Peeter Vanden Loyckensberge

IDnr.2571, ° voor 1470, + tussen 8 februari 1533 en 1 april 1546
Stamkaartenkwartierstaat samensteller
DoopselPeeter Vanden Loyckensberge werd gedoopt voor 1470 te Lummen? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Lysbeth Van Hiemslaeken voor 1495.2 
EigendomArnout Fredrix verkocht een goed aan Peeter Vanden Loyckensberge volgens een akte gemaakt te Lummen [België] in december 1522. De akte luidt als volgt: 'Arnout Frerix alias Bosmans verkoopt aan zijn sweer (schoonvader, schoonbroer) Peeter Vanden Loyckensberge een stuk land in den Hoffacker. Palende Z. de heren van Lumpmen en met de 3 andere zijden Peeter Vanden Bryel.
(Als datum van de akte wordt vermeld: 's vrijdags na jaargeding na kerstmis).3'
 
EigendomPeeter Vanden Loyckensberge verkocht een goed aan Aert Frericxs, Frelen Frericxs, Peter Frericxs, Jan Frericxs, Aert Stewechs, Lysken Frericxs, Leysken N. en Anne Frericxs volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 februari 1533. Deze verwijst ook naar Ghylis Ghylis als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Frederick van Mewen en Marie N.. De akte luidt als volgt: 'Peter Vanden Loeckensberge verkoopt via de Brabantse meier Ghylis Ghylis, een stuk winnens land, gelegen achter Keppers hoff en genoemd die Kercken scom. Palende W. Peter Naggen en Peter aenden Kerchoff, Z. de straat en O. Henrick Baers. Verkocht aan de kinderen van Ffrederick van Mewen alias Rayts oft Raymekers, met name: Aert, Frelen, Peter, Jan, Aert Stewechs als man-momber van Lysken in naam van zijn kinderen en Laurens als man-momber van Anne. Voorwaarde: deze kinderen moeten voor dit erf jaarlijks en eeuwig aan het Groot gasthuys van Diest, 1 mud rogge betalen en jaarlijks de grondcijns ter grootte van 2 ½ stuiver. Dit voorschreven erve is verkocht met 40 Rijnsgulden eens. Maar die 10 Rijnsgulden heeft Peter voorschreven gegeven aan Marie, de huisvrouw van Frederix van Meuwen voor de beteringe, dat sy dat erve voerscreven gebetert en heeft.
De datum in de akte wordt aangegeven als 8 sporkil (sprokkelmaand) of 8 februari.4'
 
OverlijdenHij overleed tussen 8 februari 1533 en 1 april 1546 te Lummen? [België].4,2 

Familie

Lysbeth Van Hiemslaeken ° voor 1470, + tussen 1 apr 1546 en 6 mei 1546
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 1, 8v.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.14.
  3. [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 1, p.8v.
  4. [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 1, p.109.

Andries Vanden Morttel

IDnr.3555, ° voor 1620, + na 9 juli 1648
DoopselAndries Vanden Morttel werd gedoopt voor 1620 te Lummen? [België].1 
LeningDe leningsovereenkomst van De Cartuysers van Seelhem met Joannis Frerix, geacteerd te Lummen [België] op 26 april 1646, vermeldt eveneens Andries Vanden Morttel.1 
EigendomDe eigendomstransactie van Anna Clockluijers, samen met Maria Clockluijers en Catarina Clockluijers, met Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle, geacteerd te Lummen [België] op 9 juli 1648, verwijst naar Andries Vanden Morttel als betrokken partij; De kinderen van Aerdt Clockluyders ghichten de kinderen van Marie Picken.
Anna Clockluyders vervangende Maria en Catarina Clockluyders, beiden present met de interventie van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans, dragen goederen op. Eerst had hun vader Aerdt Clockluyders zijn tochtrecht (vruchtgebruik) aan zijn kinderen afgestaan. Ze dragen op tot behoef van de erfgenamen van Marie Picken, die daarvoor ter gichte komen. Pontpenningen mits twee derde delen Loons zijn 8 gulden 2 stuivers.
Condities. Omdat Marie Picken zaliger, moeder van Bertholomeus en Christiaen van Herle, en schoonmoeder van Matteus Postelmans man en momber van Marie, Aerdt Frerix in de naam van zijn kinderen verwekt bij wijlen Marie Van Herle en Eustachius Timmermans man en momber van Christina Van Herle bij purgement gedaan tegen Jan Prels als crediteur hypotecair bepaalde goederen had verkregen die in Groenlaren gelegen zijn en die in de wandeling ‘het Baens Bloexken’ genoemd worden, die in eigendom waren van Anna, Marie en Catharina Clockluyders die verwekt zijn uit de schoot van Anna Leyten en Aerdt Clockluyders, en waarvan het vruchtgebruik toebehoorde aan de vader Aerdt Clockluyders, hebben ze Prels handvulling gedaan van de verlopen van zijn rente waarvoor de evictie gebeurd was. Omdat aan de kinderen van Aerdt Clockluyders als tochtenaar na zijn dood pleno jure dominij zouden vervallen een stuk land genaamd ‘den Linden Morttel’, een ander onder het Bercken Bosken op ‘den voetpat’ gelegen onder het Lindekens Velt, verder nog een perceel gelegen in den Linden Morttel hadden ze deze goederen gesteld in de handen van Marie Picken om zo verdere lasten te vermijden, zowel voor de Loonse als voor de Brabantse justitie in Lummen. Opdat de kinderen deze goederen later toch in handen zouden kunnen krijgen, zouden ze alle verlopen ‘arriragien’ moeten betalen aan Jan Prels ‘deur haere moedere verschoten’, de kosten van evictie en andere hofrechten zoals gichtgeld. Ze hebben met raad en instemming van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans besloten om deze goederen publiek te verkopen met ontsteken en branden van de kaars. Op volgende condities: de kinderen zullen al hun rechten verkopen op deze goederen, met hogen van 2 gulden te verdelen tussen hoger en verkopers. De koper moet aan de erfgenamen van Marie Picken voor het mesten, dryven en bezaaien van de landen voor het ploegrecht de helft van de opbrengst van de vruchten geven, met alle ‘voor verloopen arrivagien der renten die sij daerop sijn hebbende’ en bovendien alle rechtsonkosten, zowel van purgement door Prels als andere. De koopsom moet op datum van gichte betaald worden, 9 juli 1648, of ervoor rente bekennen tegen den penninck twintick (5%) en bovendien godsgeld 1 halve reael, lijcoop naer landtcoop en alle andere hoffrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel 8 schellingen. Anders: boete (op pene van reele executie als wesende eene schult met vollen recht verryckt).
Op 9 juli 1648 kregen de erfgenamen van Marie Picken de handslag voor 150 gulden boven drinkgeld en vacatien voor hun mombers 8 cruys pattacons. Verder nog 7 gulden aan Jan Lynen die ze hem schuldig zijn van ‘gepromereerden loon’ en 3 gulden door Aerdt Clockluijders aan rechten gegeven om een affgeboth ter verwerven zowel in het Loons als in het Brabants. Daarop hebben ze nog 25 hogen gesteld. Aerdt Gielis zette daarop nog 3 hogen, de erfgenamen voorschreven nog 10 hogen. Aerdt Gielis nog 3 hogen, de erfgenamen nog 10 hogen. Getuigen: Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel. Ondertekend: Henricus Swysen. Voor de overeenkomst met het origineel tekent secretaris Petrus Aerts.
Op 9 juli werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan Bertolomees Van Herle cum suis.2 
OverlijdenHij overleed na 9 juli 1648 te Lummen? [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, folio 20r.
  2. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.139v.

Lenardt Vanden Vinne

IDnr.2860, ° voor 1620, + na 28 februari 1664
DoopselLenardt Vanden Vinne werd gedoopt voor 1620 te Lummen? [België].1 
EigendomDe eigendomstransactie van Arnoldus Lijnen, samen met Renier Borremans, Maria Lijnen, Henrick Borremans, Elisabeth Leijnen en Catharina Leijnen, met Petrus Frederici, geacteerd te Lummen [België] op 8 juli 1660, verwijst naar Lenardt Vanden Vinne als betrokken partij; Aerdt Lijnen, mede voor zijn consorten, laat een akte registreren van notaris Vanden Vinne, Lummen, d.d. 16 september 1659. De inhoud is als volgt. Arnoldt Lijnen, Renier Bormans als man van Maria Leijnen, Henrick Borremans als man van Elisabeth Leijnen, samen mede voor hun zuster Catharina Leijnen, begijntje te Diest, verkopen aan Petrus Fredrici, licentiaat beide rechten, hun vierde part in de Langenbeempt op de Molenwech omtrent de grote molen. Palende de Demer, de graaf vander Marck, de straat en de erfgenamen Symon Symons. Fredrici neemt daarvoor op zich: ¼ part in de last om de bruggen te onderhouden 'aan de Meulenwech ende tot Meulem'. De moeilijkheid rond deze last is een nasleep van een deling tussen de eerste comparanten en hun medeërfgenamen van Joris Fredrici zaliger als van E. H. Joannes Fredrici zaliger, in zijn leven pastoor en landdeken te Hasselt. Gedaan binnen de Vrijheid ten huize van Jesper Pauwels 'bij hueringe'. Getuigen: Jesper Pauwels en Henrick Smans.2 
EigendomDe eigendomstransactie van Matthias Fredrix met Elisabeth Timmermans, geacteerd te Lummen [België] op 23 maart 1662, vermeldt eveneens Lenardt Vanden Vinne; Matteus Fredricx draagt op tot behoef van Elisabeth Timmermans het goed beschreven in de onderstaande conditie. Elisabeth kwam met recht ter gichte.
Conditie waarop Matteus Fredricx een stuk land in Laren gelegen zal verkopen. Het grenst "den Hagedoren Hoff" W, Peeter Kelchtermans en Reynder Timmermans N. Het goed wordt verkocht met "kerckengeboth", hogen en brandende kaars. Iedere hoge geldt 2 gulden, te verdelen half en half tussen verkoper en hoger. Het goed is belast met 1 stuiver grondcijns en verder niet. De laatste hoger moet alle verkoopsonkosten betalen zoals pontpenningen, kaarsgeld, conditiegeld 6 schellingen, godspenninck 5 stuivers, lijcoop naer landtcoop enzovoort. Op datum van gichte moet 300 gulden betaald worden en de rest op de dag van verjaren.
Op 9 maart bood Elisabeth Timmermans 440 gulden en 7 gulden als kermis voor de verkopers huisvrouw. Ze kreeg ervoor de palmslag en zette 18 hogen. Getuigen: Aerdt Stijls en Lenaerdt Vanden Vin. Attestor notaris J. Vanden Laer. Valentijn Diericx stelde aansluitend 2 hogen en Elisabeth nog 1. Op 23 maart werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen. Bij de uitgang bleef de koop aan Elisabeth Timmermans.3 
BeroepHij was notaris te Lummen [België] op 28 februari 1664.2 
OverlijdenHij overleed na 28 februari 1664 te Lummen [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.105.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.51.
  3. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1662, p.445.

Jasper Vanden Wyngaert

IDnr.13678, ° na 1970
VaderRudi Vanden Wyngaert1 ° circa 1950
MoederGodelieve Maria Guillemine Frederix1 ° na 1951
Stamkaartenafstammelingen van Joannes Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Joannes Fredrix [boxformaat]
GeboorteJasper Vanden Wyngaert werd geboren na 1970.1 

bronvermelding(en)

  1. [S327] GeneaNet pagina's van Lambert Cuenen, http://gw.geneanet.org/cuenen

Jolien Vanden Wyngaert

IDnr.13677, ° na 1970
VaderRudi Vanden Wyngaert1 ° circa 1950
MoederGodelieve Maria Guillemine Frederix1 ° na 1951
Stamkaartenafstammelingen van Joannes Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Joannes Fredrix [boxformaat]
GeboorteJolien Vanden Wyngaert werd geboren na 1970.1 

bronvermelding(en)

  1. [S327] GeneaNet pagina's van Lambert Cuenen, http://gw.geneanet.org/cuenen

Rudi Vanden Wyngaert

IDnr.7218, ° circa 1950
Stamkaartenafstammelingen van Joannes Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Joannes Fredrix [boxformaat]
GeboorteRudi Vanden Wyngaert werd geboren circa 1950.1 
HuwelijkHij huwde met Godelieve Maria Guillemine Frederix, dochter van Raymond Christiaan Camiel Frederix en Flora Maria Lambrichts, na 1970.1 

Familie

Godelieve Maria Guillemine Frederix ° na 1951
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S103] Digitaal Archief Belang van Limburg, krant van 26.12.1985, p.6.
  2. [S327] GeneaNet pagina's van Lambert Cuenen, http://gw.geneanet.org/cuenen

Barbara Vandenbergh

IDnr.3968, ° voor 1750, + na 4 maart 1770
DoopselBarbara Vandenbergh werd gedoopt voor 1750.1 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Gerardus Reijmen op 4 maart 1770 te Tessenderlo [België].1
OverlijdenZij overleed na 4 maart 1770.1 

bronvermelding(en)

  1. [S14] Parochieregisters Tessenderlo, Rijksarchief Hasselt, boek 919, 1770, doopsels, p.326.