 april 1548. De akte luidt als volgt: 'Arnout Ffredricks der alde leent via des Loonse meiers handen, van heer Henrick Cornelis als vicecureyt der kerk van Lummen, 14 Carolusgulden à 18 stuivers Brabants 'sjaars. Pand: huis en hof en al zijn binnengoederen.
Die 14 Carolusgulden zijn gekomen: 5 Rynsgulden voor de anniversariën van wijlen heer Bertelmeuwis Sleegers, die ander 5 Rynsgulden voor de anniversariën van Katharina Bogaerts en haar familie, en 4 Carolusgulden voor het zondagsgebed voor Laureys Wouters, Katharina Vrancken zijn vrouw en Mathys Wouters hun beider zoon.'
 
EigendomDe eigendomstransactie van Cornelius Coex met Aert Lyffs, geacteerd te Lummen [België] op 12 april 1548, verwijst naar Arnout Fredrix als betrokken partij; Voor de Loonse meier zijn Arnout Ffredrix der alde en Lambrecht Neven als mombers geleverd aan heer Cornelis Coex. Daarna heeft de heer met zijn mombers, via de handen van m. Lodewyck Vanden Bogaert, als meier gemachtigd ter Loonse natuur, opgedragen aan Arnout Lyffs: een hoeff neven de Boss-straet, geheten Tsilijen hoeffken. Palende O. de straat; W. Sleegers bloeck; N. Arnout Lyffs. Voor 3 Rijnsgulden 's jaars, zoals men vinden zal op deze datum, buiten ter Brabantse eerde. Te kwijten met 56 Rynsgulden Brabants. Goetspennink: 1 stuiver. Lycoep: 2 Rinsgulden Brabants.
Daarna heeft Arnout Lyffs op deze hoeff een hypotheek genomen van 2 Rynsgulden 'sjaars, te leggen met 36 Rynsgulden Brabants, ten voordele van heer Cornelis Coex. Moest de koop vernaderd worden dan zijn de opstaande vruchten voor de eerste koper.
P.S. Op 7 juni 1548 heeft Aert Lyffs 1 Rynsgulden 'sjaars afgelegd aan heer Cornelis Coex. Hij betaalde daarvoor 18 Rynsgulden.7 
LeningArnout Fredrix leende aan Jan Moens de som van 16 Rynsgulden aan 5 halsters koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 november 1549. De akte luidt als volgt: 'Arnout Ffredrix der alde leent via de Loonse meier, aan heer Jan Moens: 16 Rynsgulden Brabants à 5 halsters koren 'sjaars. Pand: een stuk land t'Oesterhoven, palende W. Peter Naggen; O. Jan van Thienen erfgenamen; N. Jan Moes van Thienwinckel; Z. Tysken Ruelens. Goetspenninck: 1 oert. Lycoep: 16 stuivers.' 
LeningDe leningsovereenkomst van Henrick Cornelis met Jan Moens, geacteerd te Lummen [België] op 10 juli 1550, verwijst naar Arnout Fredrix als betrokken partij.8 
EigendomDe eigendomstransactie van Lysken Inden Plas met Henrick Mueren, geacteerd te Lummen [België] op 25 juni 1551, verwijst naar Arnout Fredrix als betrokken partij; Lysken Inden Plas met haar geleverde momber Arnout Ffredricks der alde verkoopt via de Loonse meier aan Henrick Moeren een scomme op Lindekensvelt. Ze vernaderde die eerder. Zie 14 mei 1551, folio 83.
(Als datum staat nog vermeld: Jaargeding na St. Jansdag).9 
OverlijdenHij overleed tussen 26 juni 1551 en 23 april 1553 te Lummen? [België]. De tekst vermeldt: 'i[en een akte van 23.04.1553] ...ter derder zijde Aert Bosmans alias Fredrix erfgenamen...10,9' 
SchenkingDe schenking van Cornelia Vanden Lokensberge aan Jan Fredrix, Arnout Fredrix, Peeter Fredrix, Catharijn Fredrix, Lysbeth Fredrix, Anna Fredrix en Maria Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 31 mei 1557, vermeldt eveneens Arnout Fredrix; Cornelia Vanden Loekensberghe weduwe Arnout Ffrederix vermombert zich met Jan Clercx en haar zoon Arnout Ffredrix. Ze zijn haar geleverd met recht van de Loonse officier. Dan draagt ze ten behoeve van haar kinderen: nl. heer Jan, Arnout, Peeter, Katryn, Lysbeth, Anna en Maria Fredrix, broers en zusters, al haar goederen op waarvan ze het vruchtgebruik heeft.Voorwaarde: die kinderen moeten hun moeder, in ruil voor de tocht, haar levenlang onderhouden. De kinderen zijn nu tot tocht en erfdom gekomen.
Verder kwamen de kinderen overeen, dat wie hun moeder in kost, drank en andere nooddruft onderhouden zal en bij haar zal blijven, al het roerend goed krijgt dat de moeder toebehoort, en 3 Rynsgulden 'sjaars te trekken aan dat Runckelen euwet, te kwijten met 50 Rynsgulden. Wie de moeder onderhoudt mag die 50 Rynsgulden, niet verzetten, niet verkopen, niet belasten, noch verminderen zolang Cornelia leeft. Na haar dood mag, degene die de moeder aan haar einde gebracht heeft, over die 50 Rynsgulden beschikken.2 

Familie

Cornelia Vanden Lokensberge ° voor 1490, + na 31 mei 1557
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 1, p.43.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.190.
  3. [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 1, p.8v.
  4. [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 1, p.69.
  5. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, 1546-1591, p.35v.
  6. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.14v.
  7. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.37.
  8. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, 1546-1591, p.65v.
  9. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.84.
  10. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.112.

Arnout Fredrix

IDnr.2607, ° circa 1515, + tussen 16 mei 1561 en 5 april 1565
VaderArnout Fredrix1 ° circa 1490, + tussen 26 juni 1551 en 23 april 1553
MoederCornelia Vanden Lokensberge1 ° voor 1490, + na 31 mei 1557
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselArnout Fredrix werd gedoopt circa 1515 te Lummen? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Catharina Huybens voor 1540 te Lummen? [België]. De akte vermeldt: '(eigendomsakte van 25.05.1565 van zijn zoon Aerdt) ...om overeen te komen met de erfgenamen van wijlen Aerdt Ffredericx en diens vrouw Catharina...2' 
LeningFrans Moens leende aan Arnout Fredrix de som van 25 Rinsgulden aan 1 mud koren intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 12 januari 1548. De akte luidt als volgt: 'Arnout Ffredericks leent via de handen van meester Lodewyck Vanden Bogaerde als loons meier gemachtigd, van Ffrans Custers alias Moens, 25 Rinsgulden à 1 mud koren 'sjaars, te leveren in Custers' huis te Meldert. Pand: zijn huis en hof en al zijn binnen goederen als aqua?.
P.S. Op 11 september 1567 heeft Dirrick Moens als momber en gemechtigd door Jan Costers alias Moens, zijn neef, Merten Oeyen als man van Aleth Frederix voornoemde rente kwijtgescholden. Op 16 oktober 1567 heeft Dirrick Moens zijn neef Jan Costers alias Moens ingebracht om die kwijting te bevestigen.3'
 
LeningArnout Fredrix leende aan Liebrecht Hoelsteens de som van 28 Rynsgulden aan 30 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 5 mei 1551. De akte luidt als volgt: 'Liebrecht Hoelsteens houdt het goed op hem aangestorven na dood van de ouders zijner vrouw en is er in gegicht met recht aan de Loonse officier. Terstond daarna leent Liebrecht Hoelsteens via de Loonse meier van Aert Ffrerix de jonge, 28 Rynsgulden Brabants à 30 stuivers 'sjaars op huis en hof gelegen op de Borchgracht. Palende W. Henrick Spuens en O. Ffrans P. Neven de jonge.4' 
LeningLambertus Neven leende aan Arnout Fredrix de som van 100 Rynsgulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 juli 1551. De akte luidt als volgt: 'Arnout Ffredricks leent, via de Loonse meier, van de kerk van Lumpmen, hier vertegenwoordigd door Lambrecht Neeven: 100 Rynsgulden Brabants à 6%. Pand: al zijn binnen goederen, te weten: 1. huis en hof gelegen op de beek bij die Borch, palende N. 'sheeren vloet of beeck; O. de straat; W. Peeter Neven; 2. een aangelegen beempdeken; 3. een beempdeken, geheten het Runckelen ewet; 4. land op die Ker baene, palende O. Andries van Jonckheyt; W. Laureys Cremers; N. die Ker baene; op die noensonne, Aert Cuijpers.
De Keysersgulden à 20 stuivers. De croen à 38 stuivers. De stuiver à 24 groot. De herkomst van het geld is als in vorige gicht. De toponiem Aelst is nu Alst geschreven.
Aert Ffredricks legt met dit geleend geld een andere rente af die op dezelfde panden rust.5'
 
NaamvariatieHij werd ook Bosmans genoemd.6 
LeningDe leningsovereenkomst van Augustijn Ciermans met Elen Canepmeckers, geacteerd te Lummen [België] op 11 januari 1554, verwijst naar Arnout Fredrix als betrokken partij; 13 Rynsgulden.6 
LeningHenrick Vanden Bossche leende aan Arnout Fredrix de som van 20 Rynsgulden aan ½ mud rogge intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 januari 1557. De akte luidt als volgt: 'Arnout Ffredrix houdt het versterf op na dood zijner ouders en is er toe gekomen met alle punten van recht aan de Loonse meier.
Arnout Ffredrix leent via de Loonse meier van Henrick Vanden Bossche 20 Rynsgulden Brabants à ½ mud rogge 'sjaars, met Lichtmis te leveren. Pand: een stuk land gelegen in dat Groet bloeck. Palende Zyben Hoyepluckers, Servaes Lambrechs erfgenamen, Peter Tummermans erfgenamen te weten die Twee scunkens (?).
P.S. Op 20 januari 1569, stylo Leodiensis heeft Henrick Vanden Boss, Peeter Neeffven de stadhelder en zijn panden dit half mud rogge kwijtgescholden.'
 
LeningElizabeth Haegels leende aan Arnout Fredrix aan 1 Rynsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 11 februari 1557. Ze vermeldt verder ook Willem Mellen. De akte luidt als volgt: 'Elizabeth Haegels weduwe Willem Mellen vermombert zich via de Loonse en Brabantse meier aan: Wilboert Ruebens, Gabriel Buysen en Willem Roeseleers.
Ze draagt via de Loonse en Brabantse officier, aan Henrick Baex als man van Margriet Goyens, haar tocht op van: in het totaal 3 Rynsgulden 1 stuiver 'sjaars. Daarvan staan:
16 stuivers op panden van Laureys Gros en consorten, gelegen op die beek te Vesterhoeven.
1 Rynsgulden aan Aert Ffrerix en consorten panden gelegen bij die beekbrugge, beneden die Nederstraet.
10 stuivers 'sjaars aan Jan Coroengens erfgenamen bij Laureys Gros gelegen.
15 stuivers aan Laureys Gros panden.
Ze draagt die op in ruil voor andere pachten buiten ter Loonser eerde, op panden van Lambrecht Goyens.7'
 
LeningMaria Van Heerle leende aan Arnout Fredrix de som van 45 Rynsgulden aan 1 mud rogge intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 25 februari 1557. De akte luidt als volgt: 'Aert Ffredrix alias Bosmans leent via de Loonse meier van Marie Vanheerle bagyn te Diest, 45 Rynsgulden à 1 mud rogge 'sjaars. Pand: tZeekers bloeck, palende Servaes Clercks, Huybrecht Buysen, Lyn Bosmans en Servaes Clercks. Als hij de jaarlijkse pacht levert te Diest zal hij de kost krijgen.' 
SchenkingCornelia Vanden Lokensberge schenkt aan Arnout Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 31 mei 1557. Deze verwijst ook naar Jan Clercx als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Arnout Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Cornelia Vanden Loekensberghe weduwe Arnout Ffrederix vermombert zich met Jan Clercx en haar zoon Arnout Ffredrix. Ze zijn haar geleverd met recht van de Loonse officier. Dan draagt ze ten behoeve van haar kinderen: nl. heer Jan, Arnout, Peeter, Katryn, Lysbeth, Anna en Maria Fredrix, broers en zusters, al haar goederen op waarvan ze het vruchtgebruik heeft.Voorwaarde: die kinderen moeten hun moeder, in ruil voor de tocht, haar levenlang onderhouden. De kinderen zijn nu tot tocht en erfdom gekomen.
Verder kwamen de kinderen overeen, dat wie hun moeder in kost, drank en andere nooddruft onderhouden zal en bij haar zal blijven, al het roerend goed krijgt dat de moeder toebehoort, en 3 Rynsgulden 'sjaars te trekken aan dat Runckelen euwet, te kwijten met 50 Rynsgulden. Wie de moeder onderhoudt mag die 50 Rynsgulden, niet verzetten, niet verkopen, niet belasten, noch verminderen zolang Cornelia leeft. Na haar dood mag, degene die de moeder aan haar einde gebracht heeft, over die 50 Rynsgulden beschikken.1'
 
EigendomJan Fredrix verkocht, samen met Lysbeth Fredrix, Catharijn Fredrix, Anna Fredrix, Machiel Moens en Maria Fredrix, een goed aan Arnout Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 31 mei 1557. Deze verwijst ook naar Jan Clercx en Lambertus Neven als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Dan vermombert heer Jan zich met Jan Clercx. Lysbeth, Katryn en Anna Ffredrix vermomberen zich met Lambert Neven. Daarna verkopen heer Jan, Lysbeth, Katryn en Anna Ffredrix met hun mombers, en Machiel Moens als man-momber Marie Ffredrix, via de Loonse meier, hun kindsdelen aan hun broers Aerd en Peter Ffredrix.
Elk afstaand kind krijgt daarvoor 15 stuivers 'sjaars boven alle lasten. Te leggen met 13 ½ Rynsgulden.
Heer Jan Ffredrix bekent dat hij uitbetaald is. Daarna verklaren Machiel Moens en zijn vrouw Marie Ffredrix zich voldaan door Peter Ffredrix.1'
 
LeningDe leningsovereenkomst van Lysbeth Fredrix en Catharijn Fredrix met Quinten Hoelsteens, geacteerd te Lummen [België] op 31 mei 1557, verwijst naar Arnout Fredrix als betrokken partij.8 
EigendomArnout Fredrix en Peeter Fredrix verkopen een goed aan Henrick Vanden Bossche volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 mei 1561. Ze vermeldt verder ook Lysbeth Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Ffrericx en Peeter Ffrericx verkopen via de Loonse meier aan Henrick Vanden Bossch een stuk broek, het Tronckelen euwit. Palende Peeter Neeven, Ffrans Neeven en Peeter Clockluyers ter derde zijde. Voor 35 Rijnsgulden boven de volgende lasten: 2 Rijnsgulden 'sjaars aan de vroechmisse binnen de kerk van Lumpmen; 3 Rijnsgulden jaarlijks aan Elisabeth Ffrericx voor het onderhoud van haar moeder, te leggen met 50 Rinsgulden.
Goedtspenninck: 2 stuivers. Blijkt later dat het perceel zwaarder belast is, dan mag de koper dat verhalen op de verkoper.
Tezelfdertijd heeft Peeter Ffrericx, mede voor zijn kinderen, onder behoorlijke protestatie uitdrukkelijke verklaring), 1 gouden kroon en 1 sprenger genamptizeerd een eiser voorlopig tevreden stellen), om alzulk goed als Hendrik Vanden Bossch gekocht heeft te onderstaan (vernaderen) en het geld is wederom aan de man gewezen.
P.S. Op 26 februari 1562 heeft Elizabeth Ffredericx met haar mombers Aerdt Ffreericx en Lieben Hoelsteens, Henrick Vanden Bossch en zijn panden gekweten van 3 Rijnsgulden 'sjaars.9'
 
LeningDe leningsovereenkomst van Lysbeth Fredrix met Henrick Vanden Bossche, geacteerd te Lummen [België] op 16 mei 1561, verwijst naar Arnout Fredrix als betrokken partij; 50 Rinsgulden.9 
OverlijdenHij overleed tussen 16 mei 1561 en 5 april 1565 te Lummen? [België]. De tekst vermeldt: '...van wijlen Aerdt Ffredericx en diens vrouw Catharina, ouders van de voornoemde Aerdt Ffredericx... [eigendomsakte van 25.05.1565 van zijn zoon AerdtFrericx][IDnr_2642]10,9' 
EigendomDe eigendomstransactie van Aerdt Frericx, geacteerd te Antwerpen [België] op 25 mei 1565, vermeldt eveneens Arnout Fredrix; Broeder Jan onder de Lende, pater broeder Jan Keteler vicarius en broeder Ffrans Van Steensele procurator, mede in naam van alle conventualen van het godshuis van de Boggaerden binnen Antwerpen machtigen op 25 mei 1565, broeder Joachim Vanden putte en broeder Aerdt Ffredericx alias van Lymmen, beiden priesters en mede-conventualen, om overeen te komen met de erfgenamen van wijlen Aerdt Ffredericx en diens vrouw Catharina, ouders van de voornoemde Aerdt Ffredericx, om uit de nalatenschap gekocht te worden.2 

Familie

Catharina Huybens ° circa 1515, + tussen 5 apr 1565 en 25 mei 1565
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.190.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.255.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.30.
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.79v.
  5. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.85v.
  6. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.129v.
  7. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, 1546-1591, p.175v.
  8. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, 1546-1591, p.190.
  9. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.225.
  10. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.253v.