Jan Leeuws
IDnr.4994, ° voor 1740, + na 5 juli 1770
Doopsel | Jan Leeuws werd gedoopt voor 1740 te Lummen? [België].1 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Henrick Stockmans met Henricus Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 5 juli 1770, verwijst naar Jan Leeuws als betrokken partij; Henrick Stockmans draagt een perceel broek, 'de Beijgerden' genaamd, dat hij gekocht heeft van Jan Leeuws en zijn moeder op 22 september laatstleden, over aan Henrick Fredrick door naderschap. Hij verklaart het geld hiervoor te hebben ontvangen.1 |
Overlijden | Hij overleed na 5 juli 1770 te Lummen? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1767-1772, p.225.
Guillelmine Ida Lefebvre
IDnr.14889, ° 19 april 1885, + na 25 januari 1910
Geboorte | Guillelmine Ida Lefebvre werd geboren op 19 april 1885 te Liège [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Guillaume Antoine Gilen, zoon van Théodore Gilen en Marie Cathérine Leenen, op 25 januari 1910 te Liège [België].1 |
Overlijden | Zij overleed na 25 januari 1910 te Liège? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S446] GeneaNet pagina's van Luc Leenen, http://gw.geneanet.org/lleenen
Catharina Leijnen
IDnr.1392, ° circa 1618, + na 28 februari 1664
Vader | Vincentius Lijnen ° circa 1585, + 5 november 1637 |
Moeder | Margaretha Fredrix ° circa 1586, + 11 april 1640 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Catharina Leijnen werd gedoopt circa 1618.1 |
Eigendom | Arnoldus Lijnen verkocht, samen met Catharina Leijnen, een goed aan Petrus Frederici volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 juli 1660. Deze verwijst ook naar Lenardt Vanden Vinne als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Lijnen, mede voor zijn consorten, laat een akte registreren van notaris Vanden Vinne, Lummen, d.d. 16 september 1659. De inhoud is als volgt. Arnoldt Lijnen, Renier Bormans als man van Maria Leijnen, Henrick Borremans als man van Elisabeth Leijnen, samen mede voor hun zuster Catharina Leijnen, begijntje te Diest, verkopen aan Petrus Fredrici, licentiaat beide rechten, hun vierde part in de Langenbeempt op de Molenwech omtrent de grote molen. Palende de Demer, de graaf vander Marck, de straat en de erfgenamen Symon Symons. Fredrici neemt daarvoor op zich: ¼ part in de last om de bruggen te onderhouden 'aan de Meulenwech ende tot Meulem'. De moeilijkheid rond deze last is een nasleep van een deling tussen de eerste comparanten en hun medeërfgenamen van Joris Fredrici zaliger als van E. H. Joannes Fredrici zaliger, in zijn leven pastoor en landdeken te Hasselt. Gedaan binnen de Vrijheid ten huize van Jesper Pauwels 'bij hueringe'. Getuigen: Jesper Pauwels en Henrick Smans.1' |
Beroep | Zij was begijntje te Diest [België] op 8 juli 1660.1 |
Eigendom | Henrick Borremans en Elisabeth Leijnen verkopen, samen met Catharina Leijnen, een goed aan Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts volgens een akte gemaakt te Diest [België] op 31 december 1663. Deze verwijst ook naar Jan Vanden Laer als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Margaretha Fredrix en Joannis Lijnen. De akte luidt als volgt: 'Akte van notaris Carel Gautiers van Diest. De inhoud luidt als volgt. Er is een minnelijke schikking getroffen in een onbeslecht proces voor de schepenen van Lummen tussen de kinderen en erfgenamen van Margareta Fredrix, de aanleggers, en de weduwe Jan Lijnen en daarna Huijbrecht Lenardts die de weduwe huwde, de gedaagde. Henrick Bormans als man van Elisabeth Lijnen, Reijnier Bormans als man van Maria Lijnen, Catharina Lijnen, begijntje op het begijnhof te Diest met notaris Jan Vanden Laer als haar momber, enerzijds, en Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts, weduwe Joannes Lijnen, ten andere zijde. De eerste comparanten dragen over aan de tweede hun vierde part in de goederen die eertijds gevallen waren tot behoef van Joannes Lijnen. De tweede belooft aan de eerste twee elk 300 gulden te geven voor 1 maart e.k. En elk 1 gouden souverain binnen een tiental dagen. Het begijntje krijgt 20 pattacons eens omdat ze zich met het proces niet heeft bemoeid. Getuigen: Wilbordt Jonckjans van Beringhen en Mattens Withoff.2' |
Eigendom | Henrick Borremans en Renier Borremans verkopen, samen met Catharina Leijnen, een goed aan Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 februari 1664. Ze vermeldt verder ook Joannis Lijnen, Joannes Fredrix, Vincentius Lijnen en Margaretha Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts weduwe van Joannes Lijnen is q.q. in proces geweest over zeker erven afgekomen van wijlen E.H. Joannes Fredrici, in leven pastoor en landdeken te Hasselt, erven die hij in zijn testament gefideicommitteert had en die na zijn dood gegaan zijn naar de kinderen van Margarita Fredricx, waar Vincent Lijnen vader van was. Over dat proces is een transactie gemaakt tussen Henrick Bormans en Renier Bormans als respectievelijk mannen van Marie en Elisabeth Lijnen, kinderen van voornoemde Vincent en Margarita. Met nog Catharina Lijnen, zuster van hun huisvrouwen. Erven, actiën en renten, waar ook gelegen, fideicommis subjest zijnde en door Huijbrecht Lenardts q.q. bezeten, zullen nu en altijd erfelijk blijven aan Huijbrecht Lenardts, zijn vrouw en erfgenamen. Mits een som door hen te betalen aan voornoemde Bormans cum sorore, luidens akte voor notaris Gautiers in Diest. Aerdt Lijnen broer van voornoemde Cattlijnen en zwager van voornoemde Bormans pretendeerde part en deel in voornoemde erven, maar voegde zich tijdens het proces met Bormans, door in de transactie te consenteren en zijn deel te laten aan Huijbrecht Lenardts, diens vrouw en erfgenamen, voor 400 gulden Brabants. Heer Fredricx was oom van Aerdt Lijnen. De procureur van Aerdt Lijnen, met name mr. Lenardt Vanden Vinne krijgt van hem 2 pattacons. Lenardts betaalt Aerdt Lijnen met een rente van 15 gulden 's jaars, staande op panden van Servaes Lucas, binnen de Vrijheid. Goed voor 300 gulden. De 100 overige gulden betaalt hij met kerstmis of hij geeft er rente van.3' |
Overlijden | Zij overleed na 28 februari 1664 te Diest? [België].3 |
Elisabeth Leijnen
IDnr.1390, ° circa 1620, + na 28 februari 1664
Vader | Vincentius Lijnen ° circa 1585, + 5 november 1637 |
Moeder | Margaretha Fredrix ° circa 1586, + 11 april 1640 |
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Elisabeth Leijnen werd gedoopt circa 1620.1 |
Huwelijk | Zij huwde met Henrick Borremans circa 1645.1 |
Eigendom | Arnoldus Lijnen verkocht, samen met Elisabeth Leijnen, een goed aan Petrus Frederici volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 juli 1660. Deze verwijst ook naar Lenardt Vanden Vinne als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Lijnen, mede voor zijn consorten, laat een akte registreren van notaris Vanden Vinne, Lummen, d.d. 16 september 1659. De inhoud is als volgt. Arnoldt Lijnen, Renier Bormans als man van Maria Leijnen, Henrick Borremans als man van Elisabeth Leijnen, samen mede voor hun zuster Catharina Leijnen, begijntje te Diest, verkopen aan Petrus Fredrici, licentiaat beide rechten, hun vierde part in de Langenbeempt op de Molenwech omtrent de grote molen. Palende de Demer, de graaf vander Marck, de straat en de erfgenamen Symon Symons. Fredrici neemt daarvoor op zich: ¼ part in de last om de bruggen te onderhouden 'aan de Meulenwech ende tot Meulem'. De moeilijkheid rond deze last is een nasleep van een deling tussen de eerste comparanten en hun medeërfgenamen van Joris Fredrici zaliger als van E. H. Joannes Fredrici zaliger, in zijn leven pastoor en landdeken te Hasselt. Gedaan binnen de Vrijheid ten huize van Jesper Pauwels 'bij hueringe'. Getuigen: Jesper Pauwels en Henrick Smans.1' |
Eigendom | Henrick Borremans en Elisabeth Leijnen verkopen een goed aan Joannes Frederici volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 oktober 1660. Deze verwijst ook naar Aerdt Dries en Geert Mommen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Henrick Bormans als man van Elisabeth Leijnen en volgens schepenen Aerdt Dries en Geert Mommen door haar gevolmachtigd, verkoopt aan heer Jan Fredrici, zoon van Aerdt, 2 veldekens, genaamd 'die heijkens' met een beempdeken te Oosterhoven, begrepen in een koop met andere erven onder de Loonse justitie sorterende. Palende O. en N. aan Lambrecht Truijens, W. en Z. de heerstraet. Belast met 7,5 gulden 's jaars aan Mattijs Clerx te Coorssel en met omtrent 2 stuiver grondcijns. Voor 10 honderd en 50 gulden Brabants en 1 gouden souverain voor verkopers vrouw. De lasten korten de koopsom met 150 gulden Brabants. Godspennink: 10 stuivers. Betaald: 100 pattacons in specie en zilveren munten.2' |
Eigendom | Henrick Borremans en Elisabeth Leijnen verkopen een goed aan Petrus Frederici volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 juli 1661. Deze verwijst ook naar Aert Vanden Berge en Geert Mommen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Voor Vanden Berge en Mr. Geerardt Mommen, schepenen, mangelt Henrick Bormans als man van Elisabeth Lijnen met Mr. Peeter Fredrici, lic. rechten. De eerste aan de tweede: 1. de Kerckenschommen. Palende de ene: N. Huijbrecht Lenardts, Cornelis Postelmans, de erfgenamen Joannes Dries; W. de erfgenamen Mr. Jan Neven; O. Tielman Beckers. Palende de andere: W. Henrick Beerten erfgenamen; Z. Andries Dries; N. Aerdt Lijnen; O. de erfgenamen Mr. Jan Neven. 2. 1 sille broek op de Oirseten (?), waartegen Andries Bervoets ook 1 sille heeft, die door elkaar gehooid worden. Palende W. Andries Dries; N. die Cuijpers delle; O. Mr. Geert Mommen; Z. Andries Bervoets. 3. Een half block, het Cnapenblock, aan de Vrebos, palende O. Coenrardt Van haeren als eigenaar van de andere helft; W. Jan Moons erfgenamen. De tweede aan de eerste: 1. een beempt onder Gestel, bij partijen bekend. 2. Fredrici moet Bormans ontlasten van een rente van 500 gulden à 27 ½ gulden 'sjaars. 3. Nog 362 gulden; de helft binnen 14 dagen te betalen; de andere helft te Vastenmerckt tot Beringen. De 7 ½ stuiver die nog zouden staan op de Orseten tot behoef van de H. Geest, vallen in bevestigend geval tot last van Fredrici. Het Knapenblock is belast met de helft van 1 halster koren aan St. Barbara altaar.3' |
Eigendom | Henrick Borremans en Elisabeth Leijnen verkopen, samen met Renier Borremans, Maria Lijnen en Catharina Leijnen, een goed aan Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts volgens een akte gemaakt te Diest [België] op 31 december 1663. Deze verwijst ook naar Jan Vanden Laer als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Margaretha Fredrix en Joannis Lijnen. De akte luidt als volgt: 'Akte van notaris Carel Gautiers van Diest. De inhoud luidt als volgt. Er is een minnelijke schikking getroffen in een onbeslecht proces voor de schepenen van Lummen tussen de kinderen en erfgenamen van Margareta Fredrix, de aanleggers, en de weduwe Jan Lijnen en daarna Huijbrecht Lenardts die de weduwe huwde, de gedaagde. Henrick Bormans als man van Elisabeth Lijnen, Reijnier Bormans als man van Maria Lijnen, Catharina Lijnen, begijntje op het begijnhof te Diest met notaris Jan Vanden Laer als haar momber, enerzijds, en Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts, weduwe Joannes Lijnen, ten andere zijde. De eerste comparanten dragen over aan de tweede hun vierde part in de goederen die eertijds gevallen waren tot behoef van Joannes Lijnen. De tweede belooft aan de eerste twee elk 300 gulden te geven voor 1 maart e.k. En elk 1 gouden souverain binnen een tiental dagen. Het begijntje krijgt 20 pattacons eens omdat ze zich met het proces niet heeft bemoeid. Getuigen: Wilbordt Jonckjans van Beringhen en Mattens Withoff.4' |
Eigendom | Henrick Borremans en Renier Borremans verkopen, samen met Elisabeth Leijnen, een goed aan Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 februari 1664. Ze vermeldt verder ook Joannis Lijnen, Joannes Fredrix, Vincentius Lijnen en Margaretha Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts weduwe van Joannes Lijnen is q.q. in proces geweest over zeker erven afgekomen van wijlen E.H. Joannes Fredrici, in leven pastoor en landdeken te Hasselt, erven die hij in zijn testament gefideicommitteert had en die na zijn dood gegaan zijn naar de kinderen van Margarita Fredricx, waar Vincent Lijnen vader van was. Over dat proces is een transactie gemaakt tussen Henrick Bormans en Renier Bormans als respectievelijk mannen van Marie en Elisabeth Lijnen, kinderen van voornoemde Vincent en Margarita. Met nog Catharina Lijnen, zuster van hun huisvrouwen. Erven, actiën en renten, waar ook gelegen, fideicommis subjest zijnde en door Huijbrecht Lenardts q.q. bezeten, zullen nu en altijd erfelijk blijven aan Huijbrecht Lenardts, zijn vrouw en erfgenamen. Mits een som door hen te betalen aan voornoemde Bormans cum sorore, luidens akte voor notaris Gautiers in Diest. Aerdt Lijnen broer van voornoemde Cattlijnen en zwager van voornoemde Bormans pretendeerde part en deel in voornoemde erven, maar voegde zich tijdens het proces met Bormans, door in de transactie te consenteren en zijn deel te laten aan Huijbrecht Lenardts, diens vrouw en erfgenamen, voor 400 gulden Brabants. Heer Fredricx was oom van Aerdt Lijnen. De procureur van Aerdt Lijnen, met name mr. Lenardt Vanden Vinne krijgt van hem 2 pattacons. Lenardts betaalt Aerdt Lijnen met een rente van 15 gulden 's jaars, staande op panden van Servaes Lucas, binnen de Vrijheid. Goed voor 300 gulden. De 100 overige gulden betaalt hij met kerstmis of hij geeft er rente van.5' |
Overlijden | Zij overleed na 28 februari 1664 te Lummen? [België].5 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.51.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.53v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.59v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, 1663, p.106v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.105.
Oriaen Leijnen
IDnr.2824, ° voor 1590, + na 11 oktober 1640
Doopsel | Oriaen Leijnen werd gedoopt voor 1590.1 |
Erfenis | De erfenis door Georgius Fredrix en Joannes Fredrix, samen met Arnoldus Frericx, Joannis Lijnen, Aerdt Frericx en Lambertus Morren, geacteerd te Lummen [België] op 11 oktober 1640, verwijst naar Oriaen Leijnen als betrokken partij; Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter Frerix voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap, waarvan ze de reparatiekosten gelijk zullen delen.1 |
Overlijden | Hij overleed na 11 oktober 1640.1 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.113v.
Adrianus Leijsen
IDnr.10634, ° 22 december 1771, + 2 februari 1831
Vader | Petrus Leyssen1 ° 4 oktober 1730, + 21 maart 1813 |
Moeder | Catharina Elisabeth Fredrix1 ° 3 januari 1735, + 12 mei 1786 |
Stamkaarten | afstammelingen van Joannes Frederix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Joannes Frederix [boxformaat] |
Doopsel | Adrianus Leijsen werd gedoopt op 22 december 1771 te Bocholt [België] met als peter Leonardus Besoens en als meter Anna Grouls.1 |
Huwelijk | Hij huwde met Anna Helena Thys op 9 augustus 1801 te Bocholt [België] met als getuigen Anna Maria Leyssen en Henricus Vosheuvels.2 |
Beroep | Hij was landbouwer in Lechten te Bocholt [België] op 18 juli 1820.3 |
Overlijden | Hij overleed op 2 februari 1831 te Bocholt [België] in de ouderdom van 59 jaar.4 |
Familie | Anna Helena Thys ° 24 jul 1776, + 21 jun 1857 |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S254] Opzoekingen door Bart Claes.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1801, huwelijken.
- [S416] Burgerlijke Stand Bocholt, Rijksarchief Hasselt, 1820, overlijdens, p.12, akte 37.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1831, overlijdens.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1803, overlijdens.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1803, geboorten.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1805, geboorten.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1807, geboorten.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1810, geboorten.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1812, geboorten.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1815, geboorten.
- [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Bocholt, 1820, geboorten.
Catharina Elisabetha Leijsen
IDnr.10648, ° 3 juni 1820, + 18 juli 1820
Vader | Adrianus Leijsen1 ° 22 december 1771, + 2 februari 1831 |
Moeder | Anna Helena Thys1 ° 24 juli 1776, + 21 juni 1857 |
Stamkaarten | afstammelingen van Joannes Frederix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Joannes Frederix [boxformaat] |
Geboorte | Catharina Elisabetha Leijsen werd geboren op 3 juni 1820 te Bocholt [België]. In het document wordt vermeld: 'Zij wordt geboren om 10 uur 's morgens. Vader Adriaan doet aangifte met als getuige Peter Geutjens en Gerard Simons, allen landbouwers te Bocholt.2' |
Overlijden | Zij overleed op 18 juli 1820 in Lechten te Bocholt [België]. De tekst vermeldt: 'Zij overlijdt om 10 uur 's morgens in het huis van haar ouders, slechts 17 dagen oud. Vader Adriaan doet aangifte met als getuige Peter Geutjens, beiden landbouwers te Bocholt.3' |