Elisabeth Clockluijers
IDnr.6074, ° voor 1635, + na 19 februari 1666
Vader | Petrus Clockluijers1 ° voor 1595, + tussen 7 augustus 1651 en 19 februari 1666 |
Moeder | Catharina Frederickx1 ° voor 1595, + voor 5 maart 1665 |
Naamvariatie | Elisabeth Clockluijers werd ook Elisabeth Klockluyders genoemd.1 |
Doopsel | Zij werd gedoopt voor 1635 te Lummen? [België].1 |
Erfenis | Mathias Clockluijers en Elisabeth Clockluijers waren op 19 februari 1666 te Lummen [België] erfgenamen van Catharina Frederickx en Jan Maes. De akte verwijst ook naar Cornelius Willems en Jan Jans als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Testament van Catharina Fredrix, voorgelegd op 19 februari 1666 door haar zoon Matteus Clockluyders. Het werd opgemaakt op 03 januari 1665 door Cornelius Willems, priester. Catherine Fredrix was toen ziek. Ze schenkt aan haar zoon Matteus Klockluyders voor getrouwe dienst het paard met de kar en 2 rode koeien, een klein kistje met alle hemden erin, zowel van vader zaliger als van hem, 1 mudde koren, het half varken. Haar dochter Elisabeth Klockluyders krijgt vooruit een koe genaamd 'de ruggel'. De zoon moet geen rekenschap geven van hetgeen uitgegeven werd. De schulden moeten ze samen betalen. Getuigen: Jan Jans, Jan Mues. Ze voegt nog toe dat haar zoon ook de beschikking krijgt over het huurland voor hem alleen, mits hij de pacht ervan betaalt. De huur vangt aan 'te oogst'. Op 30 april 1665 legde Matteus dit testament voor, de getuigen verklaren zich akkoord met de inhoud.1' |
Overlijden | Zij overleed na 19 februari 1666 te Lummen? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 146, 1655-1677, testamenten, folio 40v.
Elisabeth Clockluijers
IDnr.14576, ° voor 1650, + na 4 juni 1693
Doopsel | Elisabeth Clockluijers werd gedoopt voor 1650 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Joannes Stijls op 3 september 1673 te Lummen [België]. De akte vermeldt: '[nvdr. Bij de sponsalia (verloving of ondertrouw) is zijn voornaam correct als Joannes vermeld. In de huwelijksakte wordt verkeerdelijk Arnoldus neergeschreven].1' |
Lening | Joannes Fredrix leende aan Elisabeth Clockluijers de som van 250 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 4 juni 1693. De akte luidt als volgt: 'Jan Stijls en zijn vrouw Elisabeth Clockluyers lenen 250 gulden BBL kapitaal aan een rente van 15 gulden/jaar van Jan Fredrix. Ze zetten als pand en onderpand 1) ½ van een stuk broek gelegen in Gestel "op die drij Vonderen" waarvan het andere stuk aan Aerdt Fredrix hoort. Het geheel paalt Aerdt Bus O., Jan Theunis van Pael W., Aerdt Swalen Z., de beek N; 2) 4 halster land gelegen in Geneijken aan de "Doijenman", grenzend de erfgenamen Jan Boelaerts O., de straat W., de Veltsteeg N, de H. Geest van Lummen Z.2' |
Overlijden | Zij overleed na 4 juni 1693 te Lummen [België].2 |
Eigendom | Joannes Stijls en Elisabeth Clockluijers verkopen een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 24 september 1693. De akte luidt als volgt: 'Jan Stijls, met assistentie van zijn vrouw Elisabet Clockluijers, verkoopt aan Jan Fredrix een perceel broek in Gestel "die Drij Vonderen", palend de beek N., Aerdt Swalen Z., Aerdt Bus O., Jan Teunis van de Buitinge W. Voor 15 pattacons of 60 gulden BBL eens. Lasten: 250 gulden kapitaal aan de koper.3' |
bronvermelding(en)
Maria Clockluijers
IDnr.4894, ° voor 1625, + na 18 februari 1649
Vader | Aerdt Clockluijers1 ° voor 1600, + voor 9 juli 1648 |
Moeder | Anna Leijten1 ° voor 1600, + voor 9 juli 1648 |
Doopsel | Maria Clockluijers werd gedoopt voor 1625 te Lummen? [België].1 |
Eigendom | Anna Clockluijers verkocht, samen met Maria Clockluijers, een goed aan Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 9 juli 1648. Deze verwijst ook naar Petrus Clockluijers, Jacop Wagemans, Jan Prels, Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel, Henrick Swijsen en Peter Aerdts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Aerdt Clockluijers, Anna Leijten, Marie Picken en Maria Van Herle. De akte luidt als volgt: 'De kinderen van Aerdt Clockluyders ghichten de kinderen van Marie Picken. Anna Clockluyders vervangende Maria en Catarina Clockluyders, beiden present met de interventie van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans, dragen goederen op. Eerst had hun vader Aerdt Clockluyders zijn tochtrecht (vruchtgebruik) aan zijn kinderen afgestaan. Ze dragen op tot behoef van de erfgenamen van Marie Picken, die daarvoor ter gichte komen. Pontpenningen mits twee derde delen Loons zijn 8 gulden 2 stuivers. Condities. Omdat Marie Picken zaliger, moeder van Bertholomeus en Christiaen van Herle, en schoonmoeder van Matteus Postelmans man en momber van Marie, Aerdt Frerix in de naam van zijn kinderen verwekt bij wijlen Marie Van Herle en Eustachius Timmermans man en momber van Christina Van Herle bij purgement gedaan tegen Jan Prels als crediteur hypotecair bepaalde goederen had verkregen die in Groenlaren gelegen zijn en die in de wandeling ‘het Baens Bloexken’ genoemd worden, die in eigendom waren van Anna, Marie en Catharina Clockluyders die verwekt zijn uit de schoot van Anna Leyten en Aerdt Clockluyders, en waarvan het vruchtgebruik toebehoorde aan de vader Aerdt Clockluyders, hebben ze Prels handvulling gedaan van de verlopen van zijn rente waarvoor de evictie gebeurd was. Omdat aan de kinderen van Aerdt Clockluyders als tochtenaar na zijn dood pleno jure dominij zouden vervallen een stuk land genaamd ‘den Linden Morttel’, een ander onder het Bercken Bosken op ‘den voetpat’ gelegen onder het Lindekens Velt, verder nog een perceel gelegen in den Linden Morttel hadden ze deze goederen gesteld in de handen van Marie Picken om zo verdere lasten te vermijden, zowel voor de Loonse als voor de Brabantse justitie in Lummen. Opdat de kinderen deze goederen later toch in handen zouden kunnen krijgen, zouden ze alle verlopen ‘arriragien’ moeten betalen aan Jan Prels ‘deur haere moedere verschoten’, de kosten van evictie en andere hofrechten zoals gichtgeld. Ze hebben met raad en instemming van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans besloten om deze goederen publiek te verkopen met ontsteken en branden van de kaars. Op volgende condities: de kinderen zullen al hun rechten verkopen op deze goederen, met hogen van 2 gulden te verdelen tussen hoger en verkopers. De koper moet aan de erfgenamen van Marie Picken voor het mesten, dryven en bezaaien van de landen voor het ploegrecht de helft van de opbrengst van de vruchten geven, met alle ‘voor verloopen arrivagien der renten die sij daerop sijn hebbende’ en bovendien alle rechtsonkosten, zowel van purgement door Prels als andere. De koopsom moet op datum van gichte betaald worden, 9 juli 1648, of ervoor rente bekennen tegen den penninck twintick (5%) en bovendien godsgeld 1 halve reael, lijcoop naer landtcoop en alle andere hoffrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel 8 schellingen. Anders: boete (op pene van reele executie als wesende eene schult met vollen recht verryckt). Op 9 juli 1648 kregen de erfgenamen van Marie Picken de handslag voor 150 gulden boven drinkgeld en vacatien voor hun mombers 8 cruys pattacons. Verder nog 7 gulden aan Jan Lynen die ze hem schuldig zijn van ‘gepromereerden loon’ en 3 gulden door Aerdt Clockluijders aan rechten gegeven om een affgeboth ter verwerven zowel in het Loons als in het Brabants. Daarop hebben ze nog 25 hogen gesteld. Aerdt Gielis zette daarop nog 3 hogen, de erfgenamen voorschreven nog 10 hogen. Aerdt Gielis nog 3 hogen, de erfgenamen nog 10 hogen. Getuigen: Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel. Ondertekend: Henricus Swysen. Voor de overeenkomst met het origineel tekent secretaris Petrus Aerts. Op 9 juli werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan Bertolomees Van Herle cum suis.1' |
Lening | Barbara Claes leende, samen met Anna Clockluijers, aan Maria Clockluijers de som van 200 gulden aan 6% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 18 februari 1649. Deze verwijst ook naar Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Maria Van Herle, Servatius Creijns en Tilmanus Van Herle. De akte luidt als volgt: 'Bartholomeews Van herle en Christiaen Van herle. Aerdt Fredrix i.n.v. zijn kinderen met Marie Van herle. Matheewis Postelmans als man van Marie Van herle. Steffen Timmermans als man van Christina Van herle. Transporteren aan de kinderen van Aerdt Clockluijers, nl. Anna, Maria en Catlijn Clockluijers, een rente van 6 gulden 'sjaars (kapitaal 120 gld) staande op panden van Barbara Claes; te weten haar deel in de hof op het Oostereijnde. Volgens de eerste gicht van 4 juli 1624 gichtte Servaes Creijns, Tielman Van herle 5 gulden jaarlijks. De Van herles transporteren die rente als betaling van 200 gulden Brabants, voor een erfkoop van Bartolomees Van herle tegen de kinderen van Arnold Clockluijers in april 1648 in het Loons.2' |
Overlijden | Zij overleed na 18 februari 1649 te Lummen? [België].2 |
Mathias Clockluijers
IDnr.894, ° voor 1630, + na 19 februari 1666
Vader | Petrus Clockluijers1 ° voor 1595, + tussen 7 augustus 1651 en 19 februari 1666 |
Moeder | Catharina Frederickx1 ° voor 1595, + voor 5 maart 1665 |
Doopsel | Mathias Clockluijers werd gedoopt voor 1630 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Hij was getuige bij het huwelijk van Joannes Fredrix en Maria Van Ham op 12 juni 1661 te Lummen [België]; Het huwelijk werd ingezegend met 'het rode zegel'.2 |
Erfenis | Mathias Clockluijers en Elisabeth Clockluijers waren op 19 februari 1666 te Lummen [België] erfgenamen van Catharina Frederickx en Jan Maes. De akte verwijst ook naar Cornelius Willems en Jan Jans als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Testament van Catharina Fredrix, voorgelegd op 19 februari 1666 door haar zoon Matteus Clockluyders. Het werd opgemaakt op 03 januari 1665 door Cornelius Willems, priester. Catherine Fredrix was toen ziek. Ze schenkt aan haar zoon Matteus Klockluyders voor getrouwe dienst het paard met de kar en 2 rode koeien, een klein kistje met alle hemden erin, zowel van vader zaliger als van hem, 1 mudde koren, het half varken. Haar dochter Elisabeth Klockluyders krijgt vooruit een koe genaamd 'de ruggel'. De zoon moet geen rekenschap geven van hetgeen uitgegeven werd. De schulden moeten ze samen betalen. Getuigen: Jan Jans, Jan Mues. Ze voegt nog toe dat haar zoon ook de beschikking krijgt over het huurland voor hem alleen, mits hij de pacht ervan betaalt. De huur vangt aan 'te oogst'. Op 30 april 1665 legde Matteus dit testament voor, de getuigen verklaren zich akkoord met de inhoud.1' |
Overlijden | Hij overleed na 19 februari 1666 te Lummen? [België].1 |
Petrus Clockluijers
IDnr.330, ° voor 1595, + tussen 7 augustus 1651 en 19 februari 1666
Vader | Peeter Clockluijders ° voor 1560, + tussen 28 april 1605 en 13 juli 1628 |
Doopsel | Petrus Clockluijers werd gedoopt voor 1595 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Catharina Frederickx op 7 mei 1617 te Lummen [België] met als getuigen Mathias Fredrickx en Arnoldus Beuls.1 |
Aflossing | Arnoldus Frericx ontving van Petrus Clockluijers de terugbetaling van een lening van 150 Rinsgulden aan 10 Rinsgulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 juli 1628. Ze vermeldt verder ook Mathijs Hoefmans en Peeter Clockluijders. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Fredricx heeft de erfgenamen van Petrus Clockluijers de hiernavolgende rente gekweten. Te noteren dat Jan Vasters hieraan 50 Rinsgulden heeft bijgelegd van zijn eigen kapitaal; dat moeten de anderen hem goed doen.2' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Anna Clockluijers, samen met Maria Clockluijers en Catarina Clockluijers, met Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle, geacteerd te Lummen [België] op 9 juli 1648, verwijst naar Petrus Clockluijers als betrokken partij; De kinderen van Aerdt Clockluyders ghichten de kinderen van Marie Picken. Anna Clockluyders vervangende Maria en Catarina Clockluyders, beiden present met de interventie van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans, dragen goederen op. Eerst had hun vader Aerdt Clockluyders zijn tochtrecht (vruchtgebruik) aan zijn kinderen afgestaan. Ze dragen op tot behoef van de erfgenamen van Marie Picken, die daarvoor ter gichte komen. Pontpenningen mits twee derde delen Loons zijn 8 gulden 2 stuivers. Condities. Omdat Marie Picken zaliger, moeder van Bertholomeus en Christiaen van Herle, en schoonmoeder van Matteus Postelmans man en momber van Marie, Aerdt Frerix in de naam van zijn kinderen verwekt bij wijlen Marie Van Herle en Eustachius Timmermans man en momber van Christina Van Herle bij purgement gedaan tegen Jan Prels als crediteur hypotecair bepaalde goederen had verkregen die in Groenlaren gelegen zijn en die in de wandeling ‘het Baens Bloexken’ genoemd worden, die in eigendom waren van Anna, Marie en Catharina Clockluyders die verwekt zijn uit de schoot van Anna Leyten en Aerdt Clockluyders, en waarvan het vruchtgebruik toebehoorde aan de vader Aerdt Clockluyders, hebben ze Prels handvulling gedaan van de verlopen van zijn rente waarvoor de evictie gebeurd was. Omdat aan de kinderen van Aerdt Clockluyders als tochtenaar na zijn dood pleno jure dominij zouden vervallen een stuk land genaamd ‘den Linden Morttel’, een ander onder het Bercken Bosken op ‘den voetpat’ gelegen onder het Lindekens Velt, verder nog een perceel gelegen in den Linden Morttel hadden ze deze goederen gesteld in de handen van Marie Picken om zo verdere lasten te vermijden, zowel voor de Loonse als voor de Brabantse justitie in Lummen. Opdat de kinderen deze goederen later toch in handen zouden kunnen krijgen, zouden ze alle verlopen ‘arriragien’ moeten betalen aan Jan Prels ‘deur haere moedere verschoten’, de kosten van evictie en andere hofrechten zoals gichtgeld. Ze hebben met raad en instemming van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans besloten om deze goederen publiek te verkopen met ontsteken en branden van de kaars. Op volgende condities: de kinderen zullen al hun rechten verkopen op deze goederen, met hogen van 2 gulden te verdelen tussen hoger en verkopers. De koper moet aan de erfgenamen van Marie Picken voor het mesten, dryven en bezaaien van de landen voor het ploegrecht de helft van de opbrengst van de vruchten geven, met alle ‘voor verloopen arrivagien der renten die sij daerop sijn hebbende’ en bovendien alle rechtsonkosten, zowel van purgement door Prels als andere. De koopsom moet op datum van gichte betaald worden, 9 juli 1648, of ervoor rente bekennen tegen den penninck twintick (5%) en bovendien godsgeld 1 halve reael, lijcoop naer landtcoop en alle andere hoffrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel 8 schellingen. Anders: boete (op pene van reele executie als wesende eene schult met vollen recht verryckt). Op 9 juli 1648 kregen de erfgenamen van Marie Picken de handslag voor 150 gulden boven drinkgeld en vacatien voor hun mombers 8 cruys pattacons. Verder nog 7 gulden aan Jan Lynen die ze hem schuldig zijn van ‘gepromereerden loon’ en 3 gulden door Aerdt Clockluijders aan rechten gegeven om een affgeboth ter verwerven zowel in het Loons als in het Brabants. Daarop hebben ze nog 25 hogen gesteld. Aerdt Gielis zette daarop nog 3 hogen, de erfgenamen voorschreven nog 10 hogen. Aerdt Gielis nog 3 hogen, de erfgenamen nog 10 hogen. Getuigen: Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel. Ondertekend: Henricus Swysen. Voor de overeenkomst met het origineel tekent secretaris Petrus Aerts. Op 9 juli werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan Bertolomees Van Herle cum suis.3 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Jan Aerdts en Bartholomeus Aerdts, samen met Henricus Aerts, Arnoldus Fredrix, Agnes Aerdts, Machiel Wevers, Maria Aerdts, Joannes Aerts en Catharina Aerdts, met Bartholomeus Van Herle, geacteerd te Lummen [België] op 7 augustus 1651, verwijst naar Petrus Clockluijers als betrokken partij; Jan en Berthelomees Aerdts, Henrick Aerdts, Aerdt Frerix als man en momber van Agnes Aerdts, Machiel Wevers als man en momber van Marie Aerdts, de voorschreven Jan als momber van Jan Aerdts en Bertholomees Aerdts als momber van Catharina Aerdts, onmondige kinderen van Wilboerdt Aerdts zaliger die de broer was van de voorschreven Agnees, Jan, Henric, Bartholomeeus, dragen op tot behoef van Bertholomees Van Herle een stuk broek onder Ghestel gelegen genaamd ‘het Steensel Broeck’. Voor prijs en condities zoals in de proclamatie. Condities. Ze verkochten het perceel broek in Ghestel ‘het Steensel Broeck’, volgens hun verklaring, op 27 juli 1651 in aanwezigheid van getuige Peeter Clockluyders. Het grenst Machiel Tonis, de erfgenamen Jan Heskens en Oreaen Shooghen. Het werd verkocht met kaarsbranding en hogen van telkens 2 gulden te verdelen tussen verkopers en hogers half en half. De laatste hoger moet alle onkosten betalen, zoals lycoop naer landtcoop, godspenninck 5 stuivers, pontgeld, gicht- en kaarsgeld, conditiegeld en hogen. De koopsom moet betaald worden op dag van gichten. Belast met servituten en des heeren chyns, namelijk 1 blanck oft braspenninck jaarlijks aan de Loonse heer. Op 7 augustus bood Bartholomees Van Herle 250 ‘hooghen’ en hij heeft daarop 20 hogen gesteld. Jan Lambrechts nog 2, Bertolomees Van Herle nog 1. Op 7 augustus is het goed met de uitgang van de kaars verbleven aan Bertholomees Van Herle.4 |
Overlijden | Hij overleed tussen 7 augustus 1651 en 19 februari 1666 te Lummen? [België].4,5 |
Relief | Na het overlijden van Petrus Clockluijers en Catharina Frederickx releveren op 5 maart 1665 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'De kinderen van Peeter Clockluyders en Cattlijn Fredricx zaliger releveren de nalatenschap die hen na de dood van hun ouders is aangekomen: huis en hof in Genijcken; huis en hof in Groolaeren; "de Drij Vonderen" onder Ghestel; "die Groolaersche Schomme" aan "den Dooden Man"; twee percelen bos onder Meldelaer. De partijen kwamen ter gichte.5' |
Familie | Catharina Frederickx ° voor 1595, + voor 5 mrt 1665 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 552, 1617, huwelijken, p.30.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, 1593 - 1628, p.71.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.139v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.268v.
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 85, 1665, p.810.
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 547, 1618, doopsels, p.155.
- [S42] Schepenbank Lummen - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 146, 1655-1677, testamenten, folio 40v.
Petrus Clockluijers
IDnr.915, ° voor 1640, + na 13 juli 1661
Doopsel | Petrus Clockluijers werd gedoopt voor 1640. |
Doopsel | Hij was peter bij het doopsel van Arnoldus Fredrix op 13 juli 1661 te Lummen [België].1 |
Overlijden | Hij overleed na 13 juli 1661. |
bronvermelding(en)
- [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 548, p.87.
Joseph Cloes
IDnr.11668, ° 4 juli 1886, + na 6 juli 1922
Stamkaarten | afstammelingen van Joannes Vrerix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Joannes Vrerix [boxformaat] |
Beroep | Joseph Cloes was spoorwegbeambte.1 |
Geboorte | Hij werd geboren op 4 juli 1886 te Sint-Lambrechts-Herk [België].2 |
Huwelijk | Hij huwde met Anna Catharina Bas, dochter van Petrus Joannes Bas en Maria Philomena Frederix, op 6 juli 1922 te Hasselt [België].3 |
Overlijden | Hij overleed na 6 juli 1922 te Hasselt? [België].3 |