Jan Aerdts
IDnr.4917, ° voor 1620, + na 7 augustus 1651
Vader | N. Aerdts1 ° voor 1595, + voor 7 augustus 1651 |
Doopsel | Jan Aerdts werd gedoopt voor 1620 te Meldert? [België].1 |
Eigendom | Jan Aerdts en Bartholomeus Aerdts verkopen, samen met Henricus Aerts, Arnoldus Fredrix, Agnes Aerdts, Machiel Wevers, Maria Aerdts, Joannes Aerts en Catharina Aerdts, een goed aan Bartholomeus Van Herle volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 augustus 1651. Deze verwijst ook naar Petrus Clockluijers als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Wilboerdt Aerdts. De akte luidt als volgt: 'Jan en Berthelomees Aerdts, Henrick Aerdts, Aerdt Frerix als man en momber van Agnes Aerdts, Machiel Wevers als man en momber van Marie Aerdts, de voorschreven Jan als momber van Jan Aerdts en Bertholomees Aerdts als momber van Catharina Aerdts, onmondige kinderen van Wilboerdt Aerdts zaliger die de broer was van de voorschreven Agnees, Jan, Henric, Bartholomeeus, dragen op tot behoef van Bertholomees Van Herle een stuk broek onder Ghestel gelegen genaamd ‘het Steensel Broeck’. Voor prijs en condities zoals in de proclamatie. Condities. Ze verkochten het perceel broek in Ghestel ‘het Steensel Broeck’, volgens hun verklaring, op 27 juli 1651 in aanwezigheid van getuige Peeter Clockluyders. Het grenst Machiel Tonis, de erfgenamen Jan Heskens en Oreaen Shooghen. Het werd verkocht met kaarsbranding en hogen van telkens 2 gulden te verdelen tussen verkopers en hogers half en half. De laatste hoger moet alle onkosten betalen, zoals lycoop naer landtcoop, godspenninck 5 stuivers, pontgeld, gicht- en kaarsgeld, conditiegeld en hogen. De koopsom moet betaald worden op dag van gichten. Belast met servituten en des heeren chyns, namelijk 1 blanck oft braspenninck jaarlijks aan de Loonse heer. Op 7 augustus bood Bartholomees Van Herle 250 ‘hooghen’ en hij heeft daarop 20 hogen gesteld. Jan Lambrechts nog 2, Bertolomees Van Herle nog 1. Op 7 augustus is het goed met de uitgang van de kaars verbleven aan Bertholomees Van Herle.1' |
Overlijden | Hij overleed na 7 augustus 1651 te Meldert? [België].1 |
bronvermelding(en)
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.268v.
Maria Aerdts
IDnr.1403, ° circa 1615, + na 28 februari 1664
Stamkaarten | afstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat] afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat] |
Doopsel | Maria Aerdts werd gedoopt circa 1615 te Lummen? [België]. |
Huwelijk | Zij huwde met Joannis Lijnen, zoon van Vincentius Lijnen en Margaretha Fredrix, circa 1640. De akte vermeldt: 'In de notarisakte staat de zinssnede ...Maria Aerdts, weduwe van Joannes Lijnen...1' |
Huwelijk | Zij huwde met Huijbrecht Lenardts voor 16 maart 1662 te Lummen? [België].2 |
Eigendom | Arnoldus Corthoudt en Elisabeth Frederix verkopen, samen met Lambertus Morren en Govardt Daems, een goed aan Maria Aerdts volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 maart 1662. Deze verwijst ook naar Lambrecht Morren en Joannes Schijven als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Maria Frericx, Arnoldus Schijven en Barbara Fredricx. De akte luidt als volgt: 'Aerdt Corthouts als man van Elisabeth Frerix, Lambrecht Morren in naam van zijn zoon Lambrecht verwekt bij Maria Fredrix, Jan Schijven als momber der kinderen Aerdt Schijven, verkopen aan Huijbrecht Lenardts, man van Maria Lijnen, ieder hun deel in een moeshof achter de kerk gelegen; palende met 3 zijden aan de straat en voornoemde Lenardts ter vierder zijde. Voor 56 gulden Brabants boven de gerechtskosten hierover gedaan. De comparanten beloven Govardt Daems als vader van zijn kinderen met Barbara Fredricx, medeeigenaars voor ¼ part, in te brengen om ook opdracht te doen. Als de koopsom niet voor pinksteren betaald is, gaat de koop teniet.2' |
Eigendom | Henrick Borremans en Elisabeth Leijnen verkopen, samen met Renier Borremans, Maria Lijnen en Catharina Leijnen, een goed aan Maria Aerdts volgens een akte gemaakt te Diest [België] op 31 december 1663. Deze verwijst ook naar Jan Vanden Laer als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Margaretha Fredrix en Joannis Lijnen. De akte luidt als volgt: 'Akte van notaris Carel Gautiers van Diest. De inhoud luidt als volgt. Er is een minnelijke schikking getroffen in een onbeslecht proces voor de schepenen van Lummen tussen de kinderen en erfgenamen van Margareta Fredrix, de aanleggers, en de weduwe Jan Lijnen en daarna Huijbrecht Lenardts die de weduwe huwde, de gedaagde. Henrick Bormans als man van Elisabeth Lijnen, Reijnier Bormans als man van Maria Lijnen, Catharina Lijnen, begijntje op het begijnhof te Diest met notaris Jan Vanden Laer als haar momber, enerzijds, en Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts, weduwe Joannes Lijnen, ten andere zijde. De eerste comparanten dragen over aan de tweede hun vierde part in de goederen die eertijds gevallen waren tot behoef van Joannes Lijnen. De tweede belooft aan de eerste twee elk 300 gulden te geven voor 1 maart e.k. En elk 1 gouden souverain binnen een tiental dagen. Het begijntje krijgt 20 pattacons eens omdat ze zich met het proces niet heeft bemoeid. Getuigen: Wilbordt Jonckjans van Beringhen en Mattens Withoff.3' |
Eigendom | Henrick Borremans en Renier Borremans verkopen, samen met Maria Lijnen, Elisabeth Leijnen, Catharina Leijnen en Arnoldus Lijnen, een goed aan Maria Aerdts volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 28 februari 1664. Ze vermeldt verder ook Joannis Lijnen, Joannes Fredrix, Vincentius Lijnen en Margaretha Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts weduwe van Joannes Lijnen is q.q. in proces geweest over zeker erven afgekomen van wijlen E.H. Joannes Fredrici, in leven pastoor en landdeken te Hasselt, erven die hij in zijn testament gefideicommitteert had en die na zijn dood gegaan zijn naar de kinderen van Margarita Fredricx, waar Vincent Lijnen vader van was. Over dat proces is een transactie gemaakt tussen Henrick Bormans en Renier Bormans als respectievelijk mannen van Marie en Elisabeth Lijnen, kinderen van voornoemde Vincent en Margarita. Met nog Catharina Lijnen, zuster van hun huisvrouwen. Erven, actiën en renten, waar ook gelegen, fideicommis subjest zijnde en door Huijbrecht Lenardts q.q. bezeten, zullen nu en altijd erfelijk blijven aan Huijbrecht Lenardts, zijn vrouw en erfgenamen. Mits een som door hen te betalen aan voornoemde Bormans cum sorore, luidens akte voor notaris Gautiers in Diest. Aerdt Lijnen broer van voornoemde Cattlijnen en zwager van voornoemde Bormans pretendeerde part en deel in voornoemde erven, maar voegde zich tijdens het proces met Bormans, door in de transactie te consenteren en zijn deel te laten aan Huijbrecht Lenardts, diens vrouw en erfgenamen, voor 400 gulden Brabants. Heer Fredricx was oom van Aerdt Lijnen. De procureur van Aerdt Lijnen, met name mr. Lenardt Vanden Vinne krijgt van hem 2 pattacons. Lenardts betaalt Aerdt Lijnen met een rente van 15 gulden 's jaars, staande op panden van Servaes Lucas, binnen de Vrijheid. Goed voor 300 gulden. De 100 overige gulden betaalt hij met kerstmis of hij geeft er rente van.4' |
Overlijden | Zij overleed na 28 februari 1664 te Lummen? [België].4 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.106v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.67v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, 1663, p.106v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.105.
Maria Aerdts
IDnr.4915, ° voor 1625, + na 8 februari 1652
Vader | N. Aerdts1 ° voor 1595, + voor 7 augustus 1651 |
Doopsel | Maria Aerdts werd gedoopt voor 1625 te Meldert? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Machiel Wevers voor 7 augustus 1651 te Meldert? [België].1 |
Eigendom | Jan Aerdts en Bartholomeus Aerdts verkopen, samen met Maria Aerdts, een goed aan Bartholomeus Van Herle volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 7 augustus 1651. Deze verwijst ook naar Petrus Clockluijers als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Wilboerdt Aerdts. De akte luidt als volgt: 'Jan en Berthelomees Aerdts, Henrick Aerdts, Aerdt Frerix als man en momber van Agnes Aerdts, Machiel Wevers als man en momber van Marie Aerdts, de voorschreven Jan als momber van Jan Aerdts en Bertholomees Aerdts als momber van Catharina Aerdts, onmondige kinderen van Wilboerdt Aerdts zaliger die de broer was van de voorschreven Agnees, Jan, Henric, Bartholomeeus, dragen op tot behoef van Bertholomees Van Herle een stuk broek onder Ghestel gelegen genaamd ‘het Steensel Broeck’. Voor prijs en condities zoals in de proclamatie. Condities. Ze verkochten het perceel broek in Ghestel ‘het Steensel Broeck’, volgens hun verklaring, op 27 juli 1651 in aanwezigheid van getuige Peeter Clockluyders. Het grenst Machiel Tonis, de erfgenamen Jan Heskens en Oreaen Shooghen. Het werd verkocht met kaarsbranding en hogen van telkens 2 gulden te verdelen tussen verkopers en hogers half en half. De laatste hoger moet alle onkosten betalen, zoals lycoop naer landtcoop, godspenninck 5 stuivers, pontgeld, gicht- en kaarsgeld, conditiegeld en hogen. De koopsom moet betaald worden op dag van gichten. Belast met servituten en des heeren chyns, namelijk 1 blanck oft braspenninck jaarlijks aan de Loonse heer. Op 7 augustus bood Bartholomees Van Herle 250 ‘hooghen’ en hij heeft daarop 20 hogen gesteld. Jan Lambrechts nog 2, Bertolomees Van Herle nog 1. Op 7 augustus is het goed met de uitgang van de kaars verbleven aan Bertholomees Van Herle.1' |
Aflossing | Arnoldus Fredrix ontving van Maria Aerdts de terugbetaling van een lening aan 10 gulden bbl intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 8 februari 1652. De akte luidt als volgt: 'Machiel Wevers als man en momber van Marie Aerdts kwijt de panden van Arnoldi Frerix alias Meesters van Genycken, namelijk 'den Blanckelaeren Beempt' in Meldelaer, van 10 gulden jaarlijks. Kapitaal en alle verlopen werden betaald.2' |
Overlijden | Zij overleed na 8 februari 1652 te Meldert? [België].2 |
N. Aerdts
IDnr.4913, ° voor 1595, + voor 7 augustus 1651
Geboorte | N. Aerdts werd geboren voor 1595 te Meldert? [België]. |
Overlijden | Hij overleed voor 7 augustus 1651 te Lummen [België].1 |
Familie | |
Kinderen |
|
bronvermelding(en)
- [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, p.268v.
Peeter Aerdts
IDnr.2750, ° circa 1580, + na 14 maart 1652
Doopsel | Peeter Aerdts werd gedoopt circa 1580 te Lummen? [België].1 |
Aflossing | Peeter Aerdts ontving van Aerdt Fredrix en Aerdt Clockluijers de terugbetaling van een lening aan 2,5 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 januari 1605. De akte luidt als volgt: 'Peeter Aerdts, krachtens procuratie hem gegeven vanwege het klooster en godhuis van Bethaniën te Leeuw [nvdr. Zoutleeuw], kwijt Aerdt Frericx 2 ½ gulden jaarlijks, die het klooster trok op diens panden en die van Aerdt Clocluijers. In de akte van volmacht wordt Peeter Aerdts, secretaris der Vrijheid van Lummen genoemd. Volmacht gegeven op 7 januari 1605. W.g. S. Magdalena Peeters. Gezegeld met het convents zegel gedrukt op een hostie. P.S. Op 28 april 1605 heeft Peeter Clocluijers, zijn part, 14 stuivers jaarlijks, afgelegd.1' |
Beroep | Hij was secretaris der Vrijheid van Lummen te Lummen [België] tussen 20 januari 1605 en 14 maart 1652.1,2 |
Lening | Hij was betrokken bij een financiële transactie van Aerdt Fredrix op 14 januari 1610 te Lummen [België].3 |
Erfenis | De erfenis door Margaretha Fredrix en Arnoldus Lijnen geacteerd te Lummen [België] op 29 april 1638, verwijst naar Peeter Aerdts als betrokken partij; Testament van Vincent Leijnen ter goedkeuring voorgelegd door zijn weduwe Margrita Frericx. Opgesteld door Petrus Neven, pastoor te Lummen op 20 oktober 1637. Hij vermaakt zijn vrouw tot schuldbehoef, 300 gulden, te halen op zijn goed. Aan zijn zoon Aerdt, 6 gulden 's jaars staande op panden van Lambrecht Truijens. Getuigen: Coenraerdt Van Haeren en Joannes Hoetselen. Het merkteken van Van Haeren is een molenijzer. Gerichtsbode Jan Puts dagvaardde Jan Hoetselen en schepen Peeter Aerts dagvaardde Coenraerdt Van Haeren, die de inhoud van het testament bevestigen. Ze werden gedagvaard op verzoek van Joannis Leijnen cum suis en Margareta Frericx. De pastoor erkent het 'op zijn priesterlijke borst' als door hem geschreven. Het testament wordt goedgekeurd. W.g. Peter Aerts Vrancken, secretaris.4 |
Beroep | Hij was schepen te Lummen [België] op 29 april 1638.4 |
Erfenis | De erfenis door Matteeuwis Dries geacteerd te Lummen [België] op 28 april 1644, verwijst naar Peeter Aerdts als betrokken partij; Matteeuwis Dries legt ter goedkeuring het testament voor van zijn vrouw Maria Frerix, die de dochter is van Geerdt Frerix. Het testament dateert van 18 februari 1644 en werd geschreven door pastoor Peeter Neven. Inhoud: 50 gulden aan het broederschap van het heilig sacrament. Aan haar man, 100 pattacons. Gedaan ten huize van de testatrice te Westerhoven gelegen. W.g. Maria Fredrix, Henrick Beertens, Aerdt Vanden Berghe. Op verzoek van Matteeuwis Dries komen de pastoor en getuigen Beerten en Vanden Berghe op 13 oktober 1644 de echtheid van het testament bevestigen. Testament wordt goedgekeurd. W.g. Peeter Aerts, secretaris.5 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Willem Goossens en Catharina Claes, samen met Lenaerdt Nicolai, Emondt Bloemen, Margriet De Heijn, Lambert Schoofkens en Peeter Schoofkens, met Aerdt Frericx, geacteerd te Lummen [België] op 1 februari 1646, verwijst naar Peeter Aerdts als betrokken partij; Mr. Willem Goossens als man van Cattlijn Nicolai, mede voor Lenaerdt Nicolai. Emondt Bloemen in het Brabants gevolmachtigd door zijn vrouw Margriet de Heijn. Henrick Machiels als momber van Lambert Schooffkens. Dezelfde Henrick Machiels als gevolmachtigde (op 12 januari 1646 op het rolleboek van deze schepenen) van mr. Peeter Schooffkens. Verkopen aan Aerdt Fredrix zoon van Geerd: 1. 12 of 13 halsters zaaiens land, genaamd het Neijsenshoff, palende O. den Holenwech, N. die Veltstraet, W. Peeter Aerts, Z. de straat; 2. 2 halsters zaaiens land te Molem, palende O. Jan Cox, N. Jan Garen erfgenamen, W. die Veltstraet; 3. een beempt, de Voorste Kaetsenbeempt, onder Schuelen., palende N. het gemeijn Schauen, O. het Ruerbroeck; W. en Z. de Grooten Caetsenbeempt. De verkopers staan in de 'voorwaarden' anders vermeld: het zijn de erfgenamen van wijlen mr. Henrick Schooffkens, namelijk Lenaerdt Claes en mr. Willem Goossens als man van Catharina Claes, mede voor hun zwager Emondt Bloumen als man van Margareta de Hein. Mr. Peeter Schooffkens, mede voor zijn broer Lambrecht Schooffkens. Op 12 januari 1646 krijgt Mattijs Joris de palmslag voor 2025 gulden Brabants, 15 rijksdalers elk van 3 gulden tot een kermisse en 2 tonnen dobbel bier tot lijcoop. Daarvan zal één op heden gedronken worden en de ander op dag van gichte of kaarsbranding. Godspennink: 8 stuivers. Getuigen: Cornelis Baers, Coenrardt Van Haren en anderen. W.g. Peeter Aerts, secretaris. Joris stelt nog 25 hogen. Dionijs Slegers stelt er nog 4 hogen op. Mattijs Joris nog 3. W.g. Peeter Aerts, secretaris. Op 19 januari 1646 stelt Mattijs Joris nog 50 hogen. Getuigen: heer Jan Lemmens en Cornelis Baers. Op 22 januari 1646 stelt Peeter Aerts 100 hogen. Getuigen: Jan Spunx, Jacop Fransens e.a. getuigen. Op 25 januari 1646 stelt Peeter Aerts nog 50 hogen. Getuigen: meier en schepen ten Loonse recht. Aerdt Frerix stelt in naam van Joris Frerix nog 25 hogen. Peeter Aerdts stelt er ook nog 25. Aerdt Frerix, q.q. als voor stelt nog 25 hogen. Bij de kaarsbranding op 1 februari 1646: verbleven aan Aert Frerix. W.g. Peeter Aerts, secretaris. (In de marge) Op 1 mei 1647 bekennen de verkopers voldaan te zijn van deze koop. W.g. Pet. Aerts, secretaris. Dan volgt de volmacht van Margareta de Hene aan haar man Emond Blommen. Die is gegeven ten hare huize op de markt in St. Truiden. Getuigen: Antoen Van Herff en Mattuus Haick. W.g. H. Baerts, notaris.6 |
Erfenis | De erfenis door Aerdt Frericx en Petrus Frederici, samen met Joannes Fredrix en Matteeuwis Dries, geacteerd te Lummen [België] op 13 april 1646, verwijst naar Peeter Aerdts als betrokken partij; Voor de schepenen Vanden Berghe en Mommen verschijnen Aerdt en mr. Peeter Frerix, mede voor hun absente broeder heer en mr. Jannen Fredrix, ter ener zijde en ter ander zijde Matteus Dries, hun zwager. Partijen sluiten een akkoord over de successie van de binnen Vrijheidse goederen, waarin Matteus Dries, na de dood van zijn vrouw Maria Fredrix, die de wettige zuster was van voornoemde Aerdt Fredrix cum suis, en gestorven zonder wettige geboorte na te laten, deel mocht hebben en ook pro quota voor de tocht in alle buitengoederen afgekomen zo van Matteeuwisens vrouws ouders, als grootvaders en grootmoeders. De overeenkomst luidt als volgt. Matteus Dries doet afstand van al zijn recht van successie dat hem van de binnen Vrijheidse goederen toekomt. Mede van zijn recht van tocht dat hem in enige andere goederen, zo Loonse, Brabantse, ter wat plaatse, hetzij in Lummen of elders gelegen. Hij doet eveneens afstand van het legaat dat zijn vrouw Maria Fredrix hem gemaakt had. Alle afstand tot behoef van zijn drie zwagers. Die drie dragen aan Matteus Dries in ruil voor deze afstand een hofland op, de Parijshoff, op het Westereijnde gelegen, palende O. Jan Vaes, W. Jan Van Elsrack erfgenamen, Z. de beek, N. de straat. Belast met 2 vaten koren jaarlijks aan de Armen. Ze geven hem daarenboven 500 Rinsgulden. Nog zal Dries voor zich zelf, het huis op de schans te Schalbroeck mogen houden, met de plaats waar het op staat en de plaats voor dat huis gelegen. Dat is een huis en plaats die met Lambrecht en Aerdt Morren gedeeld zijn. Dries zal nog, alleen voor dit, het verloop van een rente trekken van 15 gulden jaarlijks, hem bekend. Twintig gulden à 5% door Geerd Schats aan Dries afgelegd zal 'dood' zijn. Dries mag tenslotte nog dit jaar het hout in een bosken aan de Grauwen Rock te Schalbroeck kappen. W.g. Peter Aerts, secretaris.7 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Joannes Fredrix met Servaes Lucas, geacteerd te Lummen [België] op 14 maart 1652, verwijst naar Peeter Aerdts als betrokken partij; Heer en mr. Jan Fredrix, landdeken in Hasselt, heeft op 13 maart 1652 voor notaris Joannes Slegers, Peter Aerdts gemachtigd om aan Servaes Lucas een hoeffken achter de kerk te verkopen. Palende Z. Coenrardt Van Haren, W. Lenaerdt Jans erfgenamen, O. Wauter Jans erfgenamen, N. de straat. Voor 466 gulden inbegrepen de 66 hogen die erop gesteld zijn. De koper moet contant 150 gulden betalen en voor de rest 15 gulden jaarlijks, te kwijten tegen de pennink 20. Godspennink: 2 gulden. Belast met 25 stuivers niet kortende grondcijns.8 |
Overlijden | Hij overleed na 14 maart 1652 te Lummen? [België].8 |
bronvermelding(en)
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.70v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.203.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.104.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.94v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.143.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.161v.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.162.
- [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.205.
Peeter Aerdts
IDnr.5019, ° voor 1600, + na 1 maart 1663
Doopsel | Peeter Aerdts werd gedoopt voor 1600 te Lommel [België].1 |
Huwelijk | Hij huwde met Cristina Schats voor 1625 te Lummen? [België].1 |
Lening | De leningsovereenkomst van Petrus Frederici met Mathias Aerts, geacteerd te Lummen [België] op 8 juli 1655, vermeldt eveneens Peeter Aerdts; 240 gulden.1 |
Aflossing | Petrus Frederici ontving van Peeter Aerdts de terugbetaling van een lening aan 12 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 1 maart 1663. Deze verwijst ook naar Jan Vanden Laer als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Jan Vanden Laer, krachtens volmacht hem door Mr. Peter Fredrici op 17 november 1662 voor notaris G. Bormans te Hasselt gegeven, kwijt de panden van Peeter Aerdts van Loumel, te weten het Hemelrijck, van 12 gulden 's jaars, als Fredrici cum suis daar op trekkende was.2' |
Overlijden | Hij overleed na 1 maart 1663 te Lummen? [België].2 |
Familie | Cristina Schats ° voor 1600, + voor 8 jul 1655 |
Kind |
|
Peter Aerdts
IDnr.2858, ° voor 1610, + na 1 maart 1663
Doopsel | Peter Aerdts werd gedoopt voor 1610 te Lummen? [België].1 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Anna Clockluijers, samen met Maria Clockluijers en Catarina Clockluijers, met Bartholomeus Van Herle, Christiaen Van Herle, Arnoldus Fredrix, Eustachius Timmermans en Cristina Van Herle, geacteerd te Lummen [België] op 9 juli 1648, verwijst naar Peter Aerdts als betrokken partij; De kinderen van Aerdt Clockluyders ghichten de kinderen van Marie Picken. Anna Clockluyders vervangende Maria en Catarina Clockluyders, beiden present met de interventie van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans, dragen goederen op. Eerst had hun vader Aerdt Clockluyders zijn tochtrecht (vruchtgebruik) aan zijn kinderen afgestaan. Ze dragen op tot behoef van de erfgenamen van Marie Picken, die daarvoor ter gichte komen. Pontpenningen mits twee derde delen Loons zijn 8 gulden 2 stuivers. Condities. Omdat Marie Picken zaliger, moeder van Bertholomeus en Christiaen van Herle, en schoonmoeder van Matteus Postelmans man en momber van Marie, Aerdt Frerix in de naam van zijn kinderen verwekt bij wijlen Marie Van Herle en Eustachius Timmermans man en momber van Christina Van Herle bij purgement gedaan tegen Jan Prels als crediteur hypotecair bepaalde goederen had verkregen die in Groenlaren gelegen zijn en die in de wandeling ‘het Baens Bloexken’ genoemd worden, die in eigendom waren van Anna, Marie en Catharina Clockluyders die verwekt zijn uit de schoot van Anna Leyten en Aerdt Clockluyders, en waarvan het vruchtgebruik toebehoorde aan de vader Aerdt Clockluyders, hebben ze Prels handvulling gedaan van de verlopen van zijn rente waarvoor de evictie gebeurd was. Omdat aan de kinderen van Aerdt Clockluyders als tochtenaar na zijn dood pleno jure dominij zouden vervallen een stuk land genaamd ‘den Linden Morttel’, een ander onder het Bercken Bosken op ‘den voetpat’ gelegen onder het Lindekens Velt, verder nog een perceel gelegen in den Linden Morttel hadden ze deze goederen gesteld in de handen van Marie Picken om zo verdere lasten te vermijden, zowel voor de Loonse als voor de Brabantse justitie in Lummen. Opdat de kinderen deze goederen later toch in handen zouden kunnen krijgen, zouden ze alle verlopen ‘arriragien’ moeten betalen aan Jan Prels ‘deur haere moedere verschoten’, de kosten van evictie en andere hofrechten zoals gichtgeld. Ze hebben met raad en instemming van hun mombers Peeter Clockluyders en Jacop Wagemans besloten om deze goederen publiek te verkopen met ontsteken en branden van de kaars. Op volgende condities: de kinderen zullen al hun rechten verkopen op deze goederen, met hogen van 2 gulden te verdelen tussen hoger en verkopers. De koper moet aan de erfgenamen van Marie Picken voor het mesten, dryven en bezaaien van de landen voor het ploegrecht de helft van de opbrengst van de vruchten geven, met alle ‘voor verloopen arrivagien der renten die sij daerop sijn hebbende’ en bovendien alle rechtsonkosten, zowel van purgement door Prels als andere. De koopsom moet op datum van gichte betaald worden, 9 juli 1648, of ervoor rente bekennen tegen den penninck twintick (5%) en bovendien godsgeld 1 halve reael, lijcoop naer landtcoop en alle andere hoffrechten, schrijfgeld van deze conditie met het dubbel 8 schellingen. Anders: boete (op pene van reele executie als wesende eene schult met vollen recht verryckt). Op 9 juli 1648 kregen de erfgenamen van Marie Picken de handslag voor 150 gulden boven drinkgeld en vacatien voor hun mombers 8 cruys pattacons. Verder nog 7 gulden aan Jan Lynen die ze hem schuldig zijn van ‘gepromereerden loon’ en 3 gulden door Aerdt Clockluijders aan rechten gegeven om een affgeboth ter verwerven zowel in het Loons als in het Brabants. Daarop hebben ze nog 25 hogen gesteld. Aerdt Gielis zette daarop nog 3 hogen, de erfgenamen voorschreven nog 10 hogen. Aerdt Gielis nog 3 hogen, de erfgenamen nog 10 hogen. Getuigen: Lambrecht Neven, Andries Vanden Morttel. Ondertekend: Henricus Swysen. Voor de overeenkomst met het origineel tekent secretaris Petrus Aerts. Op 9 juli werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan Bertolomees Van Herle cum suis.2 |
Lening | De leningsovereenkomst van Arnoldus Fredrix met Peter Van Singelbeeck, geacteerd te Lummen [België] op 10 november 1650, verwijst naar Peter Aerdts als betrokken partij.3 |
Beroep | Hij was notaris te Lummen [België] op 10 november 1650. |
Overlijden | Hij overleed na 1 maart 1663 te Lummen? [België].1 |