Naamvariatie | Margaretha Fredrix werd ook Frerix genoemd. |
Doopsel | Zij werd gedoopt circa 1586 te Lummen? [België].1 |
Huwelijk | Zij huwde met Vincentius Lijnen, zoon van N. Lijnen, op 8 november 1609 te Lummen [België]. De akte vermeldt: 'Het huwelijk werd ingezegend voor getuigen en vrienden.1' |
Erfenis | Margaretha Fredrix en Arnoldus Lijnen waren op 29 april 1638 te Lummen [België] erfgenamen van Vincentius Lijnen. De akte verwijst ook naar Petrus Neven, Lambrecht Truijens, Coenraerdt Van Haeren, Jan Hoetselen, Joannis Lijnen en Peeter Aerdts als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Testament van Vincent Leijnen ter goedkeuring voorgelegd door zijn weduwe Margrita Frericx. Opgesteld door Petrus Neven, pastoor te Lummen op 20 oktober 1637. Hij vermaakt zijn vrouw tot schuldbehoef, 300 gulden, te halen op zijn goed. Aan zijn zoon Aerdt, 6 gulden 's jaars staande op panden van Lambrecht Truijens. Getuigen: Coenraerdt Van Haeren en Joannes Hoetselen. Het merkteken van Van Haeren is een molenijzer. Gerichtsbode Jan Puts dagvaardde Jan Hoetselen en schepen Peeter Aerts dagvaardde Coenraerdt Van Haeren, die de inhoud van het testament bevestigen. Ze werden gedagvaard op verzoek van Joannis Leijnen cum suis en Margareta Frericx. De pastoor erkent het 'op zijn priesterlijke borst' als door hem geschreven. Het testament wordt goedgekeurd. W.g. Peter Aerts Vrancken, secretaris.2' |
Overlijden | Zij overleed op 11 april 1640 te Lummen [België]. De tekst vermeldt: 'De familie zorgt zelf voor het licht (kaarsen).3' |
Eigendom | De eigendomstransactie van Jacop Coppens met Joannes Fredrix, geacteerd te Lummen [België] op 4 mei 1640, vermeldt eveneens Margaretha Fredrix; Jacop Coppens heeft publiek verkocht een hof met de hoffstede zoals hij die onlangs met risch ende reijs in teecken van possessie verkregen heeft van Henrick Stessens zaliger. Palende O. de erfgenamen Wauter Jans, W. de erfgenamen Lenaert Jans, N. de straat. Wie de palmslag krijgt, ontvangt ook een dobbele ducaat voor zijn kloek gebod. De hof is enkel belast met 25 stuivers jaarlijkse grondcijns en voor iedere stuiver meerlast zal de verkoper 20 stuivers ontlasten. Godsgeld: 1 pattacon, waarvan de helft voor de Minnebroeders, de andere helft voor de Cappucinen, beiden binnen Hasselt. Voor verkopers vrouw Cattelijn Gielis, 1 dobbele ducaat tot een kermisse. Schrijfgeld en het maken van de billetten: 1 pattacon. Eerste zitdag op 13 maart 1640. Voor notaris Hendrik Swijsen, Lummen, geeft Jacob Coppens de palmslag aan heer en mr. Jan Fredricx, priester en pastoor te Hasselt en landdeken in het district Hasselt. Voor 325 gulden Brabants en 2 hogen. Margariet Fredricx stelt nog 1 hoge. De pastoor-deken nog 1 hoge. Gedaan te Hasselt in het pastoreel huis. Getuigen: Jan Sleenaerts, oud-burgemeester der stad en Adriaen Huveners van Lummen, dienstbode van de notaris. Op 4 mei 1640 verklaarde gerechtsdienaar Jan Puts voor de binnen Vrijheidse schepenen, de continuele kerkgeboden gedaan te hebben, zo door hem als door Willem Lambrechts zijn mede-broeder en dienaar, van 14 dagen tot 14 dagen binnen de kerk van Lummen, 'met affixie van billet deser coops opt kerckhelleken aldaer'. Na uitgang der kaars verbleven aan mr. Jan Fredricx.4 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Henrick Borremans en Elisabeth Leijnen, samen met Renier Borremans, Maria Lijnen en Catharina Leijnen, met Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts, geacteerd te Diest [België] op 31 december 1663, vermeldt eveneens Margaretha Fredrix; Akte van notaris Carel Gautiers van Diest. De inhoud luidt als volgt. Er is een minnelijke schikking getroffen in een onbeslecht proces voor de schepenen van Lummen tussen de kinderen en erfgenamen van Margareta Fredrix, de aanleggers, en de weduwe Jan Lijnen en daarna Huijbrecht Lenardts die de weduwe huwde, de gedaagde. Henrick Bormans als man van Elisabeth Lijnen, Reijnier Bormans als man van Maria Lijnen, Catharina Lijnen, begijntje op het begijnhof te Diest met notaris Jan Vanden Laer als haar momber, enerzijds, en Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts, weduwe Joannes Lijnen, ten andere zijde. De eerste comparanten dragen over aan de tweede hun vierde part in de goederen die eertijds gevallen waren tot behoef van Joannes Lijnen. De tweede belooft aan de eerste twee elk 300 gulden te geven voor 1 maart e.k. En elk 1 gouden souverain binnen een tiental dagen. Het begijntje krijgt 20 pattacons eens omdat ze zich met het proces niet heeft bemoeid. Getuigen: Wilbordt Jonckjans van Beringhen en Mattens Withoff.5 |
Eigendom | De eigendomstransactie van Henrick Borremans en Renier Borremans, samen met Maria Lijnen, Elisabeth Leijnen, Catharina Leijnen en Arnoldus Lijnen, met Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts, geacteerd te Lummen [België] op 28 februari 1664, vermeldt eveneens Margaretha Fredrix; Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts weduwe van Joannes Lijnen is q.q. in proces geweest over zeker erven afgekomen van wijlen E.H. Joannes Fredrici, in leven pastoor en landdeken te Hasselt, erven die hij in zijn testament gefideicommitteert had en die na zijn dood gegaan zijn naar de kinderen van Margarita Fredricx, waar Vincent Lijnen vader van was. Over dat proces is een transactie gemaakt tussen Henrick Bormans en Renier Bormans als respectievelijk mannen van Marie en Elisabeth Lijnen, kinderen van voornoemde Vincent en Margarita. Met nog Catharina Lijnen, zuster van hun huisvrouwen. Erven, actiën en renten, waar ook gelegen, fideicommis subjest zijnde en door Huijbrecht Lenardts q.q. bezeten, zullen nu en altijd erfelijk blijven aan Huijbrecht Lenardts, zijn vrouw en erfgenamen. Mits een som door hen te betalen aan voornoemde Bormans cum sorore, luidens akte voor notaris Gautiers in Diest. Aerdt Lijnen broer van voornoemde Cattlijnen en zwager van voornoemde Bormans pretendeerde part en deel in voornoemde erven, maar voegde zich tijdens het proces met Bormans, door in de transactie te consenteren en zijn deel te laten aan Huijbrecht Lenardts, diens vrouw en erfgenamen, voor 400 gulden Brabants. Heer Fredricx was oom van Aerdt Lijnen. De procureur van Aerdt Lijnen, met name mr. Lenardt Vanden Vinne krijgt van hem 2 pattacons. Lenardts betaalt Aerdt Lijnen met een rente van 15 gulden 's jaars, staande op panden van Servaes Lucas, binnen de Vrijheid. Goed voor 300 gulden. De 100 overige gulden betaalt hij met kerstmis of hij geeft er rente van.6 |