Laurence Clara Frederici
IDnr.9052, ° 18 mei 1816
Vader | Joannes Lambertus Josephus Frederici ° 18 april 1779, + na 20 oktober 1859 |
Moeder | Constance Catherine Isabelle Demarteau ° 9 mei 1789, + 27 december 1817 |
Geboorte | Laurence Clara Frederici werd geboren op 18 mei 1816 te Verviers [België]. |
Laurence Clotilde Elisa Frederici
IDnr.9051, ° 7 augustus 1814
Vader | Joannes Lambertus Josephus Frederici ° 18 april 1779, + na 20 oktober 1859 |
Moeder | Constance Catherine Isabelle Demarteau ° 9 mei 1789, + 27 december 1817 |
Geboorte | Laurence Clotilde Elisa Frederici werd geboren op 7 augustus 1814 te Verviers [België]. |
Maria Frederici
IDnr.346, ° 9 april 1602, + 22 maart 1638
Vader | Petrus Frederici1 ° voor 1580, + na 9 april 1602 |
Moeder | N. N. ° voor 1581, + na 9 april 1602 |
Doopsel | Maria Frederici werd gedoopt op 9 april 1602 te Lummen [België] met als peter Renerius Thijs en als meter Ida Beckers.1 |
Overlijden | Zij overleed op 22 maart 1638 te Lummen [België] in de ouderdom van 35 jaar.2 |
Maria Frederici
IDnr.647, ° circa 1625, + 4 februari 1687
Vader | Arnoldus Frericx ° circa 1588, + 26 augustus 1657 |
Moeder | Anna Hoefmans ° circa 1590, + 28 maart 1666 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Naamvariatie | Maria Frederici werd ook Maria Fredrix genoemd. |
Doopsel | Zij werd gedoopt circa 1625 te Lummen? [België]. |
Huwelijk | Zij huwde met Petrus Bus voor 1645. |
Huwelijk | Zij huwde met Arnoldus Liefsoons tussen 23 maart 1652 en 15 augustus 1655.1,2 |
Naamvariatie | Zij werd ook Maria Fredrix genoemd.3 |
Erfenis | Joannes Frederici en Mattheus Fredrix waren, samen met Maria Frederici, op 20 juli 1666 te Hasselt [België] erfgenamen van Arnoldus Frericx en Anna Hoefmans. De akte verwijst ook naar Arnoldus Liefsoons en Arnoldus Millen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Petrus Bus en Catharina Frederici. De akte luidt als volgt: 'Op 20 juli 1666 zijn voor mij Notaris en getuigen hieronder geschreven persoonlijk verschenen en gecompareerd Eerwaarde Heer en Meester Joannes Fredrix, Mathijs Fredrix, Joris Fredrix, Mathijs Matheuwis als man en momber van zijn vrouw Anna Fredrix, Aerdt Liefsoons als man en momber van zijn vrouw Maria Fredrix geassisteerd door Aerdt Bus, mede sprekende voor zijn andere zusters en broers, voorkinderen van de voornoemde Maria Fredrix, bij haar verwekt door Peeter Bus zaliger, en Aerdt Millen als vader en momber van zijn kinderen Renier, Anna, Lijsbeth en Catrien Millen, verwekt uit de schoot van Catlijn Fredrix. Samen kinderen en representanten van Aerdt Fredrix en Anna Hoefmans, beide zaliger. De goederen, cijnzen en renten die voornoemde ouders hebben achter gelaten, zijn na rijpe deliberatie en langdurig beraad in zes gelijke delen verdeeld, aangeduid met de letters A, B, C, D, E en F. Na hierover gekaveld te hebben is het eerste deel, aangeduid met de letter A, gevallen aan Aerdt Liefsoons, zowel voor hem en zijn kinderen verwekt bij Maria Fredrix als voor de kinderen bij haar verwekt door Peeter Bus, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning waar Aerdt voornoemd woont Het bestaat uit twee ‘moeshoofkens', de dries of boomgaard, de ene gelegen te Groenlaren in Lummen, geschat op 800 gulden, de andere geschat op 400 gulden bl, de onderste Scijnenshof geschat op 600 gulden bl, de bovenste Scijnenshof, bovenop de lasten die erop staan, geschat op 900 gulden bl, het Wauterken geschat op 150 gulden bl, de Langenhof geschat op 250 gulden bl, het Passebosken geschat op 100 gulden bl, het Quaetbleuxken geschat op 100 gulden bl, het voorste Edbrouck geschat op 800 gulden bl, de Jonckhanensbampt geschat op 400 gulden bl, en het Peeterbrouxken geschat op 200 gulden bl. Vervolgens 27 gulden en vijf stuivers bl jaarlijkse rente en nog eens 25 gulden bl jaarlijks, beide staande op de gemeente Lummen. Verder 3 gulden bl jaarlijks op de panden van Jaspert Poelmans, ook van Lummen. (Nota: een totaal van 4700 gulden bl voor de onroerende goederen en 55 gulden en vijf stuivers bl jaarlijks aan renten). Het tweede deel aangeduid met de letter B is gevallen aan Aerdt Millen voor zijn voornoemde kinderen, bestaande uit de hierna volgende percelen van erven en renten, te weten de winning van Aerdt Corthauts met het land, moeshof en boomgaard, te Groenlaren in Lummen gelegen, geschat op 300 gulden bl, de Heusarens geschat op 400 gulden bl, de Vrauwkenshof geschat op 200 gulden bl, het Heijken tegenover de voornoemde winning gelegen geschat op 100 gulden bl, de Reu geschat op 1000 gulden bl boven de last van een vat koren jaarlijks, de Huijsmansschom geschat op 400 gulden bl, het achterste Edbroek geschat op 600 gulden bl, het meken geschat op 200 gulden bl en de Gielisbampt geschat op 300 gulden bl. Vervolgens 7 gulden bl jaarlijkse rente op de panden van Aerdt Aerts van Leuven, 8 gulden bl jaarlijks op de panden van Frans Rubens van Stevoort, op de panden van Jan Vos van Spalbeek 16 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Munters op de Kempense Heide drie vaten koren jaarlijks geschat op 4 gulden en 10 stuivers bl, op de panden van Jan Van der Linden van Schulen 7 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Tilborch 13 gulden en 14 stuivers bl jaarlijks en de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 gulden uit 50 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3500 gulden bl aan de onroerende goederen en 81 gulden en 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het derde deel aangeduid met de letter C is gevallen aan Mathijs Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de winning, moeshof en de hof erachter gelegen in het Oostereinde van de Vrijhijt Lummen, geschat boven de lasten op 1300 gulden bl, het Lindekensveld achter het dorp geschat op 150 gulden bl, de Eijkenstock geschat op 300 gulden bl, de Berch geschat boven de last van een half vat koren aan Mr. Peeter Fredrix op 200 gulden bl, de Hoeleijcke geschat op 100 gulden, het hofken achter Deckers, het Stenaershofken en de Huijgenbos samen geschat op 250 gulden bl, de hoeve op het Oostereinde geschat boven de lasten van één 'kop' jaarlijks op 10 gulden bl, het Edbrouck achter het bos geschat op 800 gulden bl, de beide ‘bempdekens’ geschat op 400 gulden bl boven de last van 3 gulden jaarlijks onder correctie aan de kerk van Lummen, en het voorste en achterste middelbroek geschat op 400 gulden bl. Vervolgens 12 gulden bl jaarlijks op de panden van Lambrecht Jans, op de panden van Jan Hauen van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Klockluijders van Lummen 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Marten Wauters van Leuven 3 gulden bl geld en munten en 8 gulden bl jaarlijks, makende tesamen 13 gulden bl, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 20 gulden uit 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Aerdt Klocklijers van Lummen 3 gulden jaarlijks, op de panden van Anthoon Lemmens van Molem 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Vaes Swaelen en Hendrick Remen van Geneiken 4 gulden bl jaarlijks en op de panden van Mr. Jacob Clerx van Lummen 6 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 3910 gulden bl aan onroerende goederen en 65 gulden bl jaarlijks aan renten). Het vierde deel aangeduid met de letter D is gevallen aan Joris Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de hofstad in het dorp van Lummen, schuur, stalleken en moeshof geschat boven de lasten op 600 gulden bl, de heide met het bos erbij en de Kerckenbempt geschat boven de lasten van 3,5 vaten koren en 15 stuivers jaarlijks aan het begijnhof van Diest, op 1000 gulden jaarlijks, den Ikert geschat op 150 gulden bl, de helft van de schom van Marie Lijnen geschat op 50 gulden, den Peijl in Gestel met het bos en de bomen geschat op 400 gulden bl, het nieuwe bleuck dat Marten Wauters huurt geschat op 300 gulden bl, het Lindekensveld in Laren geschat op 150 gulden bl, de Langenbampt geschat op 600 gulden bl, de andere bampt in Laren die Aerdt Corthauts huurt geschat op 500 gulden bl. Vervolgens 12 gulden jaarlijks op de panden van Jan Roelants van Stevoort, op de panden van Hendrick Motmans van Kortessem 15 gulden zijnde de rest van 35 gulden jaarlijks, op de panden van Lucas Smans van Tiewinkel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Michiel Reijnders van Lummen 3 gulden 10 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Meuwis Scepers van Leuven 3 gulden 10 stuivers jaarlijks, op de panden van Willem Thonis van Gestel 5 gulden bl jaarlijks, op de panden van Peeter Engelbrechts van Tuijlt 10 gulden bl jaarlijks, op de panden van Catlijn Timmermans van Linkhout 15 gulden 10 stuivers jaarlijks en op de panden van Heer Laurens van Meuwen van Schulen, nu Jan Hoens 2 gulden 10 stuivers jaarlijks. (Nota: een totaal van 3750 gulden bl voor de onroerende goederen en 72 gulden stuivers bl jaarlijks aan renten). (In de marge staat de volgende nota). Joris Fredrix heeft van zijn moeder reeds 25 gulden jaarlijks genoten en hiermee is al rekening gehouden). Het vijfde deel aangeduid met de letter E is gevallen aan Mathijs Mateuwis, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten de Baltishoeve in Tuijlt geschat op 1200 gulden bl, het Bausenhofken in Kermt geschat op 100 gulden bl, het Mishooffken in Tuijlt geschat boven de lasten op 400 gulden bl, de bempt en het land ernaast in Busselken te Stevoort gelegen geschat boven de last van 16 stuivers jaarlijks op 1000 gulden bl; het Scossautbos in Mellaar geschat op 100 gulden bl, de bempt omtrent Heusden geschat op 200 gulden bl, de schom in Linkhout geschat op 150 gulden bl, het broek achter de molen te weten de bampt op de Demer in het Lummens broek, de wisselbampt tegen Peeter Aerts en de Rausen Penninck tesamen geschat op 300 gulden bl, de Goorkuijlen geschat op 50 gulden, het eikenbos achter Kuringen geschat boven de lasten van 37 stuivers jaarlijks en de drie bomen die daar uit gehouwen moeten worden op 300 gulden bl. Vervolgens op de panden eertijds van Claes Bijsmans nu Jan Vrerix en consorten 15 gulden bl jaarlijks, op de panden van Mathijs Joris van Lummen 35 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Greffers van Linkhout 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Linkhout 3 gulden bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Slegers van Stokrooi 2 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan Coex van Kermt 4 gulden bl, op de panden van Jan Peermans nu van Jan Engelen van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Govert Slaechs van Linkhout nu van Jan Spilborch van Linkhout 4 gulden 12 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Cleersnijders van Stevoort 25 uit 50 gulden bl jaarlijks. (Nota: een totaal van 3800 gulden bl voor de onroerende goederen en 95 gulden 4 stuivers bl jaarlijks aan renten). Het zesde deel aangeduid met de letter F is gevallen aan Eerwaarde Heer Jan Fredrix, bestaande uit de volgende percelen van erven en renten, te weten het huis en aanhang in Hasselt gelegen ‘daar de condividenten elders uitgestorven zijn’ geschat met de last van 17 gulden en 12 stuivers min één oort op 3000 gulden bl, de Jorisbleuck in Geneiken geschat op 400 gulden bl, het land in Geneiken dat Hendrick Van den Velde huurt geschat op 200 gulden bl, het land in Bolderberg met een rente van 8 gulden jaarlijks aan Peeter Pinxten geschat op 500 gulden. Vervolgens op de panden van Jaspert Mantels van Zonhoven 25 gulden 5 stuivers bl jaarlijks, op de panden van Hendrick Swinnen van Kermt 20 gulden 10 stuivers bl jaarlijks. Een stuk land buiten de Trichterpoort gelegen met de daarop staande vruchten geschat boven de last van 4,5 vaten koren op 200 gulden bl, op de panden van Tielman Van Heele van Lummen nu van Jan Fredrix 6 gulden bl jaarlijks, op de panden van Jan van Schoenbeeck van Hasselt een vat koren jaarlijks geschat op 30 gulden en op de panden van Lucas Geerts van Leuven 1 gulden jaarlijks. (Nota: een totaal van 4300 gulden bl voor de onroerende goederen en 82 gulden 15 stuivers bl jaarlijks aan renten). Zo gesteld en gekaveld heeft iedereen zijn deel gekregen met als getuigen de eerzame Lambrecht Kelleneers en Margriet Wijsenraets. Was getekend: Cor. Caproens.3' |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Maria Corthouts op 14 oktober 1669 te Lummen [België]; De meter is Maria Fredrix (nog op te zoeken.)4 |
Lening | De leningsovereenkomst van Petrus Frederici met Mattheus Bervoets en Christiaen Rutten, geacteerd te Lummen [België] op 24 januari 1670, verwijst naar Maria Frederici als betrokken partij.5 |
Overlijden | Zij overleed op 4 februari 1687 te Hasselt [België]. De tekst vermeldt: '[nvdr. In de leningsakte van 12.01.1690 van Jacobus Busch staat '...in de naam van zijn moeder Maria Fredrix, volgens akte hierover gepasseerd voor secretaris Neven op 03.01.1686...'] en in het relief van 10.04. 1687 staat '...na de dood van hun ouders zaliger, namelijk Peter Busch en Maria Fredrix...'], wat erop duidt dat zij tussen 03.01.1686 en 10.04.1687 overleden is.6,7,8' |
Relief | Na het overlijden van Petrus Bus en Maria Frederici releveren Jacobus Busch en Arnoldus Busch op 10 april 1687 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Jacobus Busch, voor zichzelf en voor zijn broer Aerdt Busch, releveert het versterf dat op hen verstorven is na de dood van hun ouders zaliger, namelijk Peter Busch en Maria Fredrix. Het gaat om een hof in Groenlaren gelegen, palend aan de 's Heeren straet ten noorden, de erfgenamen Tielen Van Herle ten zuiden, de heer Jan Fredrix ten oosten, en hun eigen erf ten westen. Verder een hof in Molem gelegen, palend aan de 's Heeren straet ten oosten en ten noorden, Henric Claes ten westen, de gemeente van Molem te zuiden. Een rente van 50 gulden jaarlijks op het corpus van deze gemeente.7' |
Lening | De leningsovereenkomst van Cristophorus de Liebigh met Jacobus Busch, geacteerd te Lummen [België] op 12 januari 1690, verwijst naar Maria Frederici als betrokken partij; 100 gulden.8 |
Familie 1 | Petrus Bus ° voor 1625, + voor 15 aug 1655 |
Kinderen |
|
Familie 2 | Arnoldus Liefsoons ° circa 1625, + na 20 jul 1666 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, p.41.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, p.20.
- [S40] Schepenbank Hasselt - Civiel Luiks Recht, Rijksarchief Hasselt, Dossier nr. 974.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, p.159.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.202.
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1672, overlijdens, p.481v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1685-1691, p.257.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1685-1691, p.328v.
Maria Frederici
IDnr.8905, ° voor 1755, + na 18 april 1779
Doopsel | Maria Frederici werd gedoopt voor 1755 te Verviers? [België].1 |
Doopsel | Zij was meter bij het doopsel van Joannes Lambertus Josephus Frederici op 18 april 1779 te Verviers [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 18 april 1779 te Verviers? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S198] Parochieregisters Verviers, Rijksarchief Liège, doopsels, 1779, r141.
Maria Agnes Frederici
IDnr.3924, ° 1 juli 1726, + na 2 juli 1751
Vader | Joannes Franciscus Frederici1 ° 10 februari 1695, + 13 mei 1741 |
Moeder | Maria Margareta Van Rijckel1 ° 1 februari 1694, + 13 januari 1763 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Maria Agnes Frederici werd gedoopt op 1 juli 1726 te Hasselt [België] met als peter Joannes Van Ertrijk en als meter Helena Caproens en Agnes Van Buijlen. De akte vermeldt: 'Maria Agnes van Buijlen is meter in plaats van Helena Caproens.1' |
Aflossing | De leningsovereenkomst van Guillielmus Franciscus Vaets en Maria Anna Matthijs met Jan Claes en Jan Munters, geacteerd te Hasselt [België] op 2 juli 1751, verwijst naar Maria Agnes Frederici als betrokken partij; 250 gulden.2 |
Overlijden | Zij overleed na 2 juli 1751 te Hasselt? [België].2 |
Maria Anna Frederici
IDnr.4452, ° 22 mei 1755
Vader | Henricus Arnoldus Frederici1 ° 8 juni 1722, + 11 februari 1786 |
Moeder | Maria Anna Van Ertrijck1 ° 5 april 1724, + 4 augustus 1801 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Maria Anna Frederici werd gedoopt op 22 mei 1755 te Hasselt [België] met als peter Henricus Egidius Van Henis en als meter Maria Anna Frederici.1 |
bronvermelding(en)
- [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1755, doopsels, p.132.