Jan Maes
IDnr.2828, ° voor 1610, + na 19 februari 1666
Doopsel | Jan Maes werd gedoopt voor 1610.1 |
Huwelijk | Hij huwde met Margareta Stessens voor 16 maart 1645.1 |
Lening | De leningsovereenkomst van Aerdt Frericx met Catharina Poelmans, geacteerd te Lummen [België] op 16 maart 1645, vermeldt eveneens Jan Maes; 60 gulden bbl.1 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Christiaen Fredrix met Mattheijs Jans, geacteerd te Beringen [België] op 13 oktober 1650, verwijst naar Jan Maes als betrokken partij; Op deze en alle hierna volgende 'proclamatorielle' condities stelt Christiaen Fredericx ter 'venditien' een stuk land in Paal gelegen, 'regenoten' ten oosten en ten noorden aan de erfgenamen van Peeter Jans zaliger, ten zuiden aan 's'heeren straet', groot 'drij vaet saijens'. Hij warandeert de verkoper dat dit stuk land nergens mee belast is, behalve met een kleine cijns, van één oort of iets dergelijks, waarvan hij zelfs niet weet of hij het ooit betaald heeft. Item zal deze conditie driemaal [af]geroepen worden in de kerk van beringen, en dit om de 14 dagen. Daarna zal men de op de 'naester genachten' of naar believen van partijen de kaars ontsteken. Zo er enig differentie zou zijn bij het uitgaan van de kaars, wordt er beslist door de 'heeren daer over sittende' [nvdr. de schepenen]. Verder nog de conditie dat de koper op deze koop zoveel hogen van telkens 2 gulden zal mogen stellen als hem belieft, half tot profijt van de verkoper en de andere helft tot profijt van de koper. Item zullen de 'coop penninghen' op de [dag van de] gicht moeten worden betaald, in goede en gangbare munt en zal de koper het goed vanaf dan mogen 'aenslaen'. Item moet de huisvrouw van de verkoper 12 gulden voor een 'kermisse' hebben. Item, zo iemand komt te hogen en niet kan voldoen, dient hij drie 'roesenoebels' te betalen, wat met 'parate exercitie' mag worden verhaald. Lijcoop na lantcoop, godtspenninck 3 schellingen, schrijfgeld een halve pattacon. Op heden 9 september 1650 heeft Theijs Jans 278 gulden Brabants geboden en 40 hogen, waarop hem de palmslag is gegeven. 'Actum et stipulatum' binnen Beringen in presentie van Peeter Moons en Wauther Coems als 'geloeffbaere' getuigen. Was ondertekend, J. Loijens notaris. Op dezelfde dag en maand heeft Jan Maes deze koop nog verbeterd met 3 hogen, welke Theijs Jans voorschreven wederom heeft afgehoogd met 7 hogen, in presentie van de getuigen zoals boven. Was ondertekend, J. Loijens notaris. Anno 1650 op 13 oktober, nadat opnieuw de proclamaties over deze verkocht goed in de kerk van Beringen waren gedaan, is de kaars op die datum wettelijk ontstoken en gebannen. Bij het uitgaan is het goed aan Theijs Jans als laatste hoger verbleven voor de som als in de conditie staat. Vervolgens heeft Christiaen Fredericx, met 'lauderinghe' van zijn huijsvrouwe opgedragen tot behoef van aan zijn koper, die daarin gegicht is met recht. De opdrager verklaart zijn kooppenningen te hebben ontvangen en is 'in hoeden gekeert'.2 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Lambrecht Hermans met Peter Fredricx, geacteerd te Paal [België] op 31 maart 1651, verwijst naar Jan Maes als betrokken partij; Condities waarop Lambrecht Hermans met 'lauderinghe' van zijn 'huijsvrouwe' vanwege de 'erfdom', en Lenardt Coems voor de 'tochte' zekere percelen 'eerffven' te Paal gelegen, genaamd 'die Rijdtstucken', regenoten ten westen aan Peeter Moens, ten oosten aan de erfgenamen van Jacob Thonis, ten zuiden aan Jan Keunen. 'Item', noch een 'heijthoeve oft scomme', niet erg vruchtbaar land], genaamd 'den Molenpadt', regenoten ten westen aan Peeter Fredericx, ten oosten aan 'die Croucstraeten'. Ten 1ste. Wanneer de palmslag van 'dese eerffve' zal gegeven zijn, zal de koper daarop zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, telkens 2 gulden voor ieder hogen. Half tot profijt van de verkoper en hal tot profijt van de koper. Ten 2e zal deze koop in de kerk van Beringen behoorlijk geroepen worden, driemaal [telkens] om de 14 dagen, waarna dan de kaars zal ontstoken worden, ofwel op een datum naar believen van partijen. Ten 3e gedurende de proclamatie en het branden van de kaars zal iedereen zoveel hogen mogen zetten als het hem belieft, zoals hier boven [aangegeven]. Ten 4e. In het geval iemand hoogt, en de kaars op hem uitgaat, en hij de koop niet kan voldoen, zal men om anderen niet te kort te doen, de kaars opnieuw ontsteken. Als het goed later minder zal opbrengen, zal dit met 'parate executie' op de 'gebreeckelijcken' worden verhaald Ten 5e. Wie afgehoogd wordt zal zijn hogen moeten verhalen op de laatste hoger, die zal 'verobligeert' zijn hem dadelijk te betalen, inclusief de onkosten zoals 'coepgeldt', 'lijcoop', 'godtpenninck', schrijfgeld en 'andersints'. Ten 6e als er bij het uitgaan of branden van de kaars een misverstand zou zijn, zal dit beslecht worden voor de schepenen zonder verder beroep. Ten 7e waranderen de voorschreven verkopers dat de voorschreven percelen niet belast zijn behalve met de cijns, daaraan verbonden, en met de 'servituijten' van de weg, waartoe het goed verplicht is, en verder niets. Ten 8e zal Matthijs Huveneers de huur van de voorschreven percelen [mogen] blijven gebruiken tot de eerstkomende hoogmis, waarna de koper het zelf zal mogen innemen. Op datum van de gicht zal deze 200 gulden plus de onkosten betalen en de resterende 'cooppenninghen' tussen Sint-Andries [nvdr. 30 november] en Kerstmis eerstkomend. Volgens deze condities heeft op heden 15 februari 1651 Peeter Fredericx in zijn huis te Paal in presentie van mr. Waulther Van Hoeven en Jan Anthonij 195 gulden gezet, een souverain gouden munt] als drinkgeld, te verdelen tussen de twee verkopers, godtspenninck 2 schellingen voor de Sint-Janskapen te Paal, schrijfgeld een halve pattacon. En zo heeft Peeter Fredericx van de voorschreven verkopers de palmslag ontvangen. Tezelfdertijd heeft Peeter Fredericx in presentie van [getuigen] als hier boven zijn koop verbeterd met 10 hogen, die Phlips Jans heeft afgekocht met 2 hogen, die Peeter Fredericx weer afgekocht heeft met 3 hogen. Was ondertekend door 'testor' Phlips Jans, notaris. Op heden 31 maart 1651 zijn andermaal de proclamaties gedaan in de kerk van Beringen volgens condities en is de kaars over de percelen grond daarin vermeld wettelijk ontstoken en 'van s'heeren weeghen' gebannen. Bij het uitgaan is [het goed] aan Peeter Fredericxs verbleven. In de kwaliteit als voorschreven met 'lauderinghe' van Jacquemine La Pont, 'huijsvrouwe' van Lambrecht Hermans, releveren de twee verkopers in handen van medeschepenen Crounarts en Maes en dragen [het goed] op ten behoeve van Peter Fredericx, die daarin wordt gegicht. Ze verklaren met 'hender couppenninghen' tevreden te zijn, wetende dat Peeter de 200 gulden die hij op datum van de gicht schuldig is, binnen 14 dagen tot drie weken zal betalen, en de resterende som tussen Sint-Andries en Kerstmis. Als hij in gebreke blijft van betalen zal hij daarop een behoorlijke intrest betalen naargelang de periode 'den penninck twintich' [nvdr. aan 5%]. Naar believen van partijen zal hij voor een competente rechter daarvoor gicht en 'goedenisse' vergoeding] doen en is 'in hoeden gekeert'. Anno 1652 op 19 september heeft Frans Croonarts op last van Lambrecht Hermans Peter Fredericx gekweten van de voorschreven verkoop. Hij verklaart dat Lambrecht voorschreven in alles volledig is voldaan en betaald.3 |
Beroep | Hij was schepen te Beringen [België] op 15 november 1653 ter vervanging van Jan Custers.4 |
Erfenis | Mathias Clockluijers en Elisabeth Clockluijers waren op 19 februari 1666 te Lummen [België] erfgenamen van Jan Maes; Testament van Catharina Fredrix, voorgelegd op 19 februari 1666 door haar zoon Matteus Clockluyders. Het werd opgemaakt op 03 januari 1665 door Cornelius Willems, priester. Catherine Fredrix was toen ziek. Ze schenkt aan haar zoon Matteus Klockluyders voor getrouwe dienst het paard met de kar en 2 rode koeien, een klein kistje met alle hemden erin, zowel van vader zaliger als van hem, 1 mudde koren, het half varken. Haar dochter Elisabeth Klockluyders krijgt vooruit een koe genaamd 'de ruggel'. De zoon moet geen rekenschap geven van hetgeen uitgegeven werd. De schulden moeten ze samen betalen. Getuigen: Jan Jans, Jan Mues. Ze voegt nog toe dat haar zoon ook de beschikking krijgt over het huurland voor hem alleen, mits hij de pacht ervan betaalt. De huur vangt aan 'te oogst'. Op 30 april 1665 legde Matteus dit testament voor, de getuigen verklaren zich akkoord met de inhoud.5 |
Overlijden | Hij overleed na 19 februari 1666.5 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.147v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, boek 40, 1650, p.269v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1651, boek 40, p.298v.
- [S145] Schepenbank Beringen, Rijksarchief Hasselt, 1653, boek 41, voorblad.
- [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 146, 1655-1677, testamenten, folio 40v.
Joannes Baptistus Maes
IDnr.3496, ° voor 1710, + na 26 februari 1732
Doopsel | Joannes Baptistus Maes werd gedoopt voor 1710.1 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Maria Jans en Arnoldus Fredrix op 26 februari 1732 te Koersel [België]; In de huwelijksakte staat dat Arnoldus van Hechtel is en Maria van Oostham.2 |
Overlijden | Hij overleed na 26 februari 1732.1 |
Jozef Alfons Maes
IDnr.2078, ° 30 december 1942
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
Geboorte | Jozef Alfons Maes werd geboren op 30 december 1942 te Houthalen [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Frida Florentina Maria Frederix, dochter van Eugenius Leopoldus Hubertus Frederix en Maria Regina Ludovica Elsen, op 26 oktober 1972 te Heusden [België].1 |
Familie | Frida Florentina Maria Frederix ° 20 feb 1946 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S25] Marcel Frederix, Boek 'Stamboek Louis Frederix - Maria Aerts' (n.pub., 05.09.1981).
Leonia Maes
IDnr.15921, ° 18 juni 1874, + na 14 oktober 1903
Vader | Leopold Bernard Maes1 ° voor 1855, + na 5 juli 1898 |
Moeder | Theresia Van Stappen1 ° voor 1855, + na 5 juli 1898 |
Geboorte | Leonia Maes werd geboren op 18 juni 1874 te Temse [België].1 |
Beroep | Zij was dienstmeid te Antwerpen [België] op 5 juli 1898.1 |
Huwelijk | Zij huwde met Franciscus Fredrix, zoon van Bernardus Fredrix en Lucia Sneijers, op 5 juli 1898 te Antwerpen [België] met als getuigen Felix Fredrix. De akte vermeldt: 'Het huwelijk heeft plaats om tien uur 's morgens. De ouders van de bruid en de vader van de bruidegom zijn aanwezig en stemmen toe. De getuigen zijn Emilius Maes (26 jaar, bakker, broer van de bruid, uit Temse), Petrus Foubert (24 jaar, schipper, uit Zwijndrecht, neef van de bruid), Petrus Van Meervenne (28 jaar, arbeider, uit Antwerpen) en Felix Fredrix (48 jaar, werktuigkuldige, oom van de bruidegom, uit Borgerhout).1' |
Overlijden | Zij overleed na 14 oktober 1903 te Antwerpen? [België].2 |
Familie | Franciscus Fredrix ° 5 apr 1869, + na 14 okt 1903 |
Kind |
|
Leopold Bernard Maes
IDnr.15922, ° voor 1855, + na 5 juli 1898
Geboorte | Leopold Bernard Maes werd geboren voor 1855 te Temse? [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Theresia Van Stappen voor 18 juni 1874 te Temse? [België].1 |
Beroep | Hij was bakker te Temse [België] op 5 juli 1898.1 |
Overlijden | Hij overleed na 5 juli 1898 te Temse? [België].1 |
Familie | Theresia Van Stappen ° voor 1855, + na 5 jul 1898 |
Kind |
|
bronvermelding(en)
- [S90] Burgerlijke Stand Antwerpen, Rijksarchief Antwerpen, 1898, huwelijken, p.323, akte 1290.
Lijsbeth Maes
IDnr.14641, ° voor 1575, + na 2 oktober 1608
Doopsel | Lijsbeth Maes werd gedoopt voor 1575 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Peeter Loeffens voor 2 oktober 1608 te Lummen? [België].1 |
Eigendom | Wouter Juchmans verkocht, samen met Lijsbeth Maes, een goed aan Aerdt Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 2 oktober 1608. Ze vermeldt verder ook Reinier Moens. De akte luidt als volgt: 'Pontpenningen 11 gulden 5 stuivers. Wouter Juchmans, uit kracht van constitutie aan hem gegeven door Peeter Loesen, hierna geregistreerd, draagt op tot behoef van Aerdt Frerix een stuk broek in Tiewinckel gelegen, genaamd "die Streken", grenzend de Laeck 1), de zusters van Hasselt 2), Jan Lijnen erfgenamen 3) en "den Goidts Bampt" 4). Voor 450 gulden Brabants. Het goed is enkel met cijns belast. Indien iemand het goed aan Aerdt Frerix vernadert, moet die hem intrest geven volgens tijdverloop. Frerix mag het goed niet aanvaarden voor lichtmesse. Lijcop nae landtcoop, godtspenninck 2 rinsgulden. Frerix kwam ter gichte. Omdat dit goed tevens sorteert in de Hoff van Veulen, is het pontgeld hier maar op 11 rinsgulden en 5 stuivers Brabants gezet. Op 12 januari 1609 heeft Aerdt Frerix dit goed opgedragen tot behoef van Marten Snivers wegens naderschap. Hij kreeg zijn geld terug. Constitutie. 23 september 1605 akte van notaris en commissaris van de stad Hasselt Reinier Moens. Peeter Loeffens man en momber van Lijsbeth Maes, wonend in Antwerpen, heeft geconstitueerd en volkomen macht gegeven aan Wouter Juchmans, borger van Hasselt, om in zijn naam al zijn goederen, rente, pachten en cijnsen te beheren en geld te ontvangen, gelegen in het kwartier van Hasselt en daar in de buurt, van welke natuur ook. Hij moet een rekening bijhouden van zijn aan- en verkopen, ontvangsten en uitgaven. Opgemaakt in het huis van de notaris binnen Hasselt met getuigen Gijsbrecht Elbrechs en Aerdt Cotermans.1' |
Overlijden | Zij overleed na 2 oktober 1608 te Antwerpen? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 77, 1608, p.236v.
Louis Maes
IDnr.12934, ° 1 februari 1937, + 7 augustus 2003
Stamkaarten | afstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat] |
Beroep | Louis Maes was leraar in de Provinciale School te Diepenbeek [België].1 |
Geboorte | Hij werd geboren op 1 februari 1937 te Overpelt [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Maria Rachel Julia Frederix, dochter van Pierre Jean Frederix en Maria Cecilia Vos, in juli 1967 te Heusden [België].2 |
Overlijden | Hij overleed op 7 augustus 2003 te Hasselt [België] in de ouderdom van 66 jaar.1 |
Begrafenis | Hij werd begraven op 13 augustus 2003 in Rooierheide te Diepenbeek [België].3,1 |