Henricus Frelix

IDnr.361, ° 29 oktober 1604, + voor 7 december 1638
VaderJoannis Frederix1 ° voor 1580, + voor 28 januari 1638
MoederMaria Wevers1 ° voor 1580, + 23 oktober 1615
NaamvariatieHenricus Frelix werd ook Henricus Frelicx genoemd. 
GeboorteHij werd geboren op 29 oktober 1604 te Lummen [België].1 
OverlijdenHij overleed voor 7 december 1638 te Lummen? [België]. De tekst vermeldt: 'In het relief van 07.12.1638 wordt Henricus niet meer vernoemd.2' 

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1604, doopsels, p.18.
  2. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 82, p.180v & 181r & 181v.

Maria Frelix

IDnr.611, + 9 maart 1616
OverlijdenMaria Frelix overleed op 9 maart 1616 in Genenbos te Lummen [België]. De tekst vermeldt: 'Maria woonde in Genebos.1'

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1616, overlijdens, p.70.

Godefridus Fremmen

IDnr.8548, ° voor 1610, + na 27 oktober 1639
Stamkaartenafstammelingen van N2 Frederix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van N2 Frederix [boxformaat]
DoopselGodefridus Fremmen werd gedoopt voor 1610 te Mechelen-aan-de-Maas? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Barbara Frederix, dochter van N2 Frederix en (vrouw van N2) N., op 11 mei 1633 te Mechelen-aan-de-Maas [België].1 
DoopselHij was peter bij het doopsel van Thomas Frederix op 27 oktober 1639 te Mechelen-aan-de-Maas [België].2 
OverlijdenHij overleed na 27 oktober 1639 te Mechelen-aan-de-Maas? [België].2 

Familie

Barbara Frederix ° voor 1610, + 26 apr 1643
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S175] Parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, Rijksarchief Hasselt, huwelijken, 1633, p.107.
  2. [S175] Parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, Rijksarchief Hasselt, doopsels, 1639, p.123.
  3. [S175] Parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, Rijksarchief Hasselt, doopsels, 1637, p.118.
  4. [S175] Parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, Rijksarchief Hasselt, overlijdens, 1639, p.123.

Simon Fremmen

IDnr.8550, ° juli 1637
VaderGodefridus Fremmen1 ° voor 1610, + na 27 oktober 1639
MoederBarbara Frederix1 ° voor 1610, + 26 april 1643
Stamkaartenafstammelingen van N2 Frederix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van N2 Frederix [boxformaat]
DoopselSimon Fremmen werd gedoopt in juli 1637 te Mechelen-aan-de-Maas [België].1 

bronvermelding(en)

  1. [S175] Parochieregisters Mechelen-aan-de-Maas, Rijksarchief Hasselt, doopsels, 1637, p.118.

Aerdt Frericx

IDnr.92, ° 12 april 1610, + 25 februari 1673
VaderGerardus Frericx1 ° circa 1584, + 21 november 1639
MoederMargaretha Thonis1 ° voor 1588, + voor 12 juni 1631
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselAerdt Frericx werd gedoopt op 12 april 1610 te Heusden [België] met als peter Vincentius Lijnen en als meter Helwigis Bloemmen.1 
LeningAerdt Frericx leende aan Maria Willems de som van 200 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 8 februari 1640. Deze verwijst ook naar Antoen Gaethofs en Aert Van Heijden als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Matteus Willems. De akte luidt als volgt: 'Antoen Gaethoffs en Aert Van Heijden, heren van Beringen, sijnder hiervan present Maria Willems hebben opgedragen tot behoef van Aert Frederix Geerdens zoon, 12 gulden bb jaarlijks, welke [Henrick] trok van het kindsgedeelte van zijn vrouw aan panden van de achtergelaten kinderen van Mattues Willems. Zij blijven te kwijten met 200 gulden bb gelijk dat geld ‘in tijt der quijtinge’ zal gangbaar zijn. De eerste vervaldag is op halff maart 1641. Warantschap doende voor een goede gicht bekent Henrick zijn penningen te hebben ontvangen. Na de opdracht van Henderick met ‘sijne huijsvrauwe’ is Aert Fredrix ter gichte gekomen.2'
ErfenisGeorgius Fredrix en Joannes Fredrix waren, samen met Aerdt Frericx, op 11 oktober 1640 te Lummen [België] erfgenamen. De akte verwijst ook naar Oriaen Leijnen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter Frerix voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap, waarvan ze de reparatiekosten gelijk zullen delen.3' 
LeningAerdt Frericx leende aan Catharina Poelmans de som van 60 gulden bbl aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 maart 1645. Deze verwijst ook naar Joannis Poelmans als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Jan Maes, Henrick Swijsen en Andries Bervoets. De akte luidt als volgt: 'Jan Maes als man van Margareta Stessens, draagt op aan Catharina Poelmans, zijn gerechtigheid die hij q.q. is hebbende op een hoffstadt inde Ghansenstraet, genaamd de Bolars. Palende met twee zijden mr. Nijsens hof, Peeter Klockluijders en de straat. Welke hoffstad door de rentmeester van de heer tot slichtinghe toe incluis is geprocedeerd. Voorwaarde: Poelmans moet de verlopen grondcijnzen en alle gerezen kosten betalen aan de rentmeester. En de uitgaande lasten: 1. 3 gulden jaarlijks aan de erfgenamen Geert Frerix. 2. 3 gulden jaarlijks aan de erfgenamen Henrick Bervoets minor. Catharina Poelmans is met haar broer Joannis Poelmans ter gichte gekomen. Aerdt Frerix sone Gerdens, scheldt, ook namens zijn mede-erfgenamen, Catharina Poelmans alle verlopen kwijt, hen toekomende. Mr. Herick Swijsen doet hetzelfde als momber van Andries Bervoets. Onder voorwaarde dat ze die van nu af aan wel zal betalen. Tot assurantie van het geld moet ze op het erf een huis bouwen.4' 
AflossingMatteeuwis Dries ontving, samen met Aerdt Frericx, van Gerard Schats de terugbetaling van een lening van 16 gulden bbl aan 6,25% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 mei 1645. De akte luidt als volgt: 'Matteus Dries, mede voor heer en mr. Jan Frerix, Aerdt en mr. Peeter Frerix, kwijt de panden van Gerard Schats, te weten het Luijtenlandt, van 16 gulden Brabants à 1 gulden jaarlijks.5' 
EigendomWillem Goossens en Catharina Claes verkopen, samen met Lenaerdt Nicolai, Emondt Bloemen, Margriet De Heijn, Lambert Schoofkens en Peeter Schoofkens, een goed aan Aerdt Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 1 februari 1646. Deze verwijst ook naar Henrick Machiels, Mattijs Joris, Peeter Aerdts en Georgius Fredrix als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Mr. Willem Goossens als man van Cattlijn Nicolai, mede voor Lenaerdt Nicolai. Emondt Bloemen in het Brabants gevolmachtigd door zijn vrouw Margriet de Heijn. Henrick Machiels als momber van Lambert Schooffkens. Dezelfde Henrick Machiels als gevolmachtigde (op 12 januari 1646 op het rolleboek van deze schepenen) van mr. Peeter Schooffkens. Verkopen aan Aerdt Fredrix zoon van Geerd: 1. 12 of 13 halsters zaaiens land, genaamd het Neijsenshoff, palende O. den Holenwech, N. die Veltstraet, W. Peeter Aerts, Z. de straat; 2. 2 halsters zaaiens land te Molem, palende O. Jan Cox, N. Jan Garen erfgenamen, W. die Veltstraet; 3. een beempt, de Voorste Kaetsenbeempt, onder Schuelen., palende N. het gemeijn Schauen, O. het Ruerbroeck; W. en Z. de Grooten Caetsenbeempt. De verkopers staan in de 'voorwaarden' anders vermeld: het zijn de erfgenamen van wijlen mr. Henrick Schooffkens, namelijk Lenaerdt Claes en mr. Willem Goossens als man van Catharina Claes, mede voor hun zwager Emondt Bloumen als man van Margareta de Hein. Mr. Peeter Schooffkens, mede voor zijn broer Lambrecht Schooffkens.
Op 12 januari 1646 krijgt Mattijs Joris de palmslag voor 2025 gulden Brabants, 15 rijksdalers elk van 3 gulden tot een kermisse en 2 tonnen dobbel bier tot lijcoop. Daarvan zal één op heden gedronken worden en de ander op dag van gichte of kaarsbranding. Godspennink: 8 stuivers. Getuigen: Cornelis Baers, Coenrardt Van Haren en anderen. W.g. Peeter Aerts, secretaris.
Joris stelt nog 25 hogen. Dionijs Slegers stelt er nog 4 hogen op. Mattijs Joris nog 3. W.g. Peeter Aerts, secretaris.
Op 19 januari 1646 stelt Mattijs Joris nog 50 hogen. Getuigen: heer Jan Lemmens en Cornelis Baers.
Op 22 januari 1646 stelt Peeter Aerts 100 hogen. Getuigen: Jan Spunx, Jacop Fransens e.a. getuigen.
Op 25 januari 1646 stelt Peeter Aerts nog 50 hogen. Getuigen: meier en schepen ten Loonse recht.
Aerdt Frerix stelt in naam van Joris Frerix nog 25 hogen. Peeter Aerdts stelt er ook nog 25. Aerdt Frerix, q.q. als voor stelt nog 25 hogen.
Bij de kaarsbranding op 1 februari 1646: verbleven aan Aert Frerix. W.g. Peeter Aerts, secretaris.
(In de marge) Op 1 mei 1647 bekennen de verkopers voldaan te zijn van deze koop. W.g. Pet. Aerts, secretaris.
Dan volgt de volmacht van Margareta de Hene aan haar man Emond Blommen. Die is gegeven ten hare huize op de markt in St. Truiden. Getuigen: Antoen Van Herff en Mattuus Haick. W.g. H. Baerts, notaris.6'
 
EigendomWillem Goossens en Catharina Claes verkopen, samen met Emondt Bloemen, Margriet De Heijn, Lenaerdt Nicolai, Lambert Schoofkens en Peeter Schoofkens, een goed aan Aerdt Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 februari 1646. Deze verwijst ook naar Henrick Machiels en Mattijs Joris als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Mr. Willem Goossens als man en momber van Catharina Nicolaij, voor zichzelf en als lasthebber van Emondt Bloumen man en momber van Margareta de Haine en van Lenaerdt Nicolai zijn zwager, volgens de procuratie die in het Brabants geregistreerd werd,
Henrick Machiels als momber van Lambrecht Schooffkens, waarvoor hij een akte van ratificatie zal inbrengen, en in de naam van mr. Peeter Schooffkens, uit kracht van procuratie van 11.01 gepasseerd voor de schepenen van de Vreyhyt releveren en daarna dragen op tot behoef van Aerdt Frerix sone Geerdens een stuk land in Molem gelegen, 2 halsters groot. Het paalt Jan Cox O., Jan Garen N., Vincent Aerdt Z. en de Veltstraet W. Dit perceel maakt deel uit van een grotere koop sorterend in de Vrijheid en elders. Het land is enkel belast met grondchyns en gemeenteschattingen of straatlasten. De condities zijn geregistreerd in de binnen vrijheidse registers. Mattys Joris kwam met instemming van de koper Aerdt Frerix en de verkopers op 22 februari ter gichte. Wat hier sorteert wordt op 100 gulden geschat. De instemmingen van de echtgenote van mr. Willem Goossens en van Edmond Bloemen zijn geregistreerd binnen vrijheid na de grootste koop op 15.03.1646.7'
 
EigendomJoris Van Eubbel verkocht een goed aan Aerdt Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 15 maart 1646. De akte luidt als volgt: 'Joris Van Eubbel verkoopt aan Aerdt Fredrix, Geerdens zoon, een hoefken van 2 vaten zaaiens op het Westereijnde naast de Swertte beeck, met een naastgelegen weijerken. Palende W. die Swertbeeck; N. de erfgenamen Geert Frerix; O. Henrick Beerten; Z. de straat. Voor een bedrag zoals in de originele gicht tussen Wauter Van Elsrack en Joris Van Eubbel, onlangs geschied (24 maart 1645, boek 58, p142). Aerdt Fredrix heeft Joris Van Eubbel betaald, uitgezonderd 1 dukaat ter waarde van 14 gulden die hij moet geven voor het afstaan van Van Eubbel.8' 
ErfenisAerdt Frericx en Petrus Frederici waren, samen met Joannes Fredrix en Matteeuwis Dries, op 13 april 1646 te Lummen [België] erfgenamen. De akte verwijst ook naar Aert Vanden Berge, Geert Mommen, Gerard Schats en Peeter Aerdts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Maria Frericx. De akte luidt als volgt: 'Voor de schepenen Vanden Berghe en Mommen verschijnen Aerdt en mr. Peeter Frerix, mede voor hun absente broeder heer en mr. Jannen Fredrix, ter ener zijde en ter ander zijde Matteus Dries, hun zwager. Partijen sluiten een akkoord over de successie van de binnen Vrijheidse goederen, waarin Matteus Dries, na de dood van zijn vrouw Maria Fredrix, die de wettige zuster was van voornoemde Aerdt Fredrix cum suis, en gestorven zonder wettige geboorte na te laten, deel mocht hebben en ook pro quota voor de tocht in alle buitengoederen afgekomen zo van Matteeuwisens vrouws ouders, als grootvaders en grootmoeders.
De overeenkomst luidt als volgt. Matteus Dries doet afstand van al zijn recht van successie dat hem van de binnen Vrijheidse goederen toekomt. Mede van zijn recht van tocht dat hem in enige andere goederen, zo Loonse, Brabantse, ter wat plaatse, hetzij in Lummen of elders gelegen. Hij doet eveneens afstand van het legaat dat zijn vrouw Maria Fredrix hem gemaakt had. Alle afstand tot behoef van zijn drie zwagers. Die drie dragen aan Matteus Dries in ruil voor deze afstand een hofland op, de Parijshoff, op het Westereijnde gelegen, palende O. Jan Vaes, W. Jan Van Elsrack erfgenamen, Z. de beek, N. de straat. Belast met 2 vaten koren jaarlijks aan de Armen. Ze geven hem daarenboven 500 Rinsgulden. Nog zal Dries voor zich zelf, het huis op de schans te Schalbroeck mogen houden, met de plaats waar het op staat en de plaats voor dat huis gelegen. Dat is een huis en plaats die met Lambrecht en Aerdt Morren gedeeld zijn. Dries zal nog, alleen voor dit, het verloop van een rente trekken van 15 gulden jaarlijks, hem bekend. Twintig gulden à 5% door Geerd Schats aan Dries afgelegd zal 'dood' zijn. Dries mag tenslotte nog dit jaar het hout in een bosken aan de Grauwen Rock te Schalbroeck kappen. W.g. Peter Aerts, secretaris.9'
 
AflossingAerdt Frericx ontving van Joannes Antonus de terugbetaling van een lening van 6 mudden rogge volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 12 juli 1648. De akte luidt als volgt: 'Aert Frerix, zoon van Geert Frerix, zo voor hem als zijn 'medegeringhen', en in de 'qualiteit' als erfgenamen verklaart in extinctie en volle betaling van 6 mudden rogge ontvangen te hebben uit handen van Jan Thonis de som van 8 hulden bb. De mudden waren Frerix bij 'erffdeijlinge aengedeijlt'. Hij kwijt Jan Thonis van deze panden en de 6 mudden voorschreven, en doet 'waranschap' voor verdere 'molestatien' en voor een goede kwijting naar landrecht en is 'in huijden gekeert'.10'
LeningAerdt Frericx leende aan Henrick Truijens de som van 75 gulden aan 4 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 22 maart 1658. De akte luidt als volgt: 'Henrick Truyens draagt op tot behoef van Aerdt Frerix Geerdenssoen een stuk maaibroek onder Genebos, groot 1,5 dachmael, palend Jan Bosmans Z, Jan Truyens W, Marie Beckers O, Peeter Van Singelbeeck 4), als pand van 4 gulden jaarlijks met valdag jaarlijks half maart en voor het eerst in 1659. Te kwijten met 75 gulden Brabants "lopende paeye naede valuatie ten tijde der quytinge inden lande van Luydick sijnde ende rente naer tijts gelanck". Omdat dit pand nog belast is met 75 gulden kapitaal aan Jan Swalen, doet Henrick voorschreven "warandtschap" aan Aerd voorschreven voor een goede gichte en jaarlijkse betaling op zijn andere goederen, Loonse en Brabantse, met consentement van realisatie voor competente rechters. Aerdt Fredrix kwam met recht ter gichten. Solvit Frederici pontpenningen mette hoffrechten beloopende tsaemen 5 gulden 16 stuivers.11' 
OverlijdenHij overleed op 25 februari 1673 te Hoepertingen [België] in de ouderdom van 62 jaar. De tekst vermeldt: 'Meester Arnoldus Frederici, mijn geliefde broer, overlijdt na vele beproevingen, die hij heeft ondergaan. Hij is in handen gegeven van de Heer en is ontslapen na het toedienen van de sacramenten. Hij ruste in vrede. Hij is begraven in het koor van St.-Blasius voor het altaar.12'
ReliefNa het overlijden van Aerdt Frericx releveren Joannes Fredrix en Petrus Frederici op 20 juli 1679 te Lummen [België] . De akte vermeldt verder ook Jan Van Nerum. De akte luidt als volgt: 'Jan Van Nerum, in de naam van de heer Joannes Frederici en de advocaat Petrus Frederici, releveert na de dood van hun broer Aerdt Frederici een perceel broek in den Langenbempt. De gehele beemd paalt den Molenwech W., den Ossenbempt Z., de heer graaf Vandermarck N., de Demer O.13' 

bronvermelding(en)

  1. [S5] Parochieregisters Heusden, Rijksarchief Hasselt, boek 367, 1610, doopsels, p.119.
  2. [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 7 (1599-1694), 1640, p.177.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.113v.
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.147v.
  5. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.150v.
  6. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.161v.
  7. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.6v.
  8. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.159.
  9. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.162.
  10. [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, 1648, boek 7, p.248v.
  11. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 85, 1658, p.73.
  12. [S476] Parochieregisters Hoepertingen, Rijksarchief Hasselt, 1673, overlijdens, p.81.
  13. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 86, 1679, p.136.

Aerdt Frericx

IDnr.2642, ° circa 1540, + tussen 29 april 1602 en 1 december 1605
VaderArnout Fredrix1 ° circa 1515, + tussen 16 mei 1561 en 5 april 1565
MoederCatharina Huybens1 ° circa 1515, + tussen 5 april 1565 en 25 mei 1565
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
DoopselAerdt Frericx werd gedoopt circa 1540 te Lummen? [België].1 
SchenkingCatharina Huybens schenkt aan Aerdt Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 5 april 1565. Deze verwijst ook naar Peeter Fredrix en Jan Zwysen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Katharina Huybens heeft zich vermomberd met Peeter Ffrericx en Jan Zwysen. Ze zijn haar met recht verleend door de Loonse meier, om haer te goeder trouwen ende ter goeder rechte daer mede te behelpen daer zy des van noede hebben sal.
Katharina Huybens staat voor de Loonse meier haar tocht af aan haar kinderen, te weten heer Aerdt Ffrericx, absent; Aelet en Ffrans Ffrericx, present. Van een stuk land in het Berckbloeck. Palende Peeter Neeven, Ambrosius Van Groelaeren en er derder zijde Maria Lambrechts erfgenamen.
De kinderen vermomberen zich met de dezelfde mombers die hun moeder heeft. Ffrans en Aleth Frerix, mede voor hun afwezige broer heer Aerdt Frerix, verkopen het voornoemde perceel aan stadhelder Peeter Neeven voor 35 Rinsgulden min de lasten: ½ mud rogge aan Henrick Vanden Bossch te kwijten met 20 Rinsgulden eens.1'
 
BeroepHij was bogaerd te Antwerpen [België] op 25 mei 1565.2 
EigendomAerdt Frericx verkocht een goed volgens een akte gemaakt te Antwerpen [België] op 25 mei 1565. Ze vermeldt verder ook Arnout Fredrix en Catharina Huybens. De akte luidt als volgt: 'Broeder Jan onder de Lende, pater broeder Jan Keteler vicarius en broeder Ffrans Van Steensele procurator, mede in naam van alle conventualen van het godshuis van de Boggaerden binnen Antwerpen machtigen op 25 mei 1565, broeder Joachim Vanden putte en broeder Aerdt Ffredericx alias van Lymmen, beiden priesters en mede-conventualen, om overeen te komen met de erfgenamen van wijlen Aerdt Ffredericx en diens vrouw Catharina, ouders van de voornoemde Aerdt Ffredericx, om uit de nalatenschap gekocht te worden.2' 
EigendomAerdt Frericx verkocht een goed aan Peeter Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 mei 1565. De akte luidt als volgt: 'Broeder Joachim Vande Puth en broeder Aernout Ffredericx, priesters, bekennen luidens hun machtiging, ontvangen te hebben uit handen van Peeter Ffredericx, Aerdens voorschreven oom, 53 Carolusgulden, voor zijn kindsdeel van roerende en onroerende goederen.2' 
BeroepHij was pater in het klooster van Sepperen te Zepperen [België] op 29 april 1602.3 
SchenkingAerdt Uden schenkt aan Aerdt Frericx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 april 1602. Deze verwijst ook naar Arnoldus Swijsen, Wouter Vande Venne, Peeter Timmermans en Renier Fabius als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'De weduwe Aerdt Uden laat een overeenkomst tussen wijlen haar man en heer Aerdt Frericx registreren, omdat dit nooit eerder gebeurd was. Inhoud: Op 29 april 1602 verschijnt E.H. Aerdt Frericx van Lummen, pater van het klooster van Sepperen, religieus geprofest in het convent der Bogaerden binnen Antwerpen en begeert vriendelijk van Aerdt Uden, diens vrouw en wettige erfluiden ende possesseurs, volgens de rechten van het land van Lummen en de previlegiën en vrijdommen, 2 gulden Brabants jaarlijks zolang hij leven zal. Hij verbindt er zich toe zijn weldoeners en hun deugdelijk werk in zijn gebeden te gedenken. Deze vriendelijke petitie heeft Aerdt Uden en zijn vrouw niet willen weigeren en ze hebben hem die 2 gulden toegezegd. De goederen van Uden en zijn vrouw zijn gekomen van de ouders en familie van E.H. Aerdt Frericx. Getuigen: Arnoldus Swijsen, rentmeester van de heer van Lummen, Wouter Vande venne, meier van het Brabants recht en Peeter Timmermans. W.g. Renerus Fabius, pastoor Lummen en frater Arnoldus Fredricx van Lummen, doen ter tijt, pater van Sepperen in het Bogaerdenklooster.3' 
OverlijdenHij overleed tussen 29 april 1602 en 1 december 1605 te Lummen? [België].3 

bronvermelding(en)

  1. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.253v.
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 56, p.255.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.77.

Anna Frericx

IDnr.7784, ° voor 1590, + 26 mei 1628
DoopselAnna Frericx werd gedoopt voor 1590 te Hasselt? [België].1 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Maria Vrericx op 15 februari 1615 te Hasselt [België].1 
DoopselZij was meter bij het doopsel van Catharina Vrericx op 20 juli 1623 te Hasselt [België].2 
OverlijdenZij overleed op 26 mei 1628 te Hasselt [België]. De tekst vermeldt. '[nvdr. Geen volledige zekerheid]3'

bronvermelding(en)

  1. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 285, 1615, doopsels, p.35.
  2. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 286, 1623, doopsels, p.8.
  3. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, 1628, overlijdens, p.213.