Joannes Fredrix

IDnr.109, ° 19 juni 1667, + 12 augustus 1749
VaderMichael Fredrix1 ° circa 1635, + 22 december 1679
MoederCatharina Hueveneers1 ° circa 1635, + 30 januari 1683
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
afstammelingen van Christiaen Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Christiaen Fredrix [boxformaat]
kwartierstaat samensteller
DoopselJoannes Fredrix werd gedoopt op 19 juni 1667 te Lummen [België] met als peter Cornelius Cox en als meter Maria Huveneers.1
ReliefNa het overlijden van Michael Fredrix en Catharina Hueveneers releveren Christianus Fredrix, Joannes Fredrix en Anna Frederix, samen met Jan Hueveneers en Cornelius Cox als voogd op 11 maart 1683 in Genenbos te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Jan Hueveneers en Nilis Coex, als mombers van de kinderen van Michael en Catharina zaliger, zijn de uitvoerders van het relief. Het gaat over een bempt gelegen in Genebos, te westen palend aan Henrick Vanden Eerdenwech, ten noorden en ten oosten aan het eigen hof en ten zuiden aan de beek. Voorts over een bempt, het Hoedtsbampt genaamd, ook gelegen in Genebos, ten oosten palend aan Bartel Truijens en ten noorden aan Maria Lemmens. En tenslotte, een huis en hof, gelegen in Genebos, ten noorden palend aan de straat, ten westen en ten zuiden aan Aert Reijnders en ten Oosten aan Jan Geerts.2'
DoopselHij was peter bij het doopsel van Catharina Fredrix op 17 november 1690 in Genenbos te Lummen [België].3 
VerlovingHij was getuige bij de verloving van Walterus Laveren en Elisabeth Bosmans op 4 februari 1691 te Lummen [België].4
HuwelijkHij huwde met Catharina Corthauts, dochter van Arnoldus Corthoudt en Elisabeth Frederix, op 14 november 1695 te Lummen [België]. De akte vermeldt: 'Beiden zijn uit Lummen afkomstig waren. Het huwelijk wordt opgetekend in het parochieregister van Lummen, maar werd in feite in Hasselt ingezegend door pater Gregorius. In de akte worden de echtelingen eerbare burgers genoemd en trouwen met het rode zegel.5' 
DoopselHij was peter bij het doopsel van Anna Fredrix op 8 november 1701 te Lummen [België].6 
Gebeurtenis Op 18 augustus 1720, de zondag na Onze-Lieve-Vrouw-Half-Oogst, steken drie jonge boefjes het huis en schuur van Joannes Fredrix in Gestel te Lummen [België] in brand. Lees het boeiende verslag van de arrestatie, rechtspleging en strafuitvoering.7
ReliefNa het overlijden van Anthonius Vanderheijden releveren Joannes Fredrix op 14 juni 1729 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Jan Fredrix met zijn consorten releveert een stuk land in Gestel gelegen, genaamd “het Kerckebloeck”, op hem verstorven na de dood van Anthoen Vanderheijden.8'
AflossingJoannes Geerts ontving van Joannes Fredrix de terugbetaling van een lening van 150 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 oktober 1729. De akte luidt als volgt: 'Jan Geerts kwijt de panden van Jan Fredrix van een jaarlijkse rente van 7 gulden en 10 stuivers. Geerts trok deze rente op "den Humeler". Kapitaal was 150 gulden. Jan Fredrix kwam ter gichte.9' 
EigendomAnna Vanderhoijdoncx verkocht een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 21 april 1735. De akte luidt als volgt: 'Anna Vanderhoijdoncx, Jan Theunis en Jan Smeedts van Viversel, 'hen gedragende ten desen van Jacobus Scholdrix, Jan Scholdrix, Henric Jans en Anna Jans die voorschreven Anna Hoijdonx uijt kracht van testament nuncupatieff van haeren man Henric Jans' hebben verklaard dat ze tot behoef van Aert en Jan Fredrix, present door hun vader Jan Fredrix, een perceel land verkochten genaamd 'het Groot Stuck'. Dit land grenst de erfgenamen van Henricus Elens O., die stege van Laumeren Velt W., Quinten Raemaeckers N., Lambrecht Claes Z. Bovendien nog een perceel land gelegen aan 'de Hulse Weijers' in Gestel, grenzend de straat Z., Henricus Machiels W., die Hulse Weijers O. Voor 100 gulden Brabants Luijcx eens, goidts penninck 5, lijcoop naer landscoop. De koopsom werd betaald. Geen lasten met uitzondering van de gemeijne dorpslasten. Jan en Aert Fredrix kwamen ter gichte. 9 - 7 - 1/2.10' 
AflossingJoannes Fredrix ontving van Jan Weynsch de terugbetaling van een lening van 200 gulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 februari 1738. De akte luidt als volgt: 'Jan Weynsch legt 200 gulden bbl af aan Jan Fredricx van Genebosch.11' 
DoopselHij was peter bij het doopsel van Anna Helena Frederix op 27 december 1738 te Lummen [België].12 
OverlijdenHij overleed op 12 augustus 1749 in Gestel te Lummen [België] in de ouderdom van 82 jaar.13 
ReliefNa het overlijden van Joannes Fredrix en Catharina Corthauts releveren Joannes Fredrickx, Gerardus Gijsens, Maria Fredrix en Catharina Fredrix op 25 september 1749 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Op 25 september 1749 compareren voor ons, schepenen van Lummen naar Loons recht, Jan Frederix en Geerdt Gijsens als man en momber van zijn vrouw Marie Frederix, in eigen naam en voor hun consorten namelijk [Cathari]ne Frederix en de achtergelaten kinderen [van hun zuster] Elisabeth Frederix. Ze hebben verzocht te releveren de helft van twee dagmaal 'broux' genaamd ‘den Graubaert’, gelegen te Gestel, waarvan de wederhelft toebehoort aan Jan Geerdts van Genebos. Palend in zijn geheel aan Rombaut Vaes ten zuiden, aan Jacobus Van Den Ardewegh ten westen, aan Jan Frederix voorschreven ten oosten en aan Jan Anthoon Put ten noorden. Verder de helft van een stuk ‘broux’ genaamd ‘den Kummerlier’, samen twee daghmael groot, waarvan Jan Anthoon Put de helft bezit, het geheel palend aan Jan Persoons ten oosten, de ‘Maelbeeck’ ten noorden, en aan Hendricus Put ten westen en henzelf ten zuiden. Dit alles is hen toegekomen na de dood van Jan Frederix en Catharina Corthouts, hun ouders. Kosten: 3 – 15; 2 – 16 – 1; samen 6 – 11 – 1.
Op dezelfde dag verschenen de voorschreven Jan Frederix en Geert Gijsens, die verzoeken om, na de dood van hun voorschreven ouders, een huis en hof te releveren, in Schulen gelegen, palend aan de straat ten westen, hun eigen erf ten zuiden en ten oosten, en de Winterbeeck ten noorden. Kosten 3 – 15; 0 – 7 – 0: samen 4 – 2; alles tesamen: 10 – 13 – 1.14'

Familie

Catharina Corthauts ° 20 nov 1672, + 10 jan 1746
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1667, doopsels, p.138.
  2. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 87, 1685-1691, p.82v.
  3. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 549, p.89 (p.46).
  4. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1691, huwelijken, p.136.
  5. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 555, p.156.
  6. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 549, p.160 (p.81).
  7. [S354] Ria lemmens, 'Sprokkels uit burgemeestersrekeningen. Jonge boefjes.', De Baronie, oktober 2012, p. 16-45.
  8. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90, folio 275.
  9. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90, 1729, p.299.
  10. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90bis, 1735.
  11. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 62, Folio 134r.
  12. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 550, p.89.
  13. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1749, overlijdens, p.85.
  14. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90bis (bundel 2).

Joannes Fredrix

IDnr.423, ° circa 1740, + 4 november 1805
VaderPetrus Fredrix ° 10 januari 1700, + 8 januari 1765
MoederElisabetha Opheij ° voor 1712, + 3 maart 1781
Stamkaartenafstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat]
DoopselJoannes Fredrix werd gedoopt circa 1740 te Lummen? [België].1 
HuwelijkHij huwde met Maria Catharina Lemmens, dochter van Joannis Lemmens en Dympna Aerts, op 26 februari 1778 te Lummen [België] met als getuigen Joannes Snijders en Simon Wieken.2 
EigendomAmbrosius Frederix verkocht een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Beringen [België] op 3 maart 1782. Deze verwijst ook naar Petrus Caelen als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Theresia Frederix. De akte luidt als volgt: 'In het huis van de notaris in Beringen verschenen 1) Ambrosius Fredericx en 2) Joannes Fredericx, inwoners van Lummen. De eerste verkoopt aan de tweede zijn deel in de meubels op hem ab intestato verstorven na het overlijden van Petrus Fredricx zaliger, hun ouder, voor 300 gulden Brabants Luijcx. De andere broers en zusters hadden hun deel al verkocht, zie hiervoor het geschrift van Wilborts van mei 1781. Conditie: de koper moet aan zijn zwager Petrus Kaelen, als man en momber van zijn huisvrouw Thresia Fredricx nog 50 gulden Brabants Luijcx eens tellen. Getuigen: Maria Elisabeth Wendelen, Digna Verpoorten. Ze tekenen 'Frederickx' en 'Fredrickx'.3' 
ErfenisAmbrosius Frederix en Joannes Fredrix waren, samen met Maria Catharina Lemmens, Renerus Bervoets, Anna Catharina Fredrickx, Petrus Caelen, Theresia Frederix en Petrus Fredrickx, op 27 oktober 1782 erfgenamen van Petrus Fredrix en Elisabetha Opheij. De akte luidt als volgt: 'Deling van de goederen nagelaten door Petrus Fredericx x Maria Elisabeth Opheij, ouders, in 5 egale delen door: Ambrosius Fredricx, meerderjarige jongman wonend in Lummen 1), Joannes Fredricx x Catharina Lemmens 2), Renier Bervoets x Catharina Fredricx 3), Peeter Kaelen x Theresia Fredericx, voor hem en voor zijn broer Peeter Fredericx zich sterkmakend, vermits Peeter aan hem met aggregatie van zijn huisvrouw zijn deel verkocht heeft op 01.12.1779 4) en 5).
Kavel A en B voor Peeter Caelen: 1) een perceel bos op de Buiting van Beringen, 2) een perceel broek achter de schans van Meldelaer regenoten O. Jan Jacobs, de beek N., advocaat Van Sulpelen W., Z. Maria Elisabeth Van Uytrecht; 3) een perceel broek in de Schorffort onder Lummen, regenoten Z. de erfgenamen Jan Poels, N. de Vlootgracht, Jan Hulsagen O., Maria Elisabeth Van Uytrecht W. Dit deel wordt op 600 gulden Brabants Luijcx geschat eens, 2 delen omvattend. Het ene deel had hij voor 210 gulden verkregen.
Kavel C: een rente van 300 gulden kapitaal, jaarlijks 12 gulden Brabants Luijcx, geaffecteerd op de panden van de advocaat Vande Sulpenen van Diest in Meldelaer gelegen, namelijk huis en hof regenoten de straat O., Nijs Desiron Z., de heer van Sulpenen voorschreven N. Toegevallen aan Renier Bervoets x Catharina Fredricx.
Kavel D en E: land in Meldelaer, regenoten de Boschstraat N., schepen Boelen van Hasselt Z., W. Maria Leijnen. Toegevallen aan Ambrosius en Jan Fredricx. Er werd afgesproken dat als de ene zijn deel wil verkopen, de ander daarvoor de toestemming moet geven. Jan Fredricx gaat het land in zijn geheel bewerken en zal jaarlijks aan Ambroos voor zijn deel 6 en een half vat geven, zolang hij het zal bewerken. Dit deel is belast met 100 gulden kapitaal. Opgemaakt in het huis van de notaris, met M.E. Wendelen en Catharina Demot als getuigen.4'
 
EigendomHenrick Lijnen verkocht een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt in Mellaar te Lummen [België] op 4 december 1783. De akte luidt als volgt: 'Henrick Lijnen verkoopt aan Jan Fredrix 1/8 bos 'den Voetpatbosch' onder Meldelaer. Het gehele bos paalt O. Nijs Desiron, Z. de Klijnen Voetpatbosch, W. Dimphna Smets. Voor 48 gulden, goedsgeld 1 stuiver. Aan notaris Aerts voor het houden van conditie 3 gulden.5' 
EigendomWillem Degeling verkocht een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 21 oktober 1790. De akte luidt als volgt: 'Wilhem Degeling, molder in Meldert, verkoopt aan Jan Fredrix land 'de Kaerbaen' onder Meldelaer, O. erfgenamen Henrick Kaermans, Z. Mathijs Hulshagen, W. Jan Geerts, N. de heerbaan. Voor 100 gulden.6' 
BorgJoannis Lemmens en Carolus Lemmens stelden zich, samen met Joannes Fredrix, borg voor Joannes Anthonius Dimartinelli met een akte gemaakt te Lummen [België] op 25 juli 1792. Deze verwijst ook naar Petrus Schodts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Dympna Aerts. De akte luidt als volgt: 'Akte van notaris Joannes Anthonius Dimartinelli, geadmitteerd binnen de stad Diest residerende, te Mellaer onder Lummen 'vacerende'. Joannes Lemmens weduwnaar van Dimpna Aerts, en zijn kinderen: Carolus Lemmens en Maria Dimpna Lemmens, bejaard jonkman en dochter wonend in Mellaer; Willem Degelingh x Maria Anna Lemmens van Meldert; Joannes Matheus Kaermans x Maria Helena Lemmens, van Zelem; Joannes Fredricx x Maria Catharina Lemmens van Mellaer. En Arnoldus Beckers x Maria Elisabeth Lemmens van Herck, als huurder van de molen te Halen, stellen als borg voor de huur van de molen door Arnold Beckers en Maria Elisabeth Lemmens, volgens voorwaarden van de griffier van de Tiense tolkamer d.d. 25 juni 1792: 1) 4 zillen broek te Mellaer, genaamd 'den Growaert', palende O. en W. Jan Geerts, Z. de straat, N. de vloetgracht. Waarde 1400 gulden; 2) drie zillen land genaamd 'het block met gronde en toebehoorten' te Mellaer. Palende O. Andries Smets, W. Jan Heyligen, Z. de Veldstraat, N. de Broeckstrate. Waarde 1000 gulden. Borg t.v.v. zijne majesteit en de H. Geest van Halen als verhuurders. Gedaan ten huize van Joannes Lemmens. Getuigen: Petrus Schodts van Lummen en Vincentius Dimartinelli van Diest. Geregistreerd voor schepenen Joannes Jacobs en Petrus Schodts.7' 
VolkstellingHij en Maria Catharina Lemmens werden geregistreerd bij de volkstelling van tussen 1795 en 1796 in Mellaar te Lummen [België], samen met hun kind(eren) Henricus Frederix. Jan woont in het gehucht Mellaar samen met zijn vrouw Catharina en hun 13-jarige zoon Henri.8 
EigendomJoannes Fredrix en Maria Isabella Timmermans verkopen een goed aan Henricus Berten volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 31 augustus 1804. Ze vermeldt verder ook Henricus Landtmeters en Henri Landerlooz. De akte luidt als volgt: '13 fructidor an XII van de republikeinse kalender. Maria Isabella Timmermans, rentenierster wonend in Lummen, voor ¾ delen en Jean Fredrix, landbouwer wonend in Lummen onder Meldelaer, voor ¼ verklaren verkocht te hebben aan Henri Berten, landbouwer wonend in Schulen, een weide gelegen in Schulen genaamd 'Kaetsenbempt', 74a groot (3 dagmaal). Ze grenst O. de rivier de Lack, Z. koper Henri Berten, N. Martin Berten en O. de weduwe Motmans (Melemans?). Koopsom: 622 francs. Verkocht in Herck-de-Stad in de studie van de notaris in aanwezigheid van Henri Landtmeters, geneesheer, en Henri Landerlooz, timmerman, wonend in Herk-de-Stad.9' 
OverlijdenHij overleed op 4 november 1805 in Mellaar te Lummen [België]. De tekst vermeldt: 'Jan overlijdt om 1 uur 's nachts in zijn huis te Mellaer. Het overlijden wordt aangegeven door zoon Henri.10'

Familie

Maria Catharina Lemmens ° 9 feb 1746, + 11 jun 1799
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S61] DVD 2015, PRO-GEN Gebruikersgroep Limburg, burgerlijke stand Lummen.
  2. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 557, p.209.
  3. [S155] Notariële akten Lummen, Rijksarchief Hasselt, ]1462444, notaris Joannes Josephus Aerts, 1781-1787, 1782, akte 5.
  4. [S155] Notariële akten Lummen, Rijksarchief Hasselt, ]1462444, Notaris Joannes Josephus Aerts, 1781-1787, 1782, akte 7 (10).
  5. [S27] Schepenbank Lummen - Brabants Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 124, folio 12v.
  6. [S27] Schepenbank Lummen - Brabants Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 124, 1783 - 1793, p.12v.
  7. [S27] Schepenbank Lummen - Brabants Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 124, folio 249r.
  8. [S18] Volkstelling Lummen 1795-1796, Rijksarchief Hasselt, 1358805, nr. 532.
  9. [S155] Notariële akten Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1462270, 1803-1813, notaris Jean Guillaume Bampts, 1804, akte 10.
  10. [S4] Burgerlijke Stand Lummen, Rijksarchief Hasselt, an XIV, overlijdens, p.2.

Joannes Fredrix

IDnr.456, ° 1 november 1727, + 7 januari 1766
VaderMichael Fredrix ° 17 juni 1695, + 7 augustus 1766
MoederMaria Elisabetha Opheijde ° 27 maart 1698, + 7 april 1749
Stamkaartenafstammelingen van Christiaen Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Christiaen Fredrix [boxformaat]
DoopselJoannes Fredrix werd gedoopt op 1 november 1727 te Lummen [België] met als peter Henricus Berrevoets en als meter Helena Opheij.1 
BetalingJosephus van Cauwenberghe deed op 7 juni 1760 in Genenbos te Lummen [België] de volgende betaling aan Joannes Fredrix: 'Aen Joannes Fredrickx sone Michiel sijn pensioen pro half mert 1759 en 1760 de 2 paer schoenen ook betaelt in gelt volgens conditie: 30-16-0.'.2 
OverlijdenHij overleed op 7 januari 1766 in Genenbos te Lummen [België] in de ouderdom van 38 jaar. De tekst vermeldt: 'Er staat vermeld dat hij vrijgezel was. De begrafenis vindt plaats op 7 januari.3' 

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 550, p.25.
  2. [S89] Cijnsregister van de Kartuizers van Zelem (transcriptie door Frans Timmermans), folio 89v - pro domesticis et pensionarijs.
  3. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 558, p.125.

Joannes Fredrix

IDnr.481, ° 20 juni 1698
VaderChristianus Fredrix ° 20 september 1664, + 25 april 1722
MoederElisabetha Bosmans ° 17 september 1667, + 9 mei 1732
Stamkaartenafstammelingen van Christiaen Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Christiaen Fredrix [boxformaat]
DoopselJoannes Fredrix werd gedoopt op 20 juni 1698 te Lummen [België] met als peter Antonius Bosmans en als meter Ida Hornix. De akte vermeldt: 'Zijn moeder komt uit Zelem. [nvdr. De exacte dag van zijn doopsel is niet meer te zien op de akte. Het moet tussen 14 en 27 juni zijn geweest. Dat is op te maken uit datumnotities van het vorige en het volgende doopsel.]1'
HuwelijkHij huwde met Anna Catharina Opheij, dochter van Jan Opheij en Helena Vervoort, circa 1725 te Beringen [België].2 
ReliefNa het overlijden van Christianus Fredrix en Elisabetha Bosmans releveren Michael Fredrix en Joannes Fredrix op 23 mei 1732 te Lummen [België] . De akte luidt als volgt: 'Michiel en Jan Fredricx releveren de goederen die op hen verstorven zijn na de dood van Christiaen Fredricx en Elisabeth Bosmans, hun ouders zaliger, en waar hun moeder Elisabeth als tochtster uitgestorven is: huis en hof in Genebosch gelegen, palend de straat N., Barthel Smeets O., Jacobus Reijnders weduwe W. en Z; een perceel bempts genaamd 'den Hooghen Bempt' in Genebosch gelegen, palend Anna Fredricx O., de beek Z., Renier Daniels W.3' 
EigendomPeeter Baeten en Joannes Baeten verkopen, samen met Anna Maria Baeten, Elisabeth Baeten en Georgius Goossens, een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 juni 1732. De akte luidt als volgt: 'Peeter Baeten, Joannes Baeten, Anna Marie Baeten, Georgius Goossens man en momber van Elisabeth Baeten, zijn allen kinderen van Peeter [Jan is doorstreept] Baeten en van Anna Van Haeckendover. Ze dragen de goederen op die in het hierna volgende relief zijn gespecifieerd [zie onderaan] tot behoef van Jan en Machiel Fredrix, die deze goederen kopen voor de som van 185 pattacons en 25 stuivers (741 gulden - 5 Brabants Luijcx). Er werd een bepaalde som betaald, maar wegens doorstrepen en invoegen is niet duidelijk om welke bedragen het hier juist gaat, in vermindering van de som van 400 gulden. De resterende som moet betaald worden op de eerste zondag van september. Deze goederen zijn enkel belast met cijns en dorpsschattingen. Godtspenninck 5 stuivers, lijcoop een ton bier. Gicht 4 - 7 - 10; opcom. - 2 - 3; pontpenningen 15 - 0; samen 24 gulden 13 stuivers.
[een perceel broek in Geneijcken gelegen genaamd 'die Drij Vonderen', palend Mattijs Wauters O., de beek N. en W., Val. Wauters Z; een perceel land genaamd 'het Lodderken', grenzend Peeter Van Hamel O., de Veltstraet N., hun eigen erf 'den Doijen Man' Z; een perceel edtbroeck genaamd 'den Leeckbempt', palend Peeter Aerts en de gemeijn heije Z., P. Van Goedenhuijsen O; een perceel genaamd 'het Vinneken', grenzend Jan Remen W., Jan Bervoets O., de straat Z; een perceel hofflandt genaamd 'den Hoogen Hoff', grenzend de straat O. en N., Val. Wauters W., Peeter Van Hamel Z; een perceel bos. Al deze goederen zijn in Geneijcken gelegen]4'
 
EigendomJoannes Fredrix en Michael Fredrix verkopen, samen met Anna Fredrix, een goed aan Joannes Fredrickx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 17 juli 1732. De akte luidt als volgt: 'De broers Jan en Michiel Fredrix van Genebosch en Anna Fredrix, voor de helft, hebben opgedragen tot behoef van Jan Fredrix van Ghestel een deel in een perceel land in Gestel gelegen, waarvan de koper het derde deel heeft, genaamd 'het Kercken Bloeck'. De erfgenamen van Mattheijs Knapen hebben er een vierde deel in. Het grenst Andries Bervoets O. en W., de erfgenamen van Henric Vandeneerdenwegh N., koper Jan Fredrix Z. Verkocht voor 100 gulden Brabants Luijcx eens, goidtspenninck 1 stuiver, lijcoop naer believen van de kopers. Het is los en vrij goed, zonder cijns of andere commer, met uitzondering van gemene dorpslasten.4' 
EigendomMichael Fredrix en Joannes Fredrix verkopen, samen met Anna Fredrix, een goed aan Joannes Fredrickx volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 29 juli 1732. De akte luidt als volgt: 'Op 29 juli 1732 verkopen de broers Jan en Michiel Fredrix uit Genebos en Anna Fredrix aan Jan Fredrix uit Gestel een derde deel in een perceel in Gestel gelegen, genaamd de 'kercken bloeck'. Het stuk grenst aan Andries Vervoort O. en W., de erfgenamen van Henric Vandeneerdenwegh N., en de koper Jan Fredrix Z. Hiervoor wordt de som van 100 gulden betaald.5' 
BetalingJosephus Blockmans deed op 3 januari 1751 in Genenbos te Lummen [België] de volgende betaling aan Joannes Fredrix: 'Betaelt aen Joannes Fredrickx voor dese schattinghe van den boschvijver pro 1750: 1-4-2.'.6 
BetalingJosephus Blockmans deed op 7 maart 1751 in Genenbos te Lummen [België] de volgende betaling aan Joannes Fredrix: 'Betaelt aen Jan Fredrickx het verteir van kost ende dranck van de wercklieden in het jaer 1747 de graef tot Genebosch uijtschietende: 4-4-0.'.7 
BetalingJacobus Pierssens deed op 10 juni 1755 in Genenbos te Lummen [België] de volgende betaling aan Joannes Fredrix: 'Aen Jan Frederijcx voor taire in diversche reijsen van broeder Cornelis [Coseyns] ende cnechten tot Genebosch: 5-12-0.'.8 
EigendomAnna Maria Iven verkocht een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 6 mei 1756. Deze verwijst ook naar Jan Meuris als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Anna Marie Iven, novice in het klooster van het Heilig Graf, 'genaempt Bonefanten' binnen de stad Hasselt, die 'haest als suster aldaer staet te professen', geassisteerd door haar momber Jan Meuris (?), verkoopt aan de broers Michiel en Jan Fredrix een perceel broek gelegen in Genebosch. Het grenst Jan Fredricx W., Christiaen Smedts en Peeter Daems O., de beek Z., Jan Van Herle erfgenamen N. Verkocht voor 758 gulden 10 stuivers. Deze som wordt gebruikt om de dote "oft aelmoese" te voldoen die de novice aan het klooster moet geven. Het verkochte goed is belast met 100 gulden kapitaal aan Renier Daniels, niet kortend aan de koopsom. Cijns en dorpslasten vallen tot last van de kopers. Lijcoop naer landtcoop, goidtspenninck 5 stuivers. Jan en Michiel kwamen ter gichte. Pontpenningen 37 - 8 ½; 2 - 2; 1 - 17 ½; loss. 0 - 14 -; samen 42 - 2 -.9' 
AflossingDaniel Daniels ontving van Joannes Fredrix de terugbetaling van een lening van 100 gulden volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 13 mei 1756. De akte luidt als volgt: 'Daniel Daniels bekent dat hij uit handen van Jan Fredrix van Genebosch de som van 100 guldens Brabants Luijcx eens ontvangen heeft als afbetaling van een gelijk kapitaal dat Daniels op de panden van Fredrix trok. Kapitaal en alle verlopen werden betaald. Fredrix kwam bij manier van kwijting ter gichte. 1 - 17 ½; - 7 -; samen 2 - 4 ½.9' 
BetalingJosephus van Cauwenberghe deed op 11 februari 1760 in Genenbos te Lummen [België] de volgende betaling aan Joannes Fredrix: 'Voor een paer visschers leirsen aen Jan Fredrickx betaelt.'.10 
BetalingJosephus van Cauwenberghe deed op 8 mei 1762 in Genenbos te Lummen [België] de volgende betaling aan Joannes Fredrix: 'Aen Jan Fredrickx over teire van de visschers tot Genebosch gedaen: 1-17-0. Item gegeven aen Br[oeder] Cornelis [Coseyns] tot Brandewijn &c voor de visschers voor heel het seijpen: 5-5-0.'.11 
OverlijdenHij overleed op 5 januari 1766 in Genenbos te Lummen [België] in de ouderdom van 67 jaar.12 

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1698, doopsels, p.137.
  2. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 91, p.44v.
  3. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90, 1732, p.659.
  4. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90bis, 1732.
  5. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, Bundel 90bis (losse stukken).
  6. [S89] Cijnsregister van de Kartuizers van Zelem (transcriptie door Frans Timmermans), folio 37 - pro actibus juris, taxa capituli, viatico ejusdem et honorarijs.
  7. [S89] Cijnsregister van de Kartuizers van Zelem (transcriptie door Frans Timmermans), folio 31v - pro diversis extraordinariis.
  8. [S89] Cijnsregister van de Kartuizers van Zelem (transcriptie door Frans Timmermans), folio 65v - pro fabrica et operarijs.
  9. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 90bis, 1756.
  10. [S89] Cijnsregister van de Kartuizers van Zelem (transcriptie door Frans Timmermans), folio 90v - pro diversis et extraordinariis.
  11. [S89] Cijnsregister van de Kartuizers van Zelem (transcriptie door Frans Timmermans), folio 98 - pro diversis et extraordinariis.
  12. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 558, p.130.

Joannes Fredrix

IDnr.679, ° circa 1595, + 31 januari 1654
VaderAerdt Fredrix ° circa 1555, + tussen 2 maart 1623 en 9 mei 1624
MoederMaria Van Hese ° circa 1560, + 8 november 1639
Stamkaartenafstammelingen van Arnout Fredrix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Arnout Fredrix [boxformaat]
NaamvariatieJoannes Fredrix werd ook Joannes Frederici genoemd. 
DoopselHij werd gedoopt circa 1595 te Lummen [België].1 
BeroepHij was pastoor te Kuringen, [België] tussen 1622 en 1625. Hij werd hij door Margareta de Berghes, abdis van Herkenrode van 1620 tot 1637, aangesteld.1 
BeroepHij was pastoor op het begijnhof te Hasselt, [België] tussen 1625 en 1631. Zijn aanstelling gebeurt door Margareta de Berghes, abdis van Herkenrode van 1620 tot 1637.1 
AflossingMaria Van Hese en Joannes Fredrix ontvingen van Stessen Loemans de terugbetaling van een lening aan 12 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 16 maart 1628. De akte luidt als volgt: 'Op 16 maart 1628 heeft heer en mr. Jan Frerix in naam zijner moeder Maria Van Hese, Stessen Loomans en zijn panden, deze 12 gulden jaarlijks gekweten [zie lening op 25.06.1619 van Aerdt Fredrix, IDnr_677].2' 
BeroepHij was pastoor van Hasselt en landdeken van het Haspengouwse concilie te Hasselt, [België] tussen 1631 en 1654. Het is opnieuw Margareta de Berghes, abdis van Herkenrode van 1620 tot 1637, die hem aanstelt. Zijn colega's verliezen hem tot landsdeken.1,3,4 
BeroepHij was pastoor te Hasselt [België] op 25 september 1631.5 
LeningJoannes Fredrix leende aan Thomas Willems de som van 150 gulden aan 5,33% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 8 augustus 1634. Deze verwijst ook naar Petrus Willems als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Anno 1634 op 8 augustus heeft Peter Willems alias Laermans voor ons schepenen van Houeijcken zijn 'tochte' 'opgedraeghen tot behoeff' van zijn zoon Thomas Willems. Aan het kindsdeel van Thomas zal 8 gulden jaarlijks gehecht worden volgens conditie dat hij van deze jaarlijkse intrest gedurende zijn leven niet zal worden 'gestelt offt gemaent' [nvdr. hij zal deze intrest nooit aan zijn vader moeten betalen]. En zo is Thomas van de tocht van zijn kindsdeel ter gichte gekomen. Tocht en erfdom vergaderd heeft Thomas Willems alias Laermans 'opgedraegen tot behoeff' van de eerwaarde heer Jan Frerix, deken en pastoor te Hasselt [een rente van] 8 gulden brabants jaarlijks vallende op deze vervaldag in augustus en voor de eerste maal anno 1635, en dit tot de 'affquijtinge' van uiterlijk 150 gulden in gangbaar geld gelijk hij nu ook verklaart ontvangen te hebben en waarvoor geen uitzonderingen worden toegestaan. Op [basis van] de voorwaarden voorschreven heeft Jan Thonis, schepen van Houeijcken, in naam van de eerwaarde heer Jan voorschreven ter gichte gekomen. Thomas heeft de hofrechten betaald.6'
SchenkingJoannes Fredrix schenkt volgens een akte gemaakt circa 1637 Hasselt, [België], een preekstoel aan de hoofdkerk van Hasselt (nu de St. Quintinus kathedraal van het bisdom Hasselt, waar deze preekstoel nog steeds te zien is).5
Gebeurtenis Op 22 augustus 1639 wordt Joannes Fredrix te Hasselt [België] lid van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse. Hij wordt geacteerd als 'Reverendus Admodum Dominus Joannes Frederici, decanus christianitatis et pastor Hasselensis; fundavit anniversarium'. [nvdr. Zeereerwaarde Heer Joannes Frederici, deken en pastoor van Hasselt; hij stichtte een jaargetijde].7,8 
LeningJoannes Fredrix leende aan Thomas Willems de som van 150 gulden aan 8 gulden intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Heusden [België] op 23 november 1639. De akte luidt als volgt: 'Op 23 september heeft Thonis Willems opgedragen tot behoef van heer Joannes Frederici, deken en pastoor van Hasselt, 8 gulden jaerlijks, vallende op Sint-Andries [30 november], te kwijten met 150 guldens, die Thomas Willems bekent ontvangen te hebben. Als pand geeft hij een stuk land, genaamd de Mertenshof, groot zeven ’vaten saijens’ land, gelegen te Ubbersel, regenoten Aerten de Bielmans oosten, de Peetershoff aan de straat. Hij doet warantschap voor een goede gicht en zo is Joannes Frederici na de opdracht van Thonis Willems ter gichte gekomen.9'
EigendomJacop Coppens verkocht een goed aan Joannes Fredrix volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 4 mei 1640. Deze verwijst ook naar Henrick Swijsen, Adrianus Huveneers en Willem Lambrechts als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Margaretha Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Jacop Coppens heeft publiek verkocht een hof met de hoffstede zoals hij die onlangs met risch ende reijs in teecken van possessie verkregen heeft van Henrick Stessens zaliger. Palende O. de erfgenamen Wauter Jans, W. de erfgenamen Lenaert Jans, N. de straat. Wie de palmslag krijgt, ontvangt ook een dobbele ducaat voor zijn kloek gebod. De hof is enkel belast met 25 stuivers jaarlijkse grondcijns en voor iedere stuiver meerlast zal de verkoper 20 stuivers ontlasten. Godsgeld: 1 pattacon, waarvan de helft voor de Minnebroeders, de andere helft voor de Cappucinen, beiden binnen Hasselt. Voor verkopers vrouw Cattelijn Gielis, 1 dobbele ducaat tot een kermisse. Schrijfgeld en het maken van de billetten: 1 pattacon.
Eerste zitdag op 13 maart 1640. Voor notaris Hendrik Swijsen, Lummen, geeft Jacob Coppens de palmslag aan heer en mr. Jan Fredricx, priester en pastoor te Hasselt en landdeken in het district Hasselt. Voor 325 gulden Brabants en 2 hogen. Margariet Fredricx stelt nog 1 hoge. De pastoor-deken nog 1 hoge. Gedaan te Hasselt in het pastoreel huis. Getuigen: Jan Sleenaerts, oud-burgemeester der stad en Adriaen Huveners van Lummen, dienstbode van de notaris.
Op 4 mei 1640 verklaarde gerechtsdienaar Jan Puts voor de binnen Vrijheidse schepenen, de continuele kerkgeboden gedaan te hebben, zo door hem als door Willem Lambrechts zijn mede-broeder en dienaar, van 14 dagen tot 14 dagen binnen de kerk van Lummen, 'met affixie van billet deser coops opt kerckhelleken aldaer'. Na uitgang der kaars verbleven aan mr. Jan Fredricx.3'
 
ErfenisGeorgius Fredrix en Joannes Fredrix waren, samen met Lambertus Morren en Arnoldus Frericx, op 5 juni 1640 te Lummen [België] erfgenamen van Aerdt Fredrix en Maria Van Hese. De akte verwijst ook naar Willem Neven en Jan Tonis als betrokken partij. Ze vermeldt verder ook Vincentius Lijnen, Gerardus Frericx, Petrus Frericx en Peeter Fredrix. De akte luidt als volgt: 'Deling tussen de kinderen van wijlen Aerdt Frerix, alias Bosmans, waarvan Maria Van Hese de moeder was. De minuut is beschreven door Georgius Frerix, één der condividenten. De deling is gedaan in tegenwoordigheid en ten overstaan van 1) mr. Willem Neven, meier van het land van Lummen als toeziener en gebeden momber der achtergelatenen van wijlen Vincent Leijnen; 2) Jan Tonis als grootvader en momber der achtergelaten Geert Frerix; 3) Lambrecht Morren als toeziener en gebeden momber der achtergelaten Peeter Frerix; 4) heer Jan Frerix; 5) Joris Frerix en 6) Aerdt Frerix. Uit de algemene voorwaarden: de gewone last blijft op elk deel; wordt één of ander goed gemolesteerd, dan zal men de last samen dragen. De opgaande eikenbomen in de bos te Meldelaer, alsook in de Ceijl en het bosken te Gestel, die kapbaar zijn, zullen gedeeld worden. De eiken op de Dries en Lazareije beempt blijven staan tot reparatie en onderhoud van de bruggen. Het nagenoemde schaarhout zal men kappen en delen of verkopen: de Tielemanshoff; de Holeijcke tot Geneijcken; het Nief block te Laren; het Liemelaer; de Groote Scheijthaghe; het Heuffken; het Limelaer; den Langhen Wech; den Eijckenstock.
Kavel 1 is gevallen aan de kinderen van Vincent Leijnen verwekt aan wijlen Margriet Frerix: Den Cnoopshoff belast met ½ vat koren aan de Armen van Lummen. De Groote Scheijthage belast met 3 gulden jaarlijks aan Jan Wauters te Meldelaer. Die Tien amen. Die twee bleuxkens te Molem. Het beempdeken op de Molenwech met zijn lasten. Die Orseten op het gemeijn. Den bos aan de Vrebosch. Het bosken te Gheneijcken. Het bosken aan de Leerse heijde.
Renten: Aan panden: van Dioneijs Slegers te Meldelaer: -16-0 jaarlijks. Van Henrick Bervoets te Linckhaut: -6-0 jaarlijks. Van Aerdt Van Sonhoven te Linckhaut: 6 gulden. Van Cornelis Baerts te R(e)ckhoven: 6 gulden. Van Aerdt Reijnders te Molem: ½ mudde koren jaarlijks te kwijten met 20 stuivers en aan dezelfde nog 1 gulden; maakt -2-0. Van Jan Antoni onder Lummen: -6-0. Van Willem Vande Locht: -5-0. Van Matteeuwis Queijnen onder Linckhaut: 6 gulden. Van Teijs van Mierdt te Linckhaut: -6 gulden. Van Reijner Hemelers onder Ce(r)mpt: -2-0.
Kavel 2 is gevallen aan Joris Fredrix. De halven Tielemanshoff. Den Krieckel belast met ½ mudde koren aan St. Barbelen altaer en met 1 vat 1 vierdelinck evenen. Het Lindekensvelt. De Hoff te Gheneijcken, palende Aerdt Fredrix en de straat. Den Langhen beempt. Den Eijckbos te Meldelaer, de rijpe eiken uitgezonderd. De bos aan de Willekensberch.
Renten: Aan panden: van Willem Droochmans erfgenamen te Kermpt: -27-0. Van Servaes Moons te Molem: -3-0. Van Lambrecht Bervoets te Linckhaut: -3-0. Van Jan Hooghen te Spalbeeck: -16-0. Van Jan Rutten te Lummen: -6-0. Van mr. Henrick Swijsen te Lummen: -6-0. Van Henrick Slegers te Kermpt: -2-0. Deze deling moet dienen 10 gulden eens of 10 stuivers 's jaars, die de kinderen van Geerdt Frerix moeten geven.
Kavel 3 is gevallen aan de kinderen Peeter Frerix verwekt bij Hilleken Horions. De andere helft van den Tieleman. Beijde die Langewegh. Het Beldeken. Het Heuffken, palende Henrick Dries. De Cleijne Scheijthage. Het Tiewinckelsbrouck. Den Lazerije beempt. De helft van de bos verkregen tegen Jan Henijghen (?) met de helft van de eiken daarop staande; palende de erfgenamen Aerdt Puttmans. Die Hoeff op het Oostereijnde.
Renten: Aan panden: van Jan Betten erfgenamen te Kermpt: -21-0. Van Henrick Robijns nu Joris Fredrix: -15-0. Van Henrick vander Heijden alias Honinx: -16-15-0. Van Machiel Ludts te Meldert: -5-5-. Van de erfgenamen Anna Geerts te Meldelaer: -3-0. Van dezelfde: -1-10-. Van Aerdt Frerix ½ halster koren en aan de panden der erfgenamen Herman Holsteens: ½ halster; samen 1 halster koren.
Kavel 4 is gevallen aan Aerdt Frerix. Die Baltishoven te Teuijlt. Het Bevijsen hoeffken aldaar. Den Eecker. Die halve Hol eijcke te Geneijcken. Die Schommen te Linckhaut. Den beempt tot Buestelken belast met 15 stuivers. Die Seijl te Gestel. Die Boersheijde met de bos, belast met 3 ½ vat koren. De hofstede waarin zijn vader heeft gewoond. Het geheel gemeijn Middelste broeck.
Renten: Aan panden: van Nicolaes Schepers te Sonhoven: -25-5 st. Van Mertten Moris nu Vincent Leijnen kinderen: -12-0. Van Aerdt Druechmans te Buesteken: -4-0. Van Bertolomees Schepers te Laren: -3-0. Van Aerdt Jans te Linckhaut: -12 gulden. Van Peeter Vanden Deijck eertijds Soeij Gaethoffs: 2 gulden 10 stuivers.
Kavel 5 is gevallen aan heer Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt. Den Sneppershoff te Teuijlt. Die Schomme aan de Willekensberch. Het Mishoeffken te Teuijlt tegenover het eerste perceel van deze kavel. Het Nieuw block te Laren. De Dries op de beek te Lummen. Het Beempdeken en de Cleijnen helder, naast elkaar gelegen. De halven bos verkregen van Jan Henijgh met de helft van de opstaande eiken.
Renten: Aan panden: van de erfgenamen Jan Teulleners te Kermpt: -26-0. Van Jan Scheers erfgenamen te Kermpt: -1-0. Van Henrick Peeters te Gestel: -1-0. Van Tomas Timmermans: -18-0. Van Jan Moons: -3-0. Van Heuijbrecht van Peer: -6-0. Van Aerdt Frerix onze broeder: -6 gulden. Van Antoon Melco: 1-10-0. Van de erfgenamen Jan Vander Linden: -1-0.
Kavel 6 is gevallen aan de kinderen van Geert Frerix verwekt bij Margriet Antoni. Heijligeesthoffken opt Westereijnde. Het Driesken met de hof daar achter aan elkaar gelegen. De Pareijshof tegenover de huizinge en de straat gelegen, met de opstaande lasten. Het Cleuijs beempdeken te Ghestel. De bos verkregen van Peeter Putmans.
Renten. Aan panden: van de erfgenamen Tielen Van Herle: -10-0. Van Henrick Leijsen te Meldelaer: -7-10-0. Van Matteijs Peeters te Schuelen: -6-0. De hoffstadt in de plaetse te Lummen, waar ons grootvader Peeter Frerix heeft gewoond, met de lasten; boven die lasten gewaardeerd op 3 gulden jaarlijks. Van Aerdt Frerix onze broeder, 15 gulden te kwijten met 300 gulden. Het derde part van het goed te Burselken, gewaardeerd op 23 gulden 's jaars. Kavel 6 moet jaarlijks aan kavel 2 , 10 stuivers geven en nog 10 stuivers aan kavel 2 en 4.
Onverdeeld gebleven zijn: de We…lhoff achter Peeter Aerts. Nog ¼ van de bos waarvan de erfgenamen Jan Baerdemaeckers de andere delen hebben. Die Goorveuijlen.
Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap; ze zullen de reparatiekosten gelijk delen.10'
 
ErfenisGeorgius Fredrix en Joannes Fredrix waren, samen met Arnoldus Frericx, Joannis Lijnen, Aerdt Frericx en Lambertus Morren, op 11 oktober 1640 te Lummen [België] erfgenamen. De akte verwijst ook naar Oriaen Leijnen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Op 11 oktober 1640 verschenen voor de schepenen: heer en mr. Jan Frerix, pastoor-deken te Hasselt, Joris Frerix, Aerdt Frerix voor zich zelf, Jan Leijnen met zijn momber Oriaen Leijnen, zijn andere zusters en broers vervangende, Lambrecht Morren, in naam van zijn zoon verwekt aan Maria Frerix dochter van Peeter Frerix evenals voor de andere kinderen van Peeter Frerix voorschreven, Aerdt Frerix zoon van Geerd, zo voor hem zelf als voor zijn andere broers en zuster. Ze keuren de deling goed. De bruggen op de Molenwech en te Molem staan tot last van de gemeenschap, waarvan ze de reparatiekosten gelijk zullen delen.10' 
AflossingJoannes Fredrix ontving van Henrick Swijsen de terugbetaling van een lening aan 30 stuivers intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 20 juni 1649. Deze verwijst ook naar Aerdt Dries en Geert Mommen als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Heer en meester Johan Fredrix, deken en pastoor te Hasselt kwijt een hoffstadt van mr. Henri Swijsen in de Nederstraet te Lummen van 30 stuivers jaarlijks. Swijsen bekwam die hoffstadt van Henrick Dries en daarvoor hoorde hij toe aan Antoen Mellekin. Aanwezige schepenen: Aerdt Dries en mr. Geert Mommen.11' 
EigendomJoannes Fredrix verkocht een goed aan Servaes Lucas volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 14 maart 1652. Deze verwijst ook naar Peeter Aerdts als betrokken partij. De akte luidt als volgt: 'Heer en mr. Jan Fredrix, landdeken in Hasselt, heeft op 13 maart 1652 voor notaris Joannes Slegers, Peter Aerdts gemachtigd om aan Servaes Lucas een hoeffken achter de kerk te verkopen. Palende Z. Coenrardt Van Haren, W. Lenaerdt Jans erfgenamen, O. Wauter Jans erfgenamen, N. de straat. Voor 466 gulden inbegrepen de 66 hogen die erop gesteld zijn. De koper moet contant 150 gulden betalen en voor de rest 15 gulden jaarlijks, te kwijten tegen de pennink 20. Godspennink: 2 gulden. Belast met 25 stuivers niet kortende grondcijns.4' 
AflossingJoannes Fredrix ontving van Geerardt Van Hilst de terugbetaling van een lening van 2000 gulden volgens een akte gemaakt te Hasselt [België] op 8 juli 1652. De akte luidt als volgt: 'De Kanunnikessen van het Heilig Graf en Eerwaarde Heer en Meester Joannes Frederici. Op 8 juli 1652 compareren voor ons schepenen van buiten Hasselt Eerwaarde Heer en Meester Joannes Frederici, pastoor en landsdeken alhier, die in onze aanwezigheid heeft ontvangen de som van 2000 gulden bbl tot opheffing van het onderpand van een bempt, gelegen tot 'Karst' [nvdr. vermoedelijk Terkoest], palend aan Ardt Boecquets ter ener zijde, meester Ardt van Hilst 'twelffman' ter tweede en de erven van Rombout Matthijs ter derde en de straat ter vierder zijde. De bempt behoort toe aan de Reguliere Kanunnikessen van het Heilig Graf. Op deze som is er een korting voorzien van 100 gl bbl jaarlijks en zo zal de voorschreven Eerwaarde Heer Frederici nog 19 gl bbl en 12 stuivers jaarlijks trekken. In naam van de Kanunnikessen van het Heilig Graf is 'baumeester' Geerardt van Hilst ter gichte gekomen.12'
LeningJoannes Fredrix leende aan Lucas Smans en Maria Cox de som van 400 gulden aan 5% intrest per jaar volgens een akte gemaakt te Lummen [België] op 11 december 1653. De akte luidt als volgt: 'Voor schepenen Hermans en Neven senior verscheen Maria Cox, huisvrouw van Lucas Smans. Ze heeft, onder gelofte van de instemming te bezorgen van haar man Lucas die tegenwoordig gevangen ligt 'onder de Lorainsche soldaten hen winter quartier hebbende tot Lummen', opgedragen 'den Loonsche heere inde handt' de helft van een beempt onder Tiewinckel gelegen, genaamd 'den Godtsbeempt'. Deze bempt is nog onverdeeld tegen het kind van Aerdt Pellens zaliger. Hij paalt de erfgenamen van Mertten Snivers in 3 zijden en de Veltstraet aan de 4e zijde. Verder al haar Loonse goederen in bezit of nog te bekomen, als pand voor heer Jan Fredrix voor een jaarlijkse rente van 20 gulden Brabants, Luyxe paeye. Deze rente staat te kwijten met 400 gulden Brabants eens, Luyxe munte courant geld. Tot versterking van het pand belooft ze al haar Brabantse goederen op te dragen. Heer Jan Frederici wordt in de rente van 20 gulden gegicht met recht.13' 
OverlijdenHij overleed op 31 januari 1654 te Hasselt [België].14
LeningDe leningsovereenkomst van Huijbrecht Steenardts met Renier Borremans, Maria Lijnen en Arnoldus Lijnen, geacteerd te Lummen [België] op 6 juli 1655, vermeldt eveneens Joannes Fredrix.15 
AflossingDe leningsovereenkomst van Arnoldus Lijnen en Arnoldus Corthoudt met Lucas Smans, geacteerd te Lummen [België] op 24 januari 1664, vermeldt eveneens Joannes Fredrix.16 
EigendomDe eigendomstransactie van Henrick Borremans en Renier Borremans, samen met Maria Lijnen, Elisabeth Leijnen, Catharina Leijnen en Arnoldus Lijnen, met Huijbrecht Lenardts en Maria Aerdts, geacteerd te Lummen [België] op 28 februari 1664, vermeldt eveneens Joannes Fredrix; Huijbrecht Lenardts als man van Maria Aerdts weduwe van Joannes Lijnen is q.q. in proces geweest over zeker erven afgekomen van wijlen E.H. Joannes Fredrici, in leven pastoor en landdeken te Hasselt, erven die hij in zijn testament gefideicommitteert had en die na zijn dood gegaan zijn naar de kinderen van Margarita Fredricx, waar Vincent Lijnen vader van was. Over dat proces is een transactie gemaakt tussen Henrick Bormans en Renier Bormans als respectievelijk mannen van Marie en Elisabeth Lijnen, kinderen van voornoemde Vincent en Margarita. Met nog Catharina Lijnen, zuster van hun huisvrouwen. Erven, actiën en renten, waar ook gelegen, fideicommis subjest zijnde en door Huijbrecht Lenardts q.q. bezeten, zullen nu en altijd erfelijk blijven aan Huijbrecht Lenardts, zijn vrouw en erfgenamen. Mits een som door hen te betalen aan voornoemde Bormans cum sorore, luidens akte voor notaris Gautiers in Diest. Aerdt Lijnen broer van voornoemde Cattlijnen en zwager van voornoemde Bormans pretendeerde part en deel in voornoemde erven, maar voegde zich tijdens het proces met Bormans, door in de transactie te consenteren en zijn deel te laten aan Huijbrecht Lenardts, diens vrouw en erfgenamen, voor 400 gulden Brabants. Heer Fredricx was oom van Aerdt Lijnen. De procureur van Aerdt Lijnen, met name mr. Lenardt Vanden Vinne krijgt van hem 2 pattacons. Lenardts betaalt Aerdt Lijnen met een rente van 15 gulden 's jaars, staande op panden van Servaes Lucas, binnen de Vrijheid. Goed voor 300 gulden. De 100 overige gulden betaalt hij met kerstmis of hij geeft er rente van.17 
LeningDe leningsovereenkomst van Arnoldus Lijnen met Servaes Lucas, geacteerd te Lummen [België] op 29 januari 1665, vermeldt eveneens Joannes Fredrix.18 
LeningDe leningsovereenkomst van Petrus Frederici met Mattheus Bervoets en Christiaen Rutten, geacteerd te Lummen [België] op 24 januari 1670, vermeldt eveneens Joannes Fredrix.19 

bronvermelding(en)

  1. [S293] Willy Ceyssens, Bart De Keyser, Jos Jans, Myriam Lipkens, Tine Rock, Adriën Swartenbroekx (+), Jean-Jacques van Ormelingen, Jef Arras, Boek 'Oog in Oog' (Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhof, 2003).
  2. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 57, p.210v.
  3. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.108v.
  4. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.205.
  5. [S16] P. Severijns F. Goole, Boek 'Limburgse families en hun wapen' (deel 2) (Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, 1978), p.46.
  6. [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, 1634, boek 7, p.137v.
  7. [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Ledenlijst (1600-1837) (fol.11v), p.18.
  8. [S475] Algemene register van de Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw Virga Jesse (transcriptie Jef Arras, 2013), Rijksarchief Hasselt, Ledenlijst volgens sterfdata (voor 1334-1850) (fol.56v), p.111.
  9. [S46] Schepenbank Hauweycken, Rijksarchief Hasselt, boek 7 (1599-1694), 1639, p.169v.
  10. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.113v.
  11. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 58, p.189v.
  12. [S81] Schepenbank Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 1981.
  13. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 84, 1653, p.374.
  14. [S21] Parochieregisters Hasselt, Rijksarchief Hasselt, boek 318, 1654, overlijdens, p.342.
  15. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.3.
  16. [S7] Schepenbank Lummen - Loons Recht buiten Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek nr. 85, 1664, p.667.
  17. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.105.
  18. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.133.
  19. [S22] Schepenbank Lummen - Vrijheid - Gichten, Rijksarchief Hasselt, boek 59, p.202.

Joannes Fredrix

IDnr.1057, ° 6 november 1812, + 24 oktober 1896
VaderGerardus Fredrix ° 2 juli 1786, + 20 augustus 1855
MoederAnne Elisabeth Nijs ° 21 januari 1782, + 28 januari 1839
Stamkaartenafstammelingen van Matteeuwis Frerix [uitklapbaar formaat]
afstammelingen van Matteeuwis Frerix [boxformaat]
GeboorteJoannes Fredrix werd geboren op 6 november 1812 te Lummen [België]. In het document wordt vermeld: 'Jean wordt geboren om 6 uur 's morgens. Vader Gerardus komt aangifte doen met als getuigen Antoine Frederix (32 jaar, rentenier) en Jean Greven (50 jaar, belastingsontvanger). De leeftijd van moeder Elisabeth wordt aangegevne als zijnde 30, terwijl in de akte van het volgend kind 2 jaar later 40 wordt aangegeven.1' 
BeroepHij was landbouwer te Koersel [België] op 3 augustus 1842.2 
HuwelijkHij huwde met Maria Dymphna Lemmens, dochter van Petrus Joannes Lemmens en Maria Agnes Convents, op 3 augustus 1842 te Koersel [België]. De akte vermeldt: 'Het huwelijk heeft plaats om 4 uur in de namiddag. Enkel de vader van de bruidegom is aanwezig. De overige ouders zijn al overleden. De getuigen zijn Carolus (26 jaar, landbouwer en broer van de bruidegom, Jan Wagemans (53 jaar, herbergier), Henri Mathijs Thielemans (61 jaar, eigenaar) en Henri Norbert Beckers (39 jaar, herbergier), allen wonende te Koersel.2'
BeroepHij was boterkoopman te Koersel [België] op 18 januari 1843.3 
BeroepHij was landbouwer te Koersel [België] op 8 februari 1849.4 
HuwelijkHij huwde met Maria Helena Put, dochter van Pieter Jan Put en Anna Gertrudis Hermans, op 10 mei 1862 te Koersel [België]. De akte vermeldt: 'Het huwelijk vindt plaats om 7 uur 's morgens. De moeder van de bruid is aanwezig. De andere ouders zijn reeds overleden. De getuigen bij het huwelijk zijn Pieter Jan Bleux (44 jaar, landbouwer), Pieter Joseph Gijbels (37 jaar, landbouwer), Corneille Dankers (61 jaar, herbergier) en Charles Eugène Vermijen (44 jaar, herbergier), allen wonende te Koersel. Er wordt ook genoteerd ze al een kind hebben, Petrus Alphonius Put, die ze beide als hun zoon erkennen.5'
BeroepHij was dagloner te Koersel [België] tussen 10 mei 1862 en 2 mei 1872.5,6 
BeroepHij was landbouwer te Koersel [België] tussen 1 december 1892 en 24 oktober 1896.7,8 
OverlijdenHij overleed op 24 oktober 1896 te Koersel [België] in de ouderdom van 83 jaar. De tekst vermeldt: 'Hij overlijdt om 6 uur 's morgens. De aangifte gebeurt door Gerard Leten (41 jaar, landbouwer) en Alfons Leten (35 jaar, landbouwer), beiden van Koersel.8'

Familie 1

Maria Dymphna Lemmens ° 26 aug 1808, + 26 apr 1859
Kinderen

Familie 2

Maria Helena Put ° 29 dec 1830, + 8 aug 1908
Kinderen

bronvermelding(en)

  1. [S4] Burgerlijke Stand Lummen, Rijksarchief Hasselt, 1812, p.11v, akte 57.
  2. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1842, huwelijken, p.25, akte 9.
  3. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1843, geboorten, p.8, akte 26.
  4. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1849, geboorten, p.3, akte 7.
  5. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1862, huwelijken, p.23, akte 7.
  6. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1872, geboorten, p.7, akte 22.
  7. [S34] Burgerlijke Stand Heusden (origineel), Archief gemeente Heusden-Zolder, boek 1891-1900, p.12, akte 12.
  8. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1896, overlijdens, p.8v, akte 31.
  9. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1847, geboorten, p.3, akte 7.
  10. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1861, geboorten, p.3, akte 7.
  11. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1865, overlijdens, p.34, akte 6.
  12. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1866, geboorten, p.2 suppl., akte 69.
  13. [S45] Burgerlijke Stand Koersel, Rijksarchief Hasselt, 1869, geboorten, p.12, akte 45.

Joannes Fredrix

IDnr.1154, + 26 maart 1683
OverlijdenJoannes Fredrix overleed op 26 maart 1683 te Lummen [België]. De tekst vermeldt: 'Zijn alias was Hansen.1' 

bronvermelding(en)

  1. [S2] Parochieregisters Lummen, Rijksarchief Hasselt, boek 555, overlijdens, 1683, p.25.