Joannes Frerix
IDnr.7668, ° voor 1590, + na 8 mei 1628
Vader | Frederik Vrerix1 ° voor 1555, + 12 juni 1632 |
Moeder | Maria Van Melbeeck1 ° voor 1565, + 25 oktober 1654 |
Stamkaarten | afstammelingen van Tijs Frerixs [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Tijs Frerixs [boxformaat] |
Doopsel | Joannes Frerix werd gedoopt voor 1590 te Hasselt? [België].2 |
Huwelijk | Hij huwde met Maria Heckelers op 3 april 1614 te Hasselt [België].2 |
Overlijden | Hij overleed na 8 mei 1628 te Hasselt? [België].3 |
Familie | Maria Heckelers ° voor 1590, + na 8 mei 1628 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S159] J. Grauwels, 'De familie Vrerix uit Hasselt', Intermédiaire des Généalogistes, (november 1958), p.468-480.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 309, 1614, huwelijken.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 286, 1628, doopsels, p.80.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 285, 1615, doopsels, p.35.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 285, 1618, doopsels, p.70.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 285, 1620, doopsels, p.103.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 285, 1622, doopsels, p.133.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 286, 1625, doopsels, p.31.
Joannes Frerix
IDnr.8939, ° 15 februari 1745, + na 21 augustus 1774
Vader | Petrus Frerix1 ° 24 oktober 1715, + na 23 juni 1755 |
Moeder | Maria Catharina Schepers1 ° voor 1723, + na 26 juni 1770 |
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
Doopsel | Joannes Frerix werd gedoopt op 15 februari 1745 te Lummen [België] met als peter Joannes Schepers en als meter Maria Sijboos. De akte vermeldt: 'Joannes wordt 'sub conditione' gedoopt wat wil zeggen dat hij reeds 'voorlopig' gedoopt is door de vroedvrouw vlak na de bevalling. Dat hij met zijn zuster Catharina een tweeling vormt, zou hiervoor een verklaring kunnen zijn.1' |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Joannes Franciscus Roelants op 21 augustus 1774 te Lummen [België].2 |
Overlijden | Hij overleed na 21 augustus 1774 te Lummen? [België].2 |
Huwelijk | Hij huwde met Dymphna Catharina Lemmens op 6 februari 1778. |
Joannes Frerix
IDnr.13555, ° voor 1600, + na 27 januari 1642
Doopsel | Joannes Frerix werd gedoopt voor 1600 in Eik te Bilzen [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Francisca Vandenroije voor 13 januari 1619 in Eik? Te Bilzen [België].1 |
Overlijden | Hij overleed na 27 januari 1642 in Eik? Te Bilzen [België].2 |
Familie | Francisca Vandenroije ° voor 1600, + na 8 aug 1646 |
Kinderen |
|
Joannis Frerix
IDnr.355, ° 1 december 1611, + 31 oktober 1650
Vader | Joannis Frederix1 ° voor 1580, + voor 28 januari 1638 |
Moeder | Maria Wevers1 ° voor 1580, + 23 oktober 1615 |
Naamvariatie | Joannis Frerix werd ook Fredrix genoemd. |
Doopsel | Hij werd gedoopt op 1 december 1611 te Lummen [België] met als peter Renerus Paelmans en als meter Heleda Paelmans.1 |
Relief | Na het overlijden van Joannis Frederix en Maria Wevers releveren Joannis Frerix op 28 januari 1638 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Jan Frericx cum suis releveert het versterf hen aangekomen na de dood van hun ouders. Eerst huis en hof in Meldelaer, palend O. aan Lambertus Marien, W. aan de erfgenamen van Peeter van Meeuwen en N. des Heerenstraet. Nog de 'Steenbergh' palend O. aan Jan Prels en W. aan Wauter Coox. Nog een bloeck op de Kerbaen, palend W. aan Jan Wauters, O. aan Christiaen Jans en des Heeren straet aan de andere 2 zijden. Nog een perceel in het zelfde erf, palend W. aan Christiaen Jans, O. aan Laureys van Meeuwen. Nog een stuk land genaamd de Nets, palend aan Jan Prels en des Heerenstraet. Nog een stuk land in het Larens brouck, palend aan de Maelbeeck. Nog twee percelen in het Lummens brouck, palend aan Lenaerdt Jans aan de ene zijde en aan Matheus Bernaerts aan de andere. Jan Frericx is in de kwaliteit voorschreven met recht ten gichte gekomen.2' |
Erfenis | Peeter Wauters en Helida Frelix waren, samen met Joannis Frerix, op 7 december 1638 te Lummen [België] erfgenamen van Joannis Frederix en Maria Wevers. De akte luidt als volgt: 'Scheiding en deling van de kinderen Jan Frericx. De eerste kavel is gevallen aan Peeter Wauters, man en momber van Helena Frericx, nl. het huis, stal en de halve hof aan de westerzijde, gelegen in Mellaar. Verder de helft van een broek in Laren gelegen, jaarlijks belast met 3 gulden aan Beatricx Aerts en verder 10 stuivers aan het klooster van Rotthem. Verder is de tweede kavel gevallen aan Jan Frericx, nl. de schuur en de andere helft van de hof aan de oostzijde, jaarlijks belast met 3 gulden aan Beatricx Aerts en verder 10 stuivers aan het klooster van Rotthem. Voorts noch de wederhelft van een broek in Laren gelegen, waarvan de andere helft gevallen is aan Peeter Wauters, palend aan Andries Inden Mortel aan de ene zijde en aan de Maalbeek aan de andere. Het derde kavel is gevallen aan Anna Frericx, nl. de Steenberg, palend aan de ergenamen van Jan Slegers aan de ene zijde en aan de andere aan Jan Prels, jaarlijks belast met 2 gulden aan Machiel Bervoets met 32 stuivers aan de Armen van Lummen. Voorts een stuk land de Nets genaamd, met de Netsbos erachter gelegen, palend aan Jan Prels aan de ene zijde, Peeter Smolders aan de tweede zijde en de straat aan de derde zijde. Verder nog een perceel broek op de Stockbempt, palend aan de Eerdenwechs plas. Het vierde kavel is gevallen aan Cattelijn Frericx, nl. het Kaerbaanblok, met de sille erbij gelegen, palend aan ’s Heeren straat aa ntwee zijden. Voorts een stukje land op de Stockbempt gelegen, palend aan Mattheeus Cornelis en aan Christiaen Van Herle, belast met 15 stuivers aan de Armen van Lummen. Ieder van de partijen zal vanaf nu de grondcijns en de lasten op zijn deel dragen. Dioneys Slegers werd, op hun verzoek, aan Catharina en Anna Frericx verleend voor deze akte alleen. Hij gaat akkoord met voorgaande deling.3' |
Naamvariatie | Hij werd ook Huygen genoemd.4 |
Naamvariatie | Hij werd ook Jan Fredrix genoemd.5 |
Lening | De Cartuysers van Seelhem leende aan Joannis Frerix aan 33 gulden bbl intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 26 april 1646. Ze vermeldt verder ook Andries Vanden Morttel. De akte luidt als volgt: 'Jan Fredrix van Meldelaer alias Huygen draagt op tot behoef van de E.H. Cartuysers van Seelhem tot onderpand voor een rente van 33 gulden Brabants jaarlijks, waarvan heden gichte is gedaan voor de Brabantsche Buyten Justitie, een beempt gelegen in het Larens Broeck, palend die Maelbeeck en die Auwe Beeck. In deze beempt heeft Andries Vanden Morttel de helft en het geheel is 3 dachmaelen groot. Verder nog 2 'velderkens' gelegen in Meldelaer, genaamd 'die Netsen', grenzend de straat in 2 zijden, de erfgenamen van Peeter Smolders ten derde zijde en Jan Prels erfgenamen ten vierde zijde. Solvit Fredrix de hofrechten.4' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Mathias Aerts met Arnoldus Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 7 juli 1650, verwijst naar Joannis Frerix als betrokken partij; Matteeuwis Aerdts draagt op tot behoef van Aerdt Frerix van Genycken een beempt gelegen in Meldelaer. Hij is omtrent anderhalf dachmael groot en grenst de beek 1), de schansdijk van Meldelaer 2), Eustaes Timmermans 3) en Jan Pops met Willeboerdt Vanden Eynde 4). Alles volgens volgende condities. Frerix kwam met recht ter gichte. Conditie. Degene die de palmslag krijgt, zal voor zijn kloek bod 3 pattacons krijgen. Het broek is belast met 10 gulden jaarlijks of 200 gulden aan Geert Alarts, die aan de koopsom zullen korten en met een halve braspenninck cijns en 1 alden grooten aan de armen van Lummen, die niet zullen korten. Per oort dat er eventueel meer grondcijns moet betaald worden, zal 5 stuivers korten. Op dag van gichten moet de koopsom betaald worden, met alle hogen, hofrechten, schrijfgeld 1 pattacon, lycoop naer landtcoop, godsgeld 5 stuivers. De ‘schaer oft vroem’ van dit jaar 1649 zal de verkoper voor zich behouden. Omdat het broek is verbonden als pand voor 4 halster roggen aan de armen van Lummen, werd bij de deling van de goederen van zijn vader Matteeuwis Aerdts hiervan 2 halster bevestigd op een heuffken in Meldelaer van Mattys Joris nomine uxoris Christina Aerts, nu Jan Fredrix van Meldelaer wegens koop, en 2 halsters aan Marck Vanden Eerdenwech nomine uxoris Beatrix Aerdts met haar consorten aan een block in Reckhoven gelegen. Als verzekering voor zijn koper stelt hij als onderpand zijn grote beempt, 3 dachmael groot in Meldelaer gelegen. Op 22 juli 1649 heeft Aerdt Frerix Matteeuwissensoen 575 gulden Brabants geboden en hiervoor kreeg hij de palmslag. Hij verbeterde de koop met 55 hogen, telkens van 2 gulden per hoge. Present Eustaes Timmermans, mr. Aerdt Vanden Berge en Jan Vander Waerden, getuigen. Eustaes Timmermans stelde nog 2 hogen, Aerdt Frerix nog 3. Attestor A. Dries. Op 21 oktober 1649 in aanwezigheid van Aerdt Dries den jongen en de ondergeschreven A. Dries stelde Eustaes Timmermans nog 10 hogen, Aerdt Frerix nog 5. Op 7 juli 1650 is de kaars wettelijk ontstoken en gebannen. De koop viel aan Aerd Frerix. Pontpenningen 22 - 10 stuivers.6 |
Huwelijk | Hij huwde met Marie Goossens, dochter van Goossen Goossens, voor 8 augustus 1650 te Lummen? [België].7 |
Overlijden | Hij overleed op 31 oktober 1650 in Mellaar te Lummen [België] in de ouderdom van 38 jaar.2 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Marie Goossens en Goossen Goossens met Joannes Antonus, geacteerd te Lummen [België] op 16 maart 1651, vermeldt eveneens Joannis Frerix; Marie Goossens, geassisteerd door haar vader Goossen Goossens die ze als momber kiest en die haar met recht verleend wordt, draagt op tot behoef van Jan Tonis het broek dat in de onderstaande condities wordt beschreven. Marie heeft de koopsom ontvangen. Jan Tonis betaalt in pistolen en souverainen. Pontpenningen 34 gulden 3 stuivers. Conditie. Marie Goossens, weduwe van Jan Fredrix van Meldelaer, met de interventie van haar vader Goossen Goossens en Willem Kelchtermans man en momber van Margareta Goossens, haar zwager, zal uit kracht van het testament dat haar man zaliger gemaakt heeft, in Lummen ten Loons recht ingesteld en geregistreerd, op 16 februari een stuk broek verkopen dat in Laeren gelegen is op de maelbecke. Het grenst Bertholomeus Aerdts 1), de maalbeek 2), Christiaen van Herle 3) en de Vloete 4). Dit goed wordt verkocht met palmslag, hogen en het onsteken van de kaars. Degene die de palmslag krijgt, zal 2 cruys pattacons krijgen voor zijn kloek bod. Iedere hoge geldt 2 gulden, half voor de verkoper, half voor de koper of hoger. Het goed is enkel belast met een braspenninck cijns, met 9 gulden jaarlijks aan de erfgenamen van Machiel Bloemaerts met 100 daelders kapitaal die zullen korten aan de koopsom. Het goed staat ook in pand voor een rente van 33 gulden een halve aan de Satroosen van Seelhem, maar deze rente zullen ze volledig met alle verlopen afleggen. Op de zondag voor de kaarsbranding, met onmiddellijk daarna de gichte, zal het kerken geboth moeten gedaan worden. Op datum van gichten moet de volledige koopsom betaald worden, samen met alle kosten betreffende de verkoop: hogen, godspenninck 1 blauwmuser, lycoop naer landtcoop, gichtgeld, pontgelt en alle andere hofrechten, schrijfgeld van deze conditie 1 cruyspattacon. Uit de lycoop zal de verkoopster 16 gulden trekken "inde beursse". 24 februari 1651 verschenen de verkopers bij de notaris, die de palmslag hebben gegeven aan Jan Tonis van Straebroeck als hoogste bieder voor 775 gulden en 2 cruyspattacons voor een kermis voor de verkoopster. Tonis stelde nog 25 hogen. Henrick Truyens van Ghenebosch stelde nog 1 hoge, Machiel Tonis 4 hogen, Jan Tonis stelde nog 20 hogen. Getuigen: Jacop Van Herle en Jacop Fransens. Machiel Tonis stelde achteraf nog 5 hogen. Iedereen zet zijn handmerk, met uitzondering van Jan Tonis, die tekent. Attestor Henricus Swysen, notaris. |
Aflossing | De leningsovereenkomst van Aert Vanden Berge en Vincentius Cnibbe, samen met Gasparus Cox, met Marie Goossens, geacteerd te Lummen [België] op 30 maart 1651, vermeldt eveneens Joannis Frerix.8 |
Familie | Marie Goossens ° voor 1620, + 9 mei 1675 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1611, doopsels, p.82.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 554, p.44L.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 82, p.180v & 181r & 181v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, folio 20r.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.20.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.227.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, doopsels, 1650, p.6.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.259.
Laurentius Frerix
IDnr.13562
Vader | Nicolaus Frerix1 ° voor 1625, + na 8 augustus 1646 |
Moeder | Helena Reners1 ° voor 1625, + na 8 augustus 1646 |
bronvermelding(en)
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Bilzen.
Margareta Frerix
IDnr.9996, ° voor 1600, + na 12 januari 1623
Doopsel | Margareta Frerix werd gedoopt voor 1600 te Maaseik? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Simon Desouwet op 12 januari 1623 te Maaseik [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 12 januari 1623 te Maaseik? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Maaseik.
Margaretha Frerix
IDnr.13557, ° 13 januari 1619
Vader | Joannes Frerix1 ° voor 1600, + na 27 januari 1642 |
Moeder | Francisca Vandenroije1 ° voor 1600, + na 8 augustus 1646 |
Doopsel | Margaretha Frerix werd gedoopt op 13 januari 1619 in Eik te Bilzen [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, parochieregisters Bilzen, 1619, doopsels.