Petrus Ludovicus Van Runckelen
IDnr.2471, ° voor 1755, + na 8 september 1776
Doopsel | Petrus Ludovicus Van Runckelen werd gedoopt voor 1755.1 |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Maria Catherina Put op 8 september 1776 te Beringen [België].2 |
Overlijden | Hij overleed na 8 september 1776.1 |
Maria Catharina Van Ryckel
IDnr.4437, ° 20 november 1687, + 10 september 1756
Doopsel | Maria Catharina Van Ryckel werd gedoopt op 20 november 1687 te Hasselt [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Jan Van Ertrijk op 21 november 1717 te Hasselt [België]. De akte vermeldt: '[nvdr. Er is in een speciale dispensatie voorzien, omdat het gaat om een huwelijk tussen partners met een verwantschap in de vierde graad. In canoniek recht betekent zulks in dit geval neef en nicht].2,3' |
Overlijden | Zij overleed op 10 september 1756 te Hasselt [België] in de ouderdom van 68 jaar. De tekst vermeldt: 'Zij wordt in de kerk begraven.4' |
Familie | Jan Van Ertrijk ° 25 aug 1680, + 2 nov 1734 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1687, doopsels, p.141.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1717, huwelijken, p.34.
- [S293] Willy Ceyssens, Bart De Keyser, Jos Jans, Myriam Lipkens, Tine Rock, Adriën Swartenbroekx (+), Jean-Jacques van Ormelingen, Jef Arras, Boek 'Oog in Oog' (Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, 2003).
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1756, overlijdens, p.27v.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1724, doopsels, p.103.
Huijbrechts Van Scaffen
IDnr.2676, ° voor 1540, + na 26 februari 1573
Doopsel | Huijbrechts Van Scaffen werd gedoopt voor 1540.1 |
Eigendom | Peeter Fredrix en Margriet Steenaerts verkopen, samen met Huijbrechts Van Scaffen, een goed aan Thomas Maes volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 februari 1573. Ze vermeldt verder ook Daniel Stenaerts. De akte luidt als volgt: 'Peeter Frericx als man-momber Margriet Steenaerts, Huijbrecht Van Scaffen, Henrick Vanden Bosch, Henrick Goessens met zijn medegeringen, Jan Clercx der jonge, Henrick Vanden Bosch ook als momber van Aerdt Van Scaffens kinderen, ter ene zijde, en zich sterk makend voor hun medegeringen; en Lambrecht Keenens en Anthonis Veltgaders partijen, ter ander zijde; verkopen samenderhand, via de beide officieren, Brabants en Loons, aan Thomas Maes der Smeeth, een huisje met een bijgelegen hoefken. Ligging: O. des H. Geest bos; ter ander zijde de straat; ter 3de en 4de zijde Gielis Korstkens. Voor 145 Rinsgulden boven de jaarlijkse last van 4 stuivers aan de kerk van Lumpmen en aan Daniel Steenaert, 25 stuivers 'sjaars. Voorwaarde: de koper zal op de eerstkomende Bamis heiligendag van St. Bavo: één van de gewone termijnenen voor dee de betaling van huur, schulden,…) 100 Rinsgulden geven en de rest mag hij binnen het jaar betalen of er rente voor geven ten pennink 17. Onder de partijen is nog geen eensgezindheid. De penningen zullen gaan naar degene die ze met recht toegewezen krijgen. Als dat niet beslist is, zal het geld uitgezet worden, tot er een beslissing gevallen is. Ieder blijft op zijn recht. P.S. Op 17 december 1573 hebben Peeter Frericx en Henrick Vanden Boss bekend van Thomas Maes oft der Smeeth 125 Rinsgulden in het geheel ontvangen te hebben. Zo blijft Thomas Maes hen nog 20 Rinsgulden schuldig. Het tweetal maakt zich sterk voor hun complicen en medegeringen om elkaar in alles te voldoen.' |
Overlijden | Hij overleed na 26 februari 1573.1 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.311.
Jan Van Scaffen
IDnr.2576, ° voor 1500, + na 13 januari 1530
Doopsel | Jan Van Scaffen werd gedoopt voor 1500.1 |
Aflossing | Arnout Fredrix ontving van Jan Van Scaffen de terugbetaling van een lening aan 2 Rijnsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 januari 1530. Ze vermeldt verder ook Mathijs Moens. De akte luidt als volgt: 'Aert Bosmans alias Fredericxs bekent wel betaald te zijn door Jan Van Scaffen, aangaande 2 Rijnsgulden op het huis dat Jannes Van scaffen gekocht heeft van Thys Moens.2' |
Overlijden | Hij overleed na 13 januari 1530.1 |
Lijnken Van Scaffen1
IDnr.2689, ° voor 1510, + voor 24 januari 1575
Doopsel | Lijnken Van Scaffen werd gedoopt voor 1510.1 |
Huwelijk | Zij huwde met Jan Clercx voor 1540.1 |
Overlijden | Zij overleed voor 24 januari 1575.1 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Jan Clercx met Peeter Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 24 januari 1575, vermeldt eveneens Lijnken Van Scaffen; Jan Clercx ontvangt via beide de heren het versterf na dood van zijn ouders Jan Clercx en Lijnken Van Scaffen. Dan verkoopt hij via beide de heren aan Willem Scheepers: een huis met een paenhuijs, met de stallingen en hoef met de plaetse. Palende O. Lambrecht Neeffven erfgenamen; ter 2de Maria Vanden boss; de heren hoffstadt en de straat ter 4de zijde. Voor 385 Carolusgulden; elke gulden tot 20 stuivers Brabants gerekend. Boven alle lasten, te weten: 1. capuinen en grondcijns, luttel oft veel; 2. 3 ½ gulden jaarlijkse cijns, niet kortend aan de koopsom; 3. de koper moet eenmalig 7 gulden Brabants geven aan de huurder die nu in de huizinge woont. Binnen 14 dagen moet de koper 200 gulden Brabants aanbetalen. Tussen nu en St.Andries nog eens 100 gulden. Indien die niet zouden betaald worden moet de koper 5 % geven. Voor de overige 85 gulden moet de koper jaarlijks 4 gulden 5 stuivers geven. Er moet onderpand gesteld worden. Er is ook overeengekomen dat de koper hebben zal: die bedtstadt ende schapraey in die achterste caemer en al dat naegelvast is, soo verre Jan vercoopere daer macht over heeft. Den hael ende coetse en al wat niet nagel vast en is hilt der vercoeper aen hem. De verkoper zegt dat het goed belast is met 10 stuivers 'sjaars aan de Anniversariën der kerk van Lumpmen; welke 10 stuivers de helft zijn van 1 gulden 'sjaars staande aan huis en hof van Jan Truyens, eertijds toebehorende wijlen Jan Van Scaffen. Goidtspennink: ½ stuiver. Clercx bekent ontvangen te hebben: 200 gulden Brabants en 19 van lijcop. P.S. Op 17 februari van hetzelfde jaar heeft Peeter Frericx die gicht wederom ontvangen van Willem Scheepers en Scheepers bekent zijn ontbeursde penningen ontvangen te hebben.1 |
Familie | Jan Clercx ° voor 1510, + tussen 1 okt 1562 en 24 jan 1575 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.327.
Jan Van Schoenbeeck
IDnr.14612, ° voor 1580, + na 6 oktober 1605
Doopsel | Jan Van Schoenbeeck werd gedoopt voor 1580 te Schulen? [België].1 |
Lening | Aerdt Fredrix leende aan Jan Van Schoenbeeck de som van 14 rinsgulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 oktober 1605. Deze verwijst ook naar Geert Coecx als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Van Schoenbeeck draagt op tot behoef van Aerdt Frerix het voorschreven stuk land tot pand voor 10 rinsgulden Brabants jaarlijks zoals hierboven. Verder stelt hij zijn huis en hof in Schuelen gelegen als pand voor de overige 4 rinsgulden. Huis en hof grenzen Loich Gatis, Jan Luijten, Dierick Palmaerts en de straat. Frerix moet alle onkosten betalen en daarvoor heeft hij van Jan een paard ontvangen dat hij aan 25 rinsgulden kocht. Als de kosten kleiner zijn dan de waarde van het paard, is dat tot profijt van Frerix. Lycop 3 gulden, godtspenninck 11 oorden. Aerdt Frerix kwam met recht ter gichte. Dit is op 6 oktober 1606 vernaderd door Geert Coecx. Op 26 april 1607 kwijt Aerdt Frerix Geert Coecx en zijn panden van deze rente. Hij is volledig voldaan van hoetpenninck en verlopen. Geert kwam ter gichte.2' |
Eigendom | Aerdt Fredrix verkocht een goed aan Jan Van Schoenbeeck volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 oktober 1605. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Frerix draagt op tot behoef van Jan Van Schoenbeeck een goed gelegen op de Stap in Schuelen, groot ongeveer 5 halster saeijens. Het grenst de straat 1), Servaes Joupen 2), Jan Mercdens en Aerdt Gielis 3), Maria Geerts en Jan Van Buijlen 4). Belast met 10 stuivers Brabants aan de legaten in Herck, brantschettinge 3 stuivers en 1 braspenninck grontchijns. Voor 14 rinsgulden, boven de lasten, jaarlijks met valdag op Sint-Remigius en voor het eerst in 1606. Iedere gulden daarvan kan met 18 rinsgulden Brabants geld gekweten worden en met rente naar verloop van tijd en met betaling van alle kosten van recht. Jan moet onderpand stellen voor 4 rinsgulden jaarlijks. Per jaar mag er 1 rinsgulden afgelegd worden, maar vanaf 10 gulden jaarlijks nog te betalen zullen deze slechts in 1 keer moeten gekweten worden tegen "den penninck 18" zoals voorschreven is. Jan Van Schoenbeeck kwam met recht ter gichte. Deze koop wordt later vernaderd.1' |
Overlijden | Hij overleed na 6 oktober 1605 te Schulen? [België].2 |
Christina Van Schoonbeeck
IDnr.7993, ° voor 1735, + na 18 september 1757
Doopsel | Christina Van Schoonbeeck werd gedoopt voor 1735 te Hasselt? [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Maria Elisabetha Frederix op 18 september 1757 te Hasselt [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 18 september 1757 te Hasselt? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 296, 1757, doopsels, p.26.